Familiegegevens en opleiding
Jan Albertus Keeman werd geboren te Amsterdam 10 januari 1809 als zoon van Christoffel Hendrik Keeman en Louisa Doutens/Douteris (naam onduidelijk)
Hij trouwde op 18 mei 1837 te Amsterdam Jannetje Grim, geboren te Amsterdam 12 november 1811 als dochter van Daniel Grim en Jannetje Loopeker. Jan Albertus was een zwager van de koopvaardijkapitein Rutger Grivel (zie aldaar) die met dochter Maria Dorothea van het echtpaar Grim/Loopker was getrouwd. Jannetje overleed op 08 mei 1881.
Jan Albertus overleed op 01 november 1853 nabij Falmouth aan boord van zijn schip de “Sumatra”.
In het CBG te Den Haag zijn de volgende krantenknipsel (geen krantennaam vermeld):
-
Getrouwd J.A.KEEMAN met J.GRIM Amsterdam 18 mei 1837
-
Een serie met geboorteaankondigingen van kinderen van het echtpaar Keeman-Grim, alle gedateerd te Amsterdam.
-
Heden ontving ik de bevestigende tijding, dat mijn dierbare Echtgenoot JAN ALBERTUS KEEMAN, Gezagvoerder aan Boord van het Barkschip Sumatra, op Reis naar Liverpool en Australië, op den 1sten November ll, nabij Falmouth, in den ouderdom van 44 Jaren is overleden, mij nalatende vier Kinderen
AMSTERDAM, 7 November 1853 Wed. J.A.KEEMAN
Eenige Kennisgeving GEB. GRIM.
In het Bevolkingsregister 1851-1853 (-64) van Amsterdam staat Jan Albertus Keeman, geboren op 10 januari 1809, gehuwd, Nederl.Hervormd, en in 1852 wonend op de Buitensingel.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.Keeman werd per 20 maart 1841 met vlagnummer 580 en op voordracht van H.de Jong ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop". Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Jacob van Hoorn". Toegevoegd is "Overleden"002.. ten tijde van de inschrijving waren Keemans en zijn vrouw 32 resp. 30 jaar. Ingeschreven staan 1 zoon uit 1840 en 1 dochter uit 1838002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 13/20 april 1841 werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Jan Albertus Keeman, oud 32 jaar, voerend de bark “Jan van Hoorn”, met adres en op voordracht van kapitein H.de Jong te Amsterdam. Zijn vlagnummer werd 580.023.
Hij was lid van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 februari 1848003.
J.A.Keeman was met vlagnummer 53 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” in de periode 28 mei 1841 t/m 1853. Bij de inschrijving was zijn schip de “Jan van Hoorn.”111 en 064
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 september 1844 meldt kapitein J.A.Keeman dat hij op reis ziek is geworden, daarvan de nodige bewijsstukken overleggend.042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 08 december 1853 wordt een uitkering toegekend aan de weduwe van kapitein J.A.Keeman voor haar en 4 kinderen ingaande 01 februari 1854.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 januari 1854 staat de mededeling dat aan de weduwe van kapitein J.A.Keeman geb. A.Grim een per 01 februari 1854 een uitkering is toegekend voor haar en 4 kinderen.023.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd mei 1841 staat geboekt een entreebedrag van f 15,- door kapitein Keeman.064b
In het kasboek van het Dordtse College dd 26 november 1853 staat de de boeking van de uitkering aan de nagelaten betrekkingen van kapitein J.A.Keeman van de regelementair toegestane f 100,-.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J.A.Keeman als gezagvoerder064a:
* 1842 t/m 1845 bark “Jan van Hoorn” boekhouder Blussé van Oud Alblas te Dordrecht
* 1846; 1850; fregat “Jacob Cats” boekhouder Blussé van Oud Alblas te Dordrecht
* 1852 bark “Sumatra” boekhouder Gebr. Blussé te Dordrecht
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
580 1841-1844 bark Jan van Hoorn A.Blussé v.Oud Alblas c.s. te Dordrecht
1845-1850 fregat Jacob Cats idem
1851 fregat Sumatra geen opgave
1852-1853 fregat Sumatra Gebr.Blussé te Dordrecht
Bouma025 vermeldt J.A.Keeman als gezagvoerder gedurende:
* 1842 t/m 1844 op de bark “Jan van Hoorn”, gebouwd in 1841 op de werf De Merwede van Cornelis Gips & Zn te Dordrecht, 579 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrechtzie ook 066;
Van Sluijs013 vermeldt dat deze “kruisbark” werd gebouwd in 1840/41. Op 02 september 1840 werd de kiel gelegd na afloop van de “Admiraal van Heemskerk” en op 19 juni 1841 werd het schip te water gelaten op de werf “Merwede”, onder scheepsbouwmeester C.Gips.(vermeld in Tijdschr. Zeewezen 1841). Er zou een afbeelding zijn in het Museum van Gijn
* 1846 t/m 1852 op het 3/m schip “Jacob Cats”, gebouwd in 1835 op de werf van Cornelis Gisp te Dordrecht, 790 ton o.m., varend voor A.Blussé van Oud Alblas te Dordrecht;
* 1852 op het 3/m schip “Sumatra” ex Johanna Catharina, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 745 ton o.m., varend voor H.R.Tollius Glusenkamp te Amsterdam;
* 1853 op hetzelfde schip maar nu voor de Gebr. Blussé te Dordrecht.
