Inloggen
Gezagvoerder

Ulrich, Johan Roelof

Naam: Ulrich, Johan Roelof
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
DAGERAAD 1861 Fregat Sailing Vessel 8754 Bekijk schip
NOACH 1858 Clipperfregat Sailing Vessel 8860 Bekijk schip
PRESIDENT RAM 1839 Bark Sailing Vessel 10118 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Johan Roelof Ulrich werd geboren in 1813 te Amsterdam (of Rotterdam?)als zoon van Johan Frederik Ulrich, koopvaardijkapiteinen en in 1819 medeoprichter van het Rotterdamse zeemanscollege) en Maria Tromp.

Hij trouwde op 19 november 1846 te Alblasserdam met Gerrigje Mak, geboren in 1814 te Alblasserdam als dochter van martinus Mak en Elizabeth Pot.

Hij overleed op 14 februari 1880 te Alblasserdam.064

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.R.Ulrich was met vlagnummer R116 in de periode 1847/48 t/m 1880 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1880 als effectief lid is overleden058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat dat kapitein J.R.Ulrich met vlagnummer R116 als gezagvoerder in de ledenlijsten staat van058:

*   1849, 1851, 1855, 1858, 1859   van de bark “President Ram”    320 last Minderop & van Heel te Rotterdam

*   1862, 1863                                   van het fregat “Dagenraad”       380 last Fop Smit te Kinderdijk

*   1864                                              van het fregat “Noach”              471 last Fop Smit te Kinderdijk

*   1865 t/m 1867, 1874, 1877, 1878   geen schip en reeder vermeld

 

Bouma025 vermeldt J.R.Ulrich als gezagvoerder gedurende:

*   1848 t/m 1859 op de bark “President Ram”, gebouwd in 1839 teAlblasserdam, 606 ton o.m., varend voor Minderop & van Heel te Rotterdam. Op 19 maart 1859 vertrok hij uit Brouwershaven voor een reis van 105 dagen naar Batavia.064 Het schip werd in 1860 gesloopt;

*   1862 t/m 1865 van het 3/m schip “Dageraad”, gebouwd in 1861 op de werf van Fop Smit te Slikkerveer, 724 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;opgave klopt niet met de volgende. Volgens Bossenbroek voer hij in 1864 al met de “Noach”;

*   1863 t/m 1865 op het 3/m schip “Noach”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk.

 

Overige bijzonderheden

De vijfde reis van de Noach werd gemaakt door kapitein J.R.Ulrich. Het schip vertrok op 05 mei 1864 van Brouwershaven en kwam aan te Batavia op 07 augustus 1864 na 93 dagen reis. De terugreis startte op 16 december 1864 van Banjoewangi en eindigde op 12 maart 1865 te Brouwershaven na 86 dagen. Andere reizen met de Noach werden gemaakt onder gezag van P.Wierikx, A.Lupcke, J.C.F.Looyen en J.van Schelven026(38/132).

 

In het artikel “”De Klipper “Noach I”, door Leen Smit (In mijn fotokopie staat niet vermeld waar het artikel is verschenen) staat een afbeelding van een Delfts Blauw porseleinen bord, waarop een portret van de Noach I en tevens van kapitein J.R.Ulrich. (niet is vermeld waar dit bord zich bevindt)

 

Op 19 maart 1859 vertrok van Brouwershaven de bark "President Ram" van van Minderop & van Heel te Rotterdam onder kapitein J.R.Ulrich. Men arriveerde op 03 juli te Batavia na 105 dagen reis026(38/047).

 

Foto (nr.92) beschikbaar van kapitein J.Ulrich (Het zal om J.R.Ulrich gaan, daar J.F. Ulrich al in 1836 overleed)047.

 

J.R.Ulrich verzorgde per 19 maart 1859 vanuit Brouwershaven met de “President Ram” een transport van 4 officieren en 125 manschappen naar Indië. Hij arriveerde te Batavia op 04 juli 1859 na een reis van 107 dagen.

Op 20 oktober 1861vertrok hij vanuit Brouwershaven metde “Dagenraad” en 3 landmachtofficieren naar Indië en kwam te Batavia aan op 15 januari 1862 na 87 dagen.

Per 05 mei 1864 vertrok hij vanuit Brouwershaven met de “Noach” en een transport van 3 officieren en 150 manschappen en arriveerde te Batavia op 07 augustus 1864 na 94 dagen. Onderweg overleed 1 soldaat065.

Bossenbroek065 vermeldt op p. 70

“Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de …President Ram …”065.

 

Op 5 mei 1864 is hij kapitein op het snelste zeilschip van Nederland de clipper /fregat “Noach 1” reder Fop Smit te Alblasserdam, vertrekt hij voor een 5e reis van uit Brouwershaven en vaart hij in 93 dagen naar Batavia. Hij vertrekt op 16 december 1864 van Banjoewangi en hij vaart in 86 dagen naar Holland. Aankomst te Brouwershaven op 12 maart 1865. 064

 

In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” door Anno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 90-91 de volgende passage:

“In 1864 nam J.Ulrich het bevel over de Noach van Wierikx over. Met stukgoederen en militairen vertrok het schip den 5en Mei van Brouwershaven. 13 Juni werd de linie gepasseerd en 3 Augustus werd Java Hoofd verkend. Op 7 Augustus werd het anker voor Batavia uitgeworpen na een reis van 93 dagen. De uitgaande lading werd te Banjoewangi ingenomen en van hieruit vertrok de Noach op 16 December. Het werd wederom een snelle overtocht en de nieuw gekoperder clipper passeerde op 15 Februari de linie en 26 dagen later was hij ter hoogte van Kaap Lizard. Na een reis van 86 dagen kwam de Noach voor Brouwershaven aan.

Ulrich had de Noach slechts voor één uit- en thuisreis. In 1865 stond hij zijn plaats af aan A.Lüpcke.

 

In de Harlinger Courant van half maart 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat in de rubriek GEPRAAIDE SCHEPEN het volgende096:

“Door de Vlissingschen loodskotter No.6 zijn den 11den Maart, op de hoogte van Dengenees (sic), bij O.wind en bramzeilskoelte geseind: de schepen Barend Willem, Retgers, van Londen n. Melbourne, en de President Ram, Urich, van Londen n.Adelaïde.”