Inloggen
VAN RENSSELAER - ID 6903


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1920
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Categorie: Passenger-/cargo vessel
Voorstuwing: Steamship
Type: Vracht-/passagiersschip
Type Dek: Full scantling
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Nederlandsche Scheepsbouw-Maatschappij, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Werfnummer: 149
Launch Date: 1919-05-28
Delivery Date: 1920-01-08
Technical Data

Engine Manufacturer: Nederlandsche Fabriek van Werktuigen & Spoorwegmaterieel N.V, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Motor Type: Steam, Triple Expansion
Number of Cylinders: 3
Power: 2400
Power Unit: IHP (IPK)
Eng. additional info: 25, 39 & 67-47,5.
Speed in knots: 12
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 4299.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 2665.00 Net tonnage
Deadweight: 3730.00 tons deadweight (1016 kg)
Grain: 187000 Cubic Feet
Bale: 182000 Cubic Feet
 
Length 1: 108.97 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 104.24 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 14.53 Meters Registered
Depth: 7.39 Meters Registered
 
Passengers:
1st 2nd 3rd Steerage Deck Total
64 25 24 0 184 297
Configuration Changes

Datum 00-00-1939
Type: Rebuilt
Omschrijving: Begin 1939 verbouwd en gemoderniseerd.
Afmetingen nu: 4241B, 2543N, ....Dw. - 67 pass. 1e Klas, 20 pass. 2e Klas.

Ship History Data

Date/Name Ship 1920-01-08 VAN RENSSELAER
Manager: Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij N.V., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Koninklijke West-Indische Maildienst, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PRGB

Date/Name Ship 1927-01-31 VAN RENSSELAER
Manager: Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij N.V., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij N.V., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PRGB
Additional info: Call sign since 1934: PIDQ.

Ship Events Data

1918-00-00: Aanvankelijk PRINS WILLEM III
1919-05-28: AH 280519
Heden werd van de werf van de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij met goed gevolg te water gelaten het stalen vracht- en passagiersstoomschip VAN RENSSELAER, in aanbouw voor de Koninklijke West-Indische Maildienst te Amsterdam. De hoofdafmetingen zijn: Lengte tussen de loodlijnen 342’-0’’, grootste breedte 37’-6’’, holte tot opperdek 26’-9’’, displacement bij een gemiddelde diepgang van 20’-6’’, 6.650 ton (à 1.016 kg.) Het schip is gebouwd volgens de voorschriften van de hoogste klasse van Bureau Veritas, en tevens volgens ‘Het Internationale verdrag voor beveiliging van Mensenlevens op Zee’ en heeft kampanje-, brug-, bak-, promenade- en sloependek. Voor het behandelen van de lading zijn aanwezig vier laadruimen en dienen acht stoomlieren. Het biedt ruimte voor 50 eerste klasse en twintig tweede klasse passagiers.
Zes grote reddingsboten bieden voldoende ruimte om in geval van nood alle opvarenden te kunnen opnemen. Het schip is voorzien van een inrichting voor draadloze telegrafie; verder bevindt zich op het sloependek een motorinstallatie voor noodverlichting.
De voortbeweging geschiedt door een triple-expansie stoommachine van 2.415 ipk, die het schip een snelheid zal geven van twaalf knopen per uur. Stoom wordt geleverd door drie Schotse ketels, elk met drie vuren. De kolenbunkers kunnen ingericht worden voor het meevoeren van vloeibare brandstof. De gehele machine-installatie wordt vervaardigd door de Nederlandsche Fabriek van Werktuigen- en Spoorwegmaterieel te Amsterdam.
Het schip wordt geheel elektrisch verlicht, welk werk wordt uitgevoerd door de firma Groeneveld van de Poll Co., te Amsterdam.
De versiering van de passagiersverblijven zal worden uitgevoerd gedeeltelijk door de firma Mutters & Zn., te ’s-Gravenhage en gedeeltelijk door de werf zelf. Het schip is gebouwd naar de plannen en onder toezicht van de heer M.A. Cornelissen, scheepsbouwkundige ingenieur te Amsterdam, de machines worden gebouwd onder toezicht van de heer J.A. Lambrechtsen, werktuigkundig ingenieur van de Koninklijke West-Indische Maildienst.
Het te water laten geschiedde door mevrouw A. Hudig-Rotgans, echtgenote van de directeur van de Koninklijke West-Indische Maildienst, en had een vlot verloop.
1927-03-07: Liggende te Amsterdam voorzien van een nieuw brandmerk: 386 Z AMST 1927
1940-05-13: Final Fate:
Vertrokken van Amsterdam om aan de Duitsers te ontkomen. Even buiten de Buitenhaven van IJmuiden liep het schip echter op 13 mei 1940 op een Duitse magnetische mijn. Zij kon nog in zinkende toestand op de noordzijde van de zuiderpier aan de grond gezet worden. Dezelfde en de volgende dag werd de VAN RENSSELAER daar door Duitse vliegtuigen bestookt en werd geheel wrak.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt A.R.Nijboer als gezagvoerder gedurende:

*    1897 t/m 1899 van het schroefstoomschip “Oranje Nassau”, gebouwd in 1883 te Amsterdam, 1100 ton n.m., varend voor de Koninklijke West-Indische Mail-Dienst te Amsterdam;

*    1900 van het stalen schroefstoomschip “Prins Willem”, gebouwd in 1890 te Stockton, 1723 ton n.m., varend voor de Kon.W.I.Maildienst (1882) te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het tijdschrift “De Zee”, jg.1893, p.111, staat vermeld dat A.R.Nijboer in februari 1893 het diploma eerste stuurman, Groote Stoomvaart A heeft behaald.

In het tijdschrift “De Zee”, Jg.1901, p. 15-20 staat een vonnis van de Raad van Tucht voor de koopvaardij inzake de stranding van het ss. “Prins Willem I” onder kapitein A.R.Nijboer.

Op grond van diverse documenten en getuigenverklaringen komt de Raad tot een weergave van de volgende gebeurtenissen. Het schip vertrok op 19 juli 1900 vanaf de pier van Brooklin in New York met bestemming Cap Haïtien. Het lading van het schip was “goed gegarneerd en gestuwd, de luiken ieder van drie persennings, de masten van dubbele kragen voorzien, reddings- en brandblusmiddelen tot inmiddellijk gebruik gereed, stuurgerei, telegraaf, machines, ketels en lensinrichtingen in volmaakte orde, eene voldoende provisie, steenkolen, drinkwater en levensmiddelen aan boord en de equipage gezond en voltallig, zoodat genoemd schip volkomen zeewaardig was voor de te ondernemen reis.” In de nacht van 20 op 21 juli werd Cape Hatteras gepasseerd en vandaar koers gezet op e Caicos-passage om door deze Cap-Haïtien te bereiken. Onderweg was het weer goed en werd voordurend bestek opgemaakt. Op de 24ste bemerkte de kapitein een dwarse streep voor de boeg als van een branding. Hij verordonneerde volle kracht achteruit, maar het schip stoote een paar maal en bleef toen vastzitten. Er werden onmiddellijk diverse adaequate reddingsmaatregelen genomen en er werd geprobeerd vlot te komen, maar tevergeefs. Men constateerde vervolgens dat het schip was gestrand op het oostrif van het eiland Mariquana. Het schip geraakte lek en via een te hulp gekomen stoomboot werd zoveel mogelijk lading geborgen en werden passagiers en bemanning aan land gebracht.

“De gezagvoerder heeft, gelijk uit deze feiten blijkt, zijn koers niet genomen over San-Salvador en vervolgens door de Crooked-Island-passage, doch Oostelijk daarvan buitenom, om vervolgens door de Caicos-passage te varen.. Hij hoopte … daarmede een voordeel van 31 Engelsche mijlen te verkrijgen.” Op grond van de weersomstandigheden en de sterwaarnemingen meende hij deze doorvaart te mogen wagen. ”Naar het oordeel van den Raad zijn dit daden van minder goede zeemanschap, waardoor de stranding is veroorzaakt.” De Raad achtte zijn vertrouwen in de sterwaarnemingen niet optimaal. Hij werd geschorst in zijn bevoegdheid als gezagvoerder voor een periode van zes weken en moest de kosten van de uitspraak, f 23,05, betalen.

 

 

Datum vanaf: 1919
Kapitein: Nijboer, A.R.

Familiegegevens en opleiding

 

Daniel werd geboren op 28 jan. 1878 te Amsterdam als z.v. Jan Klok (boekhouder) en Anna Jacoba Koedijk.

De moeder overleed in okt 1887 en Daniel werd geplaatst in het Burgerweeshuis te A’dam.

D. trouwde op ??  met Maria Luise Emilie Lück (geb. 06.11.1887 te Stettin) d.v. Franz Lück (stuwadoor) en Luise Redtmann.

Maria Luise Emilie Lück overleed op 03.03.1928 te Haarlem (40).

D. (51) hertrouwde op 24 mei 1929 te Heemstede met Maria Hendrika Dominica Wilhelmina Kievits (47) – geb. te Amsterdam – d.v. Josephus Johannes Kievits en Francisca Hendrika Holm. 

Maria Hendrika Dominica Wilhelmina Kievits overleed op 12.02.1960 te Heemstede (78).

Daniel overleed op 07 sept.1963 te Heemstede (85). (overlijden-advertentie in het Alg. H.blad van 10.09.1963)

 

Levensloop

Daniel werd op 7 augustus 1893 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

Zijn voogd was J.F. Westerhoff en toeziend voogd J.B. Paris, makelaar wonende Noorderstraat, A’dam.

De bepalingen werden getekend door H.H. Regenten van het Burgerweeshuis te Amsterdam.

Op 05 sept. 1896 werd hij geplaatst als stuurmansleerling op het s.s. MARS, kapt. Binkhorst. Gage F 10,- 

13 jan. 1897 terug van de reis met goed attest. Jan. 1897 geplaatst op hetzelfde schip en terug van de reis op 14 mei 1897. 18 mei 1897 geplaatst op hetzelfde schip en 09 sept. 1897 terug van de reis met goed attest. 23 dec. 1897 voldoend examen afgelegd als 3e stuurman voor de Grote Stoomvaart met 3 talen. Eervol ontslagen met goed attest voor bekwaamheid, goed gedrag en goede getuigschriften.

Daniël ging varen bij de K.N.S.M. en doorliep alle rangen op diverse schepen van deze Maatschappij, waarna hij als kapitein op diverse schepen voer. In 1920 kreeg hij voor het eerst het bevel over een passagiersschip. In 1930 werd hij gezagvoerder en commodore van de vloot toen hij het gezag kreeg over het nieuwgebouwde passagiersschip COLOMBIA. Waarop hij op 1 april 1938, na 42 jaar in dienst van de K.N.S.M. en 18 jaar op de COLOMBIA gevaren te hebben op 60-jarige leeftijd met pensioen ging. Hierna heeft deze kapitein nog wel als proefvaart gezagvoerder van Amsterdamse nieuwbouwschepen gevaren, o.a. op de proefvaart van de VIACHESLAV MOLOTOV, een schip voor Russische rekening dat gebouwd werd door de Nederlandsche Scheepsbouw Mij. te Amsterdam.

Kinderen

Frans Daniel – geb. 09.02.1912 te A’dam
Jacoba Luise – geb. 09.02.1912 te A’dam
 

De schepen van de kapitein

 

*   09/1912 – 10/1913  Gezagv. van het s.s. JUNO                – geb. in 1908

*   10/1913 – 12/1913  Gezagv. van het s.s. VESTA             – geb. in 1907

*   12/1913 – 07/1914  Gezagv. van het s.s. JUNO                – geb. in 1908

*   07/1914 – 04/1915  Gezagv. van het s.s. BACCHUS        – geb. in 1911

*   04/1915 – 10/1916  Gezagv. van het s.s. AMOR               – geb. in 1911

*   01/1916 – 01/1917  Gezagv. van het s.s. MERCURIUS   – geb. in 1909

*   01/1917 – 02/1918  Gezagv. van het s.s. CALYPSO        – geb. in 1911

*   02/1918 – 08/1920  Gezagv. van het s.s. SATURNUS     – geb. in 1909

*   08/1920 – 01/1921  Gezagv. van het s.s. TRITON            – geb. in 1913

*   01/1921 – 09/1921  Gezagv. van het s.s. JAN VAN NASSAU  – geb. in 1913

*   09/1921 – 04/1922  Gezagv. van het s.s. VAN RENSSELAER – geb. in 1920

*   04/1922 – 07/1922  Gezagv. van het s.s. STUYVESANT          – geb. in 1918

*   07/1922 – 12/1927  Gezagv. van het s.s. VAN RENSSELAER – geb. in 1920

*   12/1927 – 09/1930  Gezagv. van het s.s. VENEZUELA            – geb. in 1915

*   09/1930 – 04/1938 van het ms COLOMBIA                              – geb. in 1930

Ingaande 1 april 1938 gepensioneerd. Pensioen bedraagt f 2.400,- per jaar.

Foto Collectie Nat. Archief 
 

AH 23.10.1930 

Verslag van de proefvaart van het m.s. COLOMBIA – gezagvoerder D. Klok.

 

AH 14.10.1932

COLUMBIA EERT EEN NEDERLANDSCHEN GEZAGVOERDER. Militair ordeteken uitgereikt aan kapitein D. Klok van het m.s. „Colombia”.

Men schrijft ons uit Santa Marta: Op 14 September jl. is alhier aan de heer D. Klok, gezagvoerder van het motorschip COLOMBIA van de K. N- S. M. het ordeteeken van officier in de „orden de la cruz de Boyaca" uitgereikt, welke onderscheiding hem de regering van de republiek Columbia had toegekend. De 17e december 1930, toen de COLOMBIA op haar eerste reis Santa Marta aandeed als eerste passagiersschip in de „Colon-Lijn", was de dag, waarop het honderd jaar was geleden, dat Simon Bolivar, de vrijheidsheld van deze landen (Columbia, Venezuela, Ecuador, Bolivia) gestorven was, welk feit in Columbia plechtig werd herdacht en bij welke gelegenheid de president van Columbia gast was aan boord en door de etat-major werd deelgenomen aan de plechtigheid, welke voor een deel in en nabij het huis, waar Simon Bolivar had geleefd, zich afspeelde. Op 14 september jl. heeft kapitein Klok, vergezeld van de etat-major uit naam van het Nederlandsche volk een krans gelegd aan de voet van het standbeeld van Simon Bolivar. Des namiddags werd hem het ordeteken uitgereikt. Daar deze decoratie een militaire is, waren vele officieren en troepen in militair verband aanwezig. Na deze plechtigheid was er een officiële receptie aan boord, gevolgd door een officieel diner, terwijl de avond met een bal werd besloten.

 

AH 02.03.1938

Commodore van de vloot der K.N.S.M. verlaat de dienst. Gistermiddag beëindigde kapitein D. Klok, gezagvoerder van het motorschip COLOMBIA, zijn laatste reis van Amsterdam naar de West en terug. EEN GELUKKIGE VAART, 42 JAAR LANG! Zonder kaarten eens den Atlantische Oceaan overgestoken. 

Toen gistermiddag om kwart voor tweeën het motorpassagiersschip COLOMBIA veilig en wel aan de Surinamekade gemeerd lag en kapitein D. Klok zich van de brug af weer kon terugtrekken in zijn geriefelijke ruime hut, die nu de gebruikelijke wandversieringen miste, moet het hem wel heel even vreemd te moede zijn geworden: de 98e reis van West-Indië naar Amsterdam was voltooid en hij wist, dat het zijn laatste zou zijn. Over twee weken nl. gaat de commodore van de vloot van de K.N.S.M. van zijn pensioen genieten. Na bijna 42 dienstjaren geeft de thans zestigjarige gezagvoerder zijn werk over in de handen van zijn opvolger. Kapitein Klok is het type van de robuuste, rondborstige zeeman: zwaar gebouwd, gebruinde kop, weerbarstige haren. Zo is hij in de loop der jaren geworden, zo hebben duizenden passagiers van de mailboten van de K.N.S.M. hem gezien, zo hebben zeer velen van de waterkant in talrijke havens hem leren kennen. Maar zo is hij natuurlijk niet altijd geweest. Vijftig jaar geleden was de thans scheidende commodore een van de jeugdige bewoners van het Amsterdamse Burgerweeshuis: een kleine jongen, die zeeman wilde worden en... die het zou worden! Want vijf jaar later werd zijn naam geschreven in het leerlingen-register van de Kweekschool voor de Zeevaart hier ter stede. Dit was het begin van de lange levensweg, die een eervolle loopbaan zou worden. 

Van stuurmansleerling.... Drie jaar later verliet de toen achttienjarige stuurmansleerling D. Klok de school om op een vrachtschip van de K.N.S.M. zijn eerste reis te gaan maken. In september 1896 leerde hij de praktijk van het zeemansleven kennen; het was een praktijk, die hem niet afschrikte. Integendeel! De jonge Klok bleek een zeeman in hart en nieren te zijn. Hij deed zijn werk goed, hield met vrucht zijn studie bij en doorliep de achtereenvolgende rangen in een betrekkelijk snel tempo. Op 12 oktober 1909 immers, dertien jaar na zijn eerste reis, had hij reeds de kapiteinsrang behaald. 

Eén-en-dertig jaar was hij toen nog maar. Van die dag af was het schip, waarop hij voer, zijn schip. Onder zijn bekwame leiding trok het van haven tot haven, langs de kusten van de Oostzee en van de Middellandse Zee, naar Afrika en naar Centraal- of Zuid-Amerika. Overal kwam hij zo langzamerhand. D.w.z. overal behalve in de Oost. Daar plegen de schepen van de vloot van de K.N.S.M. niet naar toe te varen en aangezien kapitein Klok zijn heil nimmer bij een andere maatschappij heeft gezocht, is hij zijn ganse leven aan deze zijde van de aardbol gebleven. Wat ondertussen niet wegneemt, dat hij een respectabel aantal havens en landen en volkeren heeft leren kennen. Ook tijdens de oorlogsjaren bleef hij zijn schepen van de ene haven naar de andere brengen. Plezierig was het niet altijd in die dagen en gemakkelijk nog minder, maar elke reis werd toch zonder ongelukken volbracht. Eén keer gebeurde het, dat hij zonder kaarten Huelva moest verlaten met bestemming Baltimore; op het laatste ogenblik had de rederij opdracht gegeven de route te wijzigen. Zij stuurde alle benodigde papieren, maar geen kaarten. En die waren er ook nergens te krijgen, afgezien dan van een zeilvaart voor de Spaanse kust. Zo werd dan deze avontuurlijke reis over de Atlantische Oceaan aanvaard zonder het meest onmisbare hulpmiddel, dat de zeeman doorgaans ten dienste staat. „Ik voelde mij alsof ik de reis van Columbus herhalen moest", zei kapitein Klok toen hij ons daarover het een en ander vertelde. „En gelukte het?" vroegen wij. „Wij kwamen kalm voor Baltimore aan, maar wij lieten de loods veiligheidshalve verder buitengaats komen dan hij ooit geweest was. De man begreep er niets van, maar toen wij hem in de kaartenkamer brachten, werd het hem duidelijk." De oorlog ging voorbij en de wereldscheepvaart herstelde zich van haar ontwrichtingen. Kapitein Klok bleef varen. Lange reizen maakte hij soms, van acht & negen maanden. En meermalen was hij niet langer dan twee of drie dagen tussen reizen in te Amsterdam. Zo naderde 1920, het jaar waarin de Maatschappij voor het eerst een passagiersschip aan de hoede van kapitein Klok toevertrouwde. Dit betekende tevens, dat hij van dat ogenblik af op de West zou blijven varen in geregelde dienst. Het leven van de aarts zwerver werd daarmee in meer regelmatige banen geleid. ....tot commodore! Van dat jaar af volgden de reizen elkaar op met de regelmaat van — de woordspeling zij niet misverstaan — een klok. Volgens een vast rooster uit en thuis, op de datum, ja dikwijls zelfs op het uur nauwkeurig in de tussenhavens. Kapitein Klok werd allengs in de vele Zuid- en Centraal-Amerikaanse havens, die de mailboten van de K.N.S.M. aandoen, een geziene figuur. Hij kreeg er vrienden overal langs den waterkant. Hij was het ook, die in 1932 de eerste reis maakte met het motorschip COLOMBIA, sindsdien het vlaggenschip van de K.N.S.M. Op die reis deed hij ook Santa Marquez aan, waar toen juist het feit werd herdacht, dat de grote bevrijder Simon Bolivar honderd jaar geleden was gestorven. De regering van de republiek Columbia liet toen de gezagvoerder van het Nederlandse passagiersschip, welks maatschappij sedert jaar en dag zulk een goede verbinding onderhoudt tussen de republiek en de grote havens van West-Europa, delen in de feestvreugde door hem te benoemen tot officier in de orde van Boyaca. Het Columbiaanse ereteken sierde sedertdien de kapiteinshut van de COLOMBIA. Met de benoeming tot gezagvoerder van het vlaggenschip was kapitein Klok commodore van de vloot van de K.N.S.M. geworden. De eerste reis met dit schip naar de West en terug was zijn 69ste; de laatste, die vandaag eindigde, was de 98ste. Bijna dus heeft hij het honderdtal volgemaakt. Toen wij de kapitein vanmiddag, onmiddellijk na de aankomst, even opzochten aan boord van zijn schip, troffen wij hem in zijn hut, waarvan de wanden leeg waren. De koffers stonden gepakt, 't Was of er iemand ging verhuizen. En eigenlijk was dat ook zo; een zeeman, die de zee den rug toekeert, verhuist naar de vaste wal, ook al neemt hij dan zijn intrek in dezelfde woning, die hij jaren geleden reeds voor zich en zijn gezin heeft ingericht. Verreweg het grootste deel van zijn leven heeft hij op zee doorgebracht, aan boord van zijn schip, binnen de vier wanden van zijn hut gewoond. Wij vroegen de commodore ons het een en ander te vertellen over zijn loopbaan, maar zijn antwoord was sober, gelijk het woord van een zeeman doorgaans is: Gelukkige vaart. „Ik heb een gelukkige vaart gehad, mijn hele leven. Geen ongelukken, geen zware averij." „Hoe was de laatste reis?" vroegen wij. „Het weer was vrij slecht, maar de stemming aan boord was goed. Uit- en thuisreis waren volgeboekt: meest Engelse toeristen, die Havanna bezochten. Zowel van de passagiers als van alle andere opvarenden heb ik deze reis veel attenties ondervonden. Zij hebben deze reis voor mij tot een plezierige reis gemaakt. Ook in de havens, die wij aandeden, heb ik veel attenties ontvangen van allerlei mensen. Iedereen was hartelijk. Ik heb gemerkt, dat ik veel vrienden heb achter gelaten " Ondertussen was aan boord de lossing begonnen. Er kwam nog even een matroos binnenlopen, die zijn kapitein de hand kwam drukken ten afscheid. Over twee dagen gaat de COLOMBIA verder naar Hamburg om op zondag 13 maart terug te keren op het IJ. Dit korte reisje zal nog gemaakt worden onder leiding van kapitein Klok. Daarna verlaat hij zijn schip voorgoed.

De Standaard 01.05.1940
Kapitein D. Klok was gezagvoerder op de proefvaart van de VIACHESLAV MOLOTOV, een schip voor Russische rekening dat gebouwd werd door de Nederlandsche Scheepsbouw Mij. te Amsterdam.

 

 

 

Datum vanaf: 1921
Kapitein: Klok, Daniël

Familiegegevens en opleiding

 

Daniel werd geboren op 28 jan. 1878 te Amsterdam als z.v. Jan Klok (boekhouder) en Anna Jacoba Koedijk.

De moeder overleed in okt 1887 en Daniel werd geplaatst in het Burgerweeshuis te A’dam.

D. trouwde op ??  met Maria Luise Emilie Lück (geb. 06.11.1887 te Stettin) d.v. Franz Lück (stuwadoor) en Luise Redtmann.

Maria Luise Emilie Lück overleed op 03.03.1928 te Haarlem (40).

D. (51) hertrouwde op 24 mei 1929 te Heemstede met Maria Hendrika Dominica Wilhelmina Kievits (47) – geb. te Amsterdam – d.v. Josephus Johannes Kievits en Francisca Hendrika Holm. 

Maria Hendrika Dominica Wilhelmina Kievits overleed op 12.02.1960 te Heemstede (78).

Daniel overleed op 07 sept.1963 te Heemstede (85). (overlijden-advertentie in het Alg. H.blad van 10.09.1963)

 

Levensloop

Daniel werd op 7 augustus 1893 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

Zijn voogd was J.F. Westerhoff en toeziend voogd J.B. Paris, makelaar wonende Noorderstraat, A’dam.

De bepalingen werden getekend door H.H. Regenten van het Burgerweeshuis te Amsterdam.

Op 05 sept. 1896 werd hij geplaatst als stuurmansleerling op het s.s. MARS, kapt. Binkhorst. Gage F 10,- 

13 jan. 1897 terug van de reis met goed attest. Jan. 1897 geplaatst op hetzelfde schip en terug van de reis op 14 mei 1897. 18 mei 1897 geplaatst op hetzelfde schip en 09 sept. 1897 terug van de reis met goed attest. 23 dec. 1897 voldoend examen afgelegd als 3e stuurman voor de Grote Stoomvaart met 3 talen. Eervol ontslagen met goed attest voor bekwaamheid, goed gedrag en goede getuigschriften.

Daniël ging varen bij de K.N.S.M. en doorliep alle rangen op diverse schepen van deze Maatschappij, waarna hij als kapitein op diverse schepen voer. In 1920 kreeg hij voor het eerst het bevel over een passagiersschip. In 1930 werd hij gezagvoerder en commodore van de vloot toen hij het gezag kreeg over het nieuwgebouwde passagiersschip COLOMBIA. Waarop hij op 1 april 1938, na 42 jaar in dienst van de K.N.S.M. en 18 jaar op de COLOMBIA gevaren te hebben op 60-jarige leeftijd met pensioen ging. Hierna heeft deze kapitein nog wel als proefvaart gezagvoerder van Amsterdamse nieuwbouwschepen gevaren, o.a. op de proefvaart van de VIACHESLAV MOLOTOV, een schip voor Russische rekening dat gebouwd werd door de Nederlandsche Scheepsbouw Mij. te Amsterdam.

Kinderen

Frans Daniel – geb. 09.02.1912 te A’dam
Jacoba Luise – geb. 09.02.1912 te A’dam
 

De schepen van de kapitein

 

*   09/1912 – 10/1913  Gezagv. van het s.s. JUNO                – geb. in 1908

*   10/1913 – 12/1913  Gezagv. van het s.s. VESTA             – geb. in 1907

*   12/1913 – 07/1914  Gezagv. van het s.s. JUNO                – geb. in 1908

*   07/1914 – 04/1915  Gezagv. van het s.s. BACCHUS        – geb. in 1911

*   04/1915 – 10/1916  Gezagv. van het s.s. AMOR               – geb. in 1911

*   01/1916 – 01/1917  Gezagv. van het s.s. MERCURIUS   – geb. in 1909

*   01/1917 – 02/1918  Gezagv. van het s.s. CALYPSO        – geb. in 1911

*   02/1918 – 08/1920  Gezagv. van het s.s. SATURNUS     – geb. in 1909

*   08/1920 – 01/1921  Gezagv. van het s.s. TRITON            – geb. in 1913

*   01/1921 – 09/1921  Gezagv. van het s.s. JAN VAN NASSAU  – geb. in 1913

*   09/1921 – 04/1922  Gezagv. van het s.s. VAN RENSSELAER – geb. in 1920

*   04/1922 – 07/1922  Gezagv. van het s.s. STUYVESANT          – geb. in 1918

*   07/1922 – 12/1927  Gezagv. van het s.s. VAN RENSSELAER – geb. in 1920

*   12/1927 – 09/1930  Gezagv. van het s.s. VENEZUELA            – geb. in 1915

*   09/1930 – 04/1938 van het ms COLOMBIA                              – geb. in 1930

Ingaande 1 april 1938 gepensioneerd. Pensioen bedraagt f 2.400,- per jaar.

Foto Collectie Nat. Archief 
 

AH 23.10.1930 

Verslag van de proefvaart van het m.s. COLOMBIA – gezagvoerder D. Klok.

 

AH 14.10.1932

COLUMBIA EERT EEN NEDERLANDSCHEN GEZAGVOERDER. Militair ordeteken uitgereikt aan kapitein D. Klok van het m.s. „Colombia”.

Men schrijft ons uit Santa Marta: Op 14 September jl. is alhier aan de heer D. Klok, gezagvoerder van het motorschip COLOMBIA van de K. N- S. M. het ordeteeken van officier in de „orden de la cruz de Boyaca" uitgereikt, welke onderscheiding hem de regering van de republiek Columbia had toegekend. De 17e december 1930, toen de COLOMBIA op haar eerste reis Santa Marta aandeed als eerste passagiersschip in de „Colon-Lijn", was de dag, waarop het honderd jaar was geleden, dat Simon Bolivar, de vrijheidsheld van deze landen (Columbia, Venezuela, Ecuador, Bolivia) gestorven was, welk feit in Columbia plechtig werd herdacht en bij welke gelegenheid de president van Columbia gast was aan boord en door de etat-major werd deelgenomen aan de plechtigheid, welke voor een deel in en nabij het huis, waar Simon Bolivar had geleefd, zich afspeelde. Op 14 september jl. heeft kapitein Klok, vergezeld van de etat-major uit naam van het Nederlandsche volk een krans gelegd aan de voet van het standbeeld van Simon Bolivar. Des namiddags werd hem het ordeteken uitgereikt. Daar deze decoratie een militaire is, waren vele officieren en troepen in militair verband aanwezig. Na deze plechtigheid was er een officiële receptie aan boord, gevolgd door een officieel diner, terwijl de avond met een bal werd besloten.

 

AH 02.03.1938

Commodore van de vloot der K.N.S.M. verlaat de dienst. Gistermiddag beëindigde kapitein D. Klok, gezagvoerder van het motorschip COLOMBIA, zijn laatste reis van Amsterdam naar de West en terug. EEN GELUKKIGE VAART, 42 JAAR LANG! Zonder kaarten eens den Atlantische Oceaan overgestoken. 

Toen gistermiddag om kwart voor tweeën het motorpassagiersschip COLOMBIA veilig en wel aan de Surinamekade gemeerd lag en kapitein D. Klok zich van de brug af weer kon terugtrekken in zijn geriefelijke ruime hut, die nu de gebruikelijke wandversieringen miste, moet het hem wel heel even vreemd te moede zijn geworden: de 98e reis van West-Indië naar Amsterdam was voltooid en hij wist, dat het zijn laatste zou zijn. Over twee weken nl. gaat de commodore van de vloot van de K.N.S.M. van zijn pensioen genieten. Na bijna 42 dienstjaren geeft de thans zestigjarige gezagvoerder zijn werk over in de handen van zijn opvolger. Kapitein Klok is het type van de robuuste, rondborstige zeeman: zwaar gebouwd, gebruinde kop, weerbarstige haren. Zo is hij in de loop der jaren geworden, zo hebben duizenden passagiers van de mailboten van de K.N.S.M. hem gezien, zo hebben zeer velen van de waterkant in talrijke havens hem leren kennen. Maar zo is hij natuurlijk niet altijd geweest. Vijftig jaar geleden was de thans scheidende commodore een van de jeugdige bewoners van het Amsterdamse Burgerweeshuis: een kleine jongen, die zeeman wilde worden en... die het zou worden! Want vijf jaar later werd zijn naam geschreven in het leerlingen-register van de Kweekschool voor de Zeevaart hier ter stede. Dit was het begin van de lange levensweg, die een eervolle loopbaan zou worden. 

Van stuurmansleerling.... Drie jaar later verliet de toen achttienjarige stuurmansleerling D. Klok de school om op een vrachtschip van de K.N.S.M. zijn eerste reis te gaan maken. In september 1896 leerde hij de praktijk van het zeemansleven kennen; het was een praktijk, die hem niet afschrikte. Integendeel! De jonge Klok bleek een zeeman in hart en nieren te zijn. Hij deed zijn werk goed, hield met vrucht zijn studie bij en doorliep de achtereenvolgende rangen in een betrekkelijk snel tempo. Op 12 oktober 1909 immers, dertien jaar na zijn eerste reis, had hij reeds de kapiteinsrang behaald. 

Eén-en-dertig jaar was hij toen nog maar. Van die dag af was het schip, waarop hij voer, zijn schip. Onder zijn bekwame leiding trok het van haven tot haven, langs de kusten van de Oostzee en van de Middellandse Zee, naar Afrika en naar Centraal- of Zuid-Amerika. Overal kwam hij zo langzamerhand. D.w.z. overal behalve in de Oost. Daar plegen de schepen van de vloot van de K.N.S.M. niet naar toe te varen en aangezien kapitein Klok zijn heil nimmer bij een andere maatschappij heeft gezocht, is hij zijn ganse leven aan deze zijde van de aardbol gebleven. Wat ondertussen niet wegneemt, dat hij een respectabel aantal havens en landen en volkeren heeft leren kennen. Ook tijdens de oorlogsjaren bleef hij zijn schepen van de ene haven naar de andere brengen. Plezierig was het niet altijd in die dagen en gemakkelijk nog minder, maar elke reis werd toch zonder ongelukken volbracht. Eén keer gebeurde het, dat hij zonder kaarten Huelva moest verlaten met bestemming Baltimore; op het laatste ogenblik had de rederij opdracht gegeven de route te wijzigen. Zij stuurde alle benodigde papieren, maar geen kaarten. En die waren er ook nergens te krijgen, afgezien dan van een zeilvaart voor de Spaanse kust. Zo werd dan deze avontuurlijke reis over de Atlantische Oceaan aanvaard zonder het meest onmisbare hulpmiddel, dat de zeeman doorgaans ten dienste staat. „Ik voelde mij alsof ik de reis van Columbus herhalen moest", zei kapitein Klok toen hij ons daarover het een en ander vertelde. „En gelukte het?" vroegen wij. „Wij kwamen kalm voor Baltimore aan, maar wij lieten de loods veiligheidshalve verder buitengaats komen dan hij ooit geweest was. De man begreep er niets van, maar toen wij hem in de kaartenkamer brachten, werd het hem duidelijk." De oorlog ging voorbij en de wereldscheepvaart herstelde zich van haar ontwrichtingen. Kapitein Klok bleef varen. Lange reizen maakte hij soms, van acht & negen maanden. En meermalen was hij niet langer dan twee of drie dagen tussen reizen in te Amsterdam. Zo naderde 1920, het jaar waarin de Maatschappij voor het eerst een passagiersschip aan de hoede van kapitein Klok toevertrouwde. Dit betekende tevens, dat hij van dat ogenblik af op de West zou blijven varen in geregelde dienst. Het leven van de aarts zwerver werd daarmee in meer regelmatige banen geleid. ....tot commodore! Van dat jaar af volgden de reizen elkaar op met de regelmaat van — de woordspeling zij niet misverstaan — een klok. Volgens een vast rooster uit en thuis, op de datum, ja dikwijls zelfs op het uur nauwkeurig in de tussenhavens. Kapitein Klok werd allengs in de vele Zuid- en Centraal-Amerikaanse havens, die de mailboten van de K.N.S.M. aandoen, een geziene figuur. Hij kreeg er vrienden overal langs den waterkant. Hij was het ook, die in 1932 de eerste reis maakte met het motorschip COLOMBIA, sindsdien het vlaggenschip van de K.N.S.M. Op die reis deed hij ook Santa Marquez aan, waar toen juist het feit werd herdacht, dat de grote bevrijder Simon Bolivar honderd jaar geleden was gestorven. De regering van de republiek Columbia liet toen de gezagvoerder van het Nederlandse passagiersschip, welks maatschappij sedert jaar en dag zulk een goede verbinding onderhoudt tussen de republiek en de grote havens van West-Europa, delen in de feestvreugde door hem te benoemen tot officier in de orde van Boyaca. Het Columbiaanse ereteken sierde sedertdien de kapiteinshut van de COLOMBIA. Met de benoeming tot gezagvoerder van het vlaggenschip was kapitein Klok commodore van de vloot van de K.N.S.M. geworden. De eerste reis met dit schip naar de West en terug was zijn 69ste; de laatste, die vandaag eindigde, was de 98ste. Bijna dus heeft hij het honderdtal volgemaakt. Toen wij de kapitein vanmiddag, onmiddellijk na de aankomst, even opzochten aan boord van zijn schip, troffen wij hem in zijn hut, waarvan de wanden leeg waren. De koffers stonden gepakt, 't Was of er iemand ging verhuizen. En eigenlijk was dat ook zo; een zeeman, die de zee den rug toekeert, verhuist naar de vaste wal, ook al neemt hij dan zijn intrek in dezelfde woning, die hij jaren geleden reeds voor zich en zijn gezin heeft ingericht. Verreweg het grootste deel van zijn leven heeft hij op zee doorgebracht, aan boord van zijn schip, binnen de vier wanden van zijn hut gewoond. Wij vroegen de commodore ons het een en ander te vertellen over zijn loopbaan, maar zijn antwoord was sober, gelijk het woord van een zeeman doorgaans is: Gelukkige vaart. „Ik heb een gelukkige vaart gehad, mijn hele leven. Geen ongelukken, geen zware averij." „Hoe was de laatste reis?" vroegen wij. „Het weer was vrij slecht, maar de stemming aan boord was goed. Uit- en thuisreis waren volgeboekt: meest Engelse toeristen, die Havanna bezochten. Zowel van de passagiers als van alle andere opvarenden heb ik deze reis veel attenties ondervonden. Zij hebben deze reis voor mij tot een plezierige reis gemaakt. Ook in de havens, die wij aandeden, heb ik veel attenties ontvangen van allerlei mensen. Iedereen was hartelijk. Ik heb gemerkt, dat ik veel vrienden heb achter gelaten " Ondertussen was aan boord de lossing begonnen. Er kwam nog even een matroos binnenlopen, die zijn kapitein de hand kwam drukken ten afscheid. Over twee dagen gaat de COLOMBIA verder naar Hamburg om op zondag 13 maart terug te keren op het IJ. Dit korte reisje zal nog gemaakt worden onder leiding van kapitein Klok. Daarna verlaat hij zijn schip voorgoed.

De Standaard 01.05.1940
Kapitein D. Klok was gezagvoerder op de proefvaart van de VIACHESLAV MOLOTOV, een schip voor Russische rekening dat gebouwd werd door de Nederlandsche Scheepsbouw Mij. te Amsterdam.

 

 

 

Datum vanaf: 1922
Kapitein: Klok, Daniël

Familiegegevens

 

Gerardus Johan werd geboren op 27 april 1881 te Gorinchem als z.v. Laurens de Bruijn (loodgieter) en Elisabeth Sara de Jongh. 

G.J. trouwde op 23 mrt. 1934 te Baarn met Petronella Cornelia Formijne (33) – geb. 21.03.1899 te Wervershoof – d.v. Jan Formijne en Petronella Helana van Voorthuijsen. 

G.J. overleed op 02 jan. 1964 te Baarn (82).

 

Kinderen

??

 

Opleiding

Gerardus Johan werd op 24 aug. 1896 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

Na de 3-jarige opleiding werd hij geplaatst als leerling op het s.s. PRINS WILLEM III naar Suriname. Gage 12 gulden/maand. Maakte 4 reizen met dit pass.schip onder kapt. Metus en kapt. Jutte. Gages later 16, 20 en 24 gulden. 

Op 10 nov. 1900 terug van deze reizen met zeer goed attest.

Trad op 28 juli 1899 in dienst bij de K.W.I.M. als stuurmansleerling op PRINS WILLEM III, gage 12 gulden/maand.

Behaalde het diploma 3e stuurman grote stoomvaart met 3 talen op 22 februari 1901 te Amsterdam.

Behaalde het diploma 2e stuurman grote stoomvaart op 11.11.1904 te Amsterdam.

Behaalde het diploma 1e stuurman grote stoomvaart op 13.12.1907 te ’s-Gravenhage.

Na het doorlopen van de rangen werd G.J. de Bruijn op 24.10.1924 aangesteld als gezagvoerder van het s.s. COPPENAME. 

 

De schepen van de kapitein

 

*   10/1911 – 02/1912 van het s.s. COPPENAME – geb. in 1908

*   06/1912 – 11/1912 van het s.s. PRINS WILLEM V – geb. in 1897 

*   04/1915 – 07/1915 van het s.s. JAN VAN NASSAU – geb. in 1913

*   07/1916 – 02/1917 van het s.s. JAN VAN NASSAU – geb. in 1913

*   07/1917 – 04/1918 van het s.s. PRINS WILLEM I – geb. in 1901

*   02/1919 – 05/1920 van het s.s. PRINS WILLEM I – geb. in 1901

*   05/1920 – 08/1921 van het s.s. COMMEWIJNE – geb. in 1907

*   08/1921 – 10/1921 van het s.s. VENEZUELA – geb. in 1915

*   10/1921 – 01/1922 van het s.s. ORANJE NASSAU – geb. in 1911

*   01/1922 – 05/1922 van het s.s. MELISKERK – geb. in 1920

*   05/1922 – 08/1922 van het s.s. VAN RENSSELAER – geb. in 1920

*   08/1922 – 03/1923 van het s.s.  BREDA – geb. in 1921

*   03/1923 – 06/1923 van het s.s. CRIJNSSEN – geb. in 1919

*   07/1923 – 08/1923 van het s.s. BENNEKOM – geb. in 1917

*   08/1923 – 08/1923 van het s.s. VAN RENSSELAER – geb. in 1920

*   08/1923 – 12/1923 van het s.s. PRINS FREDERIK HENDRIK – geb. in 1904

*   12/1923 – 02/1925 van het s.s. JASON – geb. in 1912

*   02/1925 – 07/1925 van het s.s. ALMELO – geb. in 1918

*   07/1925 – 11/1925 van het s.s. BENNEKOM – geb. in 1917

*   11/1925 – 12/1925 van het s.s. HELDER – geb. in 1920

*   12/1925 – 10/1926 van het s.s.  ORANJE NASSAU – geb. in 1911

*   10/1926 – 12/1926 van het s.s. CRIJNSSEN – geb. in 1919

 

Van 26.12.1926 t/m 15.12.1927 ziek, waarvan 9 maanden in het Burgerziekenhuis.

Afgekeurd voor de zeedienst en op 16.12.1927 gepensioneerd met f 250,- per maand.

 

 

Overige bijzonderheden

Gezagvoerder bij de K.W.I.M. en de KNSM.

 

Datum vanaf: 1922
Kapitein: Bruijn, Gerardus Johan de

Familiegegevens

 

Gerardus Johan werd geboren op 27 april 1881 te Gorinchem als z.v. Laurens de Bruijn (loodgieter) en Elisabeth Sara de Jongh. 

G.J. trouwde op 23 mrt. 1934 te Baarn met Petronella Cornelia Formijne (33) – geb. 21.03.1899 te Wervershoof – d.v. Jan Formijne en Petronella Helana van Voorthuijsen. 

G.J. overleed op 02 jan. 1964 te Baarn (82).

 

Kinderen

??

 

Opleiding

Gerardus Johan werd op 24 aug. 1896 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

Na de 3-jarige opleiding werd hij geplaatst als leerling op het s.s. PRINS WILLEM III naar Suriname. Gage 12 gulden/maand. Maakte 4 reizen met dit pass.schip onder kapt. Metus en kapt. Jutte. Gages later 16, 20 en 24 gulden. 

Op 10 nov. 1900 terug van deze reizen met zeer goed attest.

Trad op 28 juli 1899 in dienst bij de K.W.I.M. als stuurmansleerling op PRINS WILLEM III, gage 12 gulden/maand.

Behaalde het diploma 3e stuurman grote stoomvaart met 3 talen op 22 februari 1901 te Amsterdam.

Behaalde het diploma 2e stuurman grote stoomvaart op 11.11.1904 te Amsterdam.

Behaalde het diploma 1e stuurman grote stoomvaart op 13.12.1907 te ’s-Gravenhage.

Na het doorlopen van de rangen werd G.J. de Bruijn op 24.10.1924 aangesteld als gezagvoerder van het s.s. COPPENAME. 

 

De schepen van de kapitein

 

*   10/1911 – 02/1912 van het s.s. COPPENAME – geb. in 1908

*   06/1912 – 11/1912 van het s.s. PRINS WILLEM V – geb. in 1897 

*   04/1915 – 07/1915 van het s.s. JAN VAN NASSAU – geb. in 1913

*   07/1916 – 02/1917 van het s.s. JAN VAN NASSAU – geb. in 1913

*   07/1917 – 04/1918 van het s.s. PRINS WILLEM I – geb. in 1901

*   02/1919 – 05/1920 van het s.s. PRINS WILLEM I – geb. in 1901

*   05/1920 – 08/1921 van het s.s. COMMEWIJNE – geb. in 1907

*   08/1921 – 10/1921 van het s.s. VENEZUELA – geb. in 1915

*   10/1921 – 01/1922 van het s.s. ORANJE NASSAU – geb. in 1911

*   01/1922 – 05/1922 van het s.s. MELISKERK – geb. in 1920

*   05/1922 – 08/1922 van het s.s. VAN RENSSELAER – geb. in 1920

*   08/1922 – 03/1923 van het s.s.  BREDA – geb. in 1921

*   03/1923 – 06/1923 van het s.s. CRIJNSSEN – geb. in 1919

*   07/1923 – 08/1923 van het s.s. BENNEKOM – geb. in 1917

*   08/1923 – 08/1923 van het s.s. VAN RENSSELAER – geb. in 1920

*   08/1923 – 12/1923 van het s.s. PRINS FREDERIK HENDRIK – geb. in 1904

*   12/1923 – 02/1925 van het s.s. JASON – geb. in 1912

*   02/1925 – 07/1925 van het s.s. ALMELO – geb. in 1918

*   07/1925 – 11/1925 van het s.s. BENNEKOM – geb. in 1917

*   11/1925 – 12/1925 van het s.s. HELDER – geb. in 1920

*   12/1925 – 10/1926 van het s.s.  ORANJE NASSAU – geb. in 1911

*   10/1926 – 12/1926 van het s.s. CRIJNSSEN – geb. in 1919

 

Van 26.12.1926 t/m 15.12.1927 ziek, waarvan 9 maanden in het Burgerziekenhuis.

Afgekeurd voor de zeedienst en op 16.12.1927 gepensioneerd met f 250,- per maand.

 

 

Overige bijzonderheden

Gezagvoerder bij de K.W.I.M. en de KNSM.

 

Datum vanaf: 1923
Kapitein: Bruijn, Gerardus Johan de

Familiegegevens

 

Hendrik werd geboren op 13.09.1888 te Groot-Ammers als z.v. Hendrik Voorspuij (veehandelaar) en Cornelia Mourik.

Hendrik trouwde op 05.01.1915 te Dordrecht met Anna Maria Vos – geb. 01.03.1890 te Hooge-en Lage-Zwaluwe – d.v. Johannes Adriaan Vos en Wilhelmina Jozina van Altena.

Hendrik (51) wordt vermist sinds 18 nov. 1939 na de ramp met het s.s. SIMON BOLIVAR. 

(Rouwadvertentie in Alg.H.blad van 21.11.1939)

 

 

Kinderen

-   Geen.

 

Opleiding

Werd op 25.08.1902 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

Na het volgen van de 3-jarige cursus werd Hendrik op 18.08.1905 geplaatst als stuurmansleerling a/b van het s.s. PRINS WILLEM IV, kapt, De Roever, naar Suriname. Maakte drie reizen met dit schip, waarna hij op 09.08.1906 werd geplaatst op het s.s. PRINS WILLEM II, kapt. Haasnoot, naar Suriname. Op 15.11.1906 terug van de reizen met zeer goed attest.  

 

 

Behaalde het diploma 3e stuurman grote stoomvaart op 22.03.1907 te ’s-Gravenhage.

Behaalde het diploma 2e stuurman grote stoomvaart op 18.03.1910 te ’s-Gravenhage.

Behaalde het diploma 1e stuurman grote stoomvaart op 29.02.1912 te ’s-Gravenhage.

 

De schepen van de kapitein

 

*   07/1920 – 01/1921 van het s.s. DIDO

*   01/1921 – 04/1921 van het s.s. MARS

*   04/1921 – 09/1921 van het s.s. HELENA

*   09/1921 – 01/1922 van het s.s. JAN VAN NASSAU (tijd.)

*   01/1922 – 03/1922 van het s.s. EUTERPE (tijd.)

*   03/1922 – 05/1922 van het s.s. THESEUS

*   05/1922 – 01/1923 van het s.s. AMAZONE 

*   01/1923 – 11/1923 van het s.s. JASON (tijd.)

*   11/1923 – 09/1924 van het s.s. HAARLEM

*   11/1924 – 05/1925 van het s.s. FAUNA

*   05/1925 – 09/1925 van het s.s. COMMEWIJNE

*   09/1925 – 09/1925 van het s.s. CERES

*   09/1925 – 01/1926 van het s.s. JASON

*   04/1926 – 10/1927 van het pass.schip PRINS FREDRIK HENDRIK

*   10/1927 – 03/1928 van het pass.schip VAN RENSSELAER

*   03/1928 – 05/1928 van het pass.schip VENEZUELA

*   05/1928 – 06/1928 van het pass.schip VAN RENSSELAER  

*   08/1928 – 01/1930 van het pass.schip VAN RENSSELAER

*   02/1930 – 09/1930 van het pass.schip VAN RENSSELAER

*   09/1930 – 06/1938 van het pass.schip VENEZUELA

*   06/1938 – 07/1938 van het pass.schip COSTA RICA 

*   07/1938 – 09/1938 van het pass.schip CRIJNSSEN

*   09/1938 – 11/1939 van het pass.schip SIMON BOLIVAR

 

Overige bijzonderheden

Hendrik Voorspuij kwam in dienst bij de K.W.I.M. op 18.08.1905 als stuurmansleerling op het passagiersschip PRINS WILLEM IV. Hij werd op 13.07.1920 aangesteld als gezagvoerder bij de K.N.S.M.

 

Passagiersschip SIMON BOLIVAR, op 17 november 1939 uit Amsterdam vertrokken richting West-Indië, met 265 passagiers en een bemanning van 132 koppen. Bij lichtschip Sunk loopt het op twee mijnen. 

Bij deze ramp verloren 59 passagiers en 21 bemanningsleden het leven waaronder de gezagvoerder kapitein H. Voorspuy. 

 

 

Datum vanaf: 1927
Kapitein: Voorspuij, Hendrik

Familiegegevens

 

Hendrik werd geboren op 13.09.1888 te Groot-Ammers als z.v. Hendrik Voorspuij (veehandelaar) en Cornelia Mourik.

Hendrik trouwde op 05.01.1915 te Dordrecht met Anna Maria Vos – geb. 01.03.1890 te Hooge-en Lage-Zwaluwe – d.v. Johannes Adriaan Vos en Wilhelmina Jozina van Altena.

Hendrik (51) wordt vermist sinds 18 nov. 1939 na de ramp met het s.s. SIMON BOLIVAR. 

(Rouwadvertentie in Alg.H.blad van 21.11.1939)

 

 

Kinderen

-   Geen.

 

Opleiding

Werd op 25.08.1902 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

Na het volgen van de 3-jarige cursus werd Hendrik op 18.08.1905 geplaatst als stuurmansleerling a/b van het s.s. PRINS WILLEM IV, kapt, De Roever, naar Suriname. Maakte drie reizen met dit schip, waarna hij op 09.08.1906 werd geplaatst op het s.s. PRINS WILLEM II, kapt. Haasnoot, naar Suriname. Op 15.11.1906 terug van de reizen met zeer goed attest.  

 

 

Behaalde het diploma 3e stuurman grote stoomvaart op 22.03.1907 te ’s-Gravenhage.

Behaalde het diploma 2e stuurman grote stoomvaart op 18.03.1910 te ’s-Gravenhage.

Behaalde het diploma 1e stuurman grote stoomvaart op 29.02.1912 te ’s-Gravenhage.

 

De schepen van de kapitein

 

*   07/1920 – 01/1921 van het s.s. DIDO

*   01/1921 – 04/1921 van het s.s. MARS

*   04/1921 – 09/1921 van het s.s. HELENA

*   09/1921 – 01/1922 van het s.s. JAN VAN NASSAU (tijd.)

*   01/1922 – 03/1922 van het s.s. EUTERPE (tijd.)

*   03/1922 – 05/1922 van het s.s. THESEUS

*   05/1922 – 01/1923 van het s.s. AMAZONE 

*   01/1923 – 11/1923 van het s.s. JASON (tijd.)

*   11/1923 – 09/1924 van het s.s. HAARLEM

*   11/1924 – 05/1925 van het s.s. FAUNA

*   05/1925 – 09/1925 van het s.s. COMMEWIJNE

*   09/1925 – 09/1925 van het s.s. CERES

*   09/1925 – 01/1926 van het s.s. JASON

*   04/1926 – 10/1927 van het pass.schip PRINS FREDRIK HENDRIK

*   10/1927 – 03/1928 van het pass.schip VAN RENSSELAER

*   03/1928 – 05/1928 van het pass.schip VENEZUELA

*   05/1928 – 06/1928 van het pass.schip VAN RENSSELAER  

*   08/1928 – 01/1930 van het pass.schip VAN RENSSELAER

*   02/1930 – 09/1930 van het pass.schip VAN RENSSELAER

*   09/1930 – 06/1938 van het pass.schip VENEZUELA

*   06/1938 – 07/1938 van het pass.schip COSTA RICA 

*   07/1938 – 09/1938 van het pass.schip CRIJNSSEN

*   09/1938 – 11/1939 van het pass.schip SIMON BOLIVAR

 

Overige bijzonderheden

Hendrik Voorspuij kwam in dienst bij de K.W.I.M. op 18.08.1905 als stuurmansleerling op het passagiersschip PRINS WILLEM IV. Hij werd op 13.07.1920 aangesteld als gezagvoerder bij de K.N.S.M.

 

Passagiersschip SIMON BOLIVAR, op 17 november 1939 uit Amsterdam vertrokken richting West-Indië, met 265 passagiers en een bemanning van 132 koppen. Bij lichtschip Sunk loopt het op twee mijnen. 

Bij deze ramp verloren 59 passagiers en 21 bemanningsleden het leven waaronder de gezagvoerder kapitein H. Voorspuy. 

 

 

Datum vanaf: 1928
Kapitein: Voorspuij, Hendrik

Familiegegevens 

N.H.C. werd geboren op 01 juli 1875 te Gorinchem als z.v. Nicolaas van Baaren (winkelier) en Maria Catharina Driemeijer.

N.H.C. (30) trouwde op 07 sept. 1905 te Schoonhoven met Sijgje Meijer (25) – geb. te Schoonhoven – d.v. Barend Arnoldus Meijer en Elisabeth van Baaren.

N.H.C. overleed op 22 juli 1963 te Naarden (88). 

 

Kinderen

-    Nicolaas – geb. 05.06.1906 te Schoonhoven.

-    Andries Hendrik Carel – geb. 24.08.1910 te Schoonhoven.

-    Arnoldus Barend - geb. 24.08.1910 te Schoonhoven.

 

Opleiding

Nicolaas H.C. werd op 04 aug. 1890 ingeschreven bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam.

Na de opleiding op 15.09.1894 geplaatst voor 3 reizen als lichtmatroos op het s.s. AFRIKAAN naar de Congo, kapt. Duijand. Gage f 10.

Op 21.10.1895 geplaatst als lichtmatroos op het s.s. TITAN, kapt. Thompson, naar Java, gage f 20. 

Op 18.02.1896 terug van de reis met zeer goed attest.

 

Behaalde het diploma 3e stuurman grote stoomvaart op 28 mei 1896 met 3 talen te Rotterdam.

Behaalde het diploma 2e stuurman grote stoomvaart in juni 1901 te Amsterdam.

Behaalde het diploma 1e stuurman grote stoomvaart op 18 nov. 1903 te Amsterdam.

 

 

De schepen van de kapitein

 

*   08/1916 – 11/1916  van het s.s. TELLUS – geb. in 1904

In nov. 1916 op eigen verzoek ontslagen, maar in dec. 1919 weer in dienst van de Mij.

*   12/1919 – 06/1920  van het s.s. TELLUS – geb. in 1904

*   06/1920 – 01/1921  van het s.s.NEPTUNUS – geb. in 1906

*   01/1921 – 10/1923  van het pass.schip PRINS DER NEDERLANDEN – geb. in 1902

*   02/1924 – 01/1927  van het pass.schip PRINS DER NEDERLANDEN – geb. in 1902

*   01/1927 – 09/1930  van het pass.schip ORANJE NASSAU – geb. in 1927

*   09/1930 – 03/1931  van het pass.schip VAN RENSSELAER – geb. in 1920

 

Op 05.01.1931 met pensioen. Pensioen van f 2.880,- per jaar.

 

Overige bijzonderheden

Gezagvoerder bij de K.N.S.M. / K.W.I.M.

Overlijdensadvertentie in AH 24-07-1963

Datum vanaf: 1930
Kapitein: Baaren, Nicolaas Hendrik Carel van

Afbeeldingen


Omschrijving: VAN RENSSELAER
Collectie: Zijlma, Ron
Vervaardiger: Onbekend **
Onderwerp: Tewaterlating

Omschrijving:
Collectie: Onbekend
Vervaardiger: Onbekend **
Onderwerp: Tewaterlating

Omschrijving: VAN RENSELAER
Collectie: Zijlma, Ron
Vervaardiger: Onbekend **
Onderwerp: Tewaterlating

Omschrijving: VAN RENSSELAER
Collectie: Zijlma, Ron
Vervaardiger: Onbekend **
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: 'Van Rensselaer' 1920
Collectie: Zee, T. van der (Teun)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: VAN RENSSELAER in IJmuiden
Collectie: Besteling, P
Vervaardiger: Onbekend *

Omschrijving: VAN RENSSELAER
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: De 'Van Rensselaer' 1920 na verbouwing in 1939.
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: De VAN RENSSELAER in neutraliteitskleuren
Collectie: Pilkes, D.
Vervaardiger: Onbekend

Omschrijving: VAN RENSSSELAAR 13 mei 1940 aan de grond gezet tussen de pieren van IJmuiden
Collectie: www2museum.eu (collectie D. Swierstra)
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Schade

Omschrijving: VAN RENSSELAER in 1940 afgezonken in tussen de pieren van IJmuiden
Collectie: www2museum.eu (collectie D. Swierstra)
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Schade

Omschrijving: VAN RENSSELAER
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend