ook gespeld als Kuiper
Familiegegevens en opleiding
Cornelis Pietersz Kuijper werd geboren te Texel op 11 december 1805 als zoon van de loods Pieter Pietersz Kuijper en Martje Teunis Duijnker, die in 1828 aan de Herenstraat nu ( i.c. 2007) nr. 57.
Hij trouwde op 04 januari 1829 te Texel met met Janmetje Simons Daalder, geboren te Texel op 12 april 1804 als dochter van Simon Daalder en Trijntje Brouwer. Het echtpaar had dochter Trijntje, (1829 en later getrouwd met kapitein Daniël Duinker), Martje, Neeltje ( op 14 mei 1863 getrouwd met kapitein Cornelis Pietersz Dekker) en Gerbregdina Anna en zoon Simon, later koopvaardijkapitein.
Jannetje overleed op 01 maart 1868 te Texel, 63 jaar.
Cornelis Pieterszoon Kuijper overleed op 14 december 1873 te Texel, 68 jaar, weduwnaar.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.P.Kuijper (adres M.Udink & Co) werd per 11 juli 1837 op voorspraak van J.A.Witzen en met vlagnummer 381 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Bij de inschrijving was zijn schip de "Zeemanshoop". Toegevoegd is "honorair lid geworden"002.
In de Algemene Vergaderingen van 04/11 juli 1837 van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” werd als effectief lid voorgesteld/ingeschreven Cornelis Pieters Kuijper, oud 31 jaar, voerend het schip “Zeemanshoop”, wonende op Texel met als adres en op voordracht van kapitein J.A.Witzen te Amsterdam023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 07 december 1841003
C.P.Kuijper was effectief lid van “Zeemanshoop” met vlagnummer 381 in de periode 1837 t/m 1854 en met vlagnummer 133 in de periode 1854 t/m 1861. Hij was honorair lid van Zeemanshoop van 1861 t/m 1873.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1861 verzoekt kapitein C.P.Kuijper om zijn effectieve lidmaatschap in een honorair lidmaatschap te mogen omzetten hetgeen wordt toegestaan.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 09 april 1861 staat vermeld dat kapitein C.P.Kuyper bedankt voor het effectief lidmaatschap en het deelnemerschap in het Fonds en verzoekt als honorair lid te worden toegelaten, hetgeen wordt toegestaan023.
“Op 17 augustus 1825 besloot het bestuur (van Zeemanshoop), dat de vlag met het nummer 1, vrijgekomen doordat kapitein J.Theunisse in 1823 bedankt had, zou gevoerd worden door de kapitein van het toen op de werf van H.Booy en Zoon in aanbouw zijnde fregatschip Zeemanshoop van de heren M.Udink en Comp. Kapitein was eerst P.Kraay, die zelf nummer 53 had Later voer het fregat Zeemanshoop onder kapitein J.A.Witsen, nummer 318, na 1836 onder de kapiteins C.P.Kuyper, nummer 381,…”019.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
381 1837-1839 fregat Zeemanshoop M.Udink & Co te Amsterdam
1840-1843 bark Sara Alida Maria B.Kooy Jz te Amsterdam
1844-1853 fregat Admiraal Jan Evertsen idem
133 1854-1855 fregat Admiraal Jan Evertsen idem
1856-1857 fregat Admiraal Jan Evertsen J.Kooy & J.Kooy Jr te Amsterdam
1858-1860 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt C.P.Kuyper als gezagvoerder gedurende:
* 1838 t/m 1840 op het 3/m schip “Zeemanshoop”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 438 ton o.m., varend voor M.Udink & Co te Amsterdam;
* 1841 t/m 1844 op de bark “Sara Alida Maria”, gebouwd in 1840 te Dordrecht, 740 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam;
* 1845 t/m 1857 op het 3/m schip “Admiraal Jan Evertsen”, gebouwd in 1838 te Dordrecht, 1077 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
C.P.Kuyper verzorgde per 11 augustus 1844 vanuit Nieuwediep met de “Admiraal Jan Evertsen” een troepentransport van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 30 november 1844 na 111 dagen.
Per 17 oktober 1855 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Admiraal Jan Evertsen” met een contingent van 5 officieren en 119 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 30 januari 1856 na 105 dagen.
En per 15 december 1856 vertrok hij wederom met de “Admiraal Jan Evertsen” vanuit Nieuwediep en een transport van 5 officieren en 150 manschappen om te Batavia te arriveren op 08 april 1857 na 115 dagen065.
“Een bijlage C, uit een “Onderzoek aangaande de vereischten van een daar te stellen Kanaal naar de Noordzee, bij Holland op zijn smalst, ten einde te beantwoorden aan de behoefte van de Hoofdstad, zijnde een verkorte Waterweg van en naar de Noordzee, voor Zeeschepen zonder last te breken.”. In deze bijlage C, worden drie scheepsgezagvoerders genoemd: J.A. de Haas, C.P.Kuijper en F.C.Jaski.
Informatie door R. van Staveren te Wilnis. Ik heb geen jaartal en verdere bronvermelding.
Ontleend aan “Het korte bestaan van een Hoornder rederij. De rampzalige eerste reis van de “Vier Gezusters” door Maarten ’t Hart in Historische Vereniging Texel, nr.82, maart 2007 p.7-17
Cornelis Pietersz Kuijper werd op 34-jarige leeftijd gezagvoerder van de bark “Sara Alida Maria”. Van het schip is een portret gemaakt door Jacob Spin, in 2007 in bezit van Frans van Ingen Schenau te den Burg op Texel. Behalve zijn nummervlag nr.381 van “Zeemanshoop”, wappert ook de vlag van de grote mast met de letters B.K.Jzn, i.c. de reder Barend Kooij Johanneszoon, éen van de twee grootste rederijen te Amsterdam.
Van 1844-1857 was Kuijper gezagvoerder van het fregat “Admiraal Jan Evertsen”. Ook dit schip is afgebeeld op een Spin, gemaakt in 1844 samen met dertien schepen van de rederij Barend Kooij en drie van de frederij Boissevain & Kooij. Kuijper voerde toen vlagnummer 133. (als hier het vlagnummer 133 wordt getoond, dan is de Spin niet van 1844, maar van nà 1854, toen de hernummering van vlagnummers van Zeemanshoop plaatsvond.)I
De nummervlag met 133 is geschonken aan het Scheepvaartmuseum te Amsterdam.
Zoon Cornelis Kuijper voer als 15-jarige jongen mee met zijn vader. “Herinneringen werden door hem doorverteld aan zijn dochter Jeannette. De laatste, zijnde een oudtante van Frans (van Ingen Schenau), schreef hem in een brief uit begin 1962 over deze herinneringen. Ze maakten onder meer een reis met troepen naar Atjeh, waarbij onderweg een bloedig oproer werd neergeslagen. Een andere reis uit Zuid-Amerika werd getroffen door langdurige windstilte, waardoor de variatie in eten tot een minimum beperkt raakte tijdens de lange reis, zodat de groene erwten zijn oren uitkwamen. De lading gezouten huiden moest iedere dag gekeerd worden. De handen raakten uitgebeten van het zout.”
Na zijn actieve zeemansloopbaan besloot Cornelis Kuijper een rederij op te zetten. Hij kocht begin februari 1862 onderhands de bark “Buitenzorg” van J.Holzapfel te Den Haag en herdoopte het in de “Vier Gezusters” naar zijn vier dochters. Zijn schoonzoon Daniël Duinker werd kapitein, zijn aanstaande schoonzoon Cornelis Dekker als 1ste stuurman en zijn zoon Cornelis tot 2de stuurman.
Op 15 februari 1862 kreeg Kuijper van de Nederlandsche Handel Maatschappij de opdracht steenkool te vervoeren van Newcastle naar Batavia of Soerabaya. Op 21 februari 1862 werd te Rotterdam ballast ingenomen en op 08 maart vertrok het schip, op 10 maart vanuit Hellevoetsluis en op 15 maart aankomst in de monding van de Tyne. Totaal werd 378 ton steenkool geladen en op 02 april werd het schip per sleepboot naar buiten gesleept.. Aan de hand van een bewaard gebleven logboek (in bezit van van Ingen Schenau) is de route te volgen. Vanwege de weersomstandigheden konden alleen gegiste bestekken worden gemaakt. Op 07 april dacht men het vuur van Duinkerken te zien, maar dit bleek een misser want uit het logboek blijkt dat het schip strandde bij North Foreland aan de Engelse kust. Er kwam hulp van een engelse kotter met schipper John Fye van Harwich en de equipage plus zoveel mogelijk eigendommen werden overgenomen en gered.
Zo was al binnen twee maanden het abrupte einde van de Hoornder rederij C.P.Kuijper met het vegaan van de “Vier “Gezusters”
Op 24 februari 2009 ontving ik van de heer F.L.van Ingen Schenau te Texel afbeeldingen van de bark “Sara Alida Maria” uit 1841 voerende de collegevlag van Zeemanshoop nr. 381.
En van de “Admiraal Jan Evertsen” Amsterdam, gezagvoerderr C.Kuijper, Spin 1866.
Admiraal Jan Evertsen Amsterdam Gezagvoerder C.Kuijper
Bark “Sara Alida Maria” kapitein C.P.Kuijper
ZeePost 15 maart 1839 – 339114
De 17e november lagen ter rede van Batavia de schepen ZEEMANSHOOP, kapt. Kuyper, PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. Kok, de ZWAAN, kapt. Van Driesten, en BANTAM, kapt. Schoewert.
Dordrechtsche Courant 03 september 1840114
Dordrecht, 2 september. Maandagavond (opm: 31 augustus) omstreeks 7 uur is van de werf van de scheepsbouwmeester Jan Schouten met het beste gevolg te water gelaten het voor rekening van de heer Barend Kooy Jz. te Amsterdam gebouwde fregatschip SARA ALIDA MARIA, en is onmiddellijk daarna voor dezelfde rederij de kiel opgehaald voor een fregatschip, genaamd WATERLOO.
Dordrechtsche Courant 06 oktober 1840114
Dordrecht, 5 oktober. Zaterdag morgen is van deze stad vertrokken het alhier voor de vaart op Oost Indië nieuw gebouwde barkschip SARA ALIDA MARIA, kapt. C. P. Knijper.
Javasche Courant 06 januari 1841114
Batavia, 6 januari. De 1e januari is alhier aangekomen het Nederlandse schip DOGGERSBANK, kapt. W. Smith, van Rotterdam de 4e oktober, en het dito schip ADMIRAAL DE RUITER, kapt. H.A. Tekelenburg, van Amsterdam de 4e dito. De 2e januari: het dito schip PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, met een passagier, van Amsterdam de 4e dito, het dito schip HUGO GROTIUS, kapt. J. Glazener, van Rotterdam de 11e dito, het dito schip ELIZA, kapt. A.F. Oosterlo, van Amsterdam vertrokken de 31e augustus, dito schip MARY EN HILLEGONDA, kapt. A. Glazener, met enige passagiers, van Rotterdam de 4e oktober, dito schip NEPTUNUS, kapt. W.H. Warnsinck, met een passagier, van Amsterdam de 4e oktober, en dito bark SARA ALIDA MARIA, kapt. C.P. Kuiper, van Hellevoetsluis de 11e dito. De 3e januari: de Nederlandse bark JAVA KOERIER , kapt. B.J. Doornik, van Hellevoetsluis de 4e oktober; dito schip IMMAGONDA SARA CLASINA, kapt. H. Zoetelief, met een passagier, van Amsterdam de 4e dito; dito schip VAN GALEN, kapt. M. Marcussen, met vier passagiers, van Amsterdam de 4e oktober. De 4e januari: het Nederlands schip PETRUS, kapt. A, Stokvliet, van Amsterdam de 4e oktober, dito schip GERTRUDE, kapt. A. Schaap, met acht passagiers, van Rotterdam de 5e dito, Zr.Ms. schoener EGMOND, luit.t.zee 1e kl. W. Steffens, van Texel de 8e dito, en het dito schip RABENHAUPT, kapt. F.D. Sickens, van Groningen de 1e september.
Provinciale Groninger Cournt 17 augustus 1841114
Ter rede van Batavia lagen de 17e april, de Nederlandse schepen CHRISTINA AGATHA, kapt. Fabius; NATHALIE, kapt. Drent; ANNA EN LOUISA, kapt. De Jong; NEPTUNUS, kapt. Warnsinck Cz.; SAMARANG, kapt. Steur; SARA ALIDA MARIA, kapt. Kuyper; PRINS HENDRIK, kapt. Dijkhuis.
Algemeen Handelsblad 10 november 1841114
Carga-lijsten Amsterdam: SARA ALIDA MARIA, kapt. C.P. Kuyper, van Batavia met koffie, suiker, tin en bindrottingen.
Amsterdamsche Courant 02 juli 1844114
Door de Ned. Handel-Mij zijn, voor deze maand, bevracht de onderstaande bodems, als:
Voor Amsterdam: CASTOR, ANNA MARIA HENRIËTTE, ELISABETH EN ANTOINETTE, PRESIDENT VERKOUTEREN, CHRISTINA AGATHA, CLARA HENRIËTTE, ADMIRAAL JAN EVERTSEN, KONING DER NEDERLANDEN, KOOPHANDEL, VRIENDSCHAP en DECIMA.
Dordrechtsche Courant 30 april 1846114
Dordrecht, 29 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende schepen, als:
Voor Amsterdam: ….. ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. C.P. Kuyper;….
Algemeen Handelsblad 01 juli 1846114
Verkoping van schepen op maandag 29 juni, in de Nieuwe Stads-Herberg aan het IJ:
– Een wel bezeild damloper-schip de VROUW AGATHA (opm: binnenvaarder), schipper H. Nooy, 82 tonnen. NLG 1.950. In slag NLG 400. Opgehouden.
– 1/20 Aandeel in het gekoperd fregatschip CORNELIS HOUTMAN, kapt. J.H. Rolman, 583 tonnen. NLG 3.500. In slag NLG 900. Opgehouden.
– 1/20 Aandeel in het gekoperd fregatschip VAN GALEN, kapt. C. Dekker, 609 tonnen. NLG 3.600. In slag NLG 950. Koper H.J. Rietveld.
– 1/32 Aandeel in het gekoperd fregatschip NEPTHUNUS, kapt. J.N. Schneyder, 781 tonnen. Niet geveild.
– 1/32 Aandeel in het gekoperd fregatschip ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. C.S. Kuyper, 1.077 tonnen. Niet geveild.
– 1/40 Aandeel in het gekoperd fregatschip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. J. Ingerman, 685 tonnen. NLG 1.900. Inslag NLG 400. Koper G.J. Boelen.
Javasche Courant 05 september 1846114
Batavia, 3 september. De 31e augustus is hier aangekomen het Nederlandse schip ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. C.P. Kuijper, met twee passagiers, vertrokken van Amsterdam de 3e juni…..
Javasche Courant 02 oktober 1850114
Te Batavia zijn …Vertrokken…..
….1 oktober. Het Ned. schip ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. C.P. Kuijper, naar Amsterdam, passagier de heer A. Colombat…..
NRC 02 april 1851114
Rotterdam, 1 april. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 45 schepen als:….
….ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. C. P. Kuyper; ….
Javasche Courant 01 oktober 1851114
Straat Sunda, 28 september. Doorgezeild. …. De 28e dezer: Nederlands schip ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. C.P. Kuijper, van Batavia naar Amsterdam…..
Javasche Courant 01 oktober 1851114
Batavia, 30 september. …
…..Vertrokken…… De 27e dezer: …. Nederlands schip ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. C.P. Kuijper, naar Amsterdam…..
NRC 19 juli 1854114
Mauritius, 30 mei. Het schip ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. Kuijper, van Padang naar Amsterdam, is de 15e dezer (opm: mei) alhier lek binnengelopen en heeft heden de lading gelost om te repareren.
NRC 20 september 1854 114
Mauritius, 26 juli. Het alhier in averij binnengelopen Nederlandse schip ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. Kuyper, van Padang naar Amsterdam bestemd – zie ons nommer van 19 juli – heeft een bodemarij gesloten van DLR 29000 (opm: vermoedelijk de toen gangbare zilveren Mexicaanse dollar) tegen 12% om daarmede de kosten van reparatiën enz. te dekken. Deze lening wordt gewaarborgd door het schip, de vracht en lading, en moet twintig dagen na gelukkig arrivement (opm: aankomst) van het schip in Amsterdam betaald worden. Genoemde bodem heeft de 19e j.l. de reis voortgezet.
(opm: Bodemarij of bodemerij [van bodem = schip] omschrijft Mr. J.A. Molster als eene overeenkomst tussen een geldschieter en een geldopnemer, waarbij eene som gelds wordt opgeschoten, met beding van premie en onder verband van schip of goed of beide, met dat gevolg, dat indien het verbondene, geheel of gedeeltelijk, door toevallen op zee vergaat of vermindert, de geldschieter zijn recht op de opgeschoten penningen en op de premie verliest, voor zoover dit een en ander niet op hetgeen overblijft kan worden verhaald; maar indien het verbondene schip behouden ter plaatse zijner bestemming aankomt, de hoofdsom, benevens de premie moet betaald worden. Vanwege dit grote risico werd door de geldgevers de hoge premie van 12% bedongen)
NRC 03 april 1856114
Batavia, 8 februari. Scheepsvrachten. De arrivementen (opm: aankomsten) van vrachtzoekende schepen waren minder talrijk dan de vorige maand. Vrachten bleven, ofschoon producten zeer verminderden vrij wel gesouteneerd (opm: gehandhaafd), daar ieder zich haast, met het oog op de Europese prijzen, om het nog voorradige zo spoedig mogelijk af te schepen. Naar Nederland werden de volgende Nederlandse schepen bevracht,…. ADMIRAAL JAN EVERTSEN NLG 92,50 voor rijst, NLG 97,50 voor suiker alhier…..
NRC 30 juni 1857114
Batavia, 9 mei. Scheepsvrachten. Sedert ons vorig bericht zijn de volgende bevrachtingen gesloten: STAD UTRECHT NLG 60 per last voor rijst en suiker en ADMIRAAL JAN EVERTSEN NLG 55 rijst, NLG 60 suiker, NLG 75 arak (opm: rijstwijn), om hier en op de kust te laden voor Amsterdam; ….
Familiegegevens en opleiding
Harmannus Albertus Tekelenburg werd geboren te Amsterdam op 05 mei 1810.
Hij was getrouwd met Johanna Aletta Pollen, geboren te Amsterdam op 17 maart 1817.003
Hermanus Albertus Tekelenburg woonde op de Bloemgracht 158 te Amsterdam. Hij werd geboren op 05 mei 1810 te Amsterdam. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.A. Tekelenburg werd met vlagnummer 435 per 18 september 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein E.van Duijn. Als zijn schip is genoemd “Marco Bozaris” 002. Ten tijde van de inschrijving was hij 27 jaar en ongehuwd002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 11/18 september 1838 werd als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd Hermanus Albertus Tekelenburg, oud 27 jaar, voerend het schip “Marco Bozaris”, een adres ontbreekt, op voordracht van kapitein E.van Duijn. Hij kreeg vlagnummer 435023.
H.A.Tekelenburg was van 1857-1873 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 17 mei 1842. “Met 1 Nov. 1859 van beroep veranderd”003.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 30 september 1873 staat vermeld een: “Brief van den Heer H.A.Tekelenburg bedankende als Commissaris van het Collegie tengevolge van zijne benoeming door Heeren Penningmeesteren & Secretarissen tot Hoofd van het kantoor.” 023
In de notulen van de Algemene vergadering dd 02 oktober 1888 staat vermeld: “Brief van de familie H.A.Tekelenburg, bedankende voor de sympatie hun overleden vader bewezen.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
435 1838 fregat Marco Bozaris M.Udink & Co
1839 fregat Admiraal de Ruyter idem
1840-1843 fregat Admiraal de Ruyter B.Kooy Jz
1844-1853 bark Sara Alida Maria idem
166 1854-1855 bark Sara Alida Maria idem
1856 bark Sara Alida Maria J.Kooy & J.Kooy Jr
1857-1858 schoner Admiraal Jan Evertsen idem
1859-1887 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt H.A.Tekelenburg als gezagvoerder gedurende:
* 1839 op het fregat “Marco Bozzaris”, gebouwd in 1825, 376 ton o.m., varend voor M.Udink & Co te Amsterdam;
* 1840 op het fregat “Admiraal de Ruyter”, gebouwd in 1830, 530 ton o.m., varend voor M.Udink & Co te Amsterdam;
* 1841 t/m 1844 op hetzelfde schip maar nu voor B.Kooy Jz te Amsterdam;
* 1845 t/m 1857 van de bark “Sara Alida Maria”, gebouwd in 1840 te Dordrecht, 740 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam;
* 1858 van het fregat “Admiraal Jan Evertsen”, gebouwd in 1838 te Dordrecht, 1077 ton o.m., varend voor J.Kooy & Jr te Amsterdam. Het schip werd in 1858 wegens schade op Mauritius afgekeurd.
Overige bijzonderheden
H.A.Tekelenburg was lid van de (herziene) Raad van Tucht voor de Koopvaardij, ingesteld in 1880 en opvolger van een overeenkomstig Raad uit 1856. Van de 7 leden kon “alleen de heer Tekelenburg … bogen op een langdurige ervaring met deze materie. Zijn eerste zitting vond plaats op 5 april 1861 bij de behandeling van de zaak van het brikschip ‘Gouverneur Elsevier’ …” Kort na de instelling van de nieuwe Raad nam hij afscheid van het nieuwe tuchtcollege.104.
H.A.Tekelenburg verzorgde per 06 mei 1851 vanuit Nieuwediep met de “Sara Alida Maria” een troepentransport van 2 officieren en 130 manschappen naar Nederlands Oost-Inië. Hij arriveerde op 06 augustus 1851 na 92 dagen. Onderweg was 1 manschap overleden065.
Familiegegevens en opleiding
Sybrand Stapert werd geboren te Lemmer op 03 januari 1819 als zoon van Jouwet Sjoerds Stapert en Greeltje F. de Boer
Ten tijde van de inschrijving was hij weduwnaar maar hij hertrouwde op 31 maart 1859 met Elizabeth Johanna Koning, geboren te Haarlem op 01 maart 1818.003
Sybrand Stapert, Ned. Hervormd, werd per 03 september 1831 als leerling “ingenomen” op de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart. Hij werd geboren te Lemsterland op 03 januari 1819 als zoon van Jouwert Sjoerds Stapert, scheepstimmerman, en naderhand kruidenier, “wonende aan de Lemmer, aan het groote hoofd”, en Greeltje Tjeerds de Boer.
Van zijn schoolvorderingen werden 3-maandelijkse rapporten bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, frans en engels), scheepswerk en tekenen in de periode januari 1832 - januari 1836. Voorts werden de volgende opmerkingen gemaakt:
06 augustus 1832 “bekomt den Prijs der 1e Classe Zeevaartkunde, zijnde Verhandelingen over eenige vroegere Zeetogten”;
05 augustus 1833 “bekomt den Prijs der 2de Classe Zeevaartkunde, zijnde Bredon begrip der Algemeene Geschiedenis 2 deelen”;
30 juli 1834 “geplaatst als ligtmatroos op het schip Nederlanden Capt. A.J.Struijk naar Batavia. Gagie ƒ8,-“;
01 augustus 1834 “bekomt den Hoogsten Prijs in het Zeevaartkundig onderwijs zijn de Octant”;
01 augustus 1835 “terug van de reis met goede attestatie”;
19 september 1835 “aangenomen tot Lidmaat der Nederl.Hervormde Gemeente door leeraar Wunder”;
11 oktober 1835 “geplaatst als ligtmatroos op het schip Dordtenaar Capt. Abbema naar Batavia van Dordrecht …”;
02 november 1836 “terug van de reis met goede attestatie”;
16 november 1836 “eervol ontslagen” 004-532/1722.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
S.Stapert werd met vlagnummer 946 per 22 november 1853 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein G.M.Titsingh. Als zijn schip wordt genoemd de “Admiraal de Ruiter” 002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 15/22 november 1853 wordt als effectief lid voorgedragen/benoemd S.Stapert (geen initiaal), oud 34 jaar, voerend het fregat “Admiraal de Ruiter”, voor rekening van de heer B.Kooy Jz, wonend in de Bikkerstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein G.M.Titsingh. Hij kreeg vlagnummer 946 en per 01 mei 1854 vlagnummer 552.023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 juni 1857003.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 17 september 1861 staat: “Brief van Kapt. S.Stapert meededeelende bemerkingen over de transistoire bepalingen van het nieuwe Reglement.”042 Nadere toelichting ontbreekt.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 05 juni 1862 vraagt S.Stapert om toepassing van art. 58 van het Reglement.042 (dit artikel regelt de voorwaarden van lidmaatschap bij verandering van beroep.)
