Inloggen
ERFPRINSES SOPHIA - ID 8065


Kroniekberichten

Datum 02 januari 1841
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 2 januari. De 29e december zijn alhier aangekomen: het Nederlandse schip OEMAR OSMAN, kapt. Said Aboe Bakar bin Mochamet Shabah, van Cheribon vertrokken de 19e december; de idem bark SUMATRA, kapt. L.M. Egnor, met drie passagiers, van Padang vertrokken de 22e december, en de dito bark CHERIBON PACKET, kapt. J.H. Laws, met zes passagiers, van de Golf van Perzië, vertrokken de 7e november. De 30e december zijn alhier aangekomen: de Nederlandse bark DOROTHEA, kapt. C.D. Dekker, van Amsterdam vertrokken de 1e september, de dito bark de DRIE MARIAS, kapt. A. Plokker, van Rotterdam vertrokken de 30e augustus, en drie Engelse barken.
De 30e december zijn van hier vertrokken: het Nederlandse schip PRINS HENDRIK, kapt. J.G. Veening, met twee passagiers naar Amsterdam; dito schip ELIZABETH EN ANTOINETTE, kapt. D. Spreeuw, naar Soerabaija, de dito bark ANTOINETTE MARIA, kapt. J.J. Day, met enige passagiers naar dito, de dito brik DOROTHEA, kapt. Ketjiel, naar Singapore en het dito schip MARZOEK, kapt. Said Mochamat bin Oesien Atas, naar Soerabaija. De 31e december is van hier vertrokken de Nederlandse bark JUSTINA, kapt. D. Crawford, naar Samarang.
Alhier ter rede liggende schepen: Zr.Ms. korvet TRITON, Zr.Ms. fregat MAAS, Zr.Ms. stoomschip PHOENIX en de Nederlandse schepen FANNY, CANTON, VROUW JOHANNA, DE WALVISCH, ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, MARIA, HET SCHOON VERBOND, OLIVIER VAN NOORD, BATO, AMBOINA, NAUWAN EL JOESOOR, IDA WILHELMINA, KONING DER NEDERLANDEN, KENAU HASSELAAR, OEY SINJO, OEMAR OSMAN, ERFPRINSES SOPHIA, CORNELIS HOUTMAN, DOGGERSBANK, NOGO LAUT, DOROTHEA, de DRIE MARIAS, de dito barken REVENANT, BATAVIA, PRESIDENT RAM, SUSANNA DOROTHEA, SUMATRA, BONJOL, INDIAAN, de JONGE JAN, HENG OEAN, MASTOOR, CHERIBON PACKET, de brikken BANKA, DANKBAARHEID, TONGSENG, de schoeners HAPSOEN, ALCESTA, en OEDJONG PANDANG, en elf buitenlandse schepen.
(opm: met “schip” wordt bedoeld een volschip, hebbende drie vierkant getuigde masten; dit geldt voor alle zeetijdingen in de JC van 1841)

Afbeelding
Datum 21 januari 1842
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Schepen in lading:
Naar Batavia. De gekoperd tweedeks fregat ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers, van Amsterdam. Adres bij D’Arnaud en C. en J. Daniels en Zn. en Arbman.
Naar Livorno en Genua. Het Nederlandse schoener kofschip HENRIETTA, kapt. A. de Haan. Adres bij Jan Corver en Co.
Naar Dantzig. Het Nederlandse kofschip JANTINA HENDRIKA, kapt. W.H. Ketelaar. Adres bij Kranenborg en Zonen.
Naar Koningsbergen. Het Nederlandse kofschip ARENDINA HARMINA, kapt. H.J. Hazewinkel. Adres bij Kranenborg en Zonen.
Naar Petersburg. De Nederlandse kof SYBRAND JAN, kapt. C.H. Uik. Adres bij Coopman en De Wit en Lenaertz, De Vries en C. en Floris der Kinderen en Zn.

Afbeelding
Datum 29 juni 1842
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 26 juni. De 24e dezer zijn alhier aangekomen de Nederlandse bark SIRIUS, kapt. H. Mulder, van Amsterdam vertrokken 21 maart, de dito bark JAVA PACKET, kapt. J.M. Jansen, van Rotterdam 7 maart, en het dito schip JAVA, kapt. H. Hagers, van Rotterdam 7 maart. Heden zijn alhier aangekomen het Nederlandse schip ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers, van Amsterdam met drie passagiers, vertrokken 22 maart, dito bark DRIE VRIENDEN, kapt. G.H. Ruhaak, van Rotterdam vertrokken 4 april, dito bark VICE ADMIRAAL GOBIUS, kapt. H.J. Bonn, van dito vertrokken 4 april, dito bark JONGE CORNELIS, kapt. J.J. Klein, van dito met twee passagiers, vertrokken 4 maart, en dito schip DILIGENTIA, kapt. H.T. Horneman, van dito vertrokken 24 februari.

Afbeelding
Datum 18 november 1842
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Ter rede van Batavia lagen de 12e juli onder anderen de Nederlandse schepen: ERFPRINSES SOPHIA, kapt. Hillers, DILIGENTIA, kapt. Horneman, LEWE VAN NIJENSTEIN, kapt. Dijkhuis, SIRIUS, kapt. Mulder, enz.

Afbeelding
Datum 14 december 1842
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Carga lijsten

Carga-lijsten Amsterdam: ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers, van Batavia met koffie, suiker, tin en bindrotting; NEERLANDS INDIEN, kapt. P.E. Karst, van Batavia met koffie, suiker, indigo, cochenville, tin, bindrottingen en sapanhout; LEWE VAN NYENSTEIN, kapt. H.K. Dijkhuis, van Batavia met koffie, tin, bindrotting en kadranhout.

Afbeelding
Datum 03 oktober 1843
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Naar Batavia zal in de loop dezer maand vertrekken: het gekoperd tweedeks fregatschip ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers, hebbende uitmuntende inrichtingen voor passagiers en voerende een bekwame scheepsdokter. Adres voor passagiers en goederen bij de cargadoors J. Daniels & Zn. & Arbman en d’Arnaud & Co., alhier.

Afbeelding
Datum 10 oktober 1843
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Schepen in lading:
Batavia. het gekoperd barkschip LEWE VAN NYENSTEIN, kapt. T.D. Sickens, van Amsterdam. Adres bij Kranenborg en Zn. en Canne en Balwé.
Batavia. het gekoperd barkschip DRIE VRIENDEN, kapt. H. de Wyn, van Amsterdam. Adres bij d’Arnaud en Co.
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip AMBARAWA, kapt. P.E. Karst, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. Jan Ingerman, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
Batavia. het gekoperd tweedeks fregatschip KONING WILLEM DE TWEEDE (opm: KONING WILLEM II), kapt. A. Rocquette, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en de Vries en Co.
Batavia. het gekoperd tweedeks barkschip NEERLANDS INDIËN, kapt. L.J. Delclisur, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Wit en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
Batavia. het gekoperd tweedeks fregatschip ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers. Adres bij Jan Daniels en Zn. en Arbman en d’Arnaud en Comp.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip ELISE, kapt. A.F. Oosterloo, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het gekoperd tweedeks barkschip DE HARMONIE, kapt. C.A. Schonbeck, van Amsterdam. Adres bij D.B. Bosscher.
Suriname. Het gezinkt brigantynschip HILLEGONDA IDA, kapt. H.A. Hendriks, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het gezinkt Nederlands driemast galjoot DE STAD ZWOLLE, kapt. S.Y. Parma. Adres bij B.D. Bosscher.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip ELIZA, kapt. J. Hilbrands, van Amsterdam. Adres bij R.D. Bosscher.
Suriname. Het gekoperd tweedeks brikschip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en De Vries & Co.
Suriname. Het driemast galjoot WEST-INDIEN, kapt. T.D. Lieuwen, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het Nederlands gezinkt schoener-kofschip CORNELIS DASSE VIËTOR, kapt. A.A. Borgman. Adres bij B.D. Bosscher.
Havana. Het gekoperd schoener kofschip DE AMSTEL, kapt. H.G. Bergveld, van Amsterdam. Adres bij B.J. van Hengel.
New York. Het gekoperd en kopervast brigantynschip FOSKA HELENA, kapt. E.Y. Post, van Amsterdam. Adres bij J. Daniels Zonen en Arbman en Jan Corver en Co. Vertrekt voor of op 10 oktober.
Genua en Livorno. Het Nederlandse kofschip FENNEGINA, kapt. H.B. de Jonge.
Adres bij Jan Corver en Co.
Genua en Livorno. Het Nederlandse kofschip DE AMSTEL, kapt. Jan Hakker.
Adres bij Nobel en Holtzapffel en Van den Bey en Co.
Genua en Livorno. Het Nederlandse kofschip JOHANNA DE VRIES, kapt. L.C. de Vries. Adres bij C.I. de Grys en Zn.
Havre en Rouen. Het Nederlands kofschip PAULINA, kapt. J.J. Kooima.
Adres bij Jan Corver en Co.
Havre en Rouen. Het Nederlands kofschip NEWCASTLE, kapt. B.E. Boll.
Adres bij Jan Corver en Co.
Konstantinopel. Het Nederlands brikschip BRISEÏS, kapt. Jelle Jansen.
Adres bij Van den Bey en Co.
Lissabon. Het Nederlands kofschip JANTINA ANNEGINA, kapt. H.G. Sap.
Adres bij Jan Daniels en Zn. en Arbman en Coopman en De Wit en Lenaertz.
Livorno en Genua. Het Nederlands kofschip FRIESLAND, kapt. P.V. de Vries.
Adres bij de Wed. Jan van Wezel en Zn. J. de Rooy.
Port á Port. Het Nederlands kofschip DE VIER ZUSTERS, kapt. J. Klasen de Jonge. Adres bij Kranenberg en Zn. en H. Verweyde Cz.
Port á Port. Het Nederlands kofschip DE FORTUIN, kapt. D.J. Zylstra.
Adres bij Jan Corver en Co.
Bremen. Het Nederlands DE VROUW ENGEL, kapt. W.W. van der Horst.
Adres bij Blikman en Co. Vertrekt voor of op 10 oktober.
Dantzig. Het Nederlands kofschip JOHANNA, kapt. A.W. de Jonge.
Adres bij de Wed. Jan Salm en Meijer en H.A. Hespe.
Dantzig. Het Nederlands kofschip DE HOOP, kapt. S.E. Scherpbier.
Adres bij Kranenborg en Zn.
Dantzig. Het Nederlands kofschip GERBERDINA, kapt. Hind A. Oldenburger.
Adres bij Jan Corver en Co.
Hamburg en Altona. Het Nederlands smakschip DE GOEDE VERWACHTING, kapt. T. Wijnstok. Adres bij J.C. van Oven en Zn.
Hamburg en Altona. Het Nederlands smakschip DE VROUW ANTJE, kapt. K.D. Ekamp. Adres bij Blikman en Comp.
Hamburg en Altona. Het Nederlands schip WENDELINA, kapt. W.J. Hilbrands.
Adres bij Blikman en Co.
Hamburg en Altona. Het Nederlands schip ZWAANTINA, kapt. G.O. Bakker.
Adres bij Blikman en Co.
Koningsbergen. Het Nederlandse kofschip RENSKE HOOITES, kapt. D.H. Donema. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meyer en H.A. Hespe.
Rendsburg, Kiel en Flensburg. Het Nederlandse kofschip DE VRIENDSCHAP, kapt. M. Wybes. Adres bij J.C. van Oven en Zn.
Riga. Het Nederlands kofschip ANNA, kapt. H.J. Korter. Adres bij Jan Corver en Co.
Riga. Het Nederlands kofschip CATHARINA, kapt. J.H. Duintjer.
Adres bij Jan Corver en Co. Vertrekt 12 oktober.
Stettin. Het Nederlands kofschip DE JONGE TJALLING, kapt. H.H. Mellema.
Adres bij de Wed. Jan Salm en Meyer en H.A. Hespe.
Stettin. Het Nederlandse kofschip AUKJEN, kapt. G.A. Veenstra. Adres bij Blikman en Co.

Afbeelding
Datum 16 oktober 1843
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Schepen in lading:
Batavia. het gekoperd barkschip LEWE VAN NYENSTEIN, kapt. T.D. Sickens, van Amsterdam. Adres bij Kranenborg en Zn. en Canne en Balwé.
Batavia. het gekoperd barkschip DRIE VRIENDEN, kapt. H. de Wyn, van Amsterdam. Adres bij d’Arnaud en Co.
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip AMBARAWA, kapt. P.E. Karst, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. Jan Ingerman, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip KONING WILLEM DE TWEEDE (opm: KONING WILLEM II), kapt. A. Rocquette, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en de Vries en Co.
Batavia. Het gekoperd tweedeks barkschip NEERLANDS INDIËN, kapt. L.J. Declisur, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Wit en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
Batavia. het gekoperd tweedeks fregatschip ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers. Adres bij Jan Daniels en Zn. en Arbman en d’Arnaud en Comp.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip ELISE, kapt. A.F. Oosterloo, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het gekoperd tweedeks barkschip DE HARMONIE, kapt. C.A. Schonbeck, van Amsterdam. Adres bij D.B. Bosscher.
Suriname. Het gezinkt brigantynschip HILEGONDA IDA, kapt. H.A. Hendriks, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het gezinkt Nederlands driemast galjoot DE STAD ZWOLLE, kapt. S.Y. Parma. Adres bij B.D. Bosscher.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip ELIZA, kapt. J. Hilbrands, van Amsterdam. Adres bij R.D. Bosscher.
Suriname. Het gekoperd tweedeks brikschip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en De Vries & Co.
Suriname. Het driemast galjoot WEST-INDIEN, kapt. T.D. Lieuwen, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het Nederlands gezinkt schoener -kofschip CORNELIUS DASSE VIËTOR, kapt. A.A. Borgman. Adres bij B.D. Bosscher.
Suriname. Het gekoperd barkschip DE SNELHEID, kapt. J.J. Gorter, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
Havana. Het gekoperd tweedeks barkschip DE SNELHEID, kapt. J.T. Visser, van Amsterdam. Adres bij B.J. van Hengel.
New York. Het gekoperd en kopervast brigantynschip FOSKA HELENA, kapt. E.Y. Post, van Amsterdam. Adres bij J. Daniels Zonen en Arbman en Jan Corver en Co. Vertrekt voor of op 10 oktober.
Genua en Livorno. Het Nederlandse kofschip FENNEGINA, kapt. H.B. de Jonge.
Adres bij Jan Corver en Co.
Genua en Livorno. Het Nederlandse kofschip JOHANNA DE VRIES, kapt. L.C. de Vries. Adres bij C.I. de Grys en Zn.
Havre en Rouen. Het Nederlands kofschip PAULINA, kapt. J.J. Kooima.
Adres bij Jan Corver en Co.
Havre en Rouen. Het Nederlands kofschip NEWCASTLE, kapt. B.E. Boll.
Adres bij Jan Corber en Co.
Lissabon. Het Nederlands kofschip JANTINA ANNEGINA, kapt. H.G. Sap.
Adres bij Jan Daniels en Zn. en Arbman en Coopman en De Wit en Lenaertz.
Livorno en Genua. Het Nederlands kofschip FRIESLAND, kapt. P.V. de Vries.
Adres bij de Wed. Jan van Wezel en Zn. J. de Rooy.
Nantes. Het Nederlandse kofschip ELISABETH, kapt. F.B. Nepperus.
Adres bij Jan Corver en Co. en Canne en Balwé. Vertrekt voor of op 30 oktober.
Patras en Syra. Het Nederlands kofschip DE AMSTEL, kapt. Jan Hakker.
Adres bij Nobel en Holtzapffel en Jan Corver en Co.
Port á Port. Het Nederlands kofschip DE VIER ZUSTERS, kapt. J. Klasen de Jonge. Adres bij Kranenberg en Zn. en H. Verweyde Cz.
Port á Port. Het Nederlands kofschip DE FORTUIN, kapt. D.J. Zylstra.
Adres bij Jan Corver en Co.
Dantzig. Het Nederlands kofschip GERBERDINA, kapt. Hind A. Oldenburger.
Adres bij Jan Corver en Co.
Hamburg en Altona. Het Nederlands smakschip DE GOEDE VERWACHTING, kapt. T. Wijnstok. Adres bij J.C. van Oven en Zn.
Hamburg en Altona. Het Nederlandse smakschip DE HERSTELLING, kapt. J.Z. Potjer. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meyer.
Hamburg en Altona. Het Nederlandse kofschip VROUW LUBBINA, kapt. J.P. Mulder. Adres bij Blikman en Co.
Koningsbergen. Het Nederlandse kofschip RENSKE HOOITES, kapt. D.H. Donema. Adres bij de Wed. Jan Salm en Meyer en H.A. Hespe.
Rendsburg, Kiel en Flensburg. Het Nederlandse kofschip DE VRIENDSCHAP, kapt. M. Wybes. Adres bij J.C. van Oven en Zn.
Stettin. Het Nederlands kofschip DE JONGE TJALLING, kapt. H.H. Mellema.
Adres bij de Wed. Jan Salm en Meyer en H.A. Hespe.

Afbeelding
Datum 24 oktober 1843
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Schepen in lading

Advertentie. Schepen in lading:
Batavia. het gekoperd barkschip LEWE VAN NYENSTEIN, kapt. T.D. Sickens, van Amsterdam. Adres bij Kranenborg en Zn. en Canne en Balwé.
Batavia. het gekoperd barkschip DRIE VRIENDEN, kapt. H. de Wyn, van Amsterdam. Adres bij d’Arnaud en Co.
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip AMBARAWA, kapt. P.E. Karst, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
Batavia. Het gekoperd tweedeks fregatschip CLAUDIUS CIVILIS, kapt. Jan Ingerman, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
Batavia. het gekoperd tweedeks fregatschip KONING WILLEM II, kapt. A. Rocquette, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
Batavia. het gekoperd tweedeks barkschip NEERLANDS INDIËN, kapt. L.J. Declisur, van Amsterdam. Adres bij Coopman en De Wit en Lenaertz, Van Olivier en Co., Hoyman en Schuurman en De Vries en Co.
Batavia. het gekoperd tweedeks fregatschip ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers. Adres bij Jan Daniels en Zn. en Arbman en d’Arnaud en Comp.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip ELISE, kapt. A.F. Oosterloo, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het gekoperd tweedeks barkschip DE HARMONIE, kapt. C.A. Schonbeck, van Amsterdam. Adres bij D.B. Bosscher.
Suriname. Het gezinkt brigantynschip HILEGONDA IDA, kapt. H.A. Hendriks, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het gezinkt Nederlands driemast galjoot DE STAD ZWOLLE, kapt. S.Y. Parma. Adres bij B.D. Bosscher.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip ELIZA, kapt. J. Hilbrands, van Amsterdam. Adres bij R.D. Bosscher.
Suriname. Het gekoperd tweedeks brikschip ASTREA, kapt. J.A. de Lang, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en De Vries & Co.
Suriname. Het driemast galjoot WEST-INDIEN, kapt. T.D. Lieuwen, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het Nederlands gezinkt schoener-kofschip CORNELIUS DASSE VIËTOR, kapt. A.A. Borgman. Adres bij B.D. Bosscher.
Suriname. Het gekoperd barkschip DE SNELHEID, kapt. J.J. Gorter, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher.
Suriname. Het gekoperd fregatschip NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruyl, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het gekoperd barkschip DE GOEDE VREDE, kapt. C. Zaal van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman.
Suriname. Het Nederlands schoener hoekerschip HET VERTROUWEN, kapt. R.S. Pinsterboer. Adres bij Jan Corver en Co.
Suriname. Het gekoperd schoener kofschip ANNA ELISABETH, kapt. K.B. de Weerd, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman en E. Windhouwer.
Havana. Het gekoperd tweedeks barkschip DE SNELHEID, kapt. J.T. Visser, van Amsterdam. Adres bij B.J. van Hengel.
Bayonne. Het Nederlands kofschip DE HOOP, kapt. W. Kiers Kok.
Adres bij Jan Corver en Co.
Genua en Livorno. Het Nederlandse kofschip FENNEGINA, kapt. H.B. de Jonge.
Adres bij Jan Corver en Co.
Genua en Livorno. Het Nederlandse kofschip JOHANNA DE VRIES, kapt. L.C. de Vries. Adres bij C.I. de Grys en Zn.
Genua en Livorno. Het Nederlands kofschip DE HOOP, kapt. T.S. Oldendorp.
Adres bij Van den Bey en Co. en Nobel en Holtzapffel.
Havre en Rouen. Het Nederlands kofschip PAULINA, kapt. J.J. Kooima.
Adres bij Jan Corver en Co.
Havre en Rouen. Het Nederlands kofschip NEWCASTLE, kapt. B.E. Boll.
Adres bij Jan Corber en Co.

Afbeelding
Datum 10 februari 1844
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 7 februari. Gisteren zijn hier aangekomen de Nederlandse bark MERCATOR, kapt. M. Korteland, de 2e november van Schiedam vertrokken, en dito bark VLASHANDEL, kapt. P.L. Dupain (opm: P.L. du Pain), de 24e januari van Manila vertrokken.
Heden zijn hier aangekomen het Nederlandse schip AMBARAWA, kapt. P.E. Karst, met vijf passagiers, de 2e november van Amsterdam vertrokken, en het dito schip ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers, met een passagier, de 11e november van Amsterdam vertrokken.

Afbeelding
Datum 03 juni 1845
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Dordrecht, 2 juni. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn op heden bevracht de navolgende schepen, als:
Op Amsterdam: IJSTROOM, kapt. J.F. Detering; VAN DER WERF, kapt. P. van Duijvenboden; GEERTRUIDA MARIA, kapt. C. Spiegelberg; HENDRIK WESTER, kapt. N.N.; AMBARAWA, kapt. P.E. Karst; ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers; KONING WILLEM II, kapt. A. Rocquette; NEERLANDS INDIË, kapt. L. Delcliseur; NASSAU, kapt. J.J. Duintjer; SARA JOHANNA, kapt. F.T. Verster; VIER GEBROEDERS, kapt. F.C. Jaski; CORNELIA, kapt. T.S. Deinum en LEWE VAN NIJENSTEIN, kapt. T.D. Sickens.
Op Rotterdam: BORNEO, kapt. C.C. Hansen; ERASMUS, kapt. C.M. van Dijcke; PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer; PRINSES MARIANNE, kapt. J.A. Scott; JOHANNA CORNELIA, kapt. M. Kaleshoek; DRIE VRIENDEN, kapt. G.H. Ruhaak; JAVA PACKET, kapt. J.M. Jansen; EDOUARD, kapt. M. Harkema; FORMOSA, kapt. H. Reiniersen; JAN DANIEL, kapt. J. Zeeman; VICE-ADMIRAAL GOBIUS, kapt. H.J. Bonn en GENERAAL BARON CHASSÉ, kapt. J. de Winter.
Op Dordrecht: JUNO, kapt. W.J. Chevalier.
Op Middelburg: PHOENIX, kapt. P.J. Kasse.

Afbeelding
Datum 05 juni 1845
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Schepen in lading

Naar Batavia ligt in lading en zal 18 juni in het Nieuwediep zeilree liggen, het extra snelzeilend fregatschip ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers, van een bekwame scheepsdoctor voorzien en hebbende uitmuntende inrichtingen voor passagiers.
Idem bark FORMOSA, kapt. H. Reinierse.
Idem GEERTRUIDA MARIA, kapt. C. Spiegelberg. (opm: verkort weergegeven)

Afbeelding
Datum 24 september 1845
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 21 september. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse bark ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.R. Hellers, met een passagier, vertrokken van Amsterdam de 19e juni.
Heden is alhier aangekomen de Nederlandse bark JAN DANIËL, kapt. J.H. Zeeman, vertrokken van Rotterdam de 15e juni

Afbeelding
Datum 03 april 1847
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Dordrecht, 2 april. Door de Nederlandsche Handelmaatschappij zijn bevracht geworden de volgende 13 schepen, als:
Voor Amsterdam: CORNELIA, kapt. T.S. Deinum; JAVAAN, kapt. P. Dekker; ALIDA WILHELMINA, kapt. K. Latjes; STAD UTRECHT, kapt. F.P.J. Jaski; ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers, en DELTA, kapt. G. Crans, van Dordrecht.
Voor Rotterdam: CERES, kapt. L.W. van Rijn van Alkemade; EDOUARD, kapt. J.M. de Winter; VRIENDSCHAP, kapt. F.W.E. Schuchard; FORMOSA, kapt. H. Reiniersen; HENDRIK JAN, kapt. P. Wap, en WILLEM I, kapt. H. Poppen.
Voor Middelburg: MERCURIUS, kapt. W. Veeneman.

Afbeelding
Datum 25 augustus 1847
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 23 augustus. De 20e augustus zijn hier aangekomen het Nederlandse schip PHILIPS VAN MARNIX, kapt. E. van Duijn, de 26e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip JOHANNA MARIA CHRISTINA, kapt. K.L. Swart, met een passagier, de 16e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip GEERTRUIDA MARIA, kapt. C. Spiegelberg, met een passagier, de 18e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip WALVISCH, kapt. T. Schut, de 18e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip GENERAAL LIST, kapt. G.A. Sandman, de 28e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip STRAAT BALY, kapt. G. Mulder, de 18e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip STAD UTRECHT, kapt. F.P.J. Jaski, de 4e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. P. Huidekoper, met vijf passagiers, de 18e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip NEDERLANDSCH INDIË, kapt. L. Delclisur, de 16e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip HENDRIK JAN, kapt. P. Wap, de 24e april vertrokken van Rotterdam,en de dito bark PADANG, kapt. M.W. Zwart, de 23e mei vertrokken van Rotterdam.
De 21e augustus zijn hier aangekomen het Nederlandse schip KENAU HASSELAAR, kapt. P.S. Schuil, met elf passagiers, de 23e mei vertrokken van Rotterdam, de dito bark FORMOSA, kapt. H. Reiniersen, de 2e mei vertrokken van Rotterdam, het dito schip DELTA, kapt. G. Crans, met vijf passagiers en 199 militairen, de 23e mei vertrokken van Dordrecht.
De 22e augustus zijn hier aangekomen het Nederlandse schip FLEVO, kapt. S. van der Meij, met negen passagiers, de 5e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.R. Hellers, de 6e mei vertrokken van Amsterdam, het dito schip CHRISTINA AGATHA, kapt. O.P. Lap, de 21e april vertrokken van Amsterdam, en het dito schip VRIENDSCHAP, kapt. F.W.E. Schuchard, met een passagier, de 17e april vertrokken van Amsterdam.
Heden zijn hier aangekomen de Nederlandse bark BLORA, kapt. P. Lunel, de 28e juni vertrokken van Manilla, het dito schip WILLEM DE EERSTE, kapt. H. Poppen, de 6e mei vertrokken van Schiedam, het dito schip GENERAAL VAN DEN BOSCH, kapt. A. Plokken, de 6e mei vertrokken van Rotterdam, en het dito schip WATERLOO, kapt. W.W. van Epen, de 21e april vertrokken van Amsterdam.

Afbeelding
Datum 12 juni 1848
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 10 juni. Sedert enige tijd neemt de ontevredenheid onder het scheepsvolk al meer en meer toe, over de slechte proviandering, waarmede sommige schepen naar Oost Indië worden uitgerust; men verneemt zelfs, dat er bedenkelijke geschillen gerezen zijn, over de te huis gekomen schepen de SOPHIA en de ERFPRINSES SOPHIA (opm: dit zal vermoedelijk de ERFPRINSES VAN ORANJE zijn, zie AH 200648), die tot gerechtelijke bemoeiingen zullen leiden en waarvan het volk vermeent een proviand van slechts negen maanden aan boord te hebben gehad, terwijl de reis 14 maanden heeft geduurd; zodat in het belang der Oost Indië vaart het wenselijk is te achten, dat, heeft werkelijk die verkeerde zuinigheid plaats, die in het belang der Handelmaatschappij en van de assurantie en lading ophouden, terwijl in het andere geval de ruchtbaarheid dient te worden te keer gegaan, opdat de rederijen niet worden beticht, dat op sommige schepen moet worden honger geleden, om goede rekening en reis te maken.

Afbeelding
Datum 12 juli 1848
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Verkoping van schepen in de Nieuwe Stads-Herberg te Amsterdam, gehouden op maandag 10 juli:
- Het gekoperd tweedeks fregatschip ERFPRINSES SOPHIA, kapt. H.K. Hillers, NLG 62.200, in slag NLG 7.000, koper: G.J. Roland Holst & B. Bakker Wilmz.
- Het ijzeren lichterschip AMSTERDAM EN WEENEN, kapt. J. Geiger, NLG 2.500, koper G.J. Roland Holst. (opm: geen ‘in slag’)

Afbeelding
Datum 08 augustus 1848
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Dordrecht, 7 augustus. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende 28 schepen, als:
Voor Amsterdam: DOROTHEA, kapt. H. Visser; WILHELMINA ARNOLDA, kapt. J.L. Mulder; DIONIJSIA CATHARINA, kapt. P. Arendspoot; AMBARAWA, kapt. P.E. Karst; STAD UTRECHT, kapt. F.P.J. Jaski; AERDT VAN NES,k kapt. J. Noback; SUMATRA, kapt. K.L. Swart; WALVISCH, kapt. Th. Schut; STRAAT BALI, kapt. G. Mulder; PHLIPS VAN MARNIX, kapt. E. van Duijn; CASTOR, kapt. J.J.C. Noodt; ADMIRAAL DE RUYTER, kapt. J. Wigman; NEERLANDS INDIË, kapt. Delclisur; MARCO BOZZARIS, kapt. P. de Boer.
Voor Rotterdam: LOUISE, kapt. J.T. Verschuur; GÉRARDINA, kapt. M.J. Witsch; GERARDUS JACOBUS, kapt. H.B.C.H. Ruijsch; EDOUARD, kapt. J.M. de Winter; ADMIRAAL VAN KINSBERGEN, kapt. A. Glazener; NEERLANDS KONING, kapt. J.F. Klomp; KENAU HASSELAAR, kapt. P.S. Schuijl; VRIENDSCHAP, kapt. F.W.S. Schuchard; JACOBA HELENA, kapt. L. van Haften; FORMOSA, kapt. H. Reiniersen; SOURABAIJA, kapt. A.M. Swarts.
Voor Dordrecht: OSIRIS, kapt. G.J. Stam de Jonge; DELTA, kapt. G. Crans.
Voor Middelburg: MECURIUS, kapt. W. Veeneman.

Afbeelding
Datum 10 januari 1849
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 6 januari. Gisteren is hier aangekomen de Nederlandse bark MERCURIUS, kapt. W. Veeneman, de 5e september vertrokken van Middelburg.
Heden is hier aangekomen het dito schip JACOBA HELENA, kapt. L. van Haften, met zes passagiers, de 13e september vertrokken van Nieuwediep.

Afbeelding
Datum 02 augustus 1850
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden de volgende 20 schepen, als:
Voor Rotterdam: JACATRA, kapt. Buys Jz, GENERAAL VAN DEN BOSCH, kapt. Parlevliet Jz, JACOBA HELENA, kapt. Pfeil, LAURENS KOSTER, kapt. Kleve, JONGE JAN, kapt. ? MENADO, kapt. Rijken, MARIA MAGDALENA, kapt. Popken, SIRENE, kapt. Zwart, en EUGENIE, kapt. Bargman.
Voor Amsterdam: PHILIPS VAN MARNIX, kapt. Van Duyn, DIONYSIA CATHARINA, kapt. Arenspoot, CASTOR, kapt. Noodt, MARCO BOZZARIS, kapt. De Boer Czn, SUSANNA CHRISTINA, kapt. Corbière, CORNELIA EN HENRIETTE, kapt. Gollards, en JAVA, kapt. Tuk.
Voor Schiedam: OSIRIS (van Dordrecht), kapt. Stam de Jonge.
Voor Middelburg: ELIZABETH EN JOHANNA, kapt. Ballot, MERCURIUS, kapt. Veeneman, en SCHOUWEN, kapt. Kraan.

Afbeelding
Datum 01 januari 1851
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Soerabaija, 24 december.
Aangekomen. De 20e dezer: Nederlands schip NEPTUNUS, kapt. J.N. Schnijder, van Batavia de 13e december. Nederlands schip DE STAD AMSTERDAM, kapt. H. Blokziel, van Pasoeroean de 29e dito. De 21e dezer: Zr.Ms. stoomschip BROMO, kapt. luitenant ter zee J.W. Stoll, van Makassar de 17e december, 2 passagiers en 12 bannelingen. Nederlandse bark ATIAT ULMAULA, kapt. Sech Sehau bin Said Baoezeer, van Grissee de 21 december. Nederlandse bark SCHOUWEN, kapt. C. Kraan, van Batavia de 14e december. Nederlandse bark ROOMPOT, kapt. H.H. de Boer, van Batavia de 6e december. Nederlandse schoener JOEDIL ILA, thans hernoemd VRIENDSCHAP, kapt. Siedin, van Grissee de 21e december. De 23e dezer: Nederlandse bark ASULTANIE, kapt. Sech Abdulla bihn Jafae Moharie, van Grissee de 23e december. Amerikaans schip AKBAR, kapt. W. Worth, van Batavia de 19e dito. De 24e dezer: Nederlandse schoener JONGE PIETER, kapt. W.A.S. Valberg, van Semarang de 21 december, 1 passagier.
Vertrokken. De 20e dezer: Nederlandse schoener KONGSING, kapt. Pa Katiea, naar Bali Ampenan over Banjoewangie. De 21e dezer: Nederlands schip DIONYSIA CATHARINA, kapt. P. Arenspoot, naar Nederland over Pasoeroewan, met een ontslagen gecondemneerde. Nederlandse bark HENDRIKA, kapt. H. Reiniersen, naar Nederland over Pasoeroewan. De 22e dezer: Nederlandse kotter LITTLE TOT, kapt. Katjoong, naar Pasoeroewan. De 23e dezer: Zr.Ms. stoomschip BATAVIA, kapt. luitenant ter zee 1e klasse J.J. van der Moore, koers stellende om de west, 3 passagiers. De 24e dezer: Nederlandse bark FATOOR RAHIM, kapt. Intje Mohamat Alie, naar Grissee. Nederlandse bark HOKSOEN, kapt. L.J.D.A.F.C. Eschauzier, naar Molukkos. Nederlandse bark EL MACHLAAR, kapt. Said Aboebakar bin Hoesien Moelaheila, naar Amboina over Sumanap. Schepen liggende ter rede: Zr. Ms. stoomschepen BROMO, VESUVIUS, BORNEO, schoener brik BANDA, schoeners JANUS, CIRCE, roei kanonneerboot NUMMER 14, Nederlandse schepen AMBARAWA, DOROTHEA, JACOBA HELENA, DE STAD AMSTERDAM, NEPTUNIS, ROOMPOT, ALFULCK, barken FATAL MAAN, GENERAAL BARON VAN GEEN, MERCATOR, FORMOSA, CORNELIA, WILLEM DE CLERCQ, ASSAD DOLLA, SCHOUWEN, CAMBA TORIDA, ABDUL HASSIM, SALMA, LOUISA PRINCES DER NEDERLANDEN, JENOER, FATABOOK WAHAB, ATIAT GIMAULA, NAIM BALGIJER, brik DJOEMSTING, schoener TIO TIAUW THAIJ, HOKTHAIJ, ALBORAK, MIDGE, KIEMMAULIE thans hernoemd BIENTANG HAPLIE, DJOEDUL ILLAH thans hernoemd VRIENDSCHAP, boot GOANSING.

Afbeelding
Datum 03 januari 1852
Krant JC - Javasche Courant

Te Batavia angekomen schepen:
December 30 – Nederlandse bark HONG GOAN thans hernaamd ENGTHAIJ, kapt. Tjan Tongsang, van Cheribon de 24ste December – dito HAP GEEN, kapt. Naridien, van Samarang de 16de dito – dito schoener TJINSENG REMBANG, kapt. The Bianseng, van dito de 15de dito.
December 31 – Nederlandse brik PASEKAN, kapt. Tan Pikgiok, van Pekalongan de 23ste december – dito schip WADIE ATOOL RACHMAN, kapt. Said bin Hoesien Segaf, van Indramaijoe de 27ste dito passagier de heer T. Ebeling, en mevr. de wed. Ebeling – ditto bark ELLEN, kapt. H. Chevalier, van Samarang de 24ste dito.
Januari 1 – Nederlandse brik TARTAR, kapt. Sie Kongpat, van Pekalongan de 20ste december – dito bark MAGMOEDIE, kapt. T. Mckenzij, van Brama de 2de december – dito dito BATAVIA, kapt. Tan Inghok, van Pekalongan de 31ste dito – dito schip de STAD DORDRECHT, kapt. J. van Nassau, van Onrust.
- Van Batavia vertrokken schepen:
Dec. 31 – Bremer schip ERNST MORITZ ARNDT, kapt. A. Haake, naar Nederland – Nederlands dito ALFULCK, kapt. Sech Abdul Kadier Baradja, naar Soerabaija – dito bark AMA NATTER RACHMAN, kapt. Abdul Jalil, naar Indramaijoe – dito dito JACOBA HELENA, kapt. J.M. Pfeil, naar Onrust.
Januari 1 – Nederlandse bark POLKUS SA-ADA, kapt. Oewa Lamoong, naar Pontianak.
Januari 2 – Nederlands schip OEIJ SINJO, kapt. Kwee Samiang, naar Cheribon.
- Ter rede van Batavia liggende schepen:
Zr. Ms. korvet BOREAS, VAN SPEIJK, stoomschip SURINAME, MERAPI, schoener ARUBA, gouvernements schoener ZEEMEEUW, ANADIJOMENE; Nederlandse schepen AMANA TULBARIE, ZEEMEEUW, LUCONIA, DILIGENTIA, MARSOEK, INDIA, DJOEDOEL WADOED, de STAD DORDRECHT, WADIE ATOOL RACHMAN; barken HOKSOEN, BATAVIA WADIE ATOOL BARIE, BALGIS, J.C.J. VAN SPEIJK, JOAN, NOORD, SEGAFFIE, TREMBANG, FATAHOOL HAER ATIAT TOOLBARIE, JAN DANIEL, AZIA, CHRISTINA, de VROUW ANNA HENDRIENA, BORNEO, MARIJ EN HILLEGONDA, GENERAAL MICHIELS, INDRAMAIJOE, REIJERWAARD, FATHOOL HAIR, SCHOUWEN, GELDERLAND, JENOER, HONG GIAN thans hernaamd ENGTHAIJ, ELLEN, MAGMODIE; brikken HAP HEEN, PASEKAN, TARTAR, schoeners JONGE PIETER, BENKOELEN, MARY ANN SOPHIA, TJINSENG REMBANG – Engels schip THOMAS CHODWICK bark LONDEN –Zweedse schepen SWEA, MARIA CHARLOTTE; brik ALCYOA – Pruisisch schip RICA – Hamburgs schip SINCAPOER – Frans schip PATRIE – Deens schip HARPIJE – Bremer schip PATRIOT, HERDER.
- Van Indramaijoe vertrokken schepen:
December 26 – Nederlandse bark ANJER, kapt. P. Esink, naar Amsterdam via Batavia.
December 27 – Nederlandse bark WADIE ATOOL RACHMAN, kapt. Said Sech bin Hoesin Segaf, naar Batavia.
- Ter rede van Idramaijoe liggende schepen:
Nederlandse bark JAVAAN.
- Te Cheribon aangekomen schepen:
December 22 – Nederlandse schoener GAI GOAN, kapt. Tan Houtjoan, van Batavia de 17de december.
December 23 – Nederlandse schoener TJINSING REMBANG, kapt. Thee Biangsing, van Samarang de 15de december.
December 26 – Nederlandse schoener GOANLIE, kapt. Sotisiang, van Batavia de 20ste december.
- Van Cheribon vertrokken schepen:
December 23 – Nederlandse schoener TJINSING REMBANG, kapt. Thee Biangsing, naar Batavia.
December 24 – Nederlandse schoener GAI GOAN, kapt. Tan Houtjoan, naar Rembang – dito bark HONG GOAN thans hernaamd ENG THAIJ, kapt. Tjan Tongsan, naar Batavia.
- Ter rede van Cheribon liggende schepen:
Nederlands schip KONINGIN DER NEDERLANDEN, bark THETIS, schoener GOANLIE, en ALMAS.
- Te Tagal aangekomen schepen:
December 22 – Nederlandse bark INGLIE, kapt. Tan Ingsoan, van Cheribon de 19de december.
- Van Tagal vertrokken schepen:
December 23 – Nederlandse bark INGLIE, kapt. Tan Ingsoan, naar Rembang.
- Ter rede van Tagal liggende schepen: Nederlandse bark FLORA.
- Te Pekalongan aangekomen schepen:
December 21 – Nederlandse bark GOANLIE, kapt. I-Hingliem, van Cheribon de 18de december.
December 23 – Nederlandse bark LACHMADIE, kapt. Sech Achmat bin Sadik Jamanie, van Batavia de 5de december.
December 24 – Nederlandse bark INGLIE, kapt. Tan Ingsoan, van Tagal de 23ste december.
- Van Pekalongan vertrokken schepen:
December 22 – Nederlands schip LODEWIJK ANTHONIE, kapt. J. van der Meulen, naar Nederland.
December 23 – Nederlandse brik PASEKAN, kapt. Tan Pikgiok, naar Batavia.
December 24 – Nederlandse bark GOANLIE, kapt. I-Hingliem, naar Grissee.
December 26 – Nederlandse bark INGLIE, kapt. Tan Ingsoan, naar Grissee.
December 27 – Nederlandse kotter ELISABETH, kapt. L. Bordondao, naar Soerabaija.
- Ter rede van Pekalongan liggende schepen:
Nederlands schip JAVA, bark LACHMADIJ.
- Van Pasoeroewan vertrokken schepen:
December 18 – Nederlandse bark de AMSTEL, kapt. J. van Duijn, naar Amsterdam.
- Ter rede van Pasoeroewan liggende schepen:
Nederlandse schepen FLEVO, ANNA EN ELISE, en bark MATHILDA.
- Van Probolingo vertrokken schepen:
December 24 – Nederlands schip de ZWIJGER, kapt. J.H. Mugge, naar Nederland via Panaroekan.
- Te Banjoewangie aangekomen schepen:
December 12 – Nederlands schip WALVISCH, kapt. Th. Schmit, van Pasoeroewan de 30ste november – dito dito GENERAAL LIST, kapt. G.A. Sandman, van Pasoeroewan de 30ste dito – dito dito MAXIMILIAAN THEODOOR, kapt. K. Latjes, van Soerabaija de 21 dito.
December 13 – Nederlands schip TRITON, kapt. H. Olie, van Soerabaija, de 1ste december.
December 14 – Nederlands schip VIER GEBROEDERS, kapt. C. Vonck, van Pasoeroewan de 10de december – dito dito CLARA HENRIETTE, kapt. N.D. de Boer, van Soerabaija de 7de dito.
December 15 – Nederlands schip MARIA ELISABETH, kapt. K.J. Jonker, van Pasoeroewan de 10de december – dito dito ’S GRAVENHAGE, kapt. C.J.N. Blok, van dito de 11de dito – dito dito ZORGVLIED, kapt. J.G. Appel, van Soerabaija de 11de dito.
December 16 – Nederlands schip HECTOR, kapt. Persille, van Sumanap de 12de december – dito dito ELISABETH ANTHONIA, kapt. J. Veenstra, van Samarang de 10de dito.
December 17 – Z.M. schoener brik SIJLPH, luitenant ter zee 1ste klasse Siedenburg, van Soerabaija de 13de december, passagiers de pembekel Noersiman en echtgenote, met 4 bedienden.
December 18 – Nederlands schip DUIVELAND, kapt. J.C.. Kreije, van Pasoeroewang de 13de december.
- Van Banjoewangie vertrokken schepen:
December 13 – Nederlandse schoener ARROW, kapt. Pa Oonrust, naar Soerabaija.
December 14 – Nederlands schip de HOOP VAN CAPPELLE, kapt. D.T. Browning, naar Nederland – dito dito GENERAAL LIST, kapt. G.A. Sandman, naar Amsterdam – dito dito WALVISCH, kapt. T.H. Schut, naar dito – dito dito MAXIMILIAAN THEODOOR, kapt. K. Latjes, naar dito
December 15 – Nederlands schip TRITON, kapt. H. Olie, naar Amsterdam – dito dito ZORGVLIED, kapt. J.G. Appel, naar Tjilatjap.
December 16 – Nederlands schip CLARA HENRIETTE, kapt. N.D. de Boer, naar Amsterdam – dito dito MARIA ELISABETH, kapt. K.J. Jonker, naar Rotterdam.
December 17 – Nederlands schip PRINSES SOPHIA, kapt. P.S. Matzen, naar Amsterdam – dito dito HECTOR, kapt. Persille, naar Tjilatjap – dito dito VIER GEBROEDERS, kapt. C. Vonck, naar Amsterdam.
December 18 – Nederlands schip EENSGEZINDHEID, kapt. K. Haasnoot, naar Amsterdam.
- Ter rede van Banjoewangie liggende schepen:
Nederlandse schepen ’S GRAVENHAGE, ELISABETH ANTHONIA, DUIVELAND, en Zr.Ms. schoener brik SIJLPH.
- Te Sumanap aangekomen schepen:
December 17 – Nederlandse brik SIE KANOEGRAHAM, kapt. Palembang, van Palembang de 24ste november.
December 19 – Nederlandse schoener MARIA, kapt. Pa Talieman, van Grissee de 16de december.
- Van Sumanap vertrokken schepen:
December 20 – Nederlandse schoener Mooftah Halvaradje Ketjil, naar Soerabaija.
- Te Tjilatjap aangekomen schepen:
December 24 – Nederlandse bark ZORGVLIED, kapt. J.G. Appel, van Soerabaija,
- Van Tjilatjap vertrokken schepen:
December 24 – Nederlandse brik VICE ADMIRAAL LUCAS, kapt. J.K. de Weerd, naar Schiedam.
- Ter rede van Tjilatjap liggende schepen:
Nederlandse barken ZORGVLIED, en CHARLOTTA.
- Van Panaroekan vertrokken schepen:
December 18 – Nederlands schip CORNELIS WERNARD EDUARD, kapt. J.M. Kleinhouwer, naar Rotterdam.
December 21 – Nederlands schip OOST-INDIEN, kapt. E.E. Mos, naar Amsterdam.
- Te Wijnkoopsbaai aangekomen schepen:
December 22 – Nederlands schip JEANNETTA EN CORNELIA, kapt. T.K. Veldman, van Batavia.
- Van Wijnkoopsbaai vertrokken schepen:
December 20 – Nederlands barkschip JEANNETTE EN CORNELIA, kapt. T.K. Veldman, naar Amsterdam.

Afbeelding
Datum 16 februari 1852
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 29 december. Scheepsvrachten. Van Nederlandse schepen zijn gecharterd: de NOORD naar Rotterdam met rijst voor NLG 68, suiker NLG 80, cassia (opm: Padang-cassia = valse kaneel, heeft scherpere smaak dan goede Ceylon-kaneel) NLG 100, en arak NLG 115, en enige dagen later de ZEEMEEUW naar Amsterdam tot NLG 62,50 voor een lading rijst, terwijl de VAN SPEYK geheel en de JACOBA HELENA en JAN DANIEL grotendeels voor eigen rekening worden beladen. De NIEUW LEKKERLAND verzeilde naar Soerabaija ter lossing van een lading steenkolen. In de laatste dagen zijn nog gearriveerd de SCHOUWEN en REIJERSWAARD, welke beide ter bevrachting zijn aangeboden, benevens de RIDDERKERK van China naar Samarang bestemd. De bevrachtingen van vreemde schepen waren in deze maand zeer belangrijk, als: naar Hamburg en Bremen de MARQUIS OF BUTE, SWEA en RIGA tot GBP 2.15/-, INCONSTANT, SINGAPORE en HERDER tot GBP 2.17/6, wordende alle met rijst en suiker beladen; naar New York, de HARPEY tot GBP 3.2/6, en zijn nog bovendien hier ladende MARIA CHARLOTTA voor Zweden, en de ERNST MAURITS ARENDS voor Bremen, welke beide in Europa waren gecharterd, terwijl het Bremer schip PATRIOT, en het Engelse schip THOMAS CHODWICK onlangs van China aangekomen, nog geen bestemming hebben.

Afbeelding
Datum 22 juli 1852
Krant RC - Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 21 juli. Door de Nederlandsche Handels Maatschappij zijn op heden bevracht geworden de navolgende 27 schepen, als:
Voor Rotterdam: JAPARA, kapitein ……(opm: C.C. Kramers), JOHANNA MARIA, kapt. J. C.F. Lupcke Jr.; CERES, kapt. F. Mellