Inloggen
Gezagvoerder

Oostero(o)m, Antonie van

Naam: Oostero(o)m, Antonie van
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 6
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
CHINA 1845 Bark Sailing Vessel 10607 Bekijk schip
THEODORA EN SARA 1837 Bark Sailing Vessel 9682 Bekijk schip
THEODORA EN SARA 1837 Bark Sailing Vessel 9682 Bekijk schip
JAVA'S WELVAREN 1835 Bark Sailing Vessel 17715 Bekijk schip
GELDERLAND 1850 Bark Sailing Vessel 14309 Bekijk schip
JULIE CLAIRE 1852 Bark Sailing Vessel 14472 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Antonie van Oosteroom werd geboren te Amsterdam op 24 januari 1815.

Hij huwde op 14 april 1842 te Amsterdam met Louisa Francisca Martens, geboren te Amsterdam 04 oktober 1814 en overleden in oktober 1871. 003 en 118.

Antonie overleed op 23 november 1865 te Soerabaja.

Anthon van Oosteroom woonde op de Oudeschans 23 te Amsterdam. Hij werd geboren op 24 januari 1815 te Amsterdam. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098.

In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchief wordt vermeld de koopvaardijkapitein Anthonie van Oosteroom, geboren 24 januari 1815 te Amsterdam, Nederlands Hervormd, vanaf 1859 wonend in de Grote Kattenburgerstraat 743, Amsterdam.

Algemeen Handelsblad 16 januari 1865114

Advertentie. Heden ontving ik de treurige tijding, dat mijn geliefde echtgenoot Antonie van Oosteroom, in leven gezagvoerder van het barkschip HERMAN, de 23e november j.l. te Soerabaya plotseling in de ouderdom van ruim 49 jaren is overleden. Hoe smartelijk mij dit verlies treft, met mijn drie kinderen, zal een ieder kunnen beseffen, die de overledene in zijn braaf en werkzaam leven hebben gekend.

Amsterdam, 12 januari 1865                         Wed. A. van Oosteroom, L.F. Martens

 

Antonie van Oosteroom werd op 30 augustus 1828 door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling “ingenomen”004(532/1654). Hij was toen 146 duim lang en van gereformeerde afkomst. Zijn ouders waren Willem van Oosteroom, schippersknecht en Alida Paulusse.

Van zijn vorderingen werd in de periode 1829-1833 een drie-maandelijkse rapportage bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, engels en frans), scheepswerk en tekenen. Hierin zijn geen bijzondere gebeurtenissen gemeld. Voorts wordt meegedeeld:

“ 1 october 1831  aangenomen tot Lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door pred.Wunder

13 octob 1831  geplaatst als kajuitwachter op het schip Amsterdam Capt.C.Abrahams naar Suriname voor Amsterdam, Gagie    ¦10,-

22 Junij 1832  terug van de Reis met goede attestatie

18 october 1832  geplaatst als ligtmatroos op het schip de Hoop van Alblasserdam  Capt.Meyer naar Batavia van Rotterdam    ... 16 Maart 1834  terug van de reis met goede attestatie

19 dito  eervol ontslagen”.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.van Oosterom (adres Warmoesstraat) werd met vlagnummer 669 effectief lid van Zeemanshoop per 12 december 1843 op voordracht van J.Schut. Zijn schip was de “Theodora & Sara”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren van Oosteroom en zijn vrouw 28 resp. 29 jaar. Ingeschreven staat 1 dochter uit 1843002a.

In de Algemene Vergaderingen van 05/12 december 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Antonie van Oosterom, oud 28 jaar, voerend de bark “Theodora en Sara”, wonende in de Warmoesstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Schut.023.

 

Hij was deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1848.003

  1. van Oosteroom was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1843 t/m 1864 met vlagnummers 668 (1843 t/m 1854) en 307 (1854 t/m 1864).

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 februari 1865 verzoekt de wed. A. van Oosteroom om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 30 maart 1865 wordt toegekend ingaand 01 februari 1865 voor haar en een kind.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 april 1865 staat vermeld dat per 01 februari 1865 een uitkering in de 1e klasse is uitgekeerd aan de wed. A. van Oosteroom, geboren Martens voor haar en 2 kinderen.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren             type           scheepsnaam              naam reder/boekhouder

       669                        1843-1844        bark           Theodora Sara            B.W.van Straten te Amsterdam

                                      1845-1846        bark           Theodora Sara            wed.W.van Starckenborg van Straten

                                      1848-1851        bark           Java’s Welvaren        idem

                                      1852-1853        bark           Gelderland                  G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam

       307                        1854-1863        bark           Julie Claire                  idem

                                           1864             bark           Herman                       Rutgers & Hissink te Amsterdam

                                           1864           “overleden

 

De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116

Naam                       Schip                                     Periode                 Aantal reizen                   Diensttijd

  1. van Oosterom Theodora & Sara (2de) 1843-1847                     4

                                   Java’s Welvaren                  1847-1848                     1

                                   Theodora & Sara (2de)        1848-1850                     1

                                                                                                                           6                                      7

 

Bouma025 vermeldt A. van Oostero(o)m als gezagvoerder gedurende:

*    1845 t/m 1847 op de bark “Theodora en Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;

*    1848 t/m 1849 op de bark “Java’s Welvaren”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 470 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;

*    1850 t/m 1852 op de bark “Theodora en Sara” (zie hiervoor) maar nu varend voor de Wed. B.W. van Starckenborgh van Straten te Amsterdam. Toegevoegd is: “Overzeild in het Kanaal. Bemanning n. Plymouth”;

*    1853 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;

*    1854 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;

*    1856 t/m 1863 op de bark “Julie Claire”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 446 ton o.m., varend voor G.W. van Barneveld Kooij te Amsterdam. Toegevoegd is “Overzeild”.

*    1865 op de bark “Herman” ex China, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam. Toegevoegd is: “Verkocht naar Noorwege. Gestrand op de NL kust.”.

(deze gegevens en die uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 - zie hiervoor - verschillen enigszins. Welke de juiste zijn weet ik niet).

 

“Heden 21 Aug. 1851 is aan de werf de Boot, bij de scheepsb.meester F.F.Groen alhier (As.dam) de kiel gelegd voor een nieuw te bouwen barkschip, groot 250 rijkslasten, hetwelk zal worden genoemd JULIE CLAIRE voor rekening van den Heer G.W. van Barneveld Kooij en Reeder.”038.

 

“Amsterdam 2 april 1852. Heden n.m. ten half 2ure is van de werf de Boot van den scheepsb.meester F.F.Groen i/d Groote Wittenburgerstr. alhier met goed gevolg te water gelaten het Barkschip JULIE CLAIRE groot 250 last voor rekening eener reederij onder Directie van de Heer G.W. van Barneveld Kooij As.dam.”

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

  1. van Oosterom Julie Claire 07 december 1858          08 januari 1861

                                                  Julie Claire                               25 juni 1861                     24 mei 1862

                                                  Julie Claire                               25 juli 1862                      07 juni 1863

                                                  Julie Claire                               30 augustus 1863            overzeild en gezonken

 

Overige bijzonderheden

A.van Oosteroom vertrok per 28 september 1854 met de Gelderland vanuit Nieuwediep met aan boord drie landmacht officiereneen voor het N.I.-leger065.

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de vermelding080:

01 januari 1864 op 1o NBr op weg naar Nieuwe Diep:

“… we praaiden juist die dag de Clio kapt. Wijnmalen, die van Amsterdam komende ons bekent maakte met het verlies van de Julie Claire welk schip voor ons Kantoor voer en door Kapt. van Oosterom gevoerd was … “.

 

Op 16 juni 1840 kwam bij de burgemeester van Nieuwe Pekela binnen een extract uit een scheepsjournaal van de bark “Theodora Sara”, kapitein Jan Schut, waarbij de stuurman A. van Oosterom en de onderstuurman K.Pool verklaarden dat op 11 april 1840 op de reis van Batavia naar Amsterdam de matroos Hindrik Siebes Groeneveld “in een staat van zinneloosheid overboord gesprongen en verdronken is, …”115

 

NRC 01 frebruari 1852114

Rotterdam, 31 januari. Men leest in de Staats-Courant het volgende:

Reeds vroeger is medegedeeld, dat op de 17e december jl. het Nederlandse koopvaardijschip (opm: zie NRC 221251) THEODORA EN SARA, kapitein A. van Oosteroom, geconsigneerd aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij, op de terugreis van Batavia naar Amsterdam in het Britsch Kanaal door het Britse koopvaardijschip CORINTHIAN overzeild en ten gevolge daarvan gezonken was. De kapitein benevens de passagiers en het scheepsvolk werden echter gered en aan boord van evengenoemd Britsch schip behouden te Plymouth aan land gebracht.

De heer Luscombe, Nederlands consul in die haven, kennis genomen hebbende van de bijzonderheden, welke bij dit voorval hadden plaats gehad, en bespeurende dat er door de CORINTHIAN toebereidselen gemaakt werden om wederom in zee te steken, oordeelde het nodig onverwijld pogingen in het werk te stellen tot verkrijging van arrest op dat schip. Hij liet zich daarvan niet terughouden door de weigering van de Londense correspondenten der reders van de THEODORA EN SARA om de gevolgen daarvan voor hunne rekening te nemen, en nam dus de verantwoordelijkheid op zich van het gevraagd arrest, waartoe het bevel van het hof der admiraliteit niet lang achterbleef.

De reders van het verongelukte schip maakten evenwel zwarigheid de handeling des consuls goed te keuren, hetzij dat zij zich niet durfden verlaten op hun goed recht, hetzij om andere reden, en werd de consul door hen aangeschreven om het arrest te doen opheffen en het Britse schip vrij te stellen van alle vervolging.

De heer Luscombe, de ganse toedracht der zaak kennende, en zich volkomen in staat achtende om daarover een juist oordeel te vellen, heeft dan ook niet geaarzeld de verantwoordelijkheid der zaak geheel op zich te nemen en op de ingeslagen weg te volharden, en hij heeft dien ten gevolge het genoegen mogen smaken zijne loffelijke en welberaden pogingen met zodanig gunstig gevolg bekroond te zien, dat de reders van het schip CORINTHIAN, ten gevolge ener schikking met hem, deze zaak hebben afgemaakt met betaling ener som van GBP 1050. Door deze handelswijze van de heer Luscombe zijn alzo de belanghebbenden te Amsterdam, ondanks hen zelve in bezit gesteld van een som, na aftrek der onkosten, van ruim NLG 10.000.