Inloggen
NOACH - ID 8860


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1858-04-09 / 1884-00-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1858
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Clipperfregat
Masten: Three masts
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Fop Smit, Kinderdijk, Zuid-Holland, Netherlands
Launch Date: 1857-00-00
Delivery Date: 1858-04-02
Technical Data

Gross Tonnage: 471.00 lasts
Gross Tonnage 2: 892.00 tons (oude meting)
 
Configuration Changes

Datum 00-00-1878
Type: Rigging changed
Omschrijving: Tuigage veranderd in Bark.

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1858
Datum agenda: 1858-04-09
Register nr: 18580326
Scheepsnaam: NOACH
Type: Fregat
Lasten: 471
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Fop Smit (of: Smit, Fop ?)
Plaats: niet gemeld
Kapitein op moment van verzoek: Wierikx, P.
Opmerkingen: zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1858-04-02 NOACH
Manager: Fop Smit, Kinderdijk, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Fop Smit, Kinderdijk, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Kinderdijk / Netherlands
Additional info: Call sign since 1867: PMWJ

Date/Name Ship 1869-12-06 NOACH I
Manager: Fop Smit, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Fop Smit, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Ship Events Data

1857-09-19: Building History
NRC 200957
Kinderdijk, 19 september. Heden is van de scheepstimmerwerf van de heer F. Smit alhier met het beste gevolg te water gelaten het clipper fregatschip, genaamd NOACH, groot plm. 500 gemeten lasten, bestemd voor de grote vaart, zullende worden gevoerd door kapt. P. Wierikx, voor rekening en onder boekhouderschap van voormelde heer F. Smit.
1858-05-01: Building History
NRC 020558
Rotterdam, 1 mei. Heden arriveerde voor deze stad en ligt in de Boompjes het fregat-clipperschip NOACH, gebouwd op de werf van de heer Fop Smit aan de Kinderdijk. Zijn wij wel onderricht, dan is dit hier het eerste schip, waarvan geheel het staand want bestaat uit touw van gegalvaniseerd metaaldraad, z.g. wire rope.
1884-00-00: Final Fate: Broken up

Verkocht aan A.H. Meursing voor de sloop.
1892-11-17: ZZN 191192
Rotterdam, 17 november. Heden overleed alhier kapitein P. Wierikx, indertijd een der gunstigst bekende gezagvoerders in de passagiersvaart op Ned.-Indiƫ, voornamelijk met de NOACH I en andere schepen van de rederij van wijlen Fop Smit Jr.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Petrus Wierikx werd geboren op 01 mei 1816 te Zierikzee als zoon van de Rooms-Katholieke Anthonie Wierikx en Jozina de Neef.

Anthonie was eerder gehuwd met Theodora Gijsberta van Beuzekom en voor een derde keer op 23 juli 1886 te Rotterdam met Dederika Elizabeth Coerman.

Petrus Wierkx overleed op 16 november 1892 te Rotterdam005.

Nakomelingen van Petrus zijn naar Zweden gegaan, waar nu nog nakomelingen wonen.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Wierikx was met vlagnummer R6 in de periode 1847/48 t/m 1873 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

P.Wierikx was in 1868 permanent commissaris, in 1855 en 1869 afwisselend commissaris en in 1871 vice-president van de Maatschappij058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat P.Wierkx met vlagnummer R6 als gezagvoerder in de ledenlijsten vermeld in058:

*   1849, 1851                op de bark “Reijerwaard” 242 last varend voor F.Smit te Kinderdijk

*   1855                           op de bark “Noach”                       500 last       varend voor F.Smit te Kinderdijk

*   1858, 1859, 186        op het fregat “Noach”                    472 last       varend voor F.Smit te Kinderdijk

*   1863 t/m 1866          op het fregat “Lichtstraal”             790 last       varend voor F.Smit te Kinderdijk

*   1867                           op het fregat “Noach II                  “503 last     varend voor F.Smit Jr te Rotterdam

 

P.Wierikx was van 1868-1870 kapitein op het houten fregat “Noach III”, gebouwd in 1868 door J.Smit te Slikkerveer, 117 ton, varend voor rederij Fop Smit Jr te Rotterdam052

 

Bouma025 vermeldt P.Wierikx als gezagvoerder gedurende:

*   1849 t/m 1855 van de bark “Reyerwaard”, gebouwd in 1848 op de werf van Fop Smit te Slikkerveer, 459 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;

*   1858 t/m 1862 van het fregat “Noach I”, gebouwd in 1857 op de werf van Smit te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;

*   1864 t/m 1867 van het fregat “Lichtstraal”, gebouwd in 1864 op de werf van Smit te Slikkerveer, 1500 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;

*   1868 van het fregat “Noach II”, gebouwd in 1867 op de werf van Smit te Slikkerveer, 945 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;

*   1869 t/m 1870 van het fregat “Noach III, gebouwd in 1869 op de werf van Smit te Slikkerveer, 1230 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;

Hedenmiddag liep met gunstig gevolg te water van de werf te Kinderdijk, het aldaar nieuw gebouwde 3/m clipperschip (fregat) Noach III, groot 650 gemeten lasten of circa. 1.300 ton gebouwd voor rekening van den Heer Fop Smit Jr. te Rotterdam en gevoerd zullende worden door kapt. P. Wierikx.

Onmiddellijk daarna is voor rekening van den Heer J. Smit Fz. de kiel gelegd voor een clipperfregatschip van circa 1100 gemeten lasten, dat de naam zal dragen van Liberaal

Bron: www.grotezeilvaart.nl

*   1873 op het 3/m schip “Liberaal”, gebouwd in 1872 o de werf van Smit te Slikkerveer, 2062 ton o.m., varend voor J.Smit te Slikkerveer.

Petrus Wierikx was een vaste kapitein op de nieuwe schepen van Fop Smit te Kinderdijk.

 

Overige bijzonderheden

“In 1857 wordt op de werf van Fop Smit de “Noach” tewatergelaten. Met deze tewaterlating komt een begin aan de aktieve vaarperiode van een schip, dat later een van de snelste klipperschepen die ooit onder Nederlandse vlag gevaren hebben, blijkt te zijn.

De “Noach” wordt voor eigen rekening gebouwd, hetgeen in die dagen niets bijzonders is. Tijdens de bouw van het schip is de aanstaande kapitein P.Wierikx druk in de weer om vooral het ijzerwerk van masten en tuigage te controleren. Dit ijzerwerk wordt in de eigen smederij gemaakt en volgens overlevering stond de heer Wierikx zelfs bekend als een ongemakkelijke pottenkijker.” …

“Per advertentie, geplaatst door de cargadoor, wordt de “Noach” gepresenteerd als “passagiersschip in lading” met bestemming Batavia.” …

“Op 23 mei 1858 gaat het schip anker op (te Hellevoetsluis) … De eerste uitreis van het schip, onder commando van kapitein P.Wierikx, met bestemming Batavia begint.

Op 4 augustus bevindt het schip zich op 42 graden en 25 minuten zuiderbreedte en 36 graden en 35 minuten oosterlengte onder de zuidelijke punt van Afrika. … op 22 augustus is de positie … onder midde- Sumatra. Derhalve werd gemiddeld ruim 253 mijl per etmaal afgelegd of ruim 42 mijl per wacht. … Batavia wordt op 27 augustus 1858 bereikt, de uitreis duurde 97 dagen. De thuisreis begint op 13 november en op 4 februari 1859 wordt Brouwershaven bereikt, de totale reisduur … bedragt 82 dagen.

De tweede, derde en vierde rondreis naar Batavia staan eveneens onder commando van kapitein Wierikx.”

Opgaven over deze reizen zijn:

  1. Brouwershaven - Batavia 01 mei - 14 juli 1861                                                    72 dagen

     Batavia - Brouwershaven           04 september - 27 november 1861                            83 dagen

  1. Brouwershaven - Batavia 10 maart - 20 juni 1862                                               92 dagen

     Padang - Nieuwediep                   Aankomst 16 december 1862                                     94 dagen

  1. Nieuwe Diep - Batavia 08 april 27 juni 1863                                                    80 dagen
           Batavia - Brouwershaven 10 september - 21 november 1863        71 dagen

Voorgaande alinea’s ontleend aan een artikel van Leen Smit getiteld “De klipper Noach”. In mijn fotokopie is niet aangegeven in welk blad/jaar het artikel verscheen.

Hij besluit zijn artikel met: “Ondanks vele naspeuringen is het mij in het verleden nooit gelukt nakomelingen van kapitein Wierikx te achterhalen. Groot was dus mijn verbazing toen ik onlangs vernam dat bij de werf van I.H.C.Smit een Zweed geweest was, genaamd Wierikx om informatie over zijn grootvader te verkrijgen … Intussen is er korrespondentie op gang gekomen met deze Zweed van Hollandse afkomst. …” Het resultaat van dat contact is niet vermeld en mij (S.P.) ook niet bekend.

 

Op 13 november 1858 vertrok vanuit Batavia de "Noach" zijn eerste thuisreis onder kapitein P.Wierikx. Op 04 februari 1859 liep het schip Brouwershaven binnen met 82 dagen reis. "... den 25sten december, 1en Kerstdag, was St.Helena gepasseerd, derhalve had de Noach de verdere reis vanaf St.Helena in 40 dagen afgelegd." Een krantenbericht meldde: "Het op 4 dezer te Brouwershaven aangekomen clipper-fregatschip Noach, kapt.Wierikx, groot 472 last, gebouwd en toebehoorende aan den Heer Fop Smit aan den Kinderdijk, heeft met volle lading deze eerste reis van Batavia naar Nederland in den buitengewoone korte tijd van 82 dagen volbragt". De lading bestond uit koffie, suiker, schuitjes tin en bindrotting voor de Nederlandsche Handel Maatschappij026(38/076).

De Noach was midden 18de eeuw een uiterst snel schip. "Fop Smit en zijn vriend Kapitein P.Wierikx hebben dan ook het genoegen gesmaakt alle records te kunnen slaan". Er volgt een lijst met 13 uit- en thuisreizen van de Noach, waarvan de eerste vier onder commando stonden van kapitein Wierikx:

  1. 23 mei 1858 van Hellevoetsluis; 27 augustus 1858 te Batavia. 97 dagen

      13 november 1858 van Batavia; 04 februari 1859 te Brouwershaven 82 dagen

  1. 01 mei 1861 van Brouwershaven; 14 juli 1861 te Batavia 72 dagen

      04 september 1861 van Batavia; 27 november 1961 te Brouwershaven  83 dagen

  1. 20 maart 1862 van Brouwershaven; 20 juni 1862 te Batavia 92 dagen

      13 september 1862 van Padang; 16 december 1862 te Nieuwe Diep  94 dagen

  1. 08 april 1863 van Nieuwe Diep; 27 juni 1863 te Batavia 80 dagen

      10 september 1863 van Batavia; 21 november 1863 te Brouwershaven  71 dagen

De volgende reizen van de Noach zijn gemaakt door J.R.Ulrich, A.Lupcke, J.C.F.Looyen en J.van Schelven. Zie voor bijzonderheden aldaar026(38/132).

 

P.Wierikx vertrok per 20 maart 1862 vanuit Brouwershaven met de “Noach” en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 21 juni 1862 te Batavia na 93 dagen.

Op 21 augustus 1866 vertrok hij van Brouwershaven met de “Lichtstraal” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 13 november 1866 na een reis van 84 dagen. Onderweg was 1 soldaat overleden065.

 

Op 17 februari 2005 werd in de uitzending van “Kunst en Kitsch” vanuit het Groninger Museum een Spin getoond van de “Reywerwaard” liggend op de reede van Manilla. Het portret is in particulier bezit maar ik weet niet bij wie.

 

De Raad voor de Tucht bij de koopvaardij deed op 06 mei 1861 uitspraak inzake een klacht tegen kapitein Pieter Wierikx, gezagvoerder van de clipper “Noach”, varend voor Fop Smit te Kinderdijk. Er zijn geen details vermeld omtrent deze uitspraak. 104*.

Dezelfde Raad deed op 05 augustus 1867 uitspraak inzake een klacht tegen kapitein Pieter Wierikx van het fregat “Lichtstraal”, varend voor Fop Smit Jr te Kinderdijk. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*

 

Ontleend aan van Blokland-Visser064:

Volgens monsterrol nr. 1093 dd 04 maart 1842 in het Gemeentearchief van Dordrecht was hij 2e stuurman met een maandgage van f 50,- op de bark “De Zwijger” onder kapitein Jan Harms Mugge.

Volgens monsterrol nr 1216 te Dordrecht dd 31 juli 1844 was hij 1e stuurman met een maandgage van f 70, - op het fregat “Ceram” onder kapiteinT.K.Veltman en vertrok naar Batavia.064

Op 23 mei 1858 vertrekt hij als 1e kapitein op het nieuwe clipper/fregat “Noach 1” naar Batavia.

Kapitein Wierikx heeft in zijn tijd op zijn clipper “Noach“ veel bekendheid gekregen door zijn snelle reizen naar Batavia en zorgde daarmee voor een goede naam van de Nederlandse scheepvaart.

*****

 

In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” doorAnno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp86-89 de volgende passage:

“Op de eerste uitreis in ’t jaar 1858 vertrok de Noach op 23 Mei van de reede van Hellevoetsluis met een bemanning van 28 koppen. Het schip stond onder bevel van P.Wierikx en was geladen met stukgoederen. Veel lading was er niet en de Noach voer dientengevolge gedeeltelijk in ballast. Op 27 Augustus kwam hij voor Batavia, 96 dagen van haven tot haven, 87 dagen van land tot land. De grootste afstand welke in 24 uur werd afgelegd bedroeg 76½ mijl en tijdens 18 achtereenvolgende dagen werd bij goede gelegenheid een afstand van 1140¾ geografische mijlen afgelegd d.w.z. 280 zeemijlen van 1852 meter per dag, een record, dat voor zover wij kunnen nagaan, nooit door een der theeclippers, zelfs niet door de uiterst snelle Thermopylae geëvenaard is.

Den dertienden November 1858 vertrok de Noach weer naar het vaderland, nu zwaar beladen met koffie, tin en huiden. Een dag of vijf later passeerde de Engelsche theeclipper Cairngorm, licht geladen en in volle “racing trim” Straat Banka en raakte in gezelschap van een anderen theeclipper, de Lammermuir. Deze twee schepen kwamen op 6- en 9 Februari te Londen aan, met reizen van resp. 92 en 93 dagen van Whampoa en – precies is het niet meer na te gaan – met ongeveer 80 dagen van Java Hoofd……

Later in dat jaar ging de Noach met lichte lading naar Sydney. Hij werd door een zwaren storm beloopen en moest Port Jackson als noodhaven aandoen, waar de schade, een verloren fokkemast, kluiverboom en gedeelte der koperen huid, werd hersteld. Van Sydney maakte de Noach de kustreis naar Newcastle (N.S.W.), werd beladen met kolen voor Batavia, ging vandaar met rijst, stukgoederen en 80 koelies als passagiers aan boord naar Macao, vandaar naar Batavia, toen naar Semarang en kwam eindelijk na een afwezigheid van 532 dagen in Januari 1861 weer te Brouwershaven aan.

Op 1 Mei 1861 vertrok de clipper van Fop Smit, evenals op de eerste reis gedeeltelijk in ballast, opnieuw naar Batavia. 5 Mei was hij buiten het kanaal en reeds op 13 Juli in zijn bestemmingshaven met een reis van 71½ dag van haven tot haven en 66 dagen van land tot land. 4 September vertrok de Noach … en 27 November arriveerde hij (in Holland).   

20 Maart 1862 werd opnieuw de reis naar Batavia ondernomen. …. in de vroege morgen van den veertienden Juni doemde de kust van Java voor den uitkijk op. … Na eerst van Batavia naar Padang te zijn gezeild vertrok de Noach van daar op 18 September, was op 13 december in het Engelsch Kanaal en arriveerde drie dagen later te Nieuwediep …

De vierde uitreis in 1863 was de laatste onder commando van kapitein Wierikx. Op 8 April vertrok de Noach van Nieuwediep, was 15 april buiten het Kanaal, passeerde Anjer op 24 Juni en kwam drie dagen later te Batavia aan. …Bijna 6 el diep stekend verliet de Noach op 10 September 1863 de reede van Batavia. 14 September was hij in de Indische Oceaan en een maand en vijf dagen later passeerde hij St. Helena. 20 November was hij in het Engelsch Kanaal en 21 November werd voor Brouwershaven geankerd na een recordreis van 65½ dag van land tot land en 71 dagen van haven tot haven.

 

Algemeen Handelsblad Rotterdam 25 mei 1867.

Hedenmorgen ten ongeveer 10 ure is onder Slikkerveer aan de Scheepstimmerwerf van de Heer Jan Smit Fzn met de beste gevolg te water gelaten het clipperfregatscchip NOACH II, groot circa 550 gemeten lasten. De bodem voornamelijk op passagiersvervoer gerekend evenals de NOACH I, welke door eene serie van vlugge reizen zich een der snelste zeilers heeft betoond, waarop de Nederlandsche Koopvaardijvloot zich mag beroemen, is gebouwd voor rekening van onze stadgenoot de Heer Fop Smit Jr. en zal reeds medio Augustus tot vertrek gereed zijn. Na het afloopen van de NOACH II werd op dezelfde werf de kiel gelegd voor een schip groot ongeveer 1200 gemeten lasten, hetwelk den naam zal voeren van VOORLICHTER en gebouwd zal worden voor rekening van bovengenoemde Heer Jan Smit Fzn te Slikkerveer.

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Wierikx, Petrus
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 6
Overige informatie: Overleden te R'dam op 17/11/1892

Familiegegevens en opleiding

Johan Roelof Ulrich werd geboren in 1813 te Amsterdam (of Rotterdam?)als zoon van Johan Frederik Ulrich, koopvaardijkapiteinen en in 1819 medeoprichter van het Rotterdamse zeemanscollege) en Maria Tromp.

Hij trouwde op 19 november 1846 te Alblasserdam met Gerrigje Mak, geboren in 1814 te Alblasserdam als dochter van martinus Mak en Elizabeth Pot.

Hij overleed op 14 februari 1880 te Alblasserdam.064

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.R.Ulrich was met vlagnummer R116 in de periode 1847/48 t/m 1880 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1880 als effectief lid is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat dat kapitein J.R.Ulrich met vlagnummer R116 als gezagvoerder in de ledenlijsten staat van058:

*   1849, 1851, 1855, 1858, 1859   van de bark “President Ram”    320 last Minderop & van Heel te Rotterdam

*   1862, 1863                                   van het fregat “Dagenraad”       380 last Fop Smit te Kinderdijk

*   1864                                              van het fregat “Noach”              471 last Fop Smit te Kinderdijk

*   1865 t/m 1867, 1874, 1877, 1878   geen schip en reeder vermeld

 

Bouma025 vermeldt J.R.Ulrich als gezagvoerder gedurende:

*   1848 t/m 1859 op de bark “President Ram”, gebouwd in 1839 teAlblasserdam, 606 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam. Op 19 maart 1859 vertrok hij uit Brouwershaven voor een reis van 105 dagen naar Batavia.064 Het schip werd in 1860 gesloopt;

*   1862 t/m 1865 van het 3/m schip “Dageraad”, gebouwd in 1861 op de werf van Fop Smit te Slikkerveer, 724 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;opgave klopt niet met de volgende. Volgens Bossenbroek voer hij in 1864 al met de “Noach”;

*   1863 t/m 1865 op het 3/m schip “Noach”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk.

 

Overige bijzonderheden

De vijfde reis van de Noach werd gemaakt door kapitein J.R.Ulrich. Het schip vertrok op 05 mei 1864 van Brouwershaven en kwam aan te Batavia op 07 augustus 1864 na 93 dagen reis. De terugreis startte op 16 december 1864 van Banjoewangi en eindigde op 12 maart 1865 te Brouwershaven na 86 dagen. Andere reizen met de Noach werden gemaakt onder gezag van P.Wierikx, A.Lupcke, J.C.F.Looyen en J.van Schelven026(38/132).

 

In het artikel “”De Klipper “Noach I”, door Leen Smit (In mijn fotokopie staat niet vermeld waar het artikel is verschenen) staat een afbeelding van een Delfts Blauw porseleinen bord, waarop een portret van de Noach I en tevens van kapitein J.R.Ulrich. (niet is vermeld waar dit bord zich bevindt)

 

Op 19 maart 1859 vertrok van Brouwershaven de bark "President Ram" van van Minderop & van Heel te Rotterdam onder kapitein J.R.Ulrich. Men arriveerde op 03 juli te Batavia na 105 dagen reis026(38/047).

 

Foto (nr.92) beschikbaar van kapitein J.Ulrich (Het zal om J.R.Ulrich gaan, daar J.F. Ulrich al in 1836 overleed)047.

 

J.R.Ulrich verzorgde per 19 maart 1859 vanuit Brouwershaven met de “President Ram” een transport van 4 officieren en 125 manschappen naar Indië. Hij arriveerde te Batavia op 04 juli 1859 na een reis van 107 dagen.

Op 20 oktober 1861vertrok hij vanuit Brouwershaven metde “Dagenraad” en 3 landmachtofficieren naar Indië en kwam te Batavia aan op 15 januari 1862 na 87 dagen.

Per 05 mei 1864 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Noach” en een transport van 3 officieren en 150 manschappen en arriveerde te Batavia op 07 augustus 1864 na 94 dagen. Onderweg overleed 1 soldaat065.

Bossenbroek065 vermeldt op p. 70

“Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de …President Ram …”065.

 

Op 5 mei 1864 is hij kapitein op het snelste zeilschip van Nederland de clipper /fregat “Noach 1” reder Fop Smit te Alblasserdam, vertrekt hij voor een 5e reis van uit Brouwershaven en vaart hij in 93 dagen naar Batavia. Hij vertrekt op 16 december 1864 van Banjoewangi en hij vaart in 86 dagen naar Holland. Aankomst te Brouwershaven op 12 maart 1865. 064

 

In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” door Anno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 90-91 de volgende passage:

“In 1864 nam J.Ulrich het bevel over de Noach van Wierikx over. Met stukgoederen en militairen vertrok het schip den 5en Mei van Brouwershaven. 13 Juni werd de linie gepasseerd en 3 Augustus werd Java Hoofd verkend. Op 7 Augustus werd het anker voor Batavia uitgeworpen na een reis van 93 dagen. De uitgaande lading werd te Banjoewangi ingenomen en van hieruit vertrok de Noach op 16 December. Het werd wederom een snelle overtocht en de nieuw gekoperder clipper passeerde op 15 Februari de linie en 26 dagen later was hij ter hoogte van Kaap Lizard. Na een reis van 86 dagen kwam de Noach voor Brouwershaven aan.

Ulrich had de Noach slechts voor één uit- en thuisreis. In 1865 stond hij zijn plaats af aan A.Lüpcke.

 

In de Harlinger Courant van half maart 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat in de rubriek GEPRAAIDE SCHEPEN het volgende096:

“Door de Vlissingschen loodskotter No.6 zijn den 11den Maart, op de hoogte van Dengenees (sic), bij O.wind en bramzeilskoelte geseind: de schepen Barend Willem, Retgers, van Londen n. Melbourne, en de President Ram, Urich, van Londen n.Adelaïde.”

 

 

Datum vanaf: 1863
Kapitein: Ulrich, Johan Roelof
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 116
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Anthonie Lupcke werd geboren op 20 maart 1827 te Rotterdam als zoon van de Rooms-Katholieke Johan Karel Frederik Lupcke en Hendrika Vasse. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Kruiskade Wijk 14 nr. 593.

Hij trouwde op 26 augustus 1857 te Rotterdam met Cornelia Rietmeyer, geboren op 10 augustus 1838 te Noordwijk als dochter van de Rooms-Katholieke Floris Rietmeyer, koopvaardijkapitein (zie aldaar)

Hij overleed te Rotterdam aan de Westwagenstraat op 15 september 1886005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Lupcke was met vlagnummer R269 in de periode 1849 t/m 1856 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart en in 1863 t/m 1867 vlaggelid met nummer R269. Het vlaggelidmaatschap betekende dat men wèl de nummervlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij voor het lidmaatschap voor de vlag heeft bedankt maar honorair lid is geworden

 

De schepen van de kapitein

.

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.Lupcke met vlagnummer R269 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849                                      van de bark “Weltevreden”              314 last     varend voor F.Smit te Kinderdijk

*    1851                                      van de bark “Pictura”                        372 last     varend voor F.Smit te Kinderdijk

*    1855                                      van de bark “Jannetje”                      345 last     varend voor F.Smit te Kinderdijk

 

De "Noach" van Reeder Fop Smit maakte 13 uit- en thuisreizen naar Indië. De eerste 4 reizen stonden onder commando van kapitein P.Wierikx (zie aldaar) en reis 5 onder J.R.Ulrich. De volgende twee onder kapitein A.Lupcke:

reis 6      17 mei 1865 van Brouwershaven; 19 augustus 1965 te Batavia                  93 dagen

                29 oktober 1865 van Batavia; 19 januari 1866 te Brouwershaven               83 dagen

reis 7      29 april 1866 van Brouwershaven; 08 juli 1866 te Batavia                          71 dagen

                13 september 1866 van Batavia; 08 december 1866 te Brouwershaven     87 dagen

Deze zesde reis was snel waarbij nog kan worden vermeld dat op het Kaapse Rif de grote bramsteng en de bakspier verloren gingen waardoor vanzelf vaartvermindering ontstond tijdens de vernieuwingen en het herstel026(38/133).

 

Bouma025 vermeldt A.Lupcke als gezagvoerder gedurende:

*    1849 t/m 1851 op de bark “Weltevreden”, gebouwd in 1836 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;

*    Niet op de “Pictura”, maar volgens van Sluijs013 heeft hij in de periode 1851 t/m 1853 de bark “Pictura”, gebouwd in 1850 te Dordrecht, 700 ton o.m., gevaren voor Fop Smit te Kinderdijk;

*    1854 t/m 1861 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;

*    1863 t/m 1864 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;

*    1866 t/m 1867 op het 3/m schip ” Noach I”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk.

 

 

 

Overige bijzonderheden

A.Lupcke vervoerde per 06 december 1858 vanuit Hellevoetsluis met de “Jannetje” een transport van 4 officieren en 125 manschappen naar Indië. Hij arriveerde te Batavia op 09 april 1859 na een reis van 124 dagen.

Per 17 mei 1865 vertrok A.Lupcke vanuit Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 19 augustus 1865 na een reis van 94 dagen.

A.Lupcke vervoerde per 29 april 1866 vanuit Brouwershaven met de “Noach” een detachement van 3 officieren en 151 manschappen naar Indië. Hij arriveerde op 11 juli 1866 te Batavia na een reis van 73 dagen. Onderweg overleden 2 manschappen065.

 

In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” doorAnno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 91-92 de volgende passage:

“Ulrich had de Noach slechts voor één uit- en thuisreis. In 1865 stond hij zijn plaats af aan A.Lüpcke die voor de eerste maal op 17 Mei met het schip zee koos en 7 Augustus te Batavia aankwam. Met 93 dagen van haven tot haven en 85 dagen van land tot land had de Noach zijn prestatie van het vorig jaar herhaald. Lüpcke’s eerste thuisreis werd, wat de duur betreft, eveneens een herhaling van een vroegere thuisreis, want de Noach liep in 83 dagen over naar Brouwershaven, net als in 1858 en 1861. …

In datzelfde jaar (1866) maakte de Noach een uitermate snelle uitreis. Geheel afgeladen, voor en achter precies even diep stekend, met een bemanning van 27 koppen vertrok hij den 29sten April van Brouwershaven. Reeds den 19den dag werd de Linie gepasseerd. Den 41en dag Kaap de Goede Hoop. Voorbij de Kaap werd de clipper door een zwaren storm beloopen, waarbij een der balspieren en de groot bramsteng verloren gingen. In den nacht van 5 Juli werd voor Straat Sunda bijgedraaid. 6 Juli werd Anjer gepasseerd en 8 Juli werd Batavia bereikt. In 71 dagen was de Noach overgeloopen, 65 dagen van land tot land. Opnieuw een record, dat door geen Nederlandsch zeilschip ooit geslagen werd. … Nadat Lüpcke … was thuisgevaren droeg hij het commando over aan J.C.F.Looijen

p.130: Kapitein Lüpcke vier in 1866 van Anjer naar Kaap de Goede Hoop in de recordtijd van 28 dagen.

 

Zierikzeesche Courant dd 20 februari 1864

Op 16 februari 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Jannetje” onder kapitein A.Lupcke van Batavia naar Rotterdam. Passagiers waren de heren A.J.Crossr en C. Schuijtenberg Versteeg, luitenat ter Zee; 4 jongeheren, 3 onderofficieren en 27 militairen.

 

 

Datum vanaf: 1866
Kapitein: Lupcke, Anthonie
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 269
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.F.Looyen was met vlagnummer R97 in de periode 1868 t/m 1886 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1886 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1886 als lid voor de vlag heeft bedankt. Hij bleef wèl honorair lid058

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.C.F.Looyen met vlagnummer R97 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1874                                van het fregat “Noach III”                   590 last             Fop Smit Jr te Rotterdam

*    1877                                van het fregat “Noach V”                     1263 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam

*    1878                                van het fregat “Noach VI”                   1263 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam

*    1880, 1881                     van het fregat ´Noach VI”                    1334 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam

*    1882, 1883, 1885          van de bark “Noach VI”                       1334 ton           Fop Smit Jr te Rotterdam

 

De Noach van Reederij Fop Smit maakte 13 uit- en thuisreizen naar Indië. De eerste zeven stonden onder commando van P.Wierikx (1-4), J.R.Ulrich (5) en A.Lupcke (6-7) (zie aldaar). De reizen 8-10 stonden onder commando van kapitein J.C.F.Looyen

reis 8         28 april 1867 van Brouwershaven; 26 juli 1867 te Batavia                                        90 dagen

                  21 september 1867 van Batavia; 17 december te Brouwershaven                             88 dagen

reis 9         19 maart 1868 van Brouwershaven; 19 juni 1868 te Batavia                                     93 dagen

                  22 augustus 1868 van Batavia; 05 november 1868 te Brouwershaven                     76 dagen

reis 10 17 maart 1869 van Brouwershaven; 14 juni 1869 te Batavia                                           90 dagen

                  17 augustus 1869 van Batavia; 09 november 1869 te Zierikzee                                 85 dagen

De volgende reizen werden gemaakt door kapitein J.van Schelven (zie aldaar)026(38/133).

 

Bouma025 vermeldt J.C.F.Looyen als gezagvoerder van/in:

*    1867 t/m 1869 van het 3/m schip “Noach I”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;

*    1871 t/m 1874 van het 3/m schip “Noach II”, gebouwd in 1867 te Slikkerveer, 945 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;

*    1875 van het 3/m schip “Noach III”, gebouwd in 1869 te Slikkerveer, 1230 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;

*    1876 van het 3/m schip “Noach IV”, gebouwd in 1875 te Slikkerveer, 1503 ton o.m., varend voor Fop Smit jr te Rotterdam;

*    1877 t/m 1878 van het 3/m schip “Noach V”, gebouwd in 1876 te Slikkerveer, 1503 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;

*    1879 t/m 1883 van het 3/m schip “Noach VI”, gebouwd in 1879 te Slikkerveer, 1300 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. In 1881 werd het schip als bark getuigd.

*    1885 t/m 1886 op hetzelfde schip en dezelfde reeder

 

Overige bijzonderheden

 

J.C.F.van Looyen vertrok op 26 april 1867 van Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 juli 1867 na een reis van 91 dagen.

Hij vertrok per 18 maart 1868 van Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 juni 1868 na een reis van 94 dagen.

Op 15 maart 1869 vertrok hij van Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 2 officieren en 170 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 15 juni 1869 na een reis van 92 dagen.

Op 19 april 1870 vertrok hij van Brouwershaven met de “Noach II” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 03 juli 1870 na een reis van 75 dagen.

Op 04 april 1871 vertrok hij van Brouwershaven met de “Noach II” en een detachement van 3 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 07 juli 1871 na een reis van 92 dagen065.

 

In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” doorAnno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 92 de volgende passage:

“… Nadat Lüpcke  (met de Noach)… was thuisgevaren droeg hij het commando over aan J.C.F.Looijen die in 1868 nog eens een snelle thuisreis van 76 dagen maakte en in 1869 werd vervangen door J. van Schelven.

 

 

Datum vanaf: 1868
Kapitein: Looyen, J.C.F.
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 97
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Foto (nr.71) beschikbaar van kapitein J.van Schelven047.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J van Schelven was met vlagnummer R2 in de periode 1869 t/m 1884 lid voor de valg van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Als vlaggelid mocht hij wèl de nummervlag van de Maatschappij voeren, maar had geen aanspraak op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

De Noach van rederij Fop Smit maakte 13 uit- en thuisreizen naar Indië. Kapiteins waren P.Wierikx (1-4), J.R.Ulrich (5), A.Lupcke (6-7), J.C.F.Looyen (8-10) (zie aldaar). Reizen 11-13 werden gemaakt onder kapitein J.van Schelven:

reis 11 24 december 1869 van Zierikzee; 06 april 1870 te Batavia                                104 dagen

                 (het schip lag gedurende 10 dagen in complete windstilte in Straat Soenda)

                 12 juni 1870 van Batavia; 11 september 1870 te Brouwershaven                92 dagen

reis 12 05 december 1870 van Zierikzee; 26 februari 1871 te Batavia                          84 dagen

                 06 april 1871 van Batavia; 08 juli 1871 te Zierikzee                                       94 dagen

reis 13 07 december 1871 van Zierikzee; 11 februari 1872 te Batavia                          72 dagen

                 Terugreis niet vermeld026(38/133).

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij(Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J. van Schelven met vlagnummer R2 als gezagvoerder in de ledenlijsten van-58:

*     1874                                             van het fregat “Noach II” 503 last varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam

*     1877                                             van het fregat “Noach II” 952 ton o.m.        varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam

       1878, 1880,

*     1881, 1882  van het fregat “Noach V” 1263 ton n.m.      varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam

*     1883                                             geen vermelding van schip en boekhouder

 

*     J.van Schelven was van 1879-1883 kapitein van het composiet fregat “Noach V”, gebouwd in 1877 bij J.Smit te Slikkerveer, 1263 ton, varend voor reder Fop Smit Jr te Rotterdam025.

Bouma025 vermeldt J.van Schelven als gezagvoerder van/in:

  • * 1870 t/m 1873 van het fregat “Noach”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Kinderdijk;
  • * 1875 t/m 1878 van het fregat “Noach II”, gebouwd in 1867 te Slikkerveer, 945 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;
    • * 1879 t/m 1883 van het fregat “Noach V”, gebouwd in 1876 te Slikkerveer, 1503 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

J.van Schelven verzorgde per 23 december 1869 vanuit Brouwershaven met de “Noach” een troepentransport van 2 officieren en 153 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 06 april 1870 na een reis van 104 dagen.

Op 04 december 1870 vertrok hij van Zierikzee met de “Noach” en een detachement van 3 officieren en 122 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 27 februari 1871 na een reis van 85 dagen

Op 01 december 1871 vertrok hij van Zierikzee met de “Noach” en een detachement van 4 officieren en 119 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 11 februari 1872 na een reis van 72 dagen065.

In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” doorAnno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 92 de volgende passage:

“… Nadat Lüpcke (met de Noach)… was thuisgevaren droeg hij het commando over aan J.C.F.Looijen die in 1868 nog eens een snelle thuisreis van 76 dagen maakte en in 1869 werd vervangen door J. van Schelven die de eerste was, die een uitreis boven de 100 dagen maakte. Gebrek aan wind speelde den inmiddels 12 jaar ouden clipper parten. Op 27 Maart passeerde hij Java Hoofd, eerst 10 dagen later kwam hij te Batavia aan na een reis van 104 dagen van haven tot haven, 92 dagen van land tot land.

Twee jaar later had van Schelven meer geluk, toen hij zijn schip … in 72 dagen overbracht van Zierikzee naar Batavia. …

De eerste Noach heeft een lang leven gehad. Eerst in 1884, dus na 27 jaar dienst te hebben gedaan, werd het schip naar Nieuwendam gesleept, om op de werf van A.H.Meursing te worden gesloopt. “

 

 

SCHENDEHUTTE

zie Schindehutte.

 

Datum vanaf: 1870
Kapitein: Schelven, J. van
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 2
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Leendert Bijl werd geboren op 26 juli 1822 te Hendrik Ido Ambacht, Nederlands Hervormd. Hij woonde te Gouda, vestigde zich daarna te Rotterdam aan de Mauritsstraat Wijk 15 nr. 53 (nieuw nr. 24). Hij vertrok op 29 juli 1872 naar Alkmaar en kwam via Amsterdam weer naar Rotterdam, nu aan de Mauritsstraat nr 21. Hij vertrok op 19 oktober 1877 naar Amsterdam.

Hij was getrouwd met Lydia van der Schaft, geboren 22 maart 1830 te Rotterdam, Nederlands Hervormd005

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.Bijl was met vlagnummer R106 in de periode 1857 t/m 1877 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

L.Bijl was in 1872 permanent commissaris van de Maatschappij058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1877 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar voor zijn effectief lidmaatschap bedankte maar honorair lid is geworden058.

In het Jaarvetslag 1883 van de Maatschappij staat de volgende opmerking: “Bij de opsomming van een en ander  vermeent het bestuur de vroegere vermelding nog eens te moeten herhalen: dat de Maatschappij wel in het bezit is van f 120.000 Inschrijving Grootboek 2½ %, uit de nalatenschap van wijlen den Heer L.Bijl te Zuidland, doch dat de baten van dat Kapitaal voor het grootste gedeelte moeten worden besteed worden aan uitbetalingen van lijfrenten, door den Erflater besproken, …”.  Heeft deze opmerking betrekking op oud-kapitein en vlagvoerder Leendert Bijl?

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat L.Bijl met vlagnummer R106 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1858, 1859, 1862 t/m 1867

van de bark “Hendrik Ido Ambacht”    399 last varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam

  • 1874 geen vermelding van schip en boekhouder

 

L.Bijl was van 1876-1877 kapitein op het houten fregat “Noach III”, gebouwd in 1868 door J.Smit te Slikkerveer, 117 ton, varend voor rederij Fop Smit Jr te Rotterdam052.

Bouma025 vermeldt L.Bijl als gezagvoerder gedurende:

  • 1858 t/m 1872 op de bark “Hendrik Ido Ambacht”. gebouwd in 1847 te Hendrik Ido Ambacht, 756 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam. Het schip werd in 1872 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Marie”;
  • 1874 op het 3/m schip “Noach I”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
  • 1876 t/m 1877 op het 3/m schip “Noach III”, gebouwd in 1869 te Slikkerveer, 1230 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Op 16 april 1858 vertrok de bark “Hendrik Ido Ambacht” van de rederij Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam onder kapitein L.Bijl naar Batavia en arriveerde op 22 juli 1858 na een reis van 96 dagen. Dit schip verzeilde op 01 augustus naar Onrust voor reparatie. De kapitein schreef op 07 augustus aan zijn patroons:

“Zeilende in den Zuid Atlantische Oceaan op 35 gr.27 min. ZBr. en 14 gr.51 min. O.L. ontwaarden wij op den 9den Juni, des middags tusschen 12 en 1 ure, met stormweder, een vervaarlijk zeegedrogt, dat gedurende 9 dagen onophoudelijk bij ons bleef tot op 37 gr.55 min. Z.Br. en 42 gr.9 min. O.L. Dit beest was omstreeks 90 voeten lang en 25 à 30 voeten breed en meestentijds sloeg het met zulk een geweld tegen het schip, dat het er van dreunde. Het gedrogt blies veel water, dat een onaangenamen stank verspreidde over het dek. Vreezende dat het monster schade aan het roer zoude veroorzaken, wendde ik alles aan om er van ontslagen te raken, doch tevergeefs. Na het ontvangen van meer dan honderd geweerkogels, een harpoen

en een langen ijzeren stang, zag men uit verscheidene wonden het bloed stroomen, zoodat het monster eindelijk door verlies van krachten het schip niet langer konde nazwemmen en wij er van ontslagen raakten. Door het geweldig slaan tegen het koper, was zijn huid op vele plaatsen beschadigd geworden. Op Onrust in het droge dok bleek, dat er ongeveer 40 bladen koper weg waren en dat op sommige plaatsen het koper was ingedrukt, waardoor de spijkers waren losgerukt. Deze verschijnselen hadden de experts tot de overtuiging doen komen, dat de schade alleen was ontstaan door de ontmoeting met de walvisch, die blijkbaar met den harpoen tegen de huid van het schip had geschuurd, hetgeen in het certificaat werd vermeld026(38/162).

L.Bijl vertrok op 09 december 1870 van Brouwershaven met de “Hendrik Ido Ambacht” en 1 landmachtsoldaat naar Indië. De aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.

 

Datum vanaf: 1874
Kapitein: Bijl, Leendert
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 106
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.C.Kruijt was met vlagnummer R23 in de periode 1875 t/m 1894 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1894 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1894 voor het vlaggelidmaatschap heeft bedankt058

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein T.C.Kruijt met vlagnummer R23 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888

                                         fregat ´Noach III”                           1091 ton n.m. Fop Smit Jr te Rotterdam

*    1890                         geen vermelding van schip en boekhouder

*    1891 t/m 1893        bark “Burgem. Jonkh. Coenen      1427 ton          Zeilv.Mij Neptunus te R’dam

 

T.C.Kruyt was van 1878-1889 kapitein op het houten fregat “Noach III”, gebouwd in 1868 door J.Smit te Slikkerveer, 117 ton, varend voor rederij Fop Smit Jr te Rotterdam052

T.C.Kruyt was van 1891-1895 gezagvoerder van de stalen bark ”Burgemeester Jonkheer Coenen”, gebouwd in 1891 bij Rijkee & Co te Katendrecht, 1427 ton, varend voor de rederij Zeilvaart Maatschappij “Neptunus” G. van de Gevel te Rotterdam.052

 

Bouma025 vermeldt T.C.Kruyt als gezagvoerder gedurende:

*    1874 op het fregat “Noach III”, gebouwd in 1869 te Slikkerveer, 1230 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr. te Rotterdam;

*    1875 t/m 1877 op het fregat “Noach I “gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Kinderdijk. Het schip werd in 1875 getuigd als bark;

*    1878 t/m 1889 op het fregat ”Noach III”, gebouwd in 1869 te Slikkerveer, 1230 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;

*    1890 op het fregat “Noach VI”, gebouwd in 1879 te Slikkerveer, 1300 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. Het schip werd in 1881 getuigd als bark. In 1890 verkocht naar Noorwegen onder dezelfde naam;

*    1892 t/m 1895 op de stalen bark “Burgemeester Jhr. Coenen”, gebouwd in 1891 te Katendrecht, 1427 ton o.m., varend voor de Maatschappij “Neptunus” G.v/d Gevel te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” doorAnno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 93-94 de volgende passage:

“De derde Noach, die in 1869 te water liep, is met de eerste het bekendst geworden. Hij is ook de eenige der zes Noach’s geweest, die tot het einde toe zijn oorspronkelijk tuig behield en niet to bark werd gereduceerd…

De eerste uitreis onder kapitein F.C.Kruyt duurde 86 dagen en verliep zonder incidenten. De eerste thuisreis van het schip liep bijna verkeerd af. In den nacht van 11 op 12 Maart 1870 zeilde de III uit Batavia afgeladen met vracht en volgeboekt met passagiers. Tegen het aanbreken van den dag werd het schip plotseling overvallen door een hevige bui uit het Westen en voor men er op verdacht was, zat het op het rif Pasop. … Het schip kwam weer vlot en keerde terug naar Batavia … en het schip (kon) den 15en Maart weer vertrekken….

Op 24 September 1873 kwam de Noach III onder noordtuig de reede van Batavia oploopen, 97 dagen uit van Brouwershaven. Tusschen de Keerkring en de Linie ten Westen van Afrika op 21o27’ZB en 11o31’OL, … was de clipper door een hevige storm beloopen. Zware schade was er het gevolg van geweest. De groote mast met al zijn tuig kwam naar beneden en sloeg over boord. … De toestand was uiterst kritiek. … Dat Kruyt na deze zware averij, zonder een noodhaven voor herstellingen aan te loopen, toch met zijn schip in 97 dagen overkwam, spreekt voor de kwaliteiten van het schip en gezagvoerder.

Het was echter voorloopig de laatste reis die Kruyt met de III maakte, in 1874 nam J.C.F.Looijen het bevel van hem over en het jaar daarop maakte het schip onder L.Bijl opnieuw een zeer snelle reis, 76 dagen van haven tot haven. De laatste reizen kwam de Noach III wederom onder commando van kapitein F.C.Kruyt, dien uitstekende gezagvoerder, die zich met hand en tand verzette tegen de plannen ven de reeders om ook de III, net als de andere Noach’s een barktuig te geven. In den oogen van dezen echten zeeman was zoo’n reductie gelijk te stellen met een degradtie, alleen een volgetuigd schip kon zijn volle liefde en waardeering hebben. Daar hij bij zijn reeders uitstekend stond aangeschreven, kreeg hij het tenslotte klaar, dat de Noach III als “full right” clipper door de oceanen bleef stormen. Dertien jaar heeft Kruyt op de Noach III gevaren, het schip werd in 1890, voor 50.000 mark naar Noorwegen verkocht.”

 

De bark “Burgemeester Jhr. Coenen” onder kapitein T.C.Kruyt voer in 1893 van Batavia naar Melbourne. Vervolgens registratie te Queenstown-Ierland en op 21 januari 1894 te Duinkerken. Dus (vermoedelijk) een Kaap Hoornronding van west naar oost.121

 

 

Datum vanaf: 1875
Kapitein: Kruyt, T.C.
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 23
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

In het Jaarverslag 1887 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1887 is overleden058

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.H. van der Schaft was met vlagnummer R32 in de periode 1877 t/m 1887 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein M.H. van der Schaft met vlagnummer R32 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*     1877, 1878, 1880 t/m 1882     van de bark “Noach I”      892 ton varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam

*     1883, 1885, 1886                                      van de bark “Noach V”     1263 ton varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt M.H.van der Schaft als gezagvoerder gedurende:

  • * 1878 t/m 1883 van het fregat “Noach I”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam;
  • * 1884 t/m 1888 van het fregat “Noach V”, gebouwd in 1876 te Slikkerveer, 1503 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. Het schip werd in 1879 getuigd als bark.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1878
Kapitein: Schaft, M.H. van der
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 32
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Karel Frederik werd geboren op 26 maart 1842 te Zierikzee als zoon van de apotheker Mattheus de Looze en Sophia Wilhelmina van Wassenaar Danckquart.

Karel Frederik trouwde op 30 april 1875 te Veendam als zeeman met Alida Dik, geboren op 30 augustus  1853 te Veendam als dochter van de zeeman, later schipper Lucas Jans Dik en Jakobje Jans Smit. Alida overleed op 08 april 1918 te Utrecht, 64 jaar, weduwe.

Karel Frederik overleed op 12 oktober 1901 te Zierikzee, 59 jaar, zonder beroep.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Karel vermeld als zeeman in 1875, 1880, 1881, 1885, 1888

Karel Frederik wordt in een geboorte van een zoon op 07 maart 1895 te Zierikzee vermeld als directeur van de Zierikzeesche Stoomboot Maatschappij. Bij zijn overlijden te Zierikzee in 1901 was hij zonder beroep.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

K.F. de Looze was lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer R25 in de periode 1883 t/m 1886. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

 

K.F. de Looze was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart” met vlagnummer 90 in de periode 1886 t/m 1893.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1886 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1886 als lid voor de vlag heeft bedankt058

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein K.F. de Looze met vlagnummer R25 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1883                       van de bark “Noach I”                754 ton               varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam

*    1885                       geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt K.F. de Looze als gezagvoerder gedurende:

*    1884 van het fregat “Noach I”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit Jr te Rotterdam. Het schip werd in 1884 verkocht en gesloopt.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen bevat geen vermelding van een K.F. de Looze.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1884
Kapitein: Looze, Karel Frederik de
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 25
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: NOACH, Algemeen plan en Lijnenplan gemaakt door Fop Smit
Collectie: Maritiem Museum Rotterdam
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Bouwtekening

Omschrijving: NOACH, aquarel is gemaakt in 1859
Collectie: Maritiem Museum Rotterdam
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: NOACH I, aquarel gemaakt in 1869, kapitein J. van Schelven (vlagnummer R2)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Storm
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Kantongerecht Sliedrecht Archiefnummer NAHaag 3.03.37.139.57

foto 00100-00104

Cedule
Naam schip NOACH

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Sliedrecht, 2 april 1858

type schip klipper fregat

bouwwerf/verkoper

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Fop Smit

te voeren door kapt. P. Wierikx

grootte in tonnen 892 tonnen

tuigage/aantal dekken 3 masten, 2 dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Nieuw Lekkerland

plaats / datum registratie Papendrecht, 01 april 1858

nummer van registratie deel 19, folio 117, recto vak 7

notaris Mr. Antonie Paulus Weggeman Guldemont, kantonrechter te Sliedrecht

prijs

bijzonderheden: Getoond wordt de bijlbrief; het schip ligt thans te Ridderkerk (Slikkermeer)


researcher/datum research: FM 23/1115

Naam NOACH
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1858
Toegang 3.03.37
Inventaris 139