Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Ene T.Sipkes (dezelfde?) voer in 1880 als gezagvoerder op de “Betsy en Arnold”025 en deed er toen 200 dagen voor over om van Banjuwangi naar Vlissingen te varen. Dit was een uitzonderlijk lange periode (uit. E.W.Petrejus Het schip vaart uit De Boer Maritiem 1975, p.62.
T.Sipkes was in 1885-1886 kapitein op de ijzeren bark “Melati”, gebouwd in 1885 bij Campbell Macintosh & Browstend te Necastle upon Tyne, 1071 nrt, varend voor rederij Koning & van Delden te Rotterdam052.
Bouma025vermeldt T.Sipkes als gezagvoerder gedurende:
- * 1879 t/m 1880 van de bark “Betzy & Arnold” ex Anna, ex Tanjoree, gebouwd in 1862 te Medford, 970 ton o.m., varend voor J.Koning te Rotterdam. Het schip werd verkocht naar Noorwegen;
- * 1882 t/m 1883 van het 3/mschip “Voorlichter” kiel gelegd op 25 mei 1867, te water in 1869 op de werf van Jan Smit Fopzoonte Slikkerveer, 2034 ton o.m., varend voor J.Koning te Rotterdam;
- * 1884 van hetzelfde schip maar nu varend voor J.Koninge & van Delden te Rotterdam;
- * 1885 van de ijzeren bark “Melati”, gebouwd in 1885 te Newcastle, 1060 ton n.m., varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Algemeen Handelsblad Scheepvaartberichten 26 april 1881
Verkooping van schepen: Het nedeerlandsche Clipperfregat VOORLICHTER, groot 1662 ton n.m., gebouwd in 1869 is uit de hand verkocht aan de reeder J.Koning te Rotterdam en zal gevoerrd worden door kapitein Sipkes.
Algemeen Handelsblad Zeetijdingen:038
Rotterdam 21 december 1882. Volgens ontvangen telegrafisch bericht is het Nederlandsch fregatschip VOORLICHTER, Kapitein Sipkes, na eene reis van 37 dagen van Nieuwediep te Sapelo (Georgia) gearriveerd. Het schip en equipage bevonden zich in de beste toestand.
Rotterdam 11 december 1883. Volgens telegram uit Vlissingen arriveerde heden alhier het fregatschip VOORLICHTER, Kapitein Sipkes, van Banjoewangie, 88 dagen reis.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
L.Klinkhamer was van 1888-1891 kapitein van het ijzeren fregat “Lotos”, gebouwd in 1883 door Bothof & Gravenstein te Slikkerveer, varend voor reder J.Koning & van Delden (1888-1890) en Scheepvaart Maatschappij “Zuid Holland” (1890-1891) beiden te Rotterdam052
Bouma025 vermeldt L.Klinkhamer als gezagvoerder gedurende:
* 1882 t/m 1885 op de bark “Maasnymph” ex Pladda, gebouwd in 1867 te Quebec, 1304 ton o.m., varend voor H.Veder te Rotterdam. Het schip voer in 1886 voor G.Mauritz Hz te Dordrecht en was herdoopt in “J.P.A.”;
* 1886 van de ijzeren bark “Melati”, gebouwd in 1885 te Newcastle, 1060 ton n.m., varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam;
* 1888 t/m 1890 op de bark “Lotos”, gebouwd in 1882 te Slikkerveer, 900 ton n.m., varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam;
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Pieter van de Bos werd geboren in 1865 en overleed op 04 februari 1914 te Dordrecht. Hij was in 1897 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge La Flamboyante onder nr. 548.064. (het is de vraag of dit dezelfde persoon is, temeer omdat bij de ene opgave sprake is van VAN DER en bij de andere van VAN DE.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt P. v/d Bos als gezagvoerder gedurende:
-
1877 t/m 1880 van het 3/mschip “Zes Gezusters”, gebouwd in 1871 te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern te Alblasserdam. Het schip is in 1880 uitgebrand;
-
1882 t/m 1883 van het 3/mschip “Nieuwe Waterweg I”, gebouwd in 1864 te Alblasserdam, 1360 ton o.m., varend voor F.H. von Lindern Jr te Alblasserdam. Het schip werd in 1883 te Penang afgekeurd;
-
1885 t/m 1886 van het 3/mschip “Voorlichter” kiel gelegd op 25 mei 1867, te water in 1869 op de werf van Jan Smit Fopzoonte Slikkerveer, 2034 ton o.m., varend voor J.Koning & van Delden te Rotterdam. Het schip werd te Batavia afgekeurd en verkocht voor de sloop;
Op 16 februari 1886 te Batavia geveild en verkocht voor f 8765,-. Later verkocht voor f 6100, - aan een arabier om gesloopt te worden.
-
1887 t/m 1890 van de ijzeren bark “Melati”, gebouwd in 1885 bij Campbell Macintosh & Browstend te Newcastle upon Tyne, 1071 ton n.m., varend voor rederij Koning & van Delden te Rotterdam zie ook 052;
-
1890 t/m 1895 van hetzelfde schip maar nu varend voor de reederij Zuid Holland, dir. J.Koning te Rotterdamzie ook 052;
Overige bijzonderheden
Op dit schip (Zes Gezusters) zeilende in de Atlantische Oceaan onder kapitein v.d.Bos overleed op 17 mei 1877 de kok Hendrik Jacobus van Zuijlekom aan waterzucht (zie Gens Nostra 54:p.134, mededeling J.H.Schaap).
D “Voorlicher” werd verkocht aan rederij J.Koning & van Delden te Rotterdam voor f 90.000,-. “Vier jaar heeft het schip voor de Rotterdamsche reeders gevaren, toen het door onbekende oorzaak te Cheribon wrak. In ieder geval heeft het een flinke kanauw gekregen, vermoedelijk door een stranding, want in een brief van kapitein P.v.d.Bos aan zijn reeders, welke brief bewaard is gebleven, schrijft deze:
Het schip kan ik niet indenken, dat die gerepareerd kan worden. De masten zijn meer dan een halve voet gezakt, onder de spil is alles gebarsten, een anker en ketting en tuianker zijn verloren gegaan. Van onder tot boven is het schip geramponeerd en daar het lek met het water gelijk ligt, kunnen wij van onderen en in de zijden van het schip niet zien, maar ik geloof dat door de lading het schip van binnen zeer veel geleden heeft.
Wel zijn er zeilen gescheurd, maar masten, stengen en kluiverboomen hebben geen aanmerkelijke schade bekomen. Het dek is geheel los, of de balken nog goed zijn, is voor mij een raadsel. Aan stuurboord zijn er nog een paar stutten staan gebleven, maar aan bakboord is alles weg en het schip laat kop en gat vreeselijk hangen, ik zou dus denken dat het schip geheel gebroken is. Ook heeft de kajuit geheel onder water gestaan en alles is daardoor vernield.”
Het schip werd inderdaad afgekeurd en te Batavia verkocht voor achtduizend gulden.
Uit: De Clippers” door Anno Teernstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, p. 184-185.
In “Sherlock Holmes in Lebak. Rouffaer en Multatuli”. Litterair tijdschrift De Parelduiker, Jg 15, nr. 4. 2010
-
41-42:
“Eind juli (1885) vertrok hij (Rouffaer) vanuit Rotterdam met het clipper-fregat De Voorlichter. …
Na een avontuurlijke reis kwam hij op 5 november 1885 aan in Tandjoeng Priok, de haven van Batavia. Op 10 november schreef hij aan zijn vriend Evert Ekker: “Enfin, ik ben lekker als kip. De zeereis wou zeker ook tot in alle bijzonderheden mij het zeeleven doen kennen; het had weinig gescheeld of de “Voorlichter” was met man en muis vergaan. Twee goddelooze stortzeeën veegden bij een hevige storm het heele achterschip schoon; en ’t was alleen aan het hechte schip te danken, dat niet het heele achterdeel open werd geslagen, en ’t zich bepaalde tot een paar gaten, en het lijfhout (dat wil zeggen het verband) gedeeltelijk weg. Eén dode, één met een gebrokek been, en wel vijf andere min of meer zwaar gekwetst. Enfin, we zijn er, en ik heb geen haar op mijn hoofd dat de zeereis berouwt.”
Familiegegevens
Huig werd geboren op 13.04.1838 te Brouwershaven als z.v. Gerrit van Duijn en Maatje Adamse.
Huig (25) trouwde op 21.10.1863 te Zierikzee met Elizabeth Pieternella Mus (24) – geb. 26.12.1838 te Zierikzee – d.v. Adriaan Mus en Anna van Stappen.
Huig (37) trouwde op 24.01.1876 te Rotterdam met Anna Caroline Johanne Streifs (30) – geb. te Oldenburg (Dld) – d.v. Johan Jacob Streifs en Henriette Dorothee Camminada.
Anna Caroline Johanne Streifs (Streiss?) overleed op 20.12.1925 te Rotterdam.
Huig overleed op 08.06.1894 te Rotterdam a/b van het barkschip MELATI (56).
Kinderen
- Henriette Dorothee
- Ida Johanna
- Huig
- Mattheus Huig
- Gerrit
- Anna
HIERONDER DE GEGEVENS VAN DE HEER S. PARMA:
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
H.van Duijn wordt van 1887-1890 vermeld als kapitein op de bark “Deli”, in 1892 op de “Noach V” en in 1893 als gezagvoerder op de bark “Melati”. Van der Plas c.s. geven geen gegevens omtrent geboorte, huwelijk en overlijden054-019.
Bouma025 vermeldt H.van Duin/Duyn als gezagvoerder gedurende:
* 1881 t/m 1886 op de bark “Groen van Prinsterer”, gebouwd in 1876 te Rotterdam, 926 ton o.m., varend voor Voorhoeve & Jelier te Rotterdam. Het schip werd in 1887 herdoopt in “Deli”;
* 1887 t/m 1888 op de bark “Deli”, ex Groen van Prinsterer, gebouwd in 1876, 871 ton o.m., varend voor von Lindern & van Vessem te Rotterdam;
* 1889 t/m 1890 op dezelfde bark “Deli”, maar dan voor rederij C.M.van Vessem te Rotterdam. Het schip werd in 1890 te Kaapstad wegens averij verkocht;
* 1891 t/m 1894 op het fregat “Noach V”, gebouwd in 1876 te Slikkerveer, 1263 ton o.m., varend voor rederij Zuid Holland, directeur J.Koning te Rotterdam. Het schip was in 1879 getuigd als bark;
Bouma025 vermeldt hem niet als gezagvoerder op de “Melati”.
H.van Duin was in 1891 kapitein op het composiet-fregat “Noach V”, gebouwd in 1877 bij J.Smit te Slikkerveer, 1263 ton, varend voor de Scheepvaart Maatschappij “Zuid Holland” te Rotterdam052.
H.van Duijn was in 1893 kapitein op de ijzeren bark “Melati”, gebouwd in 1885 bij Campbell Macintosh & Browstend te Necastle upon Tyne, 1071 nrt, varend voor de Scheepvaart Maatschappij “Zuid-Holland” te Rotterdam052.
Overige bijzonderheden
De bark “Groen van Prinsterer” onder kapitein H. van Duijn vertrok van Londen in 1882 en kwam aan te San Francisco op 21 april via Kaap Hoorn. Het schip vertrok weer op 24 mei en kwam aan te Falmouth op 06 november, na wederom een ronding van Kaap Hoorn.121
Familiegegevens en opleiding
In het tijdschrift “De Zee”, Jg.11, p.428, 1889, staat de uitslag van de examinering van stuurlieden ter Koopvaardij door een Rijkscommissie. In Juli werd het diploma A derde stuurman groote zeilvaart uitgereikt aan W.Catlender. Tevens werd met gunstig gevolg het aanvullend examen voor de stoomvaart afgelegd.
In “De Zee” 1894, p.36 staat vermeld dat W.Catlender het diploma A Groote Zeilvaart voor 1ste stuurman is toegekend.
De schepen van de kapitein
W.Catlender was in 1896 kapitein op de ijzeren bark “Melati”, gebouwd in 1885 bij Campbell Macintosh & Browstend te Necastle upon Tyne, 1071 nrt, varend voor de Scheepvaart Maatschappij “Zuid Holland” te Rotterdam. In 1897 verkocht aan Walmsleye & Co te Liverpool052.
W.Catlender was van 1897-1900 kapitein van het stalen fregat “Vondel”, gebouwd in 1895 door F.F.(H.F.) Groen te Amsterdam, 1562 ton, varend voor F.C.Groen te Amsterdam. Het schip werd in 1900 met schade te Falmouth binnengebracht052.
Bouma025 vermeldt W.Catlender als gezagvoerder gedurende:
* 1896 t/m 1897 van de ijzeren bark “Melati”, gebouwd in 1885 te Newcastle, 1060 ton n.m., varend voor de reederij Zuidholland, dir. J.Koning. Het schip werd in 1897 verkocht naar Liverpool;
* 1897 t/m 1900 van het stalen fregat “Vondel”, gebouwd in 1895 te Amsterdam, 1562 ton o.m., varend voor F.F.Groen te Amsterdam. Het schip werd in 1900 met schade te Falmouth binnengebracht en verkocht naar Hamburg.
Overige bijzonderheden
Een reis van kapitein Catlender met de “Vondel” wordt beschreven door Frans Pieter van Houten, die deze als 17-jarige lichtmatroos in 1899/1900 meemaakte en zijn belevenissen optekende in “Herinneringen uit mijn zeilvaarttijd” (p.103 t/m 107 in het boek “Dwarsgetuigd. Herinneringen van Kaap Hoorn-vaarders” door K.Suyk Jr, De Boer Maritiem. Unieboek bv., Bussum, 1978. Het schip lag in 1899 in het S.W.India Dock te Londen. De kapitein werd op deze reis vergezeld van zijn vrouw en zijn zoontje Jantje. De tocht ging naar Melbourne. Tijdens de wachten van de 2e stuurman was de kapitein meestal aan dek of bij de hand. Het was een beste man.. … Op de goede stemming aanboord van de “Vondel” viel in het algemeen weinig aan te merken, in het logies werd niet gekankerd.” Melbourne werd na 91 dagen bereikt. Vanwege voordurende moeilijkheden met de 2e stuurman deserteerd van Houten en ging verder met een Amerikaans schip.
Het fregat “Vondel” onder kapitein W.Catlender verliet Melbourne op 29 april 1899 en wordt van Londen gemeld op 01 september 1899. Hazelhoff Roelfsema vermoedt een ronding van Kaap Hoorn van west naar oost.
Hetzelfde scchip en kapitein waren op 05 mei te Melbourne, op 22 augustus te Falmouth en op 31 augustus te Mersey. Hazelhoff Roelfsema vermoedt een Kaap Hoornronding van west naar oost.
Het fregat “Vondel” vermoedelijk ook nu onder kapitein Catlender was te Melbourne op 16 december 1901 en op 26 april 1902 te Londen “No indication C.Hope or Horn.”
Hetzelfde schip onder kapitein W.Carlender was op 14 december 1904 te Freemantle, op 16 maart 1905 te P.Germein en op 11 juli 1905 te Falmouth waar het schip werd verkocht. Op deze terugreis werd Kap Hoorn gerond van west naar oost.121
Later kapitein van "Josephina "Id 3304.
Eigenaar N.V. Maatschappij Stoomschip JOSEPHINA.
Jos de Poorter Rotterdam. ( J.S.020822)
|