Overige bijzonderheden
De bark de “Jan van Hoorn” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 13 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.A.Keeman:
1ste reis april 1842 naar Batavia en terug in april 1843
2de reis augustus 1843 naar Batavia en terug in augustus 1844
Het fregat de ´Jacob Cats” van de Dordtse rederij Blussé van Oud Alblas maakte in totaal 15 reizen waarvan de volgende onder gezag van kapitein J.A.Keeman:
8ste reis augustus 1845 naar Batavia en weer terug in september 1846
9de reis april 1847 naar Batavia en weer terug in november 1847
10e reis april 1848 naar Batavia en weer terug in februari 1849
11de reis mei 1849 naar New York en weer terug in december 1849
12de reis mei 1850 naar Batavia en weer terug in maart 1851
Gegevens van P. Blussé te Vught die ze ontleende aan het Blusséarchief in het Stadsarchief van Dordrecht.
In het voorjaar van 1841 monsterde J.Bouten (zie aldaar) als eerste stuurman op de “Jan van Hoorn” onder kapitein Keeman. Na 3½ maand arriveerde men in Batavia, waar de kapitein ziek werd. Bouten nam het bevel over en vertrok naar Soerabaja. Terug in Batavia was de kapitein hersteld. Hij had van de dokter poeders Kalomel gekregen voor het geval dat de ziekte terug kwam. Omdat hij echter geen gebruiksaanwijzing had gekregen, wist hij de dosering niet. “Uiteindelijk meende hij zeker te weten alle poeders ineens te moeten innemen Het gevolg hiervan was dat zijn gehele lichaam en hoofd opzwol … toch knapte hij na veertien dagen langzamerhand weer op en toen wij te St.Helena kwamen was hij zover hersteld dat hij zelfs meende naar de wal te kunnen gaan om het benodigde aan te kopen. Het gevolg was, dat hij de volgende dag weer het bed moest houden door overdadig eten hetgeen voor zijn kwaal zeer fnuikend was”.
Een voetnoot vermeldt dat kalomel een kwikchloride is dat vroeger als laxeermiddel, maar ook als medicijn tegen syphilis, werd voorgeschreven. Een bijwerking was de kalomelziekte, lichte opzwellingen. De hoge dosering heeft toen bij Keeman de spijsverrteringsorganen en nieren beschadigd. De latere drifbuien en onredelijk gedrag waren vermoedelijk het gevolg van hersenbeschadiging. Het later sukkelen met de gezondheid kan een nawerking van het medicijn zijn geweest, maar ook een niet genezen syphilis.
Bouten vertrok in 1843 vanuit Dordrecht voor een tweede reis met kapitein Keeman en de “Jan van Hoorn”. “De … reis werd de kapitein weer door vele ziekte geplaagd en ontstonden door zijn driftbuien veel ruzies die hoog opliepen.”. Na terugkomst in Amsterdam verzocht kapitein Keeman “een reis thuis te mogen blijven i.v.m. zijn gezondheid”. Hij werd opgevolgd door Jacob Bouten.066.
Het fregat “Sumatra” van de rederij Blussé van Oud Alblas te Dordrecht heeft minstens 4 reizen gemaakt waarvan de volgende onder kapitein J.A.Keeman:
* 1ste reis. September 1852 naar Australië. Tijdstip terugkomst niet gemeld.
* 2de reis. Geen gegevens over jaar van vertrek en terugkomst, noch de bestemming
Gegevens de heer P.Blussé te Vught, april 2008. Ontleend aan Blussé archief in Stadsarchief van Dordrecht.
NRC 21 april 1852
“Rotterdam, 20 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn heden bevracht de volgende .. schepen:
…
Voor Dordrecht: . SUMATRA, kapt. J.A. Keeman.”
NRC 06 november 1853
Falmouth, 2 november. De Nederlandse schepen REGINA, kapt. Ingerman, van Londen naar Adelaide, en SUMATRA, wijlen kapt. Keeman, van Dordrecht naar Liverpool bestemd, zijn hier beiden heden binnengelopen, eerstgenoemde heeft de zeilen verloren, en op de laatstgenoemde is de gezagvoerder overleden.
Ontleend aan van Blokland-Visser 064 :
Van Blokland-Visser noemt als effectief lid met D53 Johannes Adrianus Keeman. Ik acht dit een foute opgave
Een monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht nr 968, dd 08 maart 1840 vermeldt Keeman als 1e stuurman met een maandgage van f 70,- op het fregat “Jacob Cats” onder kapitein Willem Derks voor een reis naar Batavia.
Monsterrol nr. 1111, dd 31 maart 1842 vermeldt hem als gezagvoerder op de “Jan van Hoorn”. Hij vertrok dd 11 april 1842 met 22 man naar Batavia en keerde terug in Nederland op 06 april 1843.
Op 29 augustus 1845 is hij gezagvoerder op de “Jacob Cats” en vertrekt naar Batavia. Met dit schip maakte hij als gezagvoerder 5 reizen en van de 5e reis keerde hij terug in Nederland op 03 maart 1851.
Monsterrol nr 1594 te Dordrecht dd. 26 september 1853 staat J.A.Keeman, oud 44 jaar uit Amsterdam als gezagvoerder van de bark “Sumatra” voor een reis naar Australië via Liverpool.