Het onderhavige schip is in Stettin gebouwd, toen gelegen in Vor-Pommern dat tot 1812 deel uitmaakte van Zweden. Wanneer en wie de bouwer of de eerste eigenaar was is onbekend.
Zeer waarschijnlijk kwam de galjoot in 1786 (of was reeds vanaf augustus 1780 toen kapt. Michiels in Oostende arriveerde?) in handen van een rederij in Emden en heette het schip WAAKZAAMHEID. In 1786 tekende kapt. David Michiels van de WAAKZAAMHEID in Amsterdam een monsterrol. Gelet op de lange periode die kapitein David Michiels het commando voerde (1780 ? -1807) was hij waarschijnlijk (mede)-eigenaar. De in het Sont Toll Register voor de eerste keer gerapporteerde passage van Elseneur van kapt. Michiels was op 16 juli 1782, onderweg van Bordeaux naar St. Petersburg. Vermoedelijk was dit reeds op de WAAKZAAMHEID. Op 27 juni 1786 passeerde kapt. Michiels de Sont voor een reis van Hamburg naar Koningsberg, nu Kaliningrad, ongetwijfeld om aldaar lading in te nemen voor Amsterdam. Op 11 september 1786 werd in Amsterdam de bemanning van de Pruisische WAAKZAAMHEID onder kapt. Michielsen gemonsterd om te vertrekken naar Stettin. In 1787 en 1798 vonden we soortgelijke ‘raakvlakken’ met bevestiging van kapitein en scheepsnaam.
In 1790 noteerde de Utrechtsche Courant op 1 september dat de WAAKZAAMHEID, kapt. David Michiels, op 27 augustus in het Vlie was binnengekomen. Op 13 december 1805 schreef dezelfde krant, dat kapt. Michiels uit Bordeaux in Emden was aangekomen, zij het, na onderweg, door de Engelsen een dag te zijn aangehouden geweest.
De WAAKZAAMHEID onder kapt. David Michiels werd in 1806 door de Fransen prijsgemaakt en naar Bordeaux opgebracht. Wellicht was kapt. Michiels – gelet op de ervaring uit 1805 – te goeder trouw naar Bordeaux gezeild en werd het schip ter plaatse aan de ketting gelegd.
Ingevolge het keizerlijke decreet van confiscatie van 6 oktober 1806 werd tijdens een op 8 augustus 1807 in Bordeaux gehouden veiling een aantal van de talrijke door Frankrijk prijsgemaakte schepen verkocht. De Rotterdamse koopman Anthonij van Hoboken kocht er zeven, waaronder de Pruisische galjoot WAAKZAAMHEID
In de koopakte van 8 augustus 1807 staat een zin welke we niet hebben kunnen plaatsen: de WAAKZAAMHEID was geveild op 23 nivose van het jaar 6. Dat was de nieuwe Franse tijdrekening en was omgerekend 13 januari 1798.
De WAAKZAAMHEID onder kapt. H.E. Henrichs was de laatste van Van Hobokens aankopen die in 1809 uit Bordeaux vertrok onder de neutrale vlag van Oldenburg. Van Hoboken rapporteert dat het schip via Dover was gegaan. Dover was geen logische haven om vanuit Frankrijk naar toe te varen, zodat het schip vermoedelijk onderweg naar de Oostzee door de Engelse marine voor inspectie zal zijn opgebracht en vanwege de neutrale vlag spoedig vrijgelaten. In mei 1809 lag het schip in Dublin; tussentijdse zeetijdingen zijn niet gevonden.
De WAAKZAAMHEID werd op 22 juni 1810 in Rotterdam voor 4.000 gulden verkocht aan een consortium waarin Van Hoboken voor 16/32 participeerde, en boekhouder bleef. Haije Everts Hinrichs nam voor 3/32e deel en bleef de schipper. Het schip kreeg nu de naam FREDRIC, welke in februari 1814 zou worden gewijzigd in JONGE HENDRIKA.
Op 24 februari 1814 werd door de Commissaris-Generaal der Financiën te Den Haag voor de in Rotterdam liggende JONGE HENDRIKA, binnenslands gebouwd, kapitein Haye Everts Henrichs, een Nederlandse zeebrief afgegeven. In de Cedule, het eigendomsbewijs waarin alle participanten staan vermeld, werd opgegeven dat de galjoot in Lemmer was gebouwd. Ongetwijfeld was hier sprake geweest van een uitgebreide hersteloperatie van dit inmiddels 20 jaar oude schip. Het belang om de galjoot in de vaart te houden was groot. Een deel van de Nederlandse vloot had reeds een aantal jaren in diverse havens (waaronder Amsterdam) opgelegd gelegen en was totaal onbruikbaar geworden of diende grondig te worden opgeknapt vanwege houtrot of vervuring.
De familienaam van kapitein Haye Evert Henrichs van de WAAKZAAMHEID, later FREDRIC resp. JONGE HENDRIKA wordt ook wel geschreven als Hendrichs of Hinrichs.
De familienaam van de kapitein die in 1832 op de JONGE HENDRIKA vaart is volgens de zeebrief F.W. Muncke. De pers is vrij hardnekkig en noemt hem F.W. Meincke. De site wieiswie.nl bracht uitkomst: Fredrich Wilhelm Meincke was gehuwd met Paulina Albertina Vis en woonde in 1831 in Delfshaven.
Gewapend met deze kennis heeft Marhisdata de foute namen gecorrigeerd naar Meincke.
Ook in dit bestand wordt veelvuldig de benaming Turkse Pas gebruikt. Ter informatie:
Een Turkse Pas was een door de Turkse regering uitgevaardigd schriftelijk bevel dat door dit land gecontroleerde instanties of schepen het betreffende schip niet mochten ophouden of andere overlast worden aangedaan. Bovendien was het schip vrijgesteld van het betalen van rechten en lasten bij passage van de ingang van de Zwarte Zee.
Door de Nederlandse staat werden van de rederijen gelden geïnd die aan de Turkse Bey werden afgedragen. Een Turkse Pas was slechts geldig voor één rondreis.
1780
OHC 310880
Oostende, 27 augustus. Den 22 dezer arriveerde D. Michiels van Rochester.
1782
Sont Toll Register 1782 - 1803:
16-07-1782
|
David Michiels
|
Embden
|
Bordeaux
|
St. Petersburg
|
16-09-1782
|
David Michiels
|
Embden
|
St. Petersburg
|
Brest
|
9-9-1784
|
David Michiels
|
Embden
|
Croisic
|
Oostzee
|
27-6-1786
|
David Michiels
|
Embden
|
Hamburg
|
Koningsberg
|
16-9-1787
|
David Michiels
|
Embden
|
Riga
|
Frankrijk
|
12-4-1788
|
David Michiels
|
Embden
|
Nantes
|
Stettin
|
11-9-1788
|
David Michiels
|
Embden
|
Bordeaux
|
Stettin
|
4-10-1791
|
Dawid Michiels
|
Embden
|
Riga
|
de Maas
|
17-4-1792
|
Dawid Michiels
|
Embden
|
Rotterdam
|
Oostzee
|
6-9-1792
|
Dawid Michiels
|
Embden
|
Amsterdam
|
Oostzee
|
25-3-1794
|
Dawid Michiels
|
Embden
|
Rotterdam
|
Oostzee
|
22-5-1797
|
David Michiels
|
Embden
|
Calais
|
Oostzee
|
26-6-1798
|
Dawid Michiels
|
Embden
|
Amsterdam
|
Oostzee
|
30-3-1801
|
Dawid Michiels
|
Embden
|
Plymouth
|
Dantzig
|
30-6-1801
|
David Michiels
|
Embden
|
Hull
|
Oostzee
|
17-10-1801
|
David Michiels
|
Embden
|
Amsterdam
|
Riga
|
30-7-1803
|
David Michiels
|
Embden
|
Stettin
|
Hull
|
1783
DWC 090683
Van den 28 mei tot 31 mei zijn de Sond gepasserd David Michiels, met rogge naar Emden.
1786
Op 11 september 1786 tekenden kapt. David Michielsen en zijn bemanningsleden in Amsterdam de monsterrol van de Pruisische WAAKZAAMHEID voor een reis naar Stettin.
NC 250986
Vlie, 21 september. Naar zee de WAAKZAAMHEID, kapt. David Michiels, naar Stettin.
1787
OHC 070487
Vlie, 4 april. Naar zee de WAAKZAAMHEID, kapt. David Michiels, naar de Oostzee.
Op 30 juni 1787 lag de WAAKZAAMHEID opnieuw in Amsterdam. Nu tekenden kapt. David Michielsen en zijn bemanningsleden de monsterrol van de Pruisische WAAKZAAMHEID voor een reis naar Riga.
1790
UC 010990
Den 27 augustus is in ‘t Vlie binnengekomen de WAAKZAAMHEID, kapt. David Michiels, van Noorwegen.
1798
Op 5 juni 1798 tekenden in Amsterdam de opvarenden van de WAAKZAAMHEID, kapt. David Michiels, de monsterrol voor een reis op ‘avontuur’. D.w.z. dat de bestemming nog niet bekend was, althans nog niet was bekendgemaakt. Dat bleek (voorlopig) Kopenhagen te zijn.
GOC 200698
Texelse en Vliese lijsten. Den 16 juni is uitgezeild de WAAKZAAMHEID (opm: Pruisische galjoot, kapt. D. Michiels, naar Copenhagen.
1800
UC 010990
Den 27 augustus is in ‘t Vlie binnengekomen de WAAKZAAMHEID, kapt. David Michiels, van Noorwegen.
1804
LL 150604
Emden, ? Mei. Binnengekomen de WAAKZAAMHEID, kapt. Michaels, van Dover.
1805
UC 131205
Amsterdam, 11 december. Te Emden is gearriveerd C.A. de Jong, van Bordeaux, laatst van Plymouth alwaar hij is opgebracht, doch weder vrijgegeven is met lading, D. Michiels (opm: galjoot WAAKZAAMHEID) van Bordeaux, zijnde een dag in Engeland aangehouden geweest.
1806
De laatst gevonden zeetijding van kapt. David Michiels was toen hij op 11 december 1805 was gerapporteerd als uit Bordeaux aangekomen in Amsterdam, na in Engeland een dag aangehouden te zijn geweest.
Gedurende 1806 werd de WAAKZAAMHEID door Frankrijk aangehouden en naar Bordeaux gebracht.
OHC 161006
Hoewel men algemeen verwagt, dat de oneenigheden welke tussen Pruisen en Engeland ontstaan zijn, binnen kort uit de weg zullen geruimd worden, zo zijn echter de bevelen omtrent het nemen van Pruisische en Papenburger schepen nog in volle kragt, terwijl zelfs volgens vernieuwde orders van den 24 september alle Pruisische schepen opgebragt en in veilige bewaring gesteld moeten worden, daar er echter met het prijsverklaren moet gewagt worden.
Volgens keizerlijk decreet van 6 oktober 1806 werden de gearresteerde Pruisische schepen toen geconfisqueerd.
1807
Op 8 augustus 1807 vond in Bordeaux een grote veiling plaats, waarbij een aantal van de talrijke door Frankrijk prijsgemaakte schepen werd verkocht. De Rotterdamse koopman Anthonij van Hoboken kocht zeven schepen, waaronder de Pruisische galjoot WAAKZAAMHEID. Voor 26.500 Franse francs werd de Keizerlijke makelaar André Ferrière uit Bordeaux de koper, die bleek op te treden namens en voor rekening van Van Hoboken. Kapitein Haije Everts Henrich was als vertegenwoordiger van Van Hoboken opgetreden en zou als laatste van de Van Hoboken vloot vertrekken, met de WAAKZAAMHEID.
1809
In januari 1809 kregen de verkochte schepen toestemming tot vertrek uit Bordeaux. De WAAKZAAMHEID onder kapt. Haije Everts Henrichs zeilde waarschijnlijk naar de Oostzee, zal door de Engelsen zijn opgevangen en in Dover gecontroleerd, om spoedig door te mogen varen. Eind 1809 bevond de galjoot zich in Dublin.
1810
KC 170510
Brielle, 11 mei. Binnengekomen De WAAKZAAMHEID (opm: galjoot) , H.E. Henrichs van Feröe (opm: vermoedelijk Faeröer).
KC 130710
Vlie, 10 juli. De tjalk gister gemeld is NEGOTIE van C. van Duivenvoorde, van Fahrsund, genomen door de Hollandse kaper DE WREKER, kapt. H.C. Blom
Uitgezeild de GOEDE INTENTIE, E. Martin, naar Bergen. De wind W.Z.W.
Brielle, 10 juli. Den 8 uitgezeild FREDRIK (opm: galjoot FREDRIC, ex-WAAKZAAMHEID), H.E. Henrichs, naar Petersburg.
Den 10 uitgezeild de TWEE GEBROEDERS, Jacob Brobbel, naar Bergen.
CVA 050910
Te Croonstad aangekomen de VROUW JOHANNA, Herman de Graaf, van Amsterdam; HENRIETTE, Meijer en FRIEDRICH (opm FREDRIC), beide van Rotterdam.
1814
Op 24-02-1814 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Haije Everts Hinrichs.
RC 240314
Te Rotterdam ligt in lading: naar Liverpool, het Hollands schip, JONGE HENDRIKA, kapitein Haye Evert Henrichs.
RC 310314
Te Rotterdam ligt in lading: Naar Liverpool, het Hollands schip de jonge Hendrika, kapitein Haye Evert Hinrichs, om binnen tien dagen te worden geëxpedieerd.
RC 050414
Te Rotterdam ligt in lading: Naar Liverpool het Hollands schip de JONGE HENDRIKA, kapitein Haye Evert, Hinrichs, vertrekt uiterlijk 15 april.
OHC 020714
Arrivementen: Te Helvoet binnengekomen H.E. Henrichs van Liverpool.
RC 271214
Helvoet. Gisteren namiddag arriveerde de JONGE HENDRIKA, H.E. Hinrichs van Lissabon. Doch heeft aan den Kwaden Hoek vastgezeten, en is met behulp van ijssloepen op de haven gebracht.
1815
RC 030115
Rotterdam. Van de haven naar boven gezeild zijn de volgende schepen : SARAH, kapitein E. Bell; de JONGE HENDRIKA (opm: galjoot), H.E. Hinrichs.
RC 230315
Den 20, des avonds, zeilden uit de Maas de schepen de JONGE HENDRIKA, H.E. Hinrichs, naar Bordeaux, en de Vrouw Zwaantje, J.J. Kortrijk, naar Liverpool.
RC 300515
Helvoetsluis, 28 mei. Gearriveerd de jonge HENDRIKA, H.E. Hinrichs van Sunderland.
OHC 101015
Amsterdam, 7 oktober. Aan deze stad gearriveerd H.E. Henrichs van Liverpool.
1816
RC 220216
Advertentie: Naar Liverpool, het Hollands galjootschip de JONGE HENDRIKA, kapitein Haije Evert Henrichs.
OHC 040616
Arrivementen: Te Brielle aangekomen H.E. Hinrichs van Liverpool.
RC 040616
Helvoetsluis, 2 juni. Arriveerde de JONGE HENDRIKA, H.E. Henrichs, van Liverpool.
RC 080616
Advertentie. Naar Peterburg, het Hollands schip de JONGE HENDRIKA, kapitein Haye Evert Henrichs, om den 20 Juni te vertrekken.
Op 18-11-1816 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Haije Everts Hinrichs.
1817
RC 030617
Terschelling, 1 juni. Binnengekomen H. Henrichs (opm: galjoot JONGE HENDRIKA) van Kiel.
Op 28-06-1817 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Haije Everts Hinrichs.
Op 02-12-1817 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Haije Everts Hinrichs.
1818
OHC 140518
Arrivementen: Te Cette H.E. Henrichs (opm: galjoot JONGE HENDRIKA) van Amsterdam.
Op 24-09-1818 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief en een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Haije Everts Hinrichs.
RC 171018
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar: Marseille: het schip (opm. galjoot) JONGE HENDRIKA, kaptein Haye Everts Hinrichs. Adres ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer
1819
RC 170719
Helvoetsluis, uitgezeild den 15, de des morgens de JONGE HENDRIKA, M. Schaap, naar Marseille.
Op 30-07-1819 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap.
RC 090919
Arrivementen: Te Marseille M. Schaap (opm: galjoot JONGE HENDRIKA) van Rotterdam.
RC 281219
Helvoetsluis, 24 december. Binnengekomen de JONGE HENDRIKA, M. Schaap van Bandohl.
1820
RC 290120
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar: Marseille: het galjootschip de JONGE HENDRIKA, kapt. Maarten Schaap.
RC 100220
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Marseille, het Nederlands galjootschip de JONGE HENDRIKA, kapt. Maarten Schaap, om vóór of uiterlijk den 20 februari te vertrekken.
Op 15-02-1820 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap.
RC 180320
Helvoetsluis, 15 maart. Uitgezeild De JONGE HENDRIKA, M. Schaap naar Marseille.
OHC 110520
Arrivementen: Te Marseille M. Schaap van Rotterdam.
RC 070920
Van Marseille vertrokken, den 21 juni, M. Schaap naar Amsterdam.
OHC 171020
Te Helvoet binnengekomen, 12 oktober, M. Schaap van Marseille en Alicante, als bijlegger.
RC 191020
Amsterdam, 17 oktober. Sedert onze laatste bij Texel binnengekomen M. Schaap (opm: galjoot JONGE HENDRIKA) van Marseille (laatst van Helvoet).
Op 13-11-1820 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap.
Bij de monstering voor de Waterschout in Amsterdam tekenden naast kapt. Schaap 8 bemanningsleden van de galjoot JONGE HENDRIKA de rol voor de volgende reis naar Marseille.
OHC 301120
Texel, 27 november. Uitgezeild M. Schaap (opm: galjoot JONGE HENDRIKA) naar Marseille.
1821
OHC 180121
Arrivementen: Te Marseille M. Schaap van Amsterdam.
RC 280421
Rotterdam, 27 april. Den 25 arriveerde te Helvoetsluis het schip (opm: galjoot) de JONGE HENDRIKA, M. Schaap, van Bandohl (opm: Bandol, Var; 43 08 N 05 45 O); de wind O.
Op 02-08-1821 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief en een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap.
RC 070821
Advertentie. Te Rotterdam in lading liggende schepen naar: Marseille: het galjootschip JONGE HENDRIKA, kapt. Maarten Schaap.
RC 210821
Rotterdam, 20 augustus. Den 20 zeilden DOLPHIJN, J. Touzeau, naar Guernsey; de JONGE HENDRIKA (opm: galjoot), M. Schaap, naar Marseille.
OHC 111021
Arrivementen: Te Marseille M. Schaap van Rotterdam.
1822
RC 020222
Amsterdam, 31 januari. Volgens brief van Cette (opm: Sète), van den 19 dezer, liep aldaar het gerucht, dat kapt. Badger (opm: smak DE WAAKZAAMHEID, kapt. H. Bedger), werd afgekeurd en de zeebrief om die reden geretourneerd), naar Amsterdam gedestineerd, en de VROUW HENDRIKA, M. Schaap, beide te Bandol (opm: bewesten Toulon) liggende, verongelukt zouden zijn.(opm: de galjoot JONGE HENDRIKA onder kapt. Schaap arriveerde veilig in Hellevoetsluis, zie RC 250422)
OHC 090422
Arrivementen: Te Gibraltar M. Schaap van Bandol.
RC 250422
Rotterdam, 24 april. Den 22 arriveerde te Helvoetsluis de JONGE HENDRIKA (opm: galjoot), M. Schaap, van Bandol.
Op 27-07-1822 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap.
RC 100822
Rotterdam, 9 augustus. Den 8 dezer zeilden CHRISTINA, J.H. Arenius, naar Finland; de JONGE HENDRIKA (opm: galjoot), M. Schaap, naar Marseille; de wind Z.W.
RC 031022
Arrivementen: Te Marseille M. Schaap (opm: JONGE HENDRIKA) van Rotterdam.
1823
OHC 250323
Texel, 22 maart. Binnengekomen M. Schaap (opm: galjoot JONGE HENDRIKA) van Marseille, is na visitatie van de quarantaine ontslagen.
OHC 100623
Texel, 8 juni. Uitgezeild M. Schaap naar Bayonne.
OHC 050723
Arrivementen: Te Bayonne M. Schaap van Amsterdam.
DC 040923
Hellevoetsluis, 2 september. Gisteren namiddag en heden arriveerden uit zee MEDUZE, kapt. J. Luberg, van Dartmouth en JONGE HENDRIKA (opm: galjoot), kapt. M. Schaap, van Libau (opm: Liepaja), de laatste als bijlegger. De wind W.Z.W. (opm: op 5 september naar boven gezeild)
DC 231023
Hellevoetsluis, 20 oktober. Heden zeilden in zee HARMINA HELENA, kapt. J.K. Nagelhout, naar Boulogne; JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap en AUGUSTA, kapt. H.J. Bradhering, beide naar Brest. De wind O.
OHC 111123
Arrivementen: Te Brest M. Schaap van Rotterdam.
1824
MCO 130124
Vlissingen, 11 januari. Op onze rede binnengekomen en bestemd voor Antwerpen de JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap van Lissabon met zout.
RC 040324
Rotterdam, 3 maart. Sedert onze laatste zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen MINERVA (opm: pleit, Brussel), kapt. J.C. Kuijper, en VRIENDSCHAP (opm: kof, Antwerpen), kapt. R.O. Kievijt, beide naar Londen met boekweit; AREND (opm: pleit, Mechelen), kapt. H. Elbring, met stukgoederen en JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap, met boomschors, deze vier naar Londen.
Op 06-03-1824 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap.
OHC 040524
Arrivementen: Te Alicante M. Schaap van Londen.
RC 200524
Rotterdam, 19 mei. Den 17 mei arriveerden te Hellevoetsluis de schepen de JUFVROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens, van Liverpool; DE JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap, van Terre-Vecchia, als bijlegger, op order.
RC 220524
Helvoetsluis, 20 mei. De JONGE HENDRIKA, M. Schaap is naar boven gezeild.
RC 260524
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Marseille het Nederlands galjootschip JONGE HENDRIKA, kapt. Maarten Schaap. Adres ten kantore van Kuyper Van Dam & Smeer.
Op 04-06-1824 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap.
RC 170624
Rotterdam, 16 juni. Den 15de zeilde de JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap, naar Marseille.
OHC 100824
Arrivementen: Te Marseille M. Schaap van Rotterdam.
1825
DC 110125
Hellevoetsluis, 9 januari. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: de JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap, van Alexandrië in Egypte, en ligt in quarantaine op de rede.
RC 220125
Advertentie. Gijsbert van Alphen, Jan Bertram Breukelman en Jan van Alphen G. Zn., makelaars, te Rotterdam, als daartoe door den agent van Lloyds alhier en verder behoorlijk geautoriseerd, zijn van mening, om op woensdag den 2 februari 1825, des voormiddags te 11 uren, in het Huis der Notarissen, aan de meestbiedenden te verkopen: Een partij van 40 balen Egyptisch MAKO-katoen, zo gezond als beschadigd door zeewater, gelost uit het van Alexandria gekomen schip de JONGE HENDRIKA, kapitein M. Schaap, en dat bij kavelingen zo als deze zullen liggen op een zolder in de Glasdwarsstraat, bij de Juffrouwstraat, wijk A, n. 285 , en aldaar daags vóór en op de verkoopdag voor een ieder te zien. Iemand nadere onderrichting begerende, adresseert zich aan gemelde Makelaars.
Op 26-02-1825 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap.
DC 190325
Hellevoetsluis, 8 maart. Gisteren namiddag zeilden in zee: MARIA, kapt. J. Sikkes naar Newry; JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap naar Brest.
OHC 240325
Den 10 maart was op de hoogte van Ramsgate het schip (opm. galjoot) De JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap van Dordrecht naar Brest, aan boord was alles wel.
OHC 070425
Arrivementen: Te Brest M. Schaap van Dordrecht.
DC 170925
Hellevoetsluis, 15 september. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: de JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap van Alexandrië in Egypte, ligt in quarantaine en COMMERCE, kapt. S. Golder van Londen.
Op 15-10-1825 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief en Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Maarten Schaap.
DC 031225
Hellevoetsluis, 1 december. Van de morgen zeilden in zee: VERWISSELING, kapt. A. Schaaf naar Ipswich; JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap naar Ferro
1826
DC 130626
Hellevoetsluis, 7 juni. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: Zr.Ms. oorlogskorvet DOLPHIJN, luitenant Bloemendaal en AURORA, kapt. A.M. Heijnes, beide van Batavia; GUIANA, kapt. F. Popken van Suriname en JONGE HENDRIKA, kapt. M. Schaap van Cefalonia.
Op 18-07-1826 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Arij Plug.
DC 030826
Hellevoetsluis, 31 juli. Gisteren namiddag zeilden in zee: NORDSTERNEN, kapt. M.O. Röd naar Drammen en JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug naar Ferrol.
OHC 101026
Arrivementen: Te Marseille A. Plug van Ferrol.
1827
RC 060327
Rotterdam, 5 maart. Van Helvoetsluis wordt van den 5 gemeld, dat den 5, des namiddags, arriveerde DE JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, van Cephalonia; zijnde na de visitatie van de quarantaine ontslagen.
AC 270327
Advertentie. G. Duuring, D.H. Joosten, H.W. Wachter, P.W. Halberstadt, G.J. Zompoli, J.C. Mijnssen, J.J. Verhoeff en G. Duuring junior, makelaars te Rotterdam, als last hebbende van hun meester, zullen, ten overstaan van de heer griffier van de rechtbank van koophandel, na gedane aangifte conform de wet, op dinsdag de 27e maart 1827, des voormiddags ten elf ure, in het notarishuis op de Geldersche kade, publiek presenteren te verkopen: 60 vaten nieuw zwart en 220 vaatjes dito rood rozijn, 450 kistjes nieuwe vijgen, alhier aangebracht per het schip de JONGE MARIA, kapt. C. Tevez, van Smirna en 195 hele en 7 halve boten nieuwe Zantische krenten, alhier aangebracht per het schip de JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, van Cefalonia en dat bij de kavelingen zo als die zijn liggende, als nader bij notities zal worden aangewezen. Nadere onderrichting bij bovengemelde makelaars.
RC 050727
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Marseille, het Nederlandsch galjootschip de JONGE HENDRIKA, kapt. Arij Plug.
Op 24-09-1827 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Arij Plug.
RC 201027
Rotterdam, 19 oktober. De 18e, des morgens, zeilde van Helvoetsluis DE JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, naar Port-Mahon.
OHC 251227
Arrivementen: Te Marseille A. Plug van Port Mahon.
1828
RC 040328
Rotterdam, 3 maart. Van Helvoetsluis wordt van de 1e dezer gemeld, dat de schepen, welke in het gezicht waren, behalve de reeds gemelde, genaamd zijn DE JONGE HENDRIKA (opm: galjoot), kapt. A. Plug, van Bandol; DE HOOP, kapt. J.H. Mugge, van Cette.
AH 080328
Carga-lijsten. Rotterdam, 4 maart. JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, van Bandol met 307 okshoofden wijn.
Op 09-04-1828 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Arij Plug
RC 120428
Rotterdam, 11 april. de 10e , des morgens zeilde, de JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, naar de Oostzee.
STR 190428
Elseneur gepasseerd A. Plug, thuishaven Amsterdam (opm: Rotterdam), van Amsterdam naar de Oostzee.
OHC 070628
Arrivementen: Te Kroonstad A. Plug van Rotterdam.
STR 040828
Elseneur gepasseerd A. Plug, thuishaven Amsterdam, van St. Petersburg naar Amsterdam.
OHC 230828
Vlie, 19 augustus. Binnengekomen A. Plug van Kroonstad.
AH 300828
Carga-lijsten. Amsterdam, 27 augustus. JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, van Petersburg met 1.544 tsetwerts lijnzaad.
RC 300828
Advertentie. Te Amsterdam ligt in lading, naar Marseille, het Nederlands galjootschip de JONGE HENDRIKA, kapt. Arij Plug, om de 15e september aanstaande te vertrekken. Adres ten kantore van Coopman en De Witt en Lenaerts en te Rotterdam ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer.
Op 12-09-1828 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief en een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Arij Plug
RC 201128
Arrivementen: Te Marseille A. Plug (opm: galjoot JONGE HENDRIKA) van Amsterdam in 25 dagen.
1829
RC 040629
Rotterdam, 3 juni. De 2e dezer, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis DE HOOP, kapt. J.H. Mugge en DE JONGE HENDRIKA. Kapt. A. Plug, van Alexandria in Egypte en liggen beide in quarantaine op de rede.
AH 130629
Cargalijst. Rotterdam, 9 juni. JONGE HENDRIKA, A. Plug van Alexandrië in Egypte met een lading lijnzaad. A. van Hoboken
Op 14-09-1829 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Arij Plug.
RC 260929
De 25e, dezer, zeilden van Helvoetsluis MARIA EN ADRIANA, kapt. J. Parlevliet jr., naar Villa Nova; DE JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, naar de Middellandse Zee.
1830
RC 160230
Amsterdam, 14 februari. Het schip DE JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, zou, volgens brief van Alexandria, in Egypte, van de 26e december, de 28e dito van daar naar Rotterdam vertrekken.
RC 090330
Rotterdam, 8 maart. De 7e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis DE JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, van Alexandria, in Egypte en ligt in quarantaine.
RC 180330
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Lissabon, het Nederlands galjootschip JONGE HENDRIKA, kapt. Arij Plug.
Op 23-03-1830 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Arij Plug.
RC 030430
Rotterdam, 2 april. De 2e dezer, des morgens, zeilden uit de Maas DE VROUW MAARTJE, kapt. J. Spanjersberg en DE JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, naar Lissabon.
RC 010630
Rotterdam, 31 mei. De 29e, arriveerde te Helvoet, des morgens, DE JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, van Lissabon.
RC 030630
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Maltha en Alexandrië, het Nederlands brikschip (opm. galjoot) DE JONGE HENDRIKA, kapt. Arij Plug.
Op 19-06-1830 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Arij Plug.
RC 130730
Rotterdam, 12 juli. De 11e dezer, des namiddags, zeilden van Helvoetsluis: DE VLYT, kapt. E.E. de Vries, naar Liverpool; DE JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, naar Alexandria.
RC 111130
Arrivementen: Te Alexandrië A. Plug (opm: galjoot JONGE HENDRIKA) van Rotterdam.
RC 251230
Rotterdam, 24 december. De 22e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis INDUSTRIE, kapt. P. van Duivenboden, van Liverpool; DE JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, van Alexandria in Egypte.
1831
DC 010131
Hellevoetsluis, 25 december 1830. Het schip de JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, is van quarantaine ontslagen.
AH 290131
Cargalijst Rotterdam. JONGE HENDRIKA, A. Plug van Alexandrië met een lading lijnzaad. J. Osy.
RC 050731
Helvoetsluis, 3 juli. Uitgezeild de JONGE HENDRIKA, A. Plug naar de Middellandse Zee.
1832
AH 200332
Hellevoetsluis, 17 maart. Binnengekomen: JONGE HENDRIKA, kapt. A. Plug, van Alexandria, in Egypte; AGENORIA, kapt. A. Howe, van Newcastle, de laatste 2 liggen in quarantaine.
AH 240332
Helvoetsluis, 22 maart. A. Plug van de quarantaine ontslagen.
AH 290332
Cargalijst Rotterdam. JONGE HENDRIKA, A. Plug van Alexandrië met 320 ardebs zout en 262 balen katoen. A. van Hoboken en Zn. 190 balen katoen. W. Bunge en Cie, 200 balen katoen. C.W. van Dam en Cie.
RC 280432
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: naar Marseille, het Nederlands galjootschip JONGE HENDRIKA, kapt. F.W. Meincke, om op 12 mei te worden geëxpedieerd. Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer.
Op 30-04-1832 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief en Turkse Pas aangevraagd voor kapt. F.W. Muncke; dit moet Meincke zijn.
RC 170532
Helvoetsluis, 15 mei. Uitgezeild De JONGE HENDRIKA, F.W. Meincke naar Marseille.
RC 061132
Rotterdam, 5 november. Den 3 dezer, des namiddags, arriveerde te Hellevoetsluis: de JONGE HENDRIKA, kapt. F.W. Meincke, van Smyrna.
AH 131132
Cargalijst Rotterdam. De JONGE HENDRIKA, F.W. Meincke van Marseille met 58 fusten wijn en diverse koopmansgoederen.
RC 201132
Advertentie. De houders der cognossementen over 1 baal TOURNESOL (opm: zonnebloem[pitten]), gemerkt een dubbelden driehoek, P en II en G F aan elkander er onder; 1 Baal SENE GRUIS, gemerkt een driehoek met een haal er door en WC aan elkander er onder, n.° 399; 1 vat CANEFICE, n.° 400, en 1 vat spiritus, n.° 401, alhier aangebracht van Marseille per de JONGE HENDRIKA, Kapitein F.W. Meincke, gelieven zich aan te melden ten kantore van Kuyper, Van Dam en Smeer.
1833
RC 040633
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading, om spoedig te vertrekken:
Naar Konstantinopel en Odessa, het Nederlands galjootschip de JONGE HENDRIKA, kapt. F.W. Meincke. Adres bij de heren Kuyper, Van Dam en Smeer.
Op 22-06-1833 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een zeebrief en Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Floris Rietmeijer.
RC 060733
Rotterdam, 5 juli. De 5e, des morgens, zeilden van Helvoetsluis KORTENAER, kapt. H. Glazener, naar Batavia; de JONGE HENDRIKA, kapt. F. Rietmeyer, naar Konstantinopel
RC 160733
Rotterdam, 15 juli. Kapt. P.C. de Roth, voerende het schip JAPAN, van Batavia en Soerabaya in Texel binnen, heeft de 7e dezer, op de hoogte van Bevesier, gepraaid een kof, tonende Rotterdamse vlag n.º 32, zijnde die van kapt. F. Rietmeyer, voerende het schip DE JONGE HENDRIKA, van Rotterdam naar Konstantinopel.
AH 151033
Het Nederlandse galjoot de JONGE HENDRIKA, kapt. F. Rietmeyer, van Rotterdam naar Odessa bestemd, is de 4e dezer, in de haven van Konstantinopel binnengezeild en wacht slechts naar een gunstige wind om de reis voort te zetten.
1834
DC 080334
Hellevoetsluis, 5 maart. Heden morgen arriveerde uit zee: de JONGE HENDRIKA, kapt. F. Rietmeijer, van Odessa.
RC 130334
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Constantinopel en Odessa, het Nederlands galjootschip JONGE HENDRIKA, kapt. Floris Rietmeyer.
AH 150335
Advertentie. Op den 24sten maart 1834, des namiddags ten twaalf ure precies, zal te Rotterdam, in het Notarishuis, op de Geldersche Kade, aan de meestbiedenden worden verkocht, door de makelaars G. van Alpen, J.B. Breukelman: 62 vaten en 15 vellen gele Russische talk, bij kavelingen van 2 vaten of 2 vellen; en door de makelaars P.J. Cantzelaar, J. De La Porte en C.M. Overgauw: 45 vaten Odessa potasch, bij kavelingen van een vat. Alles van Odessa aangebracht per het schip (opm: galjoot) de JONGE HENDRIKA, kapitein F. Rietmeijer, en liggende als nader zal worden opgegeven. Verdere onderrichting bij genoemde makelaars.
Op 23-04-1834 wordt voor de JONGE HENDRIKA door Anthonij van Hoboken uit Rotterdam een Turkse Pas aangevraagd voor kapt. Floris Rietmeijer.
DC 030634
Hellevoetsluis, 2 juni. Heden morgen zeilden naar zee: Zr. Ms. fregat ROTTERDAM, kapt. luit. Koops, en Zr. Ms. stoomboot SURINAME, kapt. luit. Van Frank, beiden naar Texel; de JONGE HENDRIKA, kapt. T. Rietmeijer, naar Odessa.
OHC 280834
Arrivementen: Te Constantinopel F. Rietmeijer (opm: galjoot JONGE HENDRIKA) van Rotterdam. (opm: zie echter RC 060934)
RC 060934
Rotterdam, 5 september. Van Konstantinopel wordt de 5e augustus gemeld, dat het schip de JONGE HENDRIKA, kapt. F. Rietmeyer, van Rotterdam derwaarts bestemd, nog niet aldaar was aangekomen, zo als abusievelijk is bericht geworden. (opm: zie OHC 280834 en AH 100135)
1835
AH 100135
Odessa, 12 december 1834. De kof (opm: galjoot) de JONGE HENDRIKA, kapt. F. Rietmeijer alhier in oktober aangekomen met loodwit, suiker, kaas, enz. is de 2e december naar Rotterdam vertrokken, met talk, potasch, hennep, wol, ossenhuiden, hoorns, enz.
De kooplieden te Odessa, welke reeds enige zaken met Holland gedaan hebben, gaan voort met van deze handel veel goeds te verwachten.
RC 240235
Rotterdam, 23 februari. De 22e, des morgens, arriveerde te Helvoetsluis de JONGE HENDRIKA, kapt. F. Rietmeyer, van Odessa.
AH 030335
Helvoetsluis, 28 februari. Kapt. Rietmeyer is naar het Hitschersche Gat op gezeild. (opm: quarantaine plaats)
AH 170335
Cargalijst Rotterdam. De JONGE HENDRIKA, kapt. F. Rietmeyer van Odessa met 100 vaten talk, 60 vaten potasch, 595 bladen koper, 281 balen hennepzaad. A. van Hoboken en Zoon.
RC 210335
Advertentie. P.J. Cantzelaar, J. De La Porte en C.M. Overgauw, makelaars te Rotterdam, zullen op vrijdag den 27 maart 1835, des voormiddags ten elf ure in het Notarishuis, op de Gelderschekade, publiek verkopen: 60 vaten Odessa potasch, direct aangevoerd per het schip (opm. galjoot) JONGE HENDRIKA, kapitein F. Rietmeyer. Nadere onderrichting bij bovengemelde makelaars.
RC 060635
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam, als last hebbende van hun meesters, zijn voornemens op dinsdag de 23e juni 1835, des namiddags ten vier ure, in het lokaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A, n.º 458, te veilen het Nederlands galjootschip de JONGE HENDRIKA, laatst gevoerd bij kapt. F. Rietmeyer, lang 25,45 ellen, wijd 5,02 ellen, hol 2,88 ellen en alzo groot 163 tonnen, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve is liggende in de Wijnhaven nabij de Jufvrouwstraat.
Vermoedelijk was de staat van de JONGE HENDRIKA inmiddels zodanig (in de advertentie werd geen kwalificatie meer aangegeven), dat er geen gegadigden waren om er nog weer ‘zee mee te gaan bouwen’. Bovendien was de economische situatie al enkele jaren slecht en waren de vooruitzichten niet erg hoopvol.
Nadat het schip was onttuigd werd het hol, dwz het casco, op 7 juli opnieuw geveild. Dit keer werd een onbekende koper gevonden, waarna de reeds op 22 juni vervallen zeebrief op 27 juli via de Ontvanger der Rechten en Accijnzen te Rotterdam naar Den Haag werd verzonden waar het document op 31 juli vervallen werd verklaard.
DC 040735
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam en F.N. Montauban van Swijndregt, Makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag 7 juli 1835, des namidags ten 4 ure, in het Lokaal, op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A no. 458, publiek te veilen het hol van het Nederlandse galjootschip de JONGE HENDRIKA (opm: gebouwd Stettin 1786, mogelijk eerder, laatstelijk kapt. F. Rietmeijer), lang 25,45 el, wijd 5,02 el, hol 2,88 el, en alzo groot 163 tonnen, benevens deszelfs scheepsgereedschappen, bestaande in ankers, kettingkabel, touwen, zeilen, rondhout, draaibassen, enz., zo als alles bij kavelingen genummerd zal liggen, het hol in de Wijnhaven, nabij de Jufferstraat, en de goederen op de kade voor hetzelve; zullende daags vóór en op de dag der veiling door een ieder kunnen worden bezichtigd. (opm: koper onbekend, schip ongetwijfeld gekocht voor de sloop)