Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.M.Pfeil was met vlagnummer R246 in de periode 1847/48 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappijtot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum,Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat de weduwe van kapitein J.M.Pfeil een uitkering kreeg van f 224,80 voor haar en drie kinderen incl. schoolgeld. In 1859 kreeg zij f 225,60058.
In het Jaarverslag 1866 staat vermeld dat zijn weduwe in 1866 is hertrouwd (waardoor haar uitkering reglementair werd stopgezet) 058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.M.Pfeil met vlagnummer R246 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Whampoa” 246 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1851 van het fregat “Jacoba Helena” 397 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1855 van het fregat “Minister Pahud” 350 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
J.M.Pfeil was in 1848 de eerste gezagvoerder van de bark "Whampoa" en in 1855 van het campagne-fregatschip "Minister Pahud", beide van rederij W.Ruys J.Dz. 024.
Bouma025 vermeldt J.M.Pfeil als gezagvoerder gedurende:
* 1849 van de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1851 t/m 1854 van het fregat “Jacoba Helena” ex Erfprinses Sophie, gebouwd in 1840 te Middelburg, 750 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1856 t/m 1857 van het 3/mschip “Minister Pahud”, gebouwd in 1855 te Dordrecht, 674 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1848 |
Kapitein: |
Pfeil, J.M. |
College: |
Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam |
Vlagnummer: |
246 |
Overige informatie: |
overleden 1858 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.C.Kuijk was met vlagnummer R278 in de periode 1850 t/m 1859 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
W.C.Kuijk was in 1853-1854 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1859 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1859 is overleden. In hetzlefde Jaarverslag staat in de rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe van kapitein W.C. Kuyk een uitkering heeft ontvangen van f 125, - voor 10 maanden. Hieruit is te concluderen dat kapitein Kuyk is overleden in februari/maart 1859058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein W.C.Kuijk met vlagnummer R278 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 van de bark “Whampoa” 246 last voor W.Ruys J.Dz. te Rotterdam
* 1855 van de bark “Kaap Hoorn” 250 last voor P. van Rossem te Rotterdam
* 1858 van de 3/msch. “Henriette Wilhelmine” 173 last voor R. van Buren & Co te Rotterdam
Bouma025 vermeldt W.C.Kuyk als gezagvoerder gedurende:
* 1850 t/m 1853 van de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1855 t/m 1856 van de bark “Kaap Hoorn”, gebouwd in 1854 te Vlaardingen, 475 ton o.m., varend voor P. van Rossem & Zn te Rotterdam;
* 1858 t/m 1859 van de 3/msch “Henriëtte Wilhelmina”, gebouwd in 1857 te Bolnes, 327 ton o.m., varend voor R. van Buren & Co te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Datum vanaf: |
1850 |
Kapitein: |
Kuijk/Kuyk, W.C. |
College: |
Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam |
Vlagnummer: |
278 |
Overige informatie: |
overleden februari/maart 1859 |
Familiegegevens en opleiding
Hendrik Kramer werd geboren op 16 mei 1816 te Terschelling als zoon van Hendrik Alkes Kramer en Trijntje Jans Visser. Hendrik trouwde op 26 mei 1849 te Wymbritseradeel als koopvaardijkapitein met Janke Gerbens Aukes, geboren op 22 oktober 1821 te Woudsend als dochter van de koopman Gerben Jans Aukes en Popkjen Hylkes Tromp. Janke overleed op 05 juni 1863 te Wymbritseradeel, 41 jaar, winkeliersche
|
|
bron: Leeuwarder Courant 1 juni 1849
|
bron: Leeuwarder Courant 26 juni 1863
"Kapitein Kramer begint zijn zeemansloopbaan op twaalfjarige leeftijd en monstert dan als kajuitsjongen op de kof "Monnikendam". (onder kapitein Volkert Hendriks Kramer- zie aldaar). In 1835 zien we hem als 2e stuurman en een jaar later als onderstuurman aan boord van "De Jonge Jacob", kapitein V.H.Kramer. Met deze kapitein gaat hij in 1837 over op de schoenerkof "Amstel". Hij is dan 21 jaar. Mogelijk heeft hij daarna nog op andere schepen gevaren tot hij in 1849 wordt aangesteld als kapitein. Hij krijgt dan achtereenvolgens het bevel over de volgende schepen:
1849-1853 "Watergeus", gebouwd in 1849 op de werf van Jan Smit Fopz. (Bekend is zijn snelle reis met dit schip van Liverpool naar Sydney in 88 dagen). (uit o.a. Bouma025 maar ook andere bronnen was de kapitein van dit schip NIET Hendrik H. maar Willem Hendrik Kramer – zie aldaar.
1853-1856 Het barkschip "Whampoa", 244 last (462 ton) ... tewaterlating ... op 7 juni 1848 ... voor rekening van de reder Wm.Ruys J.D.zn te Rotterdam en ... bestemd voor de vaart op China en Brits-Indië. ...
1856-1859 Het barkschip "Ida Elisabeth", 382 last (724 ton). Dit schip liep 21 mei 1856 van stapel bij J.en K.Smit te Kinderdijk. In 1870 verkocht ... en herdoopt als "Elisabeth en Maria", in 1877 als "Koophandel" en in 1890 afgekeurd en gesloopt.
1861-1863 s.s."Palembang", 117 last (221 ton), gebouwd in 1857. Reder W.J.Cores de Vries te Batavia, later te Soerabaja. ...
1864-1865 s.s."Oengaran" (ex "Semarang" 223 last (422 ton), gebouwd in 1846 te Feyenoord. ... Reder W.J.Cores de Vries te Soerabaja ... in 1867 gesloopt."
"De "Ida Elisabeth" was, zoals de meeste schepen in die tijd van de rederij Wm.Ruys, tevens ingericht voor het vervoer van passagiers. Er was namelijk toen een vrij geregeld passagiersvervoer op Nederlands Oost-Indië en wel van officieren met hun gezinnen alsook van regeringsambtenaren, die voor kortere of langere tijd in de Oost werden gedetacheerd."010-p.53/56.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.Kramer was met vlagnummer R385 in de periode 1853 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscolege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1864 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij heeft bedankt als effectief lid058.
De schepen van de kapitein
H.Kramer was van 1856-1859 de eerste gezagvoerder van het campagne-barkschip "Ida Elisabeth (II)", 724 ton, gebouwd in 1855/1856 bij J.& K.Smit te Kinderdijk voor W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. "... mei 1858 aanvaring met mailschip Candace, laatstgenoemd schip zonk; de Ida Elisabeth bereikt Cadiz als noodhaven met ingedeukte voorsteven en 50 geredden van de Candace...024 en 025.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein H.Kramer met vlagnummer R385 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1855 van de bark “Whampoa” 246 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1858 van de bark “Ida Elizabeth” 380 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1859 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1862, 1863 van het ss. “Prins van Oranje” ? last varend voor Cores de Vries te Batavia
Bouma025 vermeldt H.(H.)Kramer als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1856 van de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1857 t/m 1859 op de bark “Ida Elisabeth”, gebouwd in 1856 te Kinderdijk, 724 ton o.m., varend voor Wm.Ruys JDz te Rotterdam.
Bouma vermeldt geen gegevens van schepen die voeren onder de vlag van een reederij in Nederlands Oost-Indië, dus niet van de “Prins van Oranje” en de “Oengaran”. Wellicht in Sweys021 of in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaar001..
Overige bijzonderheden
Mast097 meldt:
“Het schip (Koophandel) werd begin 1857 in de vaart gekomen bij rederij W.Ruys J Dzn in Rotterdam onder de naam “Ida Elisabeth”. De scheepsbouwers van J. & K.Smit te Kinderdijk hadden er bij de bouw in 1856 nog een hele kluif aan gehad, want het schip was bestemd voor de vaart op Indië. De zware ladingen uit de Oost, zoals koffie, suiker en tin maakten een romp met scherpe lijnen onmogelijk daar anders de stabiliteit te zeer negatief zou worden beïnvloed. Een extra complicatie was voor de scheepsbouwers de eis van de reder geweest voor grote luikhoofden, aangezien in Indië het gebruik van stoommachines ook toenam en op elke uitreis het grootste deel der lading uit machineriën bestond. De eiken scheepshuid was geheel voorzien van koperbeslag en de bark was uitgerust met een tweetal bliksemafleiders.
Het schip kwam op haar eerste uitreis in aanzeiling met een Franse schoener, en het jaar er op in aanvaring met de mailstoomboot “Candace”, waarbij op de mailboot 7 doden te betreuren vielen. De overige jaen voer zij zeer gelukkig. In 1866 werd op de Atlantische Oceaan kapitein Casey na 28(!) dagen van het wrak van de Engelse bark ‘Jane Lauden’ gered.”
De campagnebark “Ida Elisabeth”
“…werd in 1855/1856 gebouwd als een houten 3-mast bark met een tussendek. De bark was ontworpen voor de vaart op Indië. De zware ladingen uit de Oost, zoals koffie, suiker en tin maakte een romp met scherpe lijnen onmogelijk daar anders de stabiliteit te zeer negatief zou worden beïnvloed. Een extra complicatie was voor de scheepsbouwer de eis van de reder voor grote luikhoofden, aangezien in Indië het gebruik van stoommachines ook toenam en op elke uitreis het grootste deel der lading bestond uit machineriën.” De eigenaar/reder was W.Ruys J.Dzn te Rotterdam en de kapiteins waren H.Kramer (1857-1859), C.Kramers (1859-1860), W.Dooren (1860-1864), C.Janses (1864-1865), W.Dooren (1865-1870).097-p144.
H.Kramer vertrok per 07 oktober 1859 van Brouwershaven met de “Ida Elisabeth” en 1 landmachtsoldaat. Hij arriveerde te Batavia op 21 januari 1860 na een reis van 106 dagen065*.
Datum vanaf: |
1853 |
Kapitein: |
Kramer, Hendrik Hendrikz |
College: |
Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam |
Vlagnummer: |
385 |
Overige informatie: |
*Terschelling, 16 mei 1816 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
- van der Hoff was met vlagnummer R17 in de periode 1858 t/m 1863 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschppij tot Nut der Zeevaar058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1863 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat op hem “Art 37. van het reglement” is toegepast d.w.z. dat het College een einde aan zijn lidmaatschap heeft gemaakt, vanwege het niet nakomen van zijn financiële verplichtingen058
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag van het College staat kapitein D. van der Hoff met vlagnummer R17 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858 van de bark “Whampoa” 246 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1859 van de bark “Resident van Son” 357 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam
* 1862 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt D. v/d Hoff als gezagvoerder gedurende:
* 1857 t/m 1859 van de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1860 t/m 1861 van de bark “Resident van Son”, gebouwd in 1849 te Kinderdijk, 677 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
D.van der Hoff vervoerde per 30 oktober 1858 vanuit Vlissingen met de “Whampoa” 1 landmachtofficier naar Indië. Aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.
Datum vanaf: |
1856 |
Kapitein: |
Hoff, D. van der |
College: |
Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam |
Vlagnummer: |
17 |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Jabobus Willem Butner werd geboren op 25 februari 1829 te Dordrecht als zoon van Johannes Andreas Butner (overleden op 20 juli 1833 te Dordrecht) en Anna Cramer, geboren in 1792.
Hij trouwde op 18 augustus 1852 te Dordrecht met Maria Bemolt, geboren in 1832 te Dordrecht als dochter van Adriaan Bemolt, 46 jaar, ambtenaar en Pieternella Baars, 48 jaar. Hij woonde in 1858 met vrouw en zoontje Adriaan, geboren in 1857 te Dordrecht aan de Groenmarkt nr.9 te Dordrecht. In 1864 vertrekt hij met zijn gezin naar Soerabaja.
Hij overleed op 26 maart 1869 te Soerabaja. Er werd in Dordrecht geen aangifte gedaan.
Hij werd per 28 april 1856 met nummer 397 lid van de vrijmetselaarsloge “La Flamboyante” te Dordrecht en was toen 1e stuurman ter koopvaardij.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.W.Butner was met vlagnummer R189 in de periode 1859 t/m 1870 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de Jaarverslagen 1862 t/m 1867 van de Maatschappij (MaritiemMuseum, Rotterdam) staat kapitein J.W.Butner met vlagnummer 189 in de ledenlijsten als gezagvoerder maar zonder vermelding van schip en boekhouder058.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.W.Butner als gezagvoerder gedurende:
-
1860 t/m 1861 van de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
-
1862 van de bark “Resident van Son”, gebouwd in 1849 te Kinderdijk, 677 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip strandde in mei bij Bevezier en geraakte wrak.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan. van Blokland-Visser064:
MRD = Monsterrol Gemeentearchief van Dordrecht:
Op 2 september 1853 (MRD nr 1592) was hij 1e stuurman op de nieuwe bark “Hellevoetsluis” onder kapitein Wilhelmus Johan Vos. en vertrok naar Australië.
In 1854/55 was hij 1e stuurman op het fregat “Orion”, onder kapitein is Cornelis Marinus Borghout en vertrok naar Batavia. Het verslag van deze reis is te lezen in logboek nr 32 geschreven door 1e stuurman Butner (archief 124 rederij Blusseév Oud Alblas in het Stadsarchief van Dordrecht
Op 6 april 1855 (MRD nr 1683) was hij 1e stuurman, oud 34 jaar, wonend te Dordrecht met een maandgage van f 65,- op de bark “Juno 2” onder kapitein Willem J.Chevalier en vertrok via Cardiff naar Hongkong
Nieuwe Rotterdamsche Courant 1 juli 1861
Datum vanaf: |
1860 |
Kapitein: |
Butner, Jacobus Willem |
College: |
Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam |
Vlagnummer: |
189 |
Overige informatie: |
*Dordrecht, 25 februari 1829, †Soerabaja, 26 maart 1869 |
Familiegegevens en opleiding
Johannes Gerardus Marcussen werd geboren te Amsterdam op 26 mei (of augustus?) 1823 als zoon van de Lutherse Marcus Marcussen (overleden te Batavia) en Wilhelmina Baldina Berkenfelder (overleden te Amsterdam. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Groote Draaisteeg Wijk 1 nr. 88 (nieuw nr. 6). Hij vertrok op 01 mei 1860 naar Katendrecht. Hij behaalde op 25 februari 1860 het diploma 1e stuurman op de grote vaart.
Hij was getrouwd met Catharina Henriëtte Cornelia Luking, geboren op 04 oktober 1827 te Amsterdam, Luthers. Johannes overleed te Rotterdam aan de Vest Wijk 5 nr. 21 op 20 november 1869 en zijn vrouw vertrok op 16 september 1870 naar Gouda005.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.G.Marcussen was met vlagnummer R211 in de periode 1865 t/m 1869 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl gerechtigd was de Maatschappijvlag te voeren, maar geen financiële aanspraken had058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
J.G.Marcussen was in de periode 1863-1865 gezagvoerder van de bark de "Duiveland", 621 ton, gebouwd in 1847 te Zierikzee en in 1860 door rederij W.Ruys J.Dz.025. "... op 1 maart 1864 op weg van Londen naar Boston lekgeslagen; na reparaties in Lissabon weder vertrekkend, brak brand uit op de Taag; op de kust gezet bij Belem; blijkbaar vlotgebracht en de reis voortgezet naar Boston, waar het schip in 1865 werd verkocht"024.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.G.Marcussen met vlagnummer R211 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1865, 1866 van de bark “Cornelia Hendrika” 306 last varend voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam
* 1867 geen vermelding van schip en boekhouder
J.G.Marcussen maakte de volgende reizen005:
* Whampoa 1862 Padang - Rotterdam koffie, rijst
* Duiveland 1862 Rotterdam - Singapore diversen
* Cornelia Hendrika 1865 Rotterdam - Cardiff diversen
Bouma vermeldt J.G.Marcussen als gezagvoerder gedurende:
* 1860 t/m 1861 van de bark “Nursery Packet”, gebouwd in 1858 te Londen, 295 ton o.m., varend voor J. de Veer-Tyndall te Nickerie. Het schip werd in 1861 verkocht naar Engeland;
* 1862 op de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1863 t/m 1865 op de bark “Duiveland”, gebouwd in 1847 te Zierikzee, 621 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip werd in 1865 te Boston verkocht;
* 1866 t/m 1867 op de bark “Cornelia Hendrika”, ex Zuid-Beveland, gebouwd in 1856 te Lekkerkerk, 581 ton o.m., varend voor Wm. Ruys & Zn te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
“Van het Zierikzeese barkschip “Duiveland” is in particulier bezit een fraai scheepsportret bewaard gebleven. De heer J.C.A.Ribbens te Heinkenszand is de eigenaar van een door Jacob Spin vervaardigde afbeelding van genoemde bark”. De betovergrootvader van de heer Ribbens was de gezagvoerder J.C.Viersma van de “Duiveland”. Het schip werd op 13 juli 1847 op de Commerciewerf van C.Smit te Zierikzee te water gelaten, gebouwd door scheepsbouwmeester C.Mak. De eerste gezagvoerder was J.C.Kreye (1848 t/m 1852), daarna J.C.Viersma (1853 t/m 1859). Het schip werd in 1859 verkocht aan W.Ruys JDz te Rotterdam en kwam toen onder gezag van kapitein H.Hagers.
“Een nieuw hoofdstuk ving aan. In 1864 lag het schip in Spanje op de rivier De Taag. Een aan boord uitgebroken brand bracht aan het te Zierikzee gebouwde schip zware schade toe. Men wist aanvankelijk niet beter te doen dan het te laten zinken … Toch betekende dit nog niet het definitieve einde van het barkschip want men zag naderhand kans het te lichten. Het is bekend dat het in 1865 te Boston opnieuw werd geveild en in andere handen overging.”074.
vermoedelijk 2 verschillende personen
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
G.J.Mets werd met vlagnummer 947 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 29 november 1853 op voorspraak van G.de Boer. Zijn schip was de "Verwachting"002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 22/29 november 1853 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd Gerlof Jans Mets, oud 31 jaar, voerend de schoner “Verwachting”, op voordracht van kapitein G. de Boer. Hij kreeg vlagnummer 947 en per 01 mei 1854 nummer 553.023.
(Een) G.J.Mets was met vlagnummer R45 in de periode 1884 t/m 1905 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de maatschappijvlag mocht voeren maar geen aanspraak kon maken op financiéle tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
947 1853 schoner de Verwachting J.Teengs Telting te Alkmaar
553 1854-1857 schoner de Verwachting idem
1858-1860 brik De Zeevaart J.Teengs Telting te Edam
1861 brik De Zeevaart A.M.Balwé
1862-1864 bark Whampoa W.Ruys JDz te Rotterdam
1865 bark Whampoa W.Ruys & Zn te Rotterdam
1866-1870 bark Fop Smit idem
1871 stoomb. Fop Smit idem
1872-1873 geen vermelding van schip en boekhouder
1874-1877 fregat Cornelis Wernard Eduard W.Ruys & Zn te Rotterdam
1878-1880 geen vermelding van schip en boekhouder
G.J.Metz was in 1872 gezagvoerder van het stoomschip de "Fop Smit", 957 BRT, in gebouwd in Engeland in 1871 en aangekocht door W.Ruys en Zonen te Rotterdam. "... in oktober 1872 op weg van Odessa naar Montrose (Scotland) bij Falmouth gestrand en verloren"024 en 025.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein G.J.Mets met vlagnummer R45 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1885 ss. “Senior” 1099 ton varend voor de Rotterdamse Lloyd te Rotterdam
* 1886 ss. Limburg” 1818 ton varend voor Stoomv.-Mij Rotterdam te Rotterdam
* 1887 ss. “Zeeland” 2039 ton varend voor Stoomv.-Mij Rotterdam te Rotterdam
* 1888 ss. “Noord-Braband” 2404 ton varend voor Stoomv.-Mij Rotterdam te Rotterdam
* 1890, 1891 ss “De Carpentier” 1212 ton varend voor Kon.Paketv.-Mij te Rotterdam
* 1892 ss. “Graaf van Bylandt” 1321 ton varend voor Kon.Paketv.-Mij te Rotterdam
* 1893, 1894 ss. “Swaerdecroon” 648 ton varend voor Kon.Paketv.-Mij te Rotterdam
* 1895 ss. “van Diemen” 1284 ton varend voor Kon.Paketv.-Mij te Rotterdam
* 1896 geen vermelding van schip en boekhouder
* 1897 t/m 1900 ss. “de Carpentier” 1282 ton varend voor Kon.Paketv.-Mij te Rotterdam
* 1901, 1902 “Houtman” 1543 ton varend voor Kon.Paketv.-Mij te Rotterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
kapitein naam schip vertrek terugkomst
G.J.Mets Zeevaart 25 januari 1858 24 juni 1861
Whampoa 04 juni 1862 niet vermeld
Whampo 26 januari 1865 12 januari 1866
Fop Smit 09 december 1867 21 oktober 1868
Bouma025 vermeldt G.J.Metz als gezagvoerder gedurende:
* 1855 t/m 1860 van de sch.kof “Goede Verwachting”, gebouwd in 1840 te Monnikendam, 79 ton o.m., varend voor J.Teengs Telting te Alkmaar. Het schip werd in 1860 gesloopt;
* 1863 t/m 1866 van de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1871 van de bark “Fop Smit”, gebouwd in 1851 te Slikkerveer, 549 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip voer in 1872 voor Burlage & Schumacher te Amsterdam en was herdoopt in “Ystroom”;
* 1872 van het ijzeren schroefstoomschip “Fop Smit”, gebouwd in 1871 te Sunderland, 957 ton o.m., varend voor Wm. Ruys & Zn te Rotterdam. In oktober 1872 verongelukt bij Falmouth (zie hierna!) op weg van Odessa naar Montrose;
* 1874 t/m 1878 van de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1864 te Slikkerveer, 850 ton o.m., varend voor W.Ruys & Zn te Rotterdam;
* 1878 van het schroefstoomschip “Ariadne”gebouwd in 1870 te Sunderland, 1291 ton o.m., varend voor W.Ruys & Zn te Rotterdam;
* 1884 t/m 1886 van het schroefstoomschip “Senior”, gebouwd in 1879 te Middlesbro, 1099 ton n.m., varend voor de Rotterdamsche Lloyd te Rotterdam;
* 1887 van het schroefstoomschip “Limburg” ex Hampton, gebouwd in 1873 te Sunderland, 1813 ton o.m., varend voor Wm. Ruys & JohnS.Hill te Londen. Het schip werd in 1887 verkocht naar Noorwegen als “Freja”;
* 1888 van het schroefstoomschip “Zeeland”, ex Wyberton, gebouwd in 1877 te Middlesbro, 2039 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Rotterdam” Wm.Ruys & J.S.Hill te Londen;
* 1889 t/m 1890 van het schroefstoomschip “Noord Brabant”, gebouwd in 1882 te Middlesbro, 2300 ton o.m., varend voor Wm. Ruys & J.S.Hill te Rotterdam.
Bouma025 vermeldt H.Mets als gezagvoerder van/in:
* 1859 t/m 1861 van de brik “Zeevaart”, gebouwd in 1848 te Edam, 189 ton o.m., varend voor J.Teengs Telting te Edam
(gezien de opgaven van Zeemanshoop001 is hier vermoedelijk sprake van een verkeerd initiaal)
Overige bijzonderheden
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door G.J.Metz.104.
Op 17 oktober 1872, tijdens een zware storm, strandde op de Schotse kust bij Montrose het ss “Fop Smit”. Het schip werd geabandoneerd. Het schip was op weg van Odessa naar Montrose. Later werd het door Engelse bergers geborgen en kwam in 1873 na reparatie als “Success” van John Machan te Dundee weer in de vaart. Op 11 juli 1885 zonk het schip bij Reval na op een rots te zijn gestoten.
Het ss. Fop Smit” werd gebouwd in 1871 bij W.Watsons, te Sunderland, mat 957 ton o.m. en voer voor Wm. Ruys & Zn te Rotterdam072.
G.Mets vervoerde vanuit Rotterdam een detachement landmachtmilitairen naar Batavia met de “Zeeland” op de volgende reis065*:
* Vertrek 07 april 1888. Aankomst 19 mei 1888 na 42 dagen. 2 officieren en 53 manschappen.
Zeeuwsche Zierikzeesche Courant 02 januari 1864
Uitgezeild van Brouwershaven op 31 december 1863 komend van Rotterdam op weg naar Batavia.
Datum vanaf: |
1864 |
Kapitein: |
Mets/Metz, Gerlof Jans |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
553 |
Overige informatie: |
*ca. 1822 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Janses was met vlagnummer R23 in de periode 1869 t/m 1874 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekent dat hij de Maatschappijvlag mag voeren, maar dat hij geen aanspraak heeft op financiële tegemoetkomingen058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1874 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1874 voor het lidmaatschap voor de vlag heeft bedankt058.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt C.Janses als gezagvoerder gedurende:
* 1867 t/m 1868 van de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;
* 1869 van het 3/mschip “Paul Johan”, gebouwd in 1853 te Schiedam, 677 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam. Het schip werd in 1869 afgekeurd in averij;
* 1871 t/m 1872 van het raderstoomschip “Batavier”, gebouwd in 1855 te Fijenoord, 1060 ton o.m., varend voor de Nederl. Stoomb. Mij (Dir. J.W.L.van Oordt) te Rotterdam. Het schip werd in 1872 in de Thames aan de grond gezet na een aanvaring en als wrak verkocht.
Overige bijzonderheden
Op 19 october 1872, kort na het vertrek uit Londen, op weg naar Rotterdam werd de Batavier op de Theems aangevaren door het Turkse oorlogsschip Chark en zonk. Later gelicht en daarna verkocht voor de sloop. Alle opvarenden werden gered.
Het ss “Batavier” werd gebouwd in 1855 bij de Nederl. Stoomb.`Mij. te Rotterdam, mat 567 ton o.m. en voer eveneens voor de Rotterdamse NSM072.
Datum vanaf: |
1866 |
Kapitein: |
Janses, C. |
College: |
Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam |
Vlagnummer: |
23 |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Eric Robert Sandberg werd geboren op 26 november 1834 te Stockholm als zoon van Eric Sandberg en Maria Hendrika Landholm.
Hij bleef ongehuwd.
Hij overleed op 27 mei 1879 ’s morgens om 6 uur aan boord van zijn schip “Adriana”, liggende in de Kalkhaven te Dordrecht.
Hij werd met nr. 426 per 28 december 1858 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge “La Flamboyante”.064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Eric Sandberg wonend te Dordrecht werd met vlagnummer 26 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 11 oktober 1860 t/m zijn overlijden op 27 mei 1879. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de schoener “Triton” net als boekhouder A.Sandberg. 64a
E.R.Sandberg was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 75 in de periode 1871 t/m 1874.112.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het kasboek van het Dordtse College dd 18 augustus 1879 staat de de boeking van de uitkering aan Z.Sandberg Az, executeur van de nalatenschap van kapitein Eric Robert Sandberg van de regelementair toegestane f 200,-.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat E.R.Sandberg als gezagvoerder064a:
-
* 1861 schoener “Triton” boekhouder A.Sandberg te Dordrecht
-
* 1874 fregat “Adriana” boekhouder A.Sandberg * J. van Herwaarden te Dordrecht.
Bouma025 vermeldt E.R.Sandberg als gezagvoerder gedurende:
-
* 1861 t/m 1868 op de 2/mschoener “Triton”, ex Arnoldina Catharina, gebouwd in 1850 te Pillau, 159 ton o.m., varend voor A.Sandberg te Dordrecht;
-
* 1869 op de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor A.Sandberg & J.van Herwaarden te Dordrecht;
-
* 1870 t/m 1880 op het 3/m schip “Adriana” ex L.R.C., gebouwd in 1860 te Archangel, 767 ton o.m., varend voor A.Sandberg & J.van Herwaarden te Dordrecht. Het schip werd in 1880 verkocht en vermoedelijk gesloopt.
In de overlijdensaangifte van kapitein Evert Groeneveld Cadee (BS-aangifte 11 februari 1859) staat een passage uit het Journaal van de bark “Vereniging” waaruit blijkt dat na het overlijden van deze kapitein de 1ste stuurman Eric Robert Sandberg het commando overnam en het schip van 47o28’NB/34o12’WL naar Nederland voer.064.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
MRD = monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht
Op 03 september 1855 (MRD 1707) was Eric Robert Sandberg 3e stuurman op de bark “Johanna Wilhelmina” onder kapitein H. de Groot en vertrok naar New Castle.
Per 24 oktober 1858 nam hij als 1e stuurman het gezag op de bark “Vereenifing”over van de overleden gezagvoerder Evert Groeneveld Cadee aan boord van de bark “Vereniging”, die op 24 oktober 1858 op weg naar Java was overleden.
Op 26 oktober 1860 (MRD 1924) was hij gezagvoerder op de schoener “Triton” en vertrok naar Barcelona.
Op 15 juli 1868 (MRD 2323) was hij gezagvoerder van de bark “Whampoa” en vertrok naar Sundsval.
Op 09 oktober 1869 (MRD 2397) was hij kapitein op het fregat “Adriana” en vertrok met 18 man naar West-Indië.064
Nadere bijzonderheden
NRC 16 januari 1862114
Falmouth, 14 januari. Het Nederlandse schip (opm: 2-mastschoener) TRITON, kapt. E.R. Sandberg, van Newcastle naar Barcelona, is hier met verlies van grote boom binnengelopen.
Dordtsche Courant 09 april 1864114
Zeetijdingen. Voor Dordrecht ….
Vertrokken: HERTHA, kapt. Warnaar, naar Havana; BROTHERS SUCCESS, kapt. Hobart, naar Rochester: NORFOLK, naar Harwich; RAVEN, kapt. Hutchinson, naar Montreal; CAROLINA, kapt. Johansen, en TRITON, kapt. Sandberg, beiden naar Newcastle; HENDRIK JAN VAN NASSAU, kapt. Roelfsema ; EENDRAGT, kapt. De Boer, en CONCORDIA, kapt. De Groot, allen op avontuur. ….
NRC 01 april 1866114
Schepen in lading te Rotterdam…..
…..- Naar Boston. De Nederlandse schoener TRITON, kapt. Sandberg.
Adres: Wambersie & Zoon……
NRC 01 januari 1870114
Newport, 29 december. De WHAMPOA, kapt. Sandberg, komende van Bristol, hier aangekomen, is de 15e dezer in het Bristol Kanaal van zijn ankers geslagen en op strand gedreven, doch de volgende dag weder afgebracht met behulp van een stoomboot. Het roer is gebroken en de koperen huid beschadigd
NRC 10 februari 1870114
Falmouth, 6 februari. Het Nederlandse schip ADRIANA, kapt. Sandberg, van Newport naar Martinique, is met verlies van grote en barksteng alhier binnengelopen. Het schip is lek.
NRC 31 mei 1872114
Amsterdam, 29 mei. Volgens telegrafisch bericht van kapt. Sandberg is het fregatschip ADRIANA, van Dordrecht te Quebec aangekomen met verlies van grote en kruismast, zijnde 14 mei in aanzeiling geweest met het Noorse schip DYGDEN : terwijl het ook schade heeft bekomen aan koper en steven door het ijs.
Provinciale Groninger Courant 11 augustus 1872114
Amsterdam, 9 juni. Het schip ADRIANA, kapt. Sandberg, van Dordrecht te Quebec met schade door ijsgang aangekomen, was op 4 mei in aanzeiling geweest met het schip BYGDIN, kapitein Scheen, van Havre.
NRC 03 oktober 1872114
Christiansund, 29 september. Het Nederlandse schip ADRIANA, kapt. Sandberg, van Londen naar Sundsvall, is met verlies van steng, zeilen en boten alhier binnengelopen.
NRC 13 juni 1879114
Advertentie. Uit de hand te koop het gekoperd en kopervast Nederlands barkschip ADRIANA, laatst gevoerd door wijlen kapt. E.R. Sandberg, thans liggende te Nieuwediep. Hetzelve is gemeten 702 tonnen nieuwe meting, en bijzonder geschikt voor de houtvaart. Staat ledig en laadt circa 340 Petersburg standaard gezaagd hout of 295 tult balken, bij een diepgang van ongeveer 16½ voet. Reflectanten vervoegen zich bij de reders A. Sandberg en J. van Herwaarden te Dordrecht. (opm: mogelijk naar Duitsland verkocht)
a
Datum vanaf: |
1868 |
Kapitein: |
Sandberg, Eric Robert |
College: |
Tot Nut van Handel en Zeevaart, Dordrecht |
Vlagnummer: |
26 |
Overige informatie: |
*Stockholm, 25 november 1834, †Dordrecht, 27 mei 1879 |
Familiegegevens en opleiding
Evert Hendrik Vogelzang werd geboren op 30 juni 1831 te Kampen als zoon van Cornelis Vogelzang en Anna Petronella van Veen, beiden uit Kampen.
Hij trouwde op 30 november 1864 te Dordrecht met Bastiaantje Franken, 33 jaar, winkelierster, weduwe van Pieter van Suglichem, dochter van Willem Franken en Maria Helena Schouten.
Hij kwam om op 12 november 1873 na terugkomst van een reis naar Riga naar Dordrecht bij het vergaan bij Ameland van zijn schip de bark “Whampoa”. Er is te Dordreccht geen aangifte van het overlijden gedaan
Hij werd in 1868 met nr. 529 lid van de vrijmetselarij loge “La Flamboyante” te Dordrecht.064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Evert Hendrik Vogelenzang wonend te Dordrecht was in de periode 07 oktober 1869 t/m zijn overlijden in 1873 met vlagnummer 16 effectief lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Toegevoegd is dat hij in november 1873 op de kust van Ameland is verongelukt. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van het fregat “Adriana” met als boekhouders Sandberg & van Herwaarden. 64a
Bouma025 vermeldt een fregat “Adriana”, ex L.R.C., in 1860 gebouwd te Archangel, 767 ton o.m., varend voor A.Sandberg & J. van Herwaarden te Dordrecht met als eerstgenoemde kapitein in 1870 E.R.Sandberg. Kennelijk heeft kapitein E.H.Vogelenzang nog daarvóór het commando gehad.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Amsterdamse College “Zeemanshoop” is een brief binnengekomen van het Dordtse College “Tot Nut van Handel en Zeevaart” waarin het Amsterdamse College wordt gevraagd om “eene Gratificatie voor de nageblevenen van de Equipage van het Schip Whampoa.”042
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt E.H.Vogelzang als gezagvoerder gedurende:
* 1868 op de 2/m sch. Triton, ex Arnoldina Catharina, gebouwd in 1850 te Pillau, 159 ton o.m., varend voor A.Sandberg te Dordrecht;
* 1869 “Adriana” ex L.R.C., zie hiervoor.
* 1870 t/m 1873 van de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor A.Sandberg & J. van Herwaarden te Dordrecht. Het schip strandde in 1873 op Ameland en geraakte wrak.
Uit het Register van ingekomen schepen in het Gemeentearchief van Dordrecht blijkt dat hij te Dordrecht arriveerde op 21 augustus 1868 met de schoener “Triton” en op 22 juni 1871 met de bark “Whampoa”. Volgens monsterrol nr. 48 dd 20 september 1873 in het Gemeentearchief van Dordrecht was hij gezagvoerder op de bark “Whampoa”
Overige bijzonderheden
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” wordt het volgende gemeld080:
15 november 1854. Nieuwe Diep aan het begin van de 4e reis met de “Azia” naar NOI:
“… mijne 2e stuurman (i.c.C.F.Walther) was nu opperstuurman geworden bij Kapt. Crap Hellingman, zoodat ik nu in zijn plaats de Matroos E.H.Vogelenzang (is Evert Hendrik Vogelzang) gepromoveerd had. … “.
Ontleend aan van Blokland-Visser:064:
Op 21 augustus 1868 was hij gezagvoerder op de schoener “Triton”.
Volgens monsterrol nr. 2390 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd 09 oktober 1869 was hij kapitein op de bark “Adriana” en vertrok met 18 man naar West-Indië.
Op 22 juni 1871 was hij gezagvoerder op de bark “Whampoa”
Volgens monsterrol nr. 48 dd 20 augustus 1873 was Evert Hendrik Vogelenzang , oud 42 jaar, wonend te Dordrecht, gezagvoerder van de bark “Whampoo” voor een reis van Rotterdam naar Riga, varend voor A.Sandberg & J. van Herwaarden te Dordrecht. Aan boord waren 12 bemanningsleden waaronder 1e stuurman H.C.Ouwehand, 30 jaar, uit Dordrecht en 2e stuurman L.C.H.Schneider uit Schmiegel. Het schip verging op 12 november 1873 bij Ameland op weg van Riga naar Dordrecht.064.
Datum vanaf: |
1869 |
Kapitein: |
Vogelzang, Evert Hendrik |
College: |
Tot Nut van Handel en Zeevaart, Dordrecht |
Vlagnummer: |
16 |
Overige informatie: |
*Kampen, 30 juni 1831, †voor Ameland, 13 november 1873, met zijn schip. |
|