Inloggen
Gezagvoerder

Nijboer, A.R.

Naam: Nijboer, A.R.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ORANJE NASSAU 1884 Vracht-/passagiersschip Steamship 4944 Bekijk schip
PRINS WILLEM I 1890 Vracht-/passagiersschip Steamship 5302 Bekijk schip
VAN RENSSELAER 1920 Vracht-/passagiersschip Steamship 6903 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.R.Nijboer als gezagvoerder gedurende:

*    1897 t/m 1899 van het schroefstoomschip “Oranje Nassau”, gebouwd in 1883 te Amsterdam, 1100 ton n.m., varend voor de Koninklijke West-Indische Mail-Dienst te Amsterdam;

*    1900 van het stalen schroefstoomschip “Prins Willem”, gebouwd in 1890 te Stockton, 1723 ton n.m., varend voor de Kon.W.I.Maildienst (1882) te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het tijdschrift “De Zee”, jg.1893, p.111, staat vermeld dat A.R.Nijboer in februari 1893 het diploma eerste stuurman, Groote Stoomvaart A heeft behaald.

In het tijdschrift “De Zee”, Jg.1901, p. 15-20 staat een vonnis van de Raad van Tucht voor de koopvaardij inzake de stranding van het ss. “Prins Willem I” onder kapitein A.R.Nijboer.

Op grond van diverse documenten en getuigenverklaringen komt de Raad tot een weergave van de volgende gebeurtenissen. Het schip vertrok op 19 juli 1900 vanaf de pier van Brooklin in New York met bestemming Cap Haïtien. Het lading van het schip was “goed gegarneerd en gestuwd, de luiken ieder van drie persennings, de masten van dubbele kragen voorzien, reddings- en brandblusmiddelen tot inmiddellijk gebruik gereed, stuurgerei, telegraaf, machines, ketels en lensinrichtingen in volmaakte orde, eene voldoende provisie, steenkolen, drinkwater en levensmiddelen aan boord en de equipage gezond en voltallig, zoodat genoemd schip volkomen zeewaardig was voor de te ondernemen reis.” In de nacht van 20 op 21 juli werd Cape Hatteras gepasseerd en vandaar koers gezet op e Caicos-passage om door deze Cap-Haïtien te bereiken. Onderweg was het weer goed en werd voordurend bestek opgemaakt. Op de 24ste bemerkte de kapitein een dwarse streep voor de boeg als van een branding. Hij verordonneerde volle kracht achteruit, maar het schip stoote een paar maal en bleef toen vastzitten. Er werden onmiddellijk diverse adaequate reddingsmaatregelen genomen en er werd geprobeerd vlot te komen, maar tevergeefs. Men constateerde vervolgens dat het schip was gestrand op het oostrif van het eiland Mariquana. Het schip geraakte lek en via een te hulp gekomen stoomboot werd zoveel mogelijk lading geborgen en werden passagiers en bemanning aan land gebracht.

“De gezagvoerder heeft, gelijk uit deze feiten blijkt, zijn koers niet genomen over San-Salvador en vervolgens door de Crooked-Island-passage, doch Oostelijk daarvan buitenom, om vervolgens door de Caicos-passage te varen.. Hij hoopte … daarmede een voordeel van 31 Engelsche mijlen te verkrijgen.” Op grond van de weersomstandigheden en de sterwaarnemingen meende hij deze doorvaart te mogen wagen. ”Naar het oordeel van den Raad zijn dit daden van minder goede zeemanschap, waardoor de stranding is veroorzaakt.” De Raad achtte zijn vertrouwen in de sterwaarnemingen niet optimaal. Hij werd geschorst in zijn bevoegdheid als gezagvoerder voor een periode van zes weken en moest de kosten van de uitspraak, f 23,05, betalen.