Inloggen
Gezagvoerder

Marcussen, Johannes Gerardus

Naam: Marcussen, Johannes Gerardus
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
DUIVELAND 1847 Bark Sailing Vessel 8153 Bekijk schip
WHAMPOA 1848 Bark Sailing Vessel 14038 Bekijk schip
ZUID BEVELAND 1856 Bark Sailing Vessel 15113 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Johannes Gerardus Marcussen werd geboren te Amsterdam op 26 mei (of augustus?) 1823 als zoon van de Lutherse Marcus Marcussen (overleden te Batavia) en Wilhelmina Baldina Berkenfelder (overleden te Amsterdam. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Groote Draaisteeg Wijk 1 nr. 88 (nieuw nr. 6). Hij vertrok op 01 mei 1860 naar Katendrecht. Hij behaalde op 25 februari 1860 het diploma 1e stuurman op de grote vaart.

Hij was getrouwd met Catharina Henriëtte Cornelia Luking, geboren op 04 oktober 1827 te Amsterdam, Luthers. Johannes overleed te Rotterdam aan de Vest Wijk 5 nr. 21 op 20 november 1869 en zijn vrouw vertrok op 16 september 1870 naar Gouda005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.G.Marcussen was met vlagnummer R211 in de periode 1865 t/m 1869 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl gerechtigd was de Maatschappijvlag te voeren, maar geen financiële aanspraken had058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

J.G.Marcussen was in de periode 1863-1865 gezagvoerder van de bark de "Duiveland", 621 ton, gebouwd in 1847 te Zierikzee en in 1860 door rederij W.Ruys J.Dz.025. "... op 1 maart 1864 op weg van Londen naar Boston lekgeslagen; na reparaties in Lissabon weder vertrekkend, brak brand uit op de Taag; op de kust gezet bij Belem; blijkbaar vlotgebracht en de reis voortgezet naar Boston, waar het schip in 1865 werd verkocht"024.

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.G.Marcussen met vlagnummer R211 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1865, 1866                           van de bark “Cornelia Hendrika”     306 last  varend voor W.Ruys & Zonen te Rotterdam

*    1867                                      geen vermelding van schip en boekhouder

 

J.G.Marcussen maakte de volgende reizen005:

*    Whampoa                            1862                          Padang - Rotterdam                            koffie, rijst

*    Duiveland                             1862                          Rotterdam - Singapore                        diversen

*    Cornelia Hendrika              1865                          Rotterdam - Cardiff                             diversen

 

Bouma vermeldt J.G.Marcussen als gezagvoerder gedurende:

*    1860 t/m 1861 van de bark “Nursery Packet”, gebouwd in 1858 te Londen, 295 ton o.m., varend voor J. de Veer-Tyndall te Nickerie. Het schip werd in 1861 verkocht naar Engeland;

*    1862 op de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;

*    1863 t/m 1865 op de bark “Duiveland”, gebouwd in 1847 te Zierikzee, 621 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip werd in 1865 te Boston verkocht;

*    1866 t/m 1867 op de bark “Cornelia Hendrika”, ex Zuid-Beveland, gebouwd in 1856 te Lekkerkerk, 581 ton o.m., varend voor Wm. Ruys & Zn te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

 “Van het Zierikzeese barkschip “Duiveland” is in particulier bezit een fraai scheepsportret bewaard gebleven. De heer J.C.A.Ribbens te Heinkenszand is de eigenaar van een door Jacob Spin vervaardigde afbeelding van genoemde bark”. De betovergrootvader van de heer Ribbens was de gezagvoerder J.C.Viersma van de “Duiveland”. Het schip werd op 13 juli 1847 op de Commerciewerf van C.Smit te Zierikzee te water gelaten, gebouwd door scheepsbouwmeester C.Mak. De eerste gezagvoerder was J.C.Kreye (1848 t/m 1852), daarna J.C.Viersma (1853 t/m 1859). Het schip werd in 1859 verkocht aan W.Ruys JDz te Rotterdam en kwam toen onder gezag van kapitein H.Hagers.

“Een nieuw hoofdstuk ving aan. In 1864 lag het schip in Spanje op de rivier De Taag. Een aan boord uitgebroken brand bracht aan het te Zierikzee gebouwde schip zware schade toe. Men wist aanvankelijk niet beter te doen dan het te laten zinken … Toch betekende dit nog niet het definitieve einde van het barkschip want men zag naderhand kans het te lichten. Het is bekend dat het in 1865 te Boston opnieuw werd geveild en in andere handen overging.”074.