Inloggen
ERFPRINSES SOPHIA - ID 8065


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1840-05-16 / 1858-02-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1840
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Commercie-Compagnie, scheepsbouwer Fredrik Haverkamp, Middelburg, Zeeland, Netherlands
Date Laid Down: 1838-00-00
Launch Date: 1840-04-01
Delivery Date: 1840-04-18
Technical Data

Gross Tonnage: 400.00 lasts
Gross Tonnage 2: 757.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 39.28 Meters Registered
Beam: 10.47 Meters Registered
Depth: 7.35 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1840
Datum agenda: 1840-05-16
Register nr: 18400301
Scheepsnaam: ERFPRINSES SOPHIA
Type: Fregat
Lasten: 400
Gebouwd in provincie: Zeeland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Karthaus & Hasenclever & Co.
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Wellers N.K.
Opmerkingen:

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1840-04-18 ERFPRINSES SOPHIA
Manager: Firma Karthaus, Hasenclever & Co., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1848-07-10 JACOBA HELENA
Manager: Willem Ruys Jan Daniëlszn, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

bijlage bij acte 14 van 1840, fregat ERFPRINSES SOPHIA
eigenaren per medio mei 1840:


J.W. Karthaus, Amsterdam (boekhouder en 6/16e part)
Paulus Jacobus Staedel, Amsterdam (1/16e part)
firma Schimmelpenninck & Kruimel, Amsterfdam (1/16e part)
Louis Jan Jacob Serrurier, Amsterdam (1/16e part)
firma T. & E.J. Assen, Amsterdam (1/16e part)
Jacob de Vos Wzn. Amsterdam (1/16e part)
Wilhelm Kiderlen, Amsterdam (1/16e part)
J.C. Ihnken, Amsterdam (/16e part)
Barend de Jager, Amsterdam (1/16e part)
Pieter Calkoen, Amsterdam (1/16e part)
Hendrik Klaassen Hellers, Amsterdam (1/16e part)

Eigenaren, per 10 juli 1848, van de JACOBA HELENA:

Willem Ruys, J.Dzn., Rotterdam (1/4e part), Fop Smit, Nieuw Lekkerland (1/2e part), Hendrik Veder, Rotterdam (1/8e part) en Teunis van Holst, Delfshaven (1/8e part)

 

Ship Events Data

1840-04-01: ZZC 030440
Middelburg, 1 april. Op heden is van de werf der Commercie-compagnie dezer stad, met het beste gevolg van stapel gelopen, het fregatschip ERFPRINSES SOPHIA, groot 450 lasten, en gebouwd voor rekening van de heren Karthaus, Hasenclever & Comp. te Amsterdam, gevoerd zullende worden door kapt. H.K. Hillers, en bestemd voor de vaart op de Oost-Indiën.
1858-02-00: Final Fate:
JACOBA HELENA, kapt. L.J. Wilhelmie, bark (opm; fregat) van Rotterdam (Aº. 1840, groot 396 lasten), van Batavia naar Rotterdam, met schade te Mauritius binnengelopen en in februari 1858 aldaar afgekeurd. (opm: zie NRC 010458)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Hinrich Classen Hillerts, ("zich schrijvende Hendrik Klaassen Hillers") werd geboren te Norden op 16 oktober 1805.

Hij huwde Elisabeth Wolff, geboren te Amsterdam op 23 januari 1801.003

Gezien een vermelding hierna is hij kennelijk heretrouwd met ene M.W.Meijer.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.K.Hillers werd met nr.368 effectief lid van Zeemanshoop per 14 februari 1837. Degene die hem voordroeg is niet vermeld. Zijn schip was de "Erfprins Sophia". Hij werd in 1850 honorair lid002.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 10 juni 1846 en bedankte in mei 1850003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van 23 februari 1837 van Zeemanshoop staat een verzoek van H.K.Hillers om van honorair lid effectief lid te mogen worden, hetgeen wordt toegestaan.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 27 juni 1850 gaat het Bestuur accoord met het verzoek van kapitein H.K.Hillers, vlagnummer 368, om van effectief lid nu weer honorair lid te worden.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 augustus 1860 wordt het overlijden gemeld van M.W. Meijer, echtgenote van H.K.Hillers.042

 

In de Algemene Vergadering van 28 februari 1837 werd een brief behandeld van H.K.Hillers “verzoekende om van Honorair Effectief Lid te mogen worden.” Dit werd toegestaan “mits voldoende aan de bepalingen van het Reglement voor het Weldadig Zeemans Fonds en suppletie van Entrégeld.”023.

In de notulen van 30 juli 1850 van de Algemene Vergadering staat wederom het verzoek van kapitein H.K.Hillers om van effectief lid over te gaan naar het honoraire lidmaatschap hetgeen wordt toegestaan.023. (ik begrijp niet waarom het verzoek twee keer is gedaan met een tussenpoos van 13 jaar.)

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 11 september 1860 staat een mededeling van de wed. Hillers geb. M.W.Meijer berichtende het overlijden van haar man H.K.Hillers.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                         naam reder/boekhouder

        368                            1837           bark                 de Verwachting                     T.en T.Marselis

                                           1838           geen opgave van schip en boekhouder

                                      1839-1846     fregat               Erfprins Sophie                      Karthaus, Hasenlever & Co

                                      1848-1849     geen opgave van schip en boekhouder

 

H.K.Hiller (sic) was in 1840 gezagvoerder van de "Erfprins Sophia" (450 last), op 01 april 1840 gebouwd op de scheepstimmerwerf der Commercie Compagnie te Middelburg voor rederij Karthaus & Hazelever027.

 

Bouma025 vermeldt H.K.Hillers als gezagvoerder gedurende:

*    1837 t/m 1838 van de brik “Verwachting” ex Goede Verwachting, gebouw in 1800, bouwlocatie niet vermeld, 240 ton o..m. , varend voor J.& T.Marselis te Amsterdam. Het schip was in 1838 getuigd als bark en werd in dat jaar verkocht aan Harms & Zn te Amsterdam;

*    1840 t/m 1848 van het 3/mschip “Erfprinses Sophie”, gebouwd in 1840 te Middelburg, 750 ton o.m., varend voor Karthaus Hasenclever & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1848 voor Wm. Ruys te Rotterdam en was herdoopt in “Jacoba Helena”.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

19 september 1837     "... heden vertrok hier Captijn Hillers met de brik de Verwachting naar Amsterdam".

Monsterrol dd 18 februari 1837 van de brik "De Verwagting" onder gezag van Henrik Klasen Hillers en met 10 manschappen. Bestemming Baltimore en Suriname. Boekhouder niet vermeld011.

 

Gens Nostra  60(6);2005, p.338:

Bij een portret van Johannes Ferdiand Josephus Karthuis staat vermeld: “J.F.J.Karthuis arriveerde in 1844 met het fregat “Erfprinses Sophie” te Batavia.”

 

In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was H.K.Hillers, oud-gezagvoerder.104

 

 

Datum vanaf: 1840
Kapitein: Hillers, Hinrich Classen
Overige informatie: 0

 

Familiegegevens en opleiding

Lourens van Haften, gereformeerd, lengte 147 duim, werd ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op 30 augustus 1828. Hij werd geboren te Brielle op 22 maart 1815. Zijn ouders waren Hendrik van Haften, in leven "Med.Doctor & Chirurgijn", en Elisabeth van Nuebergh. Beiden waren in 1828 reeds overleden. Voogd was C.A.van Nuebergh. Vanaf januari 1830 werden van de vorderingen 3-maandelijkse rapporten opgemaakt in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (hollands, frans en engels), scheepswerk en tekenen. Voorts werden de volgende aantekeningen gemaakt:

15 maart 1831            "door Predikant Wunder aangenomen als Lidmaat der Ned.Hervormde Gemeente".

14 december 1831     "geplaatst als Ligtmatroos op het schip Louisa Agatha Capt.H.Mulder naar Philadelphia en Cuba voor Amsterdam". Gagie ¦10,-".

21 juli 1832                 "terug van de reis met goede attestatie".

18 februari 1833         "geengageerd als 4de stuurman bij Z.M.Marine ter rolle van het Wachtschip Kenau Hasselaar à ¦26,- en zulks als vrijwilliger zoo lange de tegenwoordige tijdsomstandigheden zullen duren".

13 maart 1833            "uit het Gesticht naar zijne bestemming vertrokken".

02 juli 1833                 "met eervol ontslag terug uit Z.M.Zeedienst".

03 juli 1833                 "eervol ontslagen"004(532/1656).

 

  1. van Haften zou zijn geboren in 1815 te Brussel en overleden in mei 1875.064.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.van Haften werd met nr.632 effectief lid van Zeemanshoop per 05 juli 1842 op voorspraak van P.M.Vogelsang. Zijn schip was de "Abel Tasman"002. Ten tijde van de inschrijving waren van Haften en zijn vrouw 27 resp. 20 jaar002a

In de Algemene Vergaderingen van 18 juni/05 juli 1842 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop zijn tot effectief lid voorgedragen/benoemd Laurens van Haften, oud 27 jaar, voerend de bark “Abel Tasman”, afkomstig uit Dordrecht, op voordracht van kapitein P.H.Vogelsang.023.

 

  1. van Haften was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1842 t/m 1872 met de vlagnummers 632 (1842 t/m 1854) en 280 (1854 t/m 1872)

 

  1. van Haften wonend te Rotterdam was in de periode 30 september 1842 t/m zijn overlijden in mei 1875 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 63. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de bark “Abel Tasman”111 en 64a

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd oktober 1842 staat de inboeking van f 15,- als entreegeld van kapitein L. van Haften064b

In het kasboek van het Dordtse College dd 09 juni 1875 staat de de boeking van de uitkering aan de weduwe van kapitein L. van Haften van de regelementair toegestane f 200,-.064b

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat L. van Haften als gezagvoerder064a:

*    1843 t/m 1846;                              bark “Abel Tasman”          boekhouders J.B. ’t Hooft & F.C.Déking Dura te Dordrecht

*    1850; 1852                                     bark “Japara”                      boekhouder W.Ruis JDz te Rotterdam

*    1853 t/m 1859; 1861; 1874         geen vermelding van een schip

 

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                 jaren              type          scheepsnaam           naam reder/boekhouder

      632                     1842-1846         bark          Abel Tasman          J.B.'tHooft&F.C.Deking Dura te Dordrecht

                                   1848-1849         fregat        Jacoba Helena        W.Ruijs JDz te Rotterdam

                                   1850-1852         bark          Japara                       idem

                                        1853              geen vermelding van schip en boekhouder

      280                     1854-1872         geen vermelding van schip en boekhouder.

 

Bouma025 vermeldt L.van Haeften(sic) als gezagvoerder gedurende:

*    1843 t/m 1848 van het 3/m schip “Abel Tasman”, gebouwd in 1824 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor J.B.’t Hooft & F.C.Deking Dura te Amsterdam. Het schip werd in 1848 verkocht en in 1849 (volgens een aantekening in Veritas) gesloopt (volgens Verhoeff dd 2005);

*    1849 t/m 1850 van het fregat “Jacoba Helena” ex Erfprinses Sophie, gebouwd in 1840 te Middelburg, 750 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;

*    1851 t/m 1853 van de bark “Japara”, gebouwd in 1846 te Kinderdijk, 450 ton o.m., varend voor Wm.Ruys JDz te Rotterdam;

*    1854 op het 3/m schip “Stad Dordrecht”, gebouwd in 1830 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht, 780 ton o.m., varend voor J.S.Vriesendorp te Dordrecht. Het schip is in 1854, op weg van Akyab naar Hamburg, lek te Penang binnengelopen en werd afgekeurd.

 

L.van Haften was in 1848 de eerste gezagvoerder van het fregat "Jacoba Helena" van rederij W.Ruys J.Dz 024. Hij was van 1851-1853 gezagvoerder van de bark de "Japara", 452 ton en gebouwd in 1846 bij Fop Smit te Kinderdijk voor W.Ruys J.Dz.. "... in april 1852 gestrand in het Engels Kanaal nabij Campton Bay (Isle of Wight) en vlotgebracht na het kapen van de masten ...024 en 025.

 

Overige bijzonderheden

Op 06 juli 1847 werd Abraham van der Eyk vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als ligtmatroos geplaatst op het schip de "Abel Tasman" onder kapitein van Haften voor een reis naar Batavia vanuit Dordrecht. Hij keert terug op 01 juni 1848004(533/2010).

 

11 november 1847, op de reede van Batavia aan boord van de “Urania” onder kapitein Cornelis Abrahamsz. Jr:

“Gelijk met ons was hier noch eene Hollandsche kapitein aangekomen namentlijk van Haeften, van de Abel Tasman.”080-p.209.

10 november 1847, aan boord van de “Urania” onder kapitein Cornelis Abrahamsz. Jr:

      “…om 12 ure eindelijk … zeilden de eilanden Middelburg, Amsterdam, Haarlem, Rotterdam en Onrust voorbij en zagen nu een digt bosch van schepen waar wij om 4 ure tusschenin kwamen, en daar het anker lieten vallen te gelijk met dat andere Hollandsche schip dat met ons de Straat Sunda in gezeild was, de Abel Tasman gevoerd door kapitein van Haaften.”

p.27/28 uit: Anna Abrahams. Journaal eener Oostindiesche Reis. De belevenissen van een tienjarig meisje in 1847 en 1848.

Geannoteerde uitgave door de stichting Terra Incognita te Amsterdam. 1993. 72 pp.

 

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de volgende vermelding109:

11 november 1847 te Batavia met de “Urania”:

      “Gelijk met ons was hier noch eene Hollandsche Kapitein aangekomen namentlijk van Haeften, van de Abel Tasman. Deze was zeer vriendelijk en voorkomend…”.

 

Ontleend aan. van Blokland-Visser064 :

MRD = monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht.

Op 12 augustus 1839 (MRD 940) monsterde van Haften als 2e stuurman, 24 jaar, wonende te Amsterdam en met een maandgage van f 50,- op het fregat “De Stad Dordrecht” onder kapitein Jn van Nassau.

Op 04 april 1843 (MRD nr. 1163) is hij kapitein op de bark “Abel Tasman” en vertrekt met 17 man naar Batavia. Met dit schip maakte hij nog 4 reizen. Na 20 mei 1848 werd het schip publiek verkocht.

Op 22 mei 1853 vertrekt hij als gezagvoerder met “de Stad Dordrecht” naar Batavia. Dit is dan de 15e reis van dit schip dat in 1854 wordt afgekeurd en in Penang wordt verkocht.

 

De bark “Japara” onder kapitein L. van Haften vertrok in 1850 vanuit Hellevoetsluis en arriveerde via Kaap Hoorn op 01 augustus te Valparaiso. Het schip kwam via Kaap Hoorn wederom te Rotterdam ca juni 1852. 121

 

 

Datum vanaf: 1848
Kapitein: Haften, Lourens/Laurens van
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.M.Pfeil was met vlagnummer R246 in de periode 1847/48 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappijtot Nut der Zeevaart  (Maritiem Museum,Rotterdam) staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf vermeld dat de weduwe van kapitein J.M.Pfeil een uitkering kreeg van f 224,80 voor haar en drie kinderen incl. schoolgeld. In 1859 kreeg zij f 225,60058.

In het Jaarverslag 1866 staat vermeld dat zijn weduwe in 1866 is hertrouwd (waardoor haar uitkering reglementair werd stopgezet) 058

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.M.Pfeil met vlagnummer R246 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849                                   van de bark “Whampoa”                246 last        varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam

*    1851                                   van het fregat “Jacoba Helena”     397 last        varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam

*    1855                                   van het fregat “Minister Pahud”    350 last        varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam

 

J.M.Pfeil was in 1848 de eerste gezagvoerder van de bark "Whampoa" en in 1855 van het campagne-fregatschip "Minister Pahud", beide van rederij W.Ruys J.Dz. 024.

 

Bouma025 vermeldt J.M.Pfeil als gezagvoerder gedurende:

*    1849 van de bark “Whampoa”, gebouwd in 1848 te Slikkerveer, 462 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;

*    1851 t/m 1854 van het fregat “Jacoba Helena” ex Erfprinses Sophie, gebouwd in 1840 te Middelburg, 750 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;

*    1856 t/m 1857 van het 3/mschip “Minister Pahud”, gebouwd in 1855 te Dordrecht, 674 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1851
Kapitein: Pfeil, J.M.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

  1. van Wagtendonk/Wachtendonk was met vlagnummer R57 in de periode 1853 t/m 1861 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein L. van Wagtendonk/Wachtendonk met vlagnummer R57 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1855           van de bark “Jan Daniël”       334 last     varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam

*   1858, 1859 van de sch. “Speculant”         97 last       varend voor van Dulken, van Dorp & Co te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt L.van Wagtendonk als gezagvoerder gedurende:

*   1853 t/m 1855 op de bark “Protheus”, gebouwd in 1838 te Schiedam, 343 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;

*   1856 op de bark “Jan Daniël”, gebouwd in 1841 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor W.Ruysch JDz te Rotterdam

*   1858 t/m 1860 van de 2-mast schoener “Speculant”, gebouwd in 1857 te Rotterdam, 185 ton o.m., varend voor van Dulken, van Dor & Co te Rotterdam.

Bouma vermeldt L.van Wagtendonk niet op de “Jacoba en Helena”, (zie hierna) maar het betreft hier een bark, gebouwd in 1858 te Vlaardingen, 733 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

L.van Wagtendonk vertrok op 20 mei 1855 vanuit Hellevoetsluis met de “Jacoba en Helena” en een contingent van 5 officieren en 130 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 12 september 1855 na 115 dagen065.

 

 

Datum vanaf: 1855
Kapitein: Wagtendonk/Wachtendonk, L. van

Familiegegevens en opleiding

Dirk Cornelis Rietbergen werd geboren op 20 december 1823 te Den Haag, Nederlands Hervormd. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan het Vasteland nr. 14 en de Glashaven nr. 18. Hij vertrok op 19 april 1886 naar Den Haag.

Hij was getrouwd met Maria Klasina Bijl, geboren op 09 december 1827 te Scheveningen, Nederlands Hervormd. Hij werd na zijn loopbaan op zee een expert van Veritas005.

Overleden in 1894.

 

Het beroep van Dirk Cornelis Rietbergen is Kapitein der Koopvaardij. Op 5-8-1856 is hij benoemd tot directeur van het Zeemanshuis te Rotterdam gevestigd aan de Westerhaven. Kennelijk begint hij in 1873 samen met ene Sweys een eigen zaak genaamd Sweys & Rietbergen want dan is zijn beroep Expert.

Het gezin woont te Rotterdam op de volgende adressen: 1859 Nieuwewerk. 1860 Zeemanstraat 15. 1862 Westerhaven 15. 1873 Glashaven 18 (hier zit ook het kantoor Sweys & Rietbergen Experts). 1882 Vasteland 14. Vanaf 1887 komen ze niet meer in de boeken van Rotterdam voor en vertrekken ze waarschijnlijk terug naar 's-Gravenhage.

In 1868 vindt er een briefwisseling plaats tussen D.C. Rietbergen en jonkheer J.H. van Capellen over de verkoop van het jacht "De Meeuw". In het Nationaal archief te 's-Gravenhage zijn uittreksels te vinden van de hand van mevrouw Hora Siccama-van Capellen uit brieven van kapitein L.J. Wilhelmie en de matroos C.J. Oostmans aan D.C. Rietbergen directeur van het Zeemanshuis te Rotterdam, uit het journaal van mevrouw Wilhelmie, uit het dagboek van C.J. Oostmans (bediende van Alexine Tinne 12-11-1867) voornoemd en uit het schrijfboek van A. Jacobse eveneens matroos, er zijn twee brieven van Rietbergen aan jonkheer O.W. Hora Siccama, 1866-1869, 1870.

Maria Klazina Bijl overlijdt voor 25-5-1894 Dirk Cornelis Rietbergen overlijdt op 25-5-1894 op 70 jarige leeftijd om half 11 des s'morgens te 's-Gravenhage. Zijn beroep was toen expert. Zijn overlijden wordt aangegeven door de 67 jarige Johan Meijer en door de 50 jarige Engelbertus Heibron.

Uit.:http://home.hetnet.nl/~t.bijlbadweg/hoofdstuk83.html

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.C.Rietbergen was met vlagnummer R16 in de periode 1848 t/m 1894 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

D.C.Rietbergen was president van 1865-1867, 1871-1873 en 1877-1885 en vice-president van 1862-1864 en 1868-1870058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1894 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat in 1894 is overleden D.C.Rietbergen, “welke … gedurende vele jaren president der Maatschappij geweest is, èn door zijn invloed, èn door zijne ijverige bemoeiingen veel tot het welzijn van het fonds heeft bijgedragen.”.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij wordt kapitein D.C.Rietbergen met vlagnummer R16 vermeld als gezagvoerder in058:

*   1849, 1851 bark “Prins Veldmaarschalk”       284 last    varend voor de Groot, Roelants & Co te Rotterdam

*   1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867,

     1874, 1877, 1878, 1880 t/m 1893                    geen schip vermeld

 

Bouma025 vermeldt D.C.Rietbergen als gezagvoerder gedurende:

*   1848 t/m 1853 op de bark “Prins Veldmaarschalk”, gebouwd in 1839 te Schiedam, 465 ton o.m., varend voor de Groot, Roelant & Co te Schiedam;

*   1854 t/m 1855 van de bark “Jan Daniël”, gebouwd in 1841 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;

*   1856 t/m 1857 van het fregat “Jacoba Helena” ex Erfprinses Sophie, gebouwd in 1840 te Middelburg, 750 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het tijdschrift “De Zee” Jg.1, 1879, p.82 staat vermeld de beschikking dd 27 deccember 1878 van de benoeming in de Commissie van examen ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijschepen de benoeming tot lid van D.C.Rietbergen uit Rotterdam , oud-gezagvoerder grote vaart. Ook benoeming als lid in 1891 (Jg.13, p.86, 1891) nu afkomstig uit ’s Gravenhage. Idem in 1892 (Jg.14.p.84, 1892.).

 

In het scheepsjournaal van de bark “Jan Daniel” onder gezag van Kap. D.G. Rietbergen onderweg van Londen naar Australie staat het volgende:

“Ontmoeting met de bark Hendrica van Kapitein Reiniersen op 5 november 1853 op 41 38 NB 14 17 WL”

mail Ron de Vos dd 16 februari 2010

 

In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een verslag van het interview op 04 augustus 1874 met Dirk Cornelis Rietbergen, kapitein-expert van het bureau Veritas. Hij was expert sedert december 1869. Hij verklaarde koopvaardijkepitein te zijn geweest en daarna van de oprichting af directeur van het Zeemanshuis van 1856 tot 1869. Hij oefende zijn betrekking als expert uit te Rotterdam en omstreken, daaronder begrepen Dordrecht en Alblasserdam, en alles wat tot de Maas behoort. Zijn expertise gold schepen tot de grote en kleine vaart, in het algemeen die voor de buitenvaart.

 

 

 

Datum vanaf: 1856
Kapitein: Rietbergen, Dirk Cornelis
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Lodewijk Jozephus Wilhelmie werd geboren op 08 december 1820 te Oostende als zoon van de Nederlands Hervormde Dulon Evertus Wilhelmie (overleden te Boxtel), kolonel en plaatselijk commandant, en Johanna Jacoba Mispelblom (overleden te Boxtel), beiden gewoond hebbende o.a. te Maastricht. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de van Brakelstraat 27 en Baan Wijk 3 nr. 232.

Hij trouwde op 19 september 1849 te Rotterdam met Elizabeth de Held, geboren op 30 oktober 1826 te Rotterdam, particuliere, als dochter van de Nederlands Hervormde David de Held en Adriana Hamwijk.

Lodewijk overleed op 20 februari 1870 te Rotterdam aan de van Brakelstraat005.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

L.J.Wilhelmie was met vlagnummer R371 in de periode 1853 t/m 1870 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein L.J.Wilhelmie met vlagnummer R371 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1855                  van de bark “Drie Gebroeders”      214 last varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam

*   1858                  geen vermelding van schip en boekhouder

*   1859                  van de bark “Johanna Maria” 351 last    varend voor J.R.Veder & Zoon te Rotterdam

*   1862 t/m 1864 van de bark “Johanna Maria” 351 last    varend voor J.R.Veder & Zonen te Rotterdam

*   1865 t/m 1867 geen vermelding van schip en boekhouder

 

J.H.Wilhelmie was van 1853-1856 gezagvoerder van de bark de "Drie Gebroeders", 410 ton, gebouwd in 1843/1844 bij Fop Smit te Slikkerveer025. "... in 1854 op weg van Londen naar Sydney aangezeild doot Spaanse schoener; gerepareerd te Cowes;... "024.

J.H.Wilhelmie was in 1858 gezagvoerder van het 3/m resp. fregat schip de "Jacoba Helena" (ex-"Erfprinses Sophie"), 750 ton, gebouwd in 1848 te Middelburg eigendom van de rederij W.Ruys J.Dz te Rotterdam. "... op thuisreis van Java in oktober 1857 na noodweer Port Louis op Mauritius als noodhaven aangelopen; voor anker liggend op de rede aangevaren door het losgeslagen Franse zeilschip Sigisbert Cézard", bemanning gered, doch schip onherstelbaar beschadigd; na lossing van de lading wrak verkocht"024 en 025.

 

Bouma025 vermeldt L.J.Wilhelmie als gezagvoerder gedurende:

*   1853 t/m 1856 van de bark “Drie Gebroeders”, gebouwd in 1844 te Slikkerveer, 412 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip is in 1856 in de Downs gestrand op weg van Rotterdam naar Hongkong onder kapitein Hofman. Uit deze opgave is niet duidelijk of kapitein Hofman (zie aldaar) vanaf de afvaart het gezag voerder of dat hij dat gedurende de reis overnam van kapitein Wilhelmie.

*   1858 van het fregat “Jacoba Helena” ex Erfprinses Sophie, gebouwd in 1840 te Middelburg, 750 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip werd met schade naa een aanvaring te Mautirius binnengebracht en afgekeurd;

*   1860 t/m 1865 van de bark “Johanna Maria”, gebouwd in 1840 te Slikkerveer, 666 ton o.m., varend voor J.R.Veder te Rotterdam;

*   1867 t/m 1868 van de 2/msch “Meeuw” ex Eagle, gebouwd in 1862, bouwlocatie niet vermeld, 113 ton o.m., varend voor Freule A.Tinne te ’s Gravenhage. Het schip is aangeduid als een jacht. Het werd in 1868 naar het buitenland verkocht.

 

Overige bijzonderheden

Toen zij (ic. freule Tinne, zie hiervoor overzicht van Bouma) in 1867/68 begon aan een tocht door de Atlas en de Noordelijke Sahara werd zij door een aantal bemanningsleden en de kapitein Wilhelmi vergezeld. Mathijs Metzon was inmiddels met “De Meeuw” naar Malta gevaren, die daar verkocht moest worden. In oktober 1868 arriveerde Alexandrine in Tripoli. Hier verlieten kapitein Wilhelmi, zijn vrouw en zijn dochter gefrustreerd het gezelschap.

Ontleend aan een “Genealogie van het Geslacht Masson-Metzon, een zeevarend geslacht van Bretonse afkomst“. In te zien in het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag onder code Masson; Metzon

 

J.C.Kikkert in “Een Haagsche dame in de Sahara. Het avontuurlijk leven van Alexandrine Tinne 1835-1869, Rainbow Pockets, 2005, 309 pp. staat in hoofdstuk “De Meeuw”, p. 223-229 een beschrijving van het schip “Meeuw” en de belevenissen van kapitein Wilhelmie en stuurman Metzon.

Enkele citaten:

p.225        Het schip werd gekocht door John Tinne, een halfbroer van Alexandrine. “… op het eiland Wight, voor de zuidkust van Engeland, vond hij wat hij zocht. Hier lag tegen elk aannemelijk bod het jacht Seagull (sic!) te koop, dat pas drie jaar oud was. Het had eenmaal tussen Engeland en Cherbourg heen en weer gevaren en daarna was de eigenaar faillite gegaan.  Hij kocht de Seagull voor 1950 pond, inclusief masten en zeilen, ankers en alle verder scheepsbenodigdheden.”

p.226        “Oom Jules (een broer van haar moeder in Den Haag) had … verstand van zeelieden. Hij wist de rustige en bekwame Rotterdammer Wilhelmie als kapitein te engageren en verder nog een stuurman, (i.c. Metzon), een hofmeester, een timmerman, een kok, een zeilmaker, zes matrozen en twee lichtmatrozen.”

p.227        “Het schip werd bij de Koninklijke Nederlandsche Yacht Club in Rotterdam geregistreerd onder de naam Meeuw. In het voorjaar vertrok het uit Nederland met bestemming Marseille. … Al tijdens de tocht van Engeland naar Zuid-Frankrijk noemde kapitein Wilhelmie zijn nieuwe schip ‘een echt product van Engelse knoeierij”

p.229        “In 1866 vertrok … de Meeuw Toulon (en) … maakte het jacht de oversteek naar Algiers, … Hier werd de Meeuw afgemeerd en huurde Alexandrine voor zichzelf, haar bedienden en haar bemanningsleden een huis in de stad. Zij heeft daarna nooit meer een voet aan boord van haar kostbare jacht gezet.”

p.232        In Algiers huurde Alexandrine “voor zichzelf, haar vele bedienden en een gedeelte van de bemanning een groot huis. De rest bleef aan boord van de Meeuw in de Algierse haven. Kapitein Wilhelmie behoorde tot degenen die bij de ‘freule’ introkken. … Wilhelmie werd in honderd dagelijkse dingen Alexandrines rechterhand en zij was zeer ingenomen met haar `grootvizier`, die zij in haar brieven aan omm Jules prees om zijn hoffelijkheid, zijn bereidwilligheid, zijn constante goede humeur en zijn aanpassingsvermogen. … zeekapitein Wilhelmie (moest) voor Alexandrine ontwerpen maken van huizen, die ze wilde laten bouwen en tuinen, die ze wilde laten aanleggen.”

p.234        “Na een paar maanden was het wel duidelijk dat Alexandrine de Meeuw niet meer zou gebruiken. … Kapitein Wilhelmie kreeg toestemming zijn vrouw, dochter en hond naar Algiers over te laten komen. En ook de vrouw van stuurman Metzon kon … bij haar intrekken.”

                  “(Zij) stuurde een brief naar John Tinne met de bondige mededeling dat hij de Meeuw zo snel mogelijk moest verkopen. … Om onduidelijke redenen had Alexandrine intussen het jacht met acht bemanningsleden naar Malta gestuurd, terwijl de overige leden, met inbegrip van kapitein Wilhelmie, bij haar in Algiers bleven.”.

p.235        “Hoe het met de Meeuw is afgelopen, is niet bekend.”

p.237        “De dames Wilhelmie en Metson kwamen behouden in Marseille aan, waar zij door hun liefhebbende echtgenoten werden afgehaald voor de oversteek naar Algiers”. In Algiers was nogal wat bekijks want de vrouw van stuurman Metzon “kwam aan … in originele klederdracht, compleet met kanten kap en gouden oorijzers”. De dracht was vermoedelijk Zeeuws-Vlaams (zegt Kikkert, maar het is vermoedelijkVlaardings, zie bij Metzon) “Mevrouw Metson … is haar echtgenoot gevolgd, die met de Meeuw naar Malta was gevaren.”

p.242        In 1867-1868 maakte Alexandrine een (overigens mislukte) tocht vanuit Djelfa, een plaats aan de zuidelijke rand van het Atlasgebergte en trok naar het zuiden. “Aan kapitein Wilhelmie had ze niet veel steun meer. Hij en zijn vrouw pasten zich slecht aan bij de – inderdaad benarde – omstandigheden. Alexandrine schreef aan haar oom Jules:

                  ‘Wilhelmie kan geen schapenvlees eten – het enige dat hier te krijgen is -, kan geen enkel dier berijden, verwacht van de kamelen, dat zij zich zullen gedragen als een gehoorzame bemanning, kankert over de tenten, de woestijn en de zorgeloosheid van de Arabieren.”

                  Wilhelmie werd heen en weer getrokken “tussen zijn loyaliteit aan zijn werkgeefster en die aan zijn echtgenote, daar beide dames op voet van oorlog met elkaar stonden. Misschien had het echtpaar Wilhelmie nog andere redenen zich zorgen te maken, want elders in Alexandrines correspondentie staat te lezen:

                  De dochter van Wilhelmie verarabiseert helemaal: zij kleedt zich Arabisch, schildert haar wenkbrauwen en voorhoofd en wordt hoe langer hoe oosterser, … “

p.245        Na de mislukte expeditie werden de meeste deelnemers ontslagen. “De – eens zo veelgeprezen – kapitein Wilhelmie behoorde ook tot degenen die hun congé kregen. Hij en zijn vrouw begonnen de lange reis naar huis … “

 

Datum vanaf: 1858
Kapitein: Wilhelmie, Lodewijk Jozephus
Overige informatie: 0

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief - Haarlem Archiefnummer Amst.198.3179-1840.14

DVD XI – 270, 271
BIJLBRIEF

Naam schip ERFPRINSES SOPHIA

plaats en datum acte Middelburg, 18 april 1840

type schip fregat, gekoperd

bouwwerf/verkoper directeuren der Commercie-Compagnie, Middelburg, scheepsbouwer Fredrik Haverkamp

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper firma Karthaus, Hasenclever & Co., kooplieden en scheepsreders te Amsterdam.

te voeren door kapt. Hendrik Klassen Hillers

grootte in tonnen 757 tonnen

tuigage / aantal dekken twee dekken

afmetingen lang over stevens 39,28 meter, wijd 10,47 meter en hol 7,35 meter (opm: dit zijn dus reele maten en niet volgens de formule van de scheepsmeting)

kiellegging 1838

tewaterlating 1840

plaats / datum registratie Middelburg, 21 april 1840

nummer van registratie deel 22, folio 60, verso, vak6 en 7.

notaris verklaring voor burgmeester van Middelburg

prijs NLG.

bijzonderheden



researcher/datum research: ML / 230708

Naam ERFPRINSES SOPHIA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1840
Toegang 198
Inventaris 3179

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3168.1840.14
foto IMG 2076 - 2078

CEDULE

Naam schip ERFPRINSES SOPHIA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 8 mei 1840

type schip fregat

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. H.R. Hillers

grootte in tonnen 400 lasten

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Middelburg

plaats / datum registratie Amsterdam, 9 mei 1840

nummer registratie deel 39, folio 152, recto, vak 7

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de in de bijlage genoemde eigenaren en ligt thans nog te Middelburg.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De eed wordt afgelegd door Pieter Cornelis Zuydhoek, Amsterdam, voor en namens de in de bijlage genoemde eigenaren.



researcher/datum research: ML / 120616

bijlage bij acte 14 van 1840, fregat ERFPRINSES SOPHIA
eigenaren per medio mei 1840:


J.W. Karthaus, Amsterdam (boekhouder en 6/16e part)
Paulus Jacobus Staedel, Amsterdam (1/16e part)
firma Schimmelpenninck & Kruimel, Amsterfdam (1/16e part)
Louis Jan Jacob Serrurier, Amsterdam (1/16e part)
firma T. & E.J. Assen, Amsterdam (1/16e part)
Jacob de Vos Wzn. Amsterdam (1/16e part)
Wilhelm Kiderlen, Amsterdam (1/16e part)
J.C. Ihnken, Amsterdam (/16e part)
Barend de Jager, Amsterdam (1/16e part)
Pieter Calkoen, Amsterdam (1/16e part)
Hendrik Klaassen Hellers, Amsterdam (1/16e part)

ML / 120616

Naam ERFPRINSES SOPHIA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1840
Toegang 198
Inventaris 3168

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.146
DVD VIII – 333 - 338
ACTE VAN KOOP/VERKOOP
Naam schip ERFPRINCES SOPHIA

plaats en datum acte openbare verkoping, Amsterdam, 10 juli 1848

type schip fregat

bouwwerf/verkoper Friederich Wilhelm Karthaus namens zijn firma Karthaus, Hasenclever & Co., scheepsreders te Amsterdam

gevoerd door kapt. Hendrik Klaasen Hillers

eigenaar/aankoper Willem Ruys, J.Dzn., Rotterdam (1/4e part), Fop Smit, Nieuw Lekkerland (1/2e part), Hendrik Veder, Rotterdam (1/8e part) en Teunis van Holst, Delfshaven (1/8e part)

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 769 tonnen of 406 lasten (meetbrief Amsterdam, 23 april 1847)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 39,00 m., breed 7,56 m., hol 5,87 m.

kiellegging

tewaterlating 1838

plaats / datum registratie Amsterdam, 11 juli 1848

nummer van registratie deel 92, folio 33, verso, vak 8

notaris Daniel Cornelis Santhagens, notaris te Amsterdam

prijs NLG 62.200 plus in slag NLG 7.000 = NLG 69.200,-

bijzonderheden: de firma Karthaus, Hasenclever & Co. te Amsterdam hebben de ERFPRINCES SOPHIA in 1838 nieuw te Middelburg doen bouwen, blijkens bijlbrief 18 april 1840 afgegeven door de directeuren der Commercie-Compagnie te Middelburg.
Het schip ligt bij de veiling van 10 juli 1848 in het Oosterdok te Amsterdam.
(opm: volgens Bouma verdoopt in JACOBA HELENA)





researcher/datum research: ML / 120208

Naam JACOBA HELENA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1848
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 1840
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: BIJLBRIEF - Noord-Hollands Archief - Haarlem / Archiefnummer Amst.198.3179-1840.14 - DVD XI ? 270, 271