In de notulen van de Bstuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 september 1862 staat het bericht dat S.Stapert is benoemd tot expert van Veritas in Groningen/Friesland en dat hij het College zijn diensten aanbiedt.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 30 september 1862 staat vermeld een: “Brief van Kapitein S.Stapert, berigtende te zijn benoemd tot Expert van Veritas te Groningen en tevens zijn diensten aan het Collegie aanbiedenden.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 30 juni 1863 staat een: “Brief van den Heer S.Stapert het Collegie ten geschenke aanbiedende een 1e Aflevering van zijn werk getiteld Sturing, Garnering en Vrachtvaart.”023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 11 januari 1876 staat vermeld: “Hierop ontvangt de Heer S.Stapert Expert te Rotterdam het woord die na het beginsel & doel der tentoongestelde seinlantaarn uiteengezet te hebben, het gemeenschappelijke onderhoud opent. Nadat verschillende sprekers hunne gedachten daaromtrent hebben doen kennen en het onderhoud uitgeput zijnde wordt de Heer Stapert door den Voorzitter den dank der vergadering betuigd voor de belangstelling ten deze opzigte aan de Zeevaart bewezen.”023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
946 1853 fregat Admiraal de Ruyter B.Kooy Jz
552 1854-1855 fregat Admiraal de Ruyter idem
1856 geen vermelding van schip en boekhouder
1857-1859 bark Sara Alida Maria J.Kooy & J.Kooy Jr
1860-1861 fregat Admiraal de Ruyter F.Hacerkamp
1862-1879 geen vermelding van schip en boekhouder
Vermelding van vertrek en terugkomst te Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip vertrek terugkomst
S.Stapert Admiraal de Ruiter 04 september 1860 31 augustus 1861
Bouma025 vermeldt S.Stapert als gezagvoerder gedurende:
-
* 1855 t/m 1857 van het 3/m schip “Admiraal de Ruyter”, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 530 ton o.m., varend voor B.Kooy Jz te Amsterdam;
-
* 1858 t/m 1860 van de bark “Sara Alida Maria”, gebouwd in 1840 te Dordrecht, 740 ton o.m., varend voor J.Kooy & J.Kooy Jz te Amsterdam. Het schip voer in 1861 voor A.Kuyper van Harpen & E.Sanders te Amsterdam en was herdoopt in “Passarouang”;
-
* 1861 t/m 1862 van de bark “Admiraal de Ruyter”, gebouwd in 1859 te Amsterdam, 753 ton o.m., varend voor F.Haverkamp te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Op 15 maart 1859 hield kapitein S.Stapert een lezing in de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop, getiteld “De Wet, houdende bepalingen omtrent de tucht aan boord der koopvaardijschepen, van den 7den Mei 1856”.
Vermeldt in::” Werkzaamheden en verrigtingen van de Zeemanscollegiën in Nederland” door Jacob Swart. Verhandelingen en berigten betrekkelijk het Zeewezen, de Zeevaartkunde en de daarmede in verband staande Wetenschappen. Jaargang 1859, pp.303-323.
Hendrik Sweijs, de auteur van de bekende “Almanakken van Sweijs”, overleed in 1873. Deze was expert voor Veritas. “Bij Veritas wordt hij waarschijnlijk opgevolgd door Sybrand Stapert. Hij was na een scheepvaartloopbaan in Indië expert voor Veritas geworden in Groningen. Vanaf 1873 in Rotterdam. Stapert was een van de “verhoorden” voor de Enquete omtrent de toestand der Nederlandsche Koopvaardijvloot … in 1874.”090
In het tijdschrift “De Zee” Jg.1, 1879, p.82 staat vermeld de beschikking dd 27 deccember 1878 van de benoeming in de Commissie van examen ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijschepen de benoeming tot plaatsvervangend lid van S.Stapert, oud gezagvoerder uit Rotterdam.
In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een verslag van het interview dd 04 augustus 1874 met Sybrand Stapel. Hij verklaarde expert te zijn van Veritas te Rotterdam. Hij was in deze functie werkzaam vanaf 1862 en in de periode 1861-1873 in de procincies Friesland en Groningen en vanaf 1874 te Rotterdam. Hij was van 1834 tot 1861 werkzaam permanent in de Indische vaart in allerlei betrekkingen. Hij begon in 1834 met varen.
In Groningen werden door hem als experrt schepen onderzocht vooral van 70 tot 200 ton die voeren op de kleine vaart op de Oost- en Witter Zee en de grotere schepen op de transatlantische vaart op Brazilie, Noord-Amerrika en de Middellandse zZee. Stapert geeft in zijn interview vaak een uitgebreid verslag van de situatie van de koopvaardijvaart en scheepsbouw in vooral Groningen.