Familiegegevens en opleiding
Jan Albertus Keeman werd geboren te Amsterdam 10 januari 1809 als zoon van Christoffel Hendrik Keeman en Louisa Doutens/Douteris (naam onduidelijk)
Hij trouwde op 18 mei 1837 te Amsterdam Jannetje Grim, geboren te Amsterdam 12 november 1811 als dochter van Daniel Grim en Jannetje Loopeker. Jan Albertus was een zwager van de koopvaardijkapitein Rutger Grivel (zie aldaar) die met dochter Maria Dorothea van het echtpaar Grim/Loopker was getrouwd. Jannetje overleed op 08 mei 1881.
Jan Albertus overleed op 01 november 1853 nabij Falmouth aan boord van zijn schip de “Sumatra”.
In het CBG te Den Haag zijn de volgende krantenknipsel (geen krantennaam vermeld):
-
Getrouwd J.A.KEEMAN met J.GRIM Amsterdam 18 mei 1837
-
Een serie met geboorteaankondigingen van kinderen van het echtpaar Keeman-Grim, alle gedateerd te Amsterdam.
-
Heden ontving ik de bevestigende tijding, dat mijn dierbare Echtgenoot JAN ALBERTUS KEEMAN, Gezagvoerder aan Boord van het Barkschip Sumatra, op Reis naar Liverpool en Australië, op den 1sten November ll, nabij Falmouth, in den ouderdom van 44 Jaren is overleden, mij nalatende vier Kinderen
AMSTERDAM, 7 November 1853 Wed. J.A.KEEMAN
Eenige Kennisgeving GEB. GRIM.
In het Bevolkingsregister 1851-1853 (-64) van Amsterdam staat Jan Albertus Keeman, geboren op 10 januari 1809, gehuwd, Nederl.Hervormd, en in 1852 wonend op de Buitensingel.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.Keeman werd per 20 maart 1841 met vlagnummer 580 en op voordracht van H.de Jong ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Jacob van Hoorn". Toegevoegd is "Overleden"002.. ten tijde van de inschrijving waren Keemans en zijn vrouw 32 resp. 30 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1840 en 1 dochter uit 1838002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 13/20 april 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Albertus Keeman, oud 32 jaar, voerend de bark “Jan van Hoorn”, met adres en op voordracht van kapitein H.de Jong te Amsterdam. Zijn vlagnummer werd 580.023.
Hij was lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 februari 1848003.
J.A.Keeman was met vlagnummer 53 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 28 mei 1841 t/m 1853. Bij de inschrijving was zijn schip de “Jan van Hoorn.”111 en 064
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 september 1844 meldt kapitein J.A.Keeman dat hij op reis ziek is geworden, daarvan de nodige bewijsstukken overleggend.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 08 december 1853 wordt een uitkering toegekend aan de weduwe van kapitein J.A.Keeman voor haar en 4 kinderen ingaande 01 februari 1854.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 januari 1854 staat de mededeling dat aan de weduwe van kapitein J.A.Keeman geb. A.Grim een per 01 februari 1854 een uitkering is toegekend voor haar en 4 kinderen.023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd mei 1841 staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein Keeman.064b
In het kasboek van het Dordtse College dd 26 november 1853 staat de de boeking van de uitkering aan de nagelaten betrekkingen van kapitein J.A.Keeman van de regelementair toegestane f 100,-.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.A.Keeman als gezagvoerder064a:
* 1842 t/m 1845 bark “Jan van Hoorn” boekhouder Blussé van Oud Alblas te Dordrecht
* 1846; 1850; fregat “Jacob Cats” boekhouder Blussé van Oud Alblas te Dordrecht
* 1852 bark “Sumatra” boekhouder Gebr. Blussé te Dordrecht
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
580 1841-1844 bark Jan van Hoorn A.Blussé v.Oud Alblas c.s. te Dordrecht
1845-1850 fregat Jacob Cats idem
1851 fregat Sumatra geen opgave
1852-1853 fregat Sumatra Gebr.Blussé te Dordrecht
Bouma025 vermeldt J.A.Keeman als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1844 op de bark “Jan van Hoorn”, gebouwd in 1841 op de werf De Merwede van Cornelis Gips & Zn te Dordrecht, 579 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrechtzie ook 066;
Van Sluijs013 vermeldt dat deze “kruisbark” werd gebouwd in 1840/41. Op 02 september 1840 werd de kiel gelegd na afloop van de “Admiraal van Heemskerk” en op 19 juni 1841 werd het schip te water gelaten op de werf “Merwede”, onder scheepsbouwmeester C.Gips.(vermeld in Tijdschr. Zeewezen 1841). Er zou een afbeelding zijn in het Museum van Gijn
* 1846 t/m 1852 op het 3/m schip “Jacob Cats”, gebouwd in 1835 op de werf van Cornelis Gisp te Dordrecht, 790 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;
* 1852 op het 3/m schip “Sumatra” ex Johanna Catharina, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 745 ton o.m., varend voor H.R.Tollius Glusenkamp te Amsterdam;
* 1853 op hetzelfde schip maar nu voor de Gebr. Blussé te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
De bark de “Jan van Hoorn” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 13 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.A.Keeman:
1ste reis april 1842 naar Batavia en terug in april 1843
2de reis augustus 1843 naar Batavia en terug in augustus 1844
Het fregat de ´Jacob Cats” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 15 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.A.Keeman:
8ste reis augustus 1845 naar Batavia en weer terug in september 1846
9de reis april 1847 naar Batavia en weer terug in november 1847
10e reis april 1848 naar Batavia en weer terug in februari 1849
11de reis mei 1849 naar New York en weer terug in december 1849
12de reis mei 1850 naar Batavia en weer terug in maart 1851
Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.
In het voorjaar van 1841 monsterde J.Bouten (zie aldaar) als eerste stuurman op de “Jan van Hoorn” onder kapitein Keeman. Na 3½ maand arriveerde men in Batavia, waar de kapitein ziek werd. Bouten nam het bevel over en vertrok naar Soerabaja. Terug in Batavia was de kapitein hersteld. Hij had van de dokter poeders Kalomel gekregen voor het geval dat de ziekte terug kwam. Omdat hij echter geen gebruiksaanwijzing had gekregen, wist hij de dosering niet. “Uiteindelijk meende hij zeker te weten alle poeders ineens te moeten innemen Het gevolg hiervan was dat zijn gehele lichaam en hoofd opzwol … toch knapte hij na veertien dagen langzamerhand weer op en toen wij te St.Helena kwamen was hij zover hersteld dat hij zelfs meende naar de wal te kunnen gaan om het benodigde aan te kopen. Het gevolg was, dat hij de volgende dag weer het bed moest houden door overdadig eten hetgeen voor zijn kwaal zeer fnuikend was”.
Een voetnoot vermeldt dat kalomel een kwikchloride is dat vroeger als laxeermiddel, maar ook als medicijn tegen syphilis, werd voorgeschreven. Een bijwerking was de kalomelziekte, lichte opzwellingen. De hoge dosering heeft toen bij Keeman de spijsverrteringsorganen en nieren beschadigd. De latere drifbuien en onredelijk gedrag waren vermoedelijk het gevolg van hersenbeschadiging. Het later sukkelen met de gezondheid kan een nawerking van het medicijn zijn geweest, maar ook een niet genezen syphilis.
Bouten vertrok in 1843 vanuit Dordrecht voor een tweede reis met kapitein Keeman en de “Jan van Hoorn”. “De … reis werd de kapitein weer door vele ziekte geplaagd en ontstonden door zijn driftbuien veel ruzies die hoog opliepen.”. Na terugkomst in Amsterdam verzocht kapitein Keeman “een reis thuis te mogen blijven i.v.m. zijn gezondheid”. Hij werd opgevolgd door Jacob Bouten.066.
Het fregat “Sumatra” van de rederij Blussé van Oud Alblas te Dordrecht heeft minstens 4 reizen gemaakt waarvan de volgende onder kapitein J.A.Keeman:
* 1ste reis. September 1852 naar Australië. Tijdstip terugkomst niet gemeld.
* 2de reis. Geen gegevens over jaar van vertrek en terugkomst, noch de bestemming
Gegevens de heer P.Blussé te Vught, april 2008. Ontleend aan Blussé archief in Stadsarchief van Dordrecht.
NRC 21 april 1852
“Rotterdam, 20 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn heden bevracht de volgende .. schepen:
…
Voor Dordrecht: . SUMATRA, kapt. J.A. Keeman.”
NRC 06 november 1853
Falmouth, 2 november. De Nederlandse schepen REGINA, kapt. Ingerman, van Londen naar Adelaide, en SUMATRA, wijlen kapt. Keeman, van Dordrecht naar Liverpool bestemd, zijn hier beiden heden binnengelopen, eerstgenoemde heeft de zeilen verloren, en op de laatstgenoemde is de gezagvoerder overleden.
Ontleend aan van Blokland-Visser 064 :
Van Blokland-Visser noemt als effectief lid met D53 Johannes Adrianus Keeman. Ik acht dit een foute opgave
Een monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht nr 968, dd 08 maart 1840 vermeldt Keeman als 1e stuurman met een maandgage van f 70,- op het fregat “Jacob Cats” onder kapitein Willem Derks voor een reis naar Batavia.
Monsterrol nr. 1111, dd 31 maart 1842 vermeldt hem als gezagvoerder op de “Jan van Hoorn”. Hij vertrok dd 11 april 1842 met 22 man naar Batavia en keerde terug in Nederland op 06 april 1843.
Op 29 augustus 1845 is hij gezagvoerder op de “Jacob Cats” en vertrekt naar Batavia. Met dit schip maakte hij als gezagvoerder 5 reizen en van de 5e reis keerde hij terug in Nederland op 03 maart 1851.
Monsterrol nr 1594 te Dordrecht dd. 26 september 1853 staat J.A.Keeman, oud 44 jaar uit Amsterdam als gezagvoerder van de bark “Sumatra” voor een reis naar Australië via Liverpool.
Familiegegevens en opleiding
Sijtje Lammerts werd geboren te Maastricht op 13 november 1814.
Hij huwde met Johanna Catharina Scheurleer, geboren te Deventer op 27 juni 1816. Zij overleed op 12 april 1902.118
Sijtje overleed in 1853003. Bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam opgegeven.118
In het Bevolkingsregister van Amsterdam 1851 staat Sijtje Lammerts, geboren 13 november 1814 te Maastricht, Nederlands Hervormd, in 1852 wonend op de Recht Boomsloot 78 te Amsterdam en in 1853 vertrekkend naar Bodegraven.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
S.Lammerts, wonende bij Blom op de Leliegracht, werd met vlagnummer 500 effectief lid van "Zeemanshoop" "9 october 1839 van Honorair Effectief Lid geworden". Ten tijde van deze overgang was zijn schip de "Johanna Catharina". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving waren Lammerts en zijn vrouw 25 resp. 24 jaar002a
.Hij werd lid per 29 mei 1840 lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003
Sijtje Lammerts was van 06 januari 1843 t/m 1850 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 64. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de “Magtilda Cornelia”.
In de notulen dd 15 februari 1850 staat dat hij is geroyeerd wegens een tweejarige betalingsachterstand.111 en 064
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 januari 1854 staat een verzoek om uitkering van de weduwe van kapitein S.Lammerts, geb. J.C.Schreuder voor haar en 3 kinderen, welke haar in de vergadering van 28 februari 1854 wordt toegekend met ingang van 01 februari 1854.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 21 maart 1854 staat de mededeling dat aan de weduwe van kapitein S.Lammerts per 01 februari 1854 een uitkering is toegekend voor haar en haar 3 kinderen.023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd januari 1843 staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein S.Lammers.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat S.Lammerts als gezagvoerder064a:
* 1844 t/m 1845 bark “Magtilda Cornelia” boekhouder H.Brunner te Dordrecht
* 1846 geen vermelding van een schip
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
500 1839 fregat Johanna Catharina A.J.Jacobs & J.Veeckens
1840 fregat Johanna Catharina geen opgave
1841 bark Johanna Catharina Tollius Bennet
1842-1845 bark Machtilda Cornelia H.Brunner te Dordrecht
1846-1852 bark Vice-Admiraal Rijk A.Ahlers Jr.
1853 geen vermelding van schip en boekhouder
S.Lammerts was in 1840 gezagvoerder van de "Johanna Catharina" (c.500 last), te water gelaten op 18 juni 1840 op de werf "Het Wapen van Amsterdam" van J.C.R.Fonk, Grote Wittenburgerstraat, Amsterdam, voor reder J.R.Tollius Bennet037.
Bouma025 vermeldt S.Lammerts als gezagvoerder gedurende:
* 1840 t/m 1841 van het fregat “Johanna Catharina”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 940 ton o.m., varend voor A.J.Jacobs & J.Veeckens te Amsterdam;
* 1842 van hetzelfde schip maar nu varend voor R.A.H.Tollius Bennet te Amsterdam;
* 1843 t/m 1846 van de bark “Machtilda Cornelia”, gebouwd in 1843 te Dordrecht, 461 ton o.m., varend voor H.Brunner te Dordrecht;
* 1847 t/m 1851 van de bark “Vice Admiraal Rijk”, gebouwd in 1846 te Dordrecht, 262 ton o.m., varend voor A.Ahlers Jr te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Op 04 januari 1848 vertrok van Batavia het fregat "Vice Admiraal Rijk" onder kapitein S.Lammerts, was 16 maart te St.Helena en arriveerde 16 mei 1848 te Texel na een reis van 132 dagen026(38/299).
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
In januari 1843 wordt hij in de ,,Dordrechtsche Courant,, al als gezagvoerder genoemd van de in aanbouw zijnde bark “Machtilda Cornelia” en zal hij op de werf betrokken zijn geweest bij de bouw van het schip op de werf van Cornelis Gips te Dordrecht.
Op 7 februari 1844 (Monsterrol nr 1188 in het Gemeentearchief van Dordrecht) is hij 1e kapitein op de nieuwe bark “Machtilda Cornelia” en vertrekt op 21 maart 1844 met 23 man naar Batavia. Hij keert terug in Holland op 24 november 1845.
Datum vanaf: |
1840 |
Kapitein: |
Lammerts, Sijtje |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
500 |
Overige informatie: |
*Maastricht, 15-11-1814, †Bodegraven, 22-12-1853.
De JOHANNA CATHARINA is genoemd naar zijn echtgenote, Johanna Catharina Scheurleer. |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.Wildschut werd met vlagnummer 462 per 16 april 1839 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein F.C.Claus. Als zijn schip is genoemd de “Amsterdam”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving waren kapitein Wildschut en zijn vrouw 28 resp. 24 jaaqr. Ingeschreven staan twee zonen, geboren in 1835 en 1838002a
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 09/16 april 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Lourens Wildschut, oud 28 jaar, voerend de schoenerkof “Amsterdam”, wonend op de Korte Prinsengracht 35, op voordracht van kapitein T.C.Claus. Hij kreeg vlagnummer 462023.
L.Wildschut was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1839 t/m 1854 met vlagnummer 462.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 juli 1845 staat een brief van kapitein L.Wildschut. Hij ligt in scheiding “verzoekende bij zijn op handen vertrek, dat indien hij op reis mogt overlijden de uitkeering niet aan zijn weduwe maar aan zijn kinderen mag geschieden.” Het Bestuur stelt een uitspraak uit totdat het zover is.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 april 1851 doet de penningmeester de mededeling dat een aantal leden waaronder L.Wildschut nalatig zijn in de betaling en zijn aangeschreven. In een nader bericht blijkt dat deze kapiteinheeft om uitstel van betaling heeft verzocht. Het Bestuur verleent hem dit uitstel yoy 01 oktober 1851. 042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 01 augustus 1854 staat de opzegging van het effectieve lidmaatschap van kapitein L.Wildschut.042.
De schepen van de kapitein
Vermelding on de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
462 1839-1841 sch.kof Amsterdam Boolen & Co
1842-1846 fregat Johanna Catharina R.A.H.Tollius Bennet
1848-1850 geen vermelding van schip en boekhouder
1851-1853 brik Sara A.Roquette
Bouma025 vermeldt L.Wildschut als gezagvoerder gedurende:
* 1839 t/m 1842 op de kof “Amsterdam”, gebouwd in 1829 te Amsterdam, 168 ton o.m., varend voor Boolen & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1842 verkocht;
* 1843 t/m 1848 van het fregat “Johanna Catharina”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 940 ton o.m., varend voor R.A.H.Tollius Bennet te Amsterdam. Het schip voer in 1849 voor Tollius Glurenkamp te Amsterdam en was herdoopt in “Sumatra”;
* 1847 t/m 1848 op het 3/m schip “Sumatra”, ex Johanna Catharina, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 745 ton o.m., varend voor R.A.Tollius Bennett te Amsterdam.
Discrepantie in de twee voorgaande opgaven.
Bouma025 vermeldt eveneens een L.Wildschut als gezagvoerder gedurende
* 1840 t/m 1842 van de kof “Jonge Cornelis”, gebouwd in 1838 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend voor Th. Lefèvre te Amsterdam. Het wschip voer in 1846 voor J.A. & C.M. Simon Thomas te Amsterdam en was herdoopt in “Amsterdam
* 1840 t/m 1845 van de kof “Amsterdam” ex Jonge Cornelis, gebouwd in 1838 te Hoogezand, 99 ton o.m., varend voor Th. Le Fèvre te Amsterdam.
Gezien de perioden en de naamgeving moet hier sprake zijn van fouten in de opgaven. Voorts moet er sprake zijn van een tweede persoon, die ik niet nader heb geïdentificeerd.
* 1852 t/m 1854 van de brik “Sara” ex Nickerie Packet, gebouwd in 1838 te Amsterdam, 170 ton o.m., varend voor A.Roquette te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
De Harlinger Courant van begin april 1853 (preciese datum niet vermeld op de fotokopie) vermeldt het volgende bericht onder de rubriek GEPRAAIDE SCHEPEN096:
“5 April, op 51o20 Noorder breedte, 1o39 Ooster lengte, Sara, kapt. Wildschut, v. Amst. n. Suriname.
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat vermeld:
Abrahamsz zocht in 1839 naar een opvolger voor de “Amsterdam”:
“Het gelukte mij dan ook een te vinden in de Persoon van Wildschut die mij door velen aanbevolen was en die ik meende als een geschikt persoon aan mijn patroon te kunnen aanraden.”
Datum vanaf: |
1842 |
Kapitein: |
Wildschut, Lourens |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
462 |
Overige informatie: |
*waarschijnlijk 1811 |
Familiegegevens en opleiding
Klaas Lammerts Swart werd geboren op Schiermonnikoog op 25 december 1816.
Klaas was getrouwd met Hendrika Reining, geboren te Groningen op 27 februari 1824 en overleden 22 februari 1902.
Algemeen Handelsblad 30 mei 1863
Advertentie. Op heden ontving ik de bevestiging der treurige tijding van het overlijden van mijnen geliefden echtgenoot K.L. Swart, in leven gezagvoerder van het barkschip SENIOR, te Passaroeang den 26ste maart 1863. Wat ik en mijne zes nog minderjarige kinderen in hem verliezen, kunnen slechts zij beseffen, die den overledene gekend hebben
Amsterdam, 28 mei 1863
H.C. Reiningh, wed. K.L. Swart.
Klaas Lammerts Swart: * Schiermonnikoog 25.12.1816
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
K.L.Swart werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 02 mei 1848003. Ten tijde van de inschrijving waren Swart en zijn vrouw 29 resp. 22 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon van 11 februari 1846002a.
In de Algemene Vergaderingen van 14/21 juli 1846 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Klaas Lammerts Swart, 29 jaar, voerend het fregat “Wilhelmina Catharina”, wonend op de Kadijk te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.E.Karst.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 januari 1853 staat een verzoek van kapitein K.L.Swart om aan kapitein A.Bruce een geschenk in zilver uit te reiken vanwege zijn reddingsinspanning bij de ramp van kapitein K.L.Swart.042
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 juli 1863 vraagt de wed. K.L.Swart geb. Reiningh om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering dd 27 augustus 1863 wordt toegekend ingaande 01 mei 1863 voor haar en 5 kinderen.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 22 september 1863 werd per 01 mei 1863 een uitkering in de 1e klasse toegekend aan de wed. K.L.Swart, geb. Reiningh voor haar en 5 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
735 1846 fregat Wilhelmina Catharina P.C.de Gijselaar & A.Hulsen
1848-1850 fregat Sumatra H.R.Tollius Glusenkamp
1851-1853 bark Laura en Adèle Bunge & Co
358 1854-1863 bark Senior idem
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam Schip Vertrek terugkomst
K.L.Swart Senior 10 april 1860 10 april 1861
Senior 25 augustus 1862 11 augustus 1863
Bouma025 vermeldt K.L.Swart als gezagvoerder gedurende:
* 1847 op het 3/m schip “Wilhelmina Catharina” ex Minerva, gebouwd in 1829 teAmsterdam, 450 ton o.m., varend voor P.C.de Gijselaar & A.Hulsen te Amsterdam;
* 1849 t/m 1851 op het 3/m schip “Sumatra” ex Johanna Catharina, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 745 ton o.m., varedn voor H.R.Tollius Glusenkamp te Amsterdam;
* 1852 van de bark “Laura & Adèle”, gebouwd in 1851 te Alblasserdam, 434 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam. Het schip is van Amsterdam naar Batavia in volle zee verbrand door broeien van de lading koolteer;
* 1852 t/m 1854 van de bark “Laura & Adèle” ex Graafstroom, gebouwd in 1848 te Alblasserdam, 529 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam;
* 1855 t/m 1861 van de bark “Senior”, gebouwd in 1854 te Amsterdam, 588 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam;
* 1863 van hetzelfde schip en voor dezelfde reder.
Overige bijzonderheden
Handelsblad 17 december 1852
Bahia 19 november 1852
“Het schip Laura en Adèle, Swart, van Amsterdam n.Batavia, is op 13 Oct.j.l. op 2o ZBr verbrand; de equipage is gered en alhier aangekomen.
Datum vanaf: |
1848 |
Kapitein: |
Swart, Klaas Lammerts |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
735 |
Overige informatie: |
*14-07-1816 te Schiermonnikoog, †26-03-1863 te Passaroean (Java). |
Familiegegevens en opleiding
Jan Albertus Keeman werd geboren te Amsterdam 10 januari 1809 als zoon van Christoffel Hendrik Keeman en Louisa Doutens/Douteris (naam onduidelijk)
Hij trouwde op 18 mei 1837 te Amsterdam Jannetje Grim, geboren te Amsterdam 12 november 1811 als dochter van Daniel Grim en Jannetje Loopeker. Jan Albertus was een zwager van de koopvaardijkapitein Rutger Grivel (zie aldaar) die met dochter Maria Dorothea van het echtpaar Grim/Loopker was getrouwd. Jannetje overleed op 08 mei 1881.
Jan Albertus overleed op 01 november 1853 nabij Falmouth aan boord van zijn schip de “Sumatra”.
In het CBG te Den Haag zijn de volgende krantenknipsel (geen krantennaam vermeld):
-
Getrouwd J.A.KEEMAN met J.GRIM Amsterdam 18 mei 1837
-
Een serie met geboorteaankondigingen van kinderen van het echtpaar Keeman-Grim, alle gedateerd te Amsterdam.
-
Heden ontving ik de bevestigende tijding, dat mijn dierbare Echtgenoot JAN ALBERTUS KEEMAN, Gezagvoerder aan Boord van het Barkschip Sumatra, op Reis naar Liverpool en Australië, op den 1sten November ll, nabij Falmouth, in den ouderdom van 44 Jaren is overleden, mij nalatende vier Kinderen
AMSTERDAM, 7 November 1853 Wed. J.A.KEEMAN
Eenige Kennisgeving GEB. GRIM.
In het Bevolkingsregister 1851-1853 (-64) van Amsterdam staat Jan Albertus Keeman, geboren op 10 januari 1809, gehuwd, Nederl.Hervormd, en in 1852 wonend op de Buitensingel.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.Keeman werd per 20 maart 1841 met vlagnummer 580 en op voordracht van H.de Jong ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Jacob van Hoorn". Toegevoegd is "Overleden"002.. ten tijde van de inschrijving waren Keemans en zijn vrouw 32 resp. 30 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1840 en 1 dochter uit 1838002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 13/20 april 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Albertus Keeman, oud 32 jaar, voerend de bark “Jan van Hoorn”, met adres en op voordracht van kapitein H.de Jong te Amsterdam. Zijn vlagnummer werd 580.023.
Hij was lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 februari 1848003.
J.A.Keeman was met vlagnummer 53 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 28 mei 1841 t/m 1853. Bij de inschrijving was zijn schip de “Jan van Hoorn.”111 en 064
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 september 1844 meldt kapitein J.A.Keeman dat hij op reis ziek is geworden, daarvan de nodige bewijsstukken overleggend.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 08 december 1853 wordt een uitkering toegekend aan de weduwe van kapitein J.A.Keeman voor haar en 4 kinderen ingaande 01 februari 1854.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 januari 1854 staat de mededeling dat aan de weduwe van kapitein J.A.Keeman geb. A.Grim een per 01 februari 1854 een uitkering is toegekend voor haar en 4 kinderen.023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd mei 1841 staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein Keeman.064b
In het kasboek van het Dordtse College dd 26 november 1853 staat de de boeking van de uitkering aan de nagelaten betrekkingen van kapitein J.A.Keeman van de regelementair toegestane f 100,-.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.A.Keeman als gezagvoerder064a:
* 1842 t/m 1845 bark “Jan van Hoorn” boekhouder Blussé van Oud Alblas te Dordrecht
* 1846; 1850; fregat “Jacob Cats” boekhouder Blussé van Oud Alblas te Dordrecht
* 1852 bark “Sumatra” boekhouder Gebr. Blussé te Dordrecht
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
580 1841-1844 bark Jan van Hoorn A.Blussé v.Oud Alblas c.s. te Dordrecht
1845-1850 fregat Jacob Cats idem
1851 fregat Sumatra geen opgave
1852-1853 fregat Sumatra Gebr.Blussé te Dordrecht
Bouma025 vermeldt J.A.Keeman als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1844 op de bark “Jan van Hoorn”, gebouwd in 1841 op de werf De Merwede van Cornelis Gips & Zn te Dordrecht, 579 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrechtzie ook 066;
Van Sluijs013 vermeldt dat deze “kruisbark” werd gebouwd in 1840/41. Op 02 september 1840 werd de kiel gelegd na afloop van de “Admiraal van Heemskerk” en op 19 juni 1841 werd het schip te water gelaten op de werf “Merwede”, onder scheepsbouwmeester C.Gips.(vermeld in Tijdschr. Zeewezen 1841). Er zou een afbeelding zijn in het Museum van Gijn
* 1846 t/m 1852 op het 3/m schip “Jacob Cats”, gebouwd in 1835 op de werf van Cornelis Gisp te Dordrecht, 790 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;
* 1852 op het 3/m schip “Sumatra” ex Johanna Catharina, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 745 ton o.m., varend voor H.R.Tollius Glusenkamp te Amsterdam;
* 1853 op hetzelfde schip maar nu voor de Gebr. Blussé te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
De bark de “Jan van Hoorn” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 13 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.A.Keeman:
1ste reis april 1842 naar Batavia en terug in april 1843
2de reis augustus 1843 naar Batavia en terug in augustus 1844
Het fregat de ´Jacob Cats” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 15 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.A.Keeman:
8ste reis augustus 1845 naar Batavia en weer terug in september 1846
9de reis april 1847 naar Batavia en weer terug in november 1847
10e reis april 1848 naar Batavia en weer terug in februari 1849
11de reis mei 1849 naar New York en weer terug in december 1849
12de reis mei 1850 naar Batavia en weer terug in maart 1851
Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.
In het voorjaar van 1841 monsterde J.Bouten (zie aldaar) als eerste stuurman op de “Jan van Hoorn” onder kapitein Keeman. Na 3½ maand arriveerde men in Batavia, waar de kapitein ziek werd. Bouten nam het bevel over en vertrok naar Soerabaja. Terug in Batavia was de kapitein hersteld. Hij had van de dokter poeders Kalomel gekregen voor het geval dat de ziekte terug kwam. Omdat hij echter geen gebruiksaanwijzing had gekregen, wist hij de dosering niet. “Uiteindelijk meende hij zeker te weten alle poeders ineens te moeten innemen Het gevolg hiervan was dat zijn gehele lichaam en hoofd opzwol … toch knapte hij na veertien dagen langzamerhand weer op en toen wij te St.Helena kwamen was hij zover hersteld dat hij zelfs meende naar de wal te kunnen gaan om het benodigde aan te kopen. Het gevolg was, dat hij de volgende dag weer het bed moest houden door overdadig eten hetgeen voor zijn kwaal zeer fnuikend was”.
Een voetnoot vermeldt dat kalomel een kwikchloride is dat vroeger als laxeermiddel, maar ook als medicijn tegen syphilis, werd voorgeschreven. Een bijwerking was de kalomelziekte, lichte opzwellingen. De hoge dosering heeft toen bij Keeman de spijsverrteringsorganen en nieren beschadigd. De latere drifbuien en onredelijk gedrag waren vermoedelijk het gevolg van hersenbeschadiging. Het later sukkelen met de gezondheid kan een nawerking van het medicijn zijn geweest, maar ook een niet genezen syphilis.
Bouten vertrok in 1843 vanuit Dordrecht voor een tweede reis met kapitein Keeman en de “Jan van Hoorn”. “De … reis werd de kapitein weer door vele ziekte geplaagd en ontstonden door zijn driftbuien veel ruzies die hoog opliepen.”. Na terugkomst in Amsterdam verzocht kapitein Keeman “een reis thuis te mogen blijven i.v.m. zijn gezondheid”. Hij werd opgevolgd door Jacob Bouten.066.
Het fregat “Sumatra” van de rederij Blussé van Oud Alblas te Dordrecht heeft minstens 4 reizen gemaakt waarvan de volgende onder kapitein J.A.Keeman:
* 1ste reis. September 1852 naar Australië. Tijdstip terugkomst niet gemeld.
* 2de reis. Geen gegevens over jaar van vertrek en terugkomst, noch de bestemming
Gegevens de heer P.Blussé te Vught, april 2008. Ontleend aan Blussé archief in Stadsarchief van Dordrecht.
NRC 21 april 1852
“Rotterdam, 20 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn heden bevracht de volgende .. schepen:
…
Voor Dordrecht: . SUMATRA, kapt. J.A. Keeman.”
NRC 06 november 1853
Falmouth, 2 november. De Nederlandse schepen REGINA, kapt. Ingerman, van Londen naar Adelaide, en SUMATRA, wijlen kapt. Keeman, van Dordrecht naar Liverpool bestemd, zijn hier beiden heden binnengelopen, eerstgenoemde heeft de zeilen verloren, en op de laatstgenoemde is de gezagvoerder overleden.
Ontleend aan van Blokland-Visser 064 :
Van Blokland-Visser noemt als effectief lid met D53 Johannes Adrianus Keeman. Ik acht dit een foute opgave
Een monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht nr 968, dd 08 maart 1840 vermeldt Keeman als 1e stuurman met een maandgage van f 70,- op het fregat “Jacob Cats” onder kapitein Willem Derks voor een reis naar Batavia.
Monsterrol nr. 1111, dd 31 maart 1842 vermeldt hem als gezagvoerder op de “Jan van Hoorn”. Hij vertrok dd 11 april 1842 met 22 man naar Batavia en keerde terug in Nederland op 06 april 1843.
Op 29 augustus 1845 is hij gezagvoerder op de “Jacob Cats” en vertrekt naar Batavia. Met dit schip maakte hij als gezagvoerder 5 reizen en van de 5e reis keerde hij terug in Nederland op 03 maart 1851.
Monsterrol nr 1594 te Dordrecht dd. 26 september 1853 staat J.A.Keeman, oud 44 jaar uit Amsterdam als gezagvoerder van de bark “Sumatra” voor een reis naar Australië via Liverpool.
Datum vanaf: |
1852 |
Kapitein: |
Keeman, Jan Albertus |
College: |
Tot Nut van Handel en Zeevaart, Dordrecht |
Vlagnummer: |
53 |
Overige informatie: |
*10-01-1809 te Amsterdam, †01-11-1853 aan boord SUMATRA |
Familiegegevens en opleiding
Henry Grivel werd geboren in Amsterdam op 08 februari 1820 als zoon van Henry Grivel en Antje Coenradi. De familie is van Zwitserse oorsprong.
Henry trouwde op 25 mei 1848 te Amsterdam als zeeman met Cornelia Margaretha Brouwer, geboren te Amsterdam op 26 mei 1825 als dochter van Cornelis Brouwer, havenknecht, en Marretje Egberts. Zij zou overleden zijn in april 1862 maar haar overlijdensakte niet in Amsterdam en op GenLias gevonden. Als deze datum klopt dan is zij overleden in het kraambed van dochter Henriëtta Margaretha – zie hierna.
Het echtpaar kreeg 4 dochters en wel
* Annetta, geboren te Amsterdam op 19 december 1848.
Zij trouwde te Amsterdam op 27 mei 1881 met Hendrik Philippus Schalekamp (wijnhandelaar), geboren 05 december 1851 te Amsterdam in de Staalstraat C5 nr.3 als zoon van Willem Schalekamp (drogist) en Maria Johanna Weerensteijn.
Één van de getuigen was Henri Francois Grivel, neef van de bruid, zonder beroep, 44 jaar, wonende te Bussum.
In het Bevolkingsregister van Amsterdam 1874-1892 wordt het echtpaar genoemd met daarbij als kinderen Maria Johanna (geb. 16 april 1882 te Amsterdam) en zoon Hendrik Philippus (geb. 22 juni 1884 en overleden 02 september 1884, beide te Amsterdam).
* Jannetje Cornelia Margaretha, geboren te Amsterdam op 19 augustus 1852 en overleden te Dordrecht op 17 augustus 1853.
* Henriëtte Cornelia, geboren te Amsterdam op 13 augustus 1858 en aldaar overleden op 02 mei 1859.
* Henriëtte Margaretha, geboren te Amsterdam op 07 maart 1862 en aldaar overleden op 18 september 1863.
Henry Grivel overleed te Maartensdijk op 16 september 1890. GenLias
Uit voorgaand overzicht is duidelijk dat er geen directe nazaten met de naam Grivel zijn van kapitein Henry Grivel. Ook zijn er vrij zeker geen nazaten via de vrouwelijke lijn.
Nazaten gaan terug naar een oudere broer van Henry en wel Rutger Grivel, geboren te Amsterdam op 17 april 1818, getrouwd met Maria Dorothea Grim en overleden in het Kanaal van Formosa op 14 oktober 1861. Deze was eveneens koopvaardijkapitein. (zie aldaar).
De lijn van Rutger loopt verder via Daniël Grivel en Johanna Petronella Akkenaar → Emile Charles Grivel en Theodora Hendrika Muller → Albert Grivel en Maria Margaretha van der Beemt → Eric en Theo Grivel.
Eric en Theo zijn de meest directe nazaten.
Gegevens zijn ontleend aan www.grivel.net
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.Grivel werd met nr.619 lid van Zeemanshoop per 24 april 1855 op voorspraak van G.de Jong. Zijn schip was de "Sumatra"002.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 17/24 april 1855 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Henri Grivel, oud 35 jaar, voerend de bark “Sumatra”, voor rekening van de Gebr. Blussé te Dordrecht, op voordracht van kapitein G. de Jong.023.
Henry werd deelnemer aan het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 30 november 1858 en bedankte in 1864003.
H.Grivel was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1855 t/m 1864 met vlagnummer 619.
H.Grivel wonend te Amsterdam was lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer D53 in de periode 27 april 1855 t/m zijn overlijden op 16 september 1890. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de “Sumatra” onder directie van de Gebr. Blussé te Dordrecht.064a
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 november 1858 verzoekt H.Grivel om “in de voortdurende deelneming te mogen worden opgenomen, zonder verhoogde contributie, varend thans voor eene haven buiten Amsterdam.”Het Bestuur stelt dat, indien de kapitein onder de 40 jaar is, artikel 353 van het Reglement van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop van toepassing is.042 (Dit artikel 353 regelt de condities waaraan een lid moet voldoen om toestemming te krijgen voor een andere haven dan Amsterdam te varen.)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 februari 1865 bedankt kapitein H.Grivel voor deelname in het Fonds maar “verzoekende lid voor de vlag te mogen blijven.”042.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 24 juli 1866 staat vermeld een: “Brief van Kapt. H.Grivel voerende het Barkschip Vondel in Buenos Ayros 9 Juni 1866 houdende mededeelingen van verschillende waarnemingen in het belang der Scheepvaart van welk schrijven afschrift ter tafel zal worden gelegd.” 023.
In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 26 mei 1855 de storting door H.Grivel van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college.064b
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 10 november 1870 staat de mededeling dat de contributie van kapitein de Grivel is gebracht op f 3,- 064a
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 22 oktober 1890 wordt het overlijden gemeld van H.Grivel.064a
In het kasboek van het Dordtse College dd 22 september 1890 staat de reglementair vastgestelde uitkering van f 200,- aan de erven van kapitein H.Grivel te Amsterdam.064b
De schepen van de kapitein
vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
619 1855-1861 bark Sumatra Gebr.Blussé te Dordrecht
1862-1864 bark Decima J.Holtzapffel te Amsterdam
1865-1869 brik Vondel H.J.E.Hekman te Amsterdam
1870-1873 geen vermelding van schip en boekhouder
001 = Gegevens zijn ontleend aan de jaarlijkse naamlijsten van effectieve leden van het "Collegie Zeemans-Hoop" in de Amsterdamschen Almanak voor Koophandel en Zeevaart Deze bron vermeldt alleen de schepen gedurende de lidmaatschapsperiode van de kapitein.
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat H.Grivel als gezagvoerder064a:
* 1854 t/m 1859; 1861 bark “Sumatra” boekhouders Gebr. Blussé
* 1874 geen vermelding van een schip
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
H.Grivel Sumatra 16 december 1858 25 mei 1861
Decima 19 maart 1862 niet vermeld
Decima geen vermelding 08 december 1864
Het fregat “Sumatra” van de rederij Blussé van Oud Alblas te Dordrecht heeft minstens 4 reizen gemaakt waarvan de volgende onder kapitein H.Grivel:
* 3de reis. 1855. Bestemming niet genoemd. Terugkomst niet genoemd
* 4de reis. Vertrek niet genoemd. Terugkomst in 1862. Schip verkocht in 1862
Gegevens de heer P.Blussé te Vught, april 2008. Ontleend aan Blussé archief in Stadsarchief van Dordrecht.
Bouma025 vermeldt H.Grivel als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1862 van het 3/m schip “Sumatra” ex Johanna Catharina, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 745 ton o.m., varend voor de Gebr. Blussé te Dordrecht. Het schip werd in 1862 verkocht naar Zweden;
* 1863 t/m 1865 van de bark “Decima”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 457 ton o.m., varend voor J.Holzapfel te Amsterdam. Het schip werd verkocht naar Noorwegen en herdoopt in Emma;
* 1866 t/m 1870 van de brik “Vondel”, gebouwd in 1865 te Amsterdam, 246 ton o.m., varend voor Hekman, Klinkhamer & Co te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
De brik “Vondel” onder kapitein H.Grivel was op 01 juni 1867 te Buenos Aires en op 09 augustus te Valparaiso, dus via de ronding van Kaap Hoorn. Op 12 augustus te Tomé maar een retour reis is niet gevonden.121
NRC 06 november 1853
Falmouth, 2 november. De Nederlandse schepen REGINA, kapt. Ingerman, van Londen naar Adelaide, en SUMATRA, wijlen kapt. Keeman, van Dordrecht naar Liverpool bestemd, zijn hier beiden heden binnengelopen, eerstgenoemde heeft de zeilen verloren, en op de laatstgenoemde is de gezagvoerder overleden.
(was Henry Grivel stuurman op dit schip?)
NRC 27 april 1854
Rotterdam, 26 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 37 schepen, als:
Voor Rotterdam: … SUMATRA, kapt. H. Grevel; …
Datum vanaf: |
1854 |
Kapitein: |
Grivel, Henry |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
619 |
Overige informatie: |
*08-02-1820 te Amsterdam, †16-09-1890 te Maartensdijk |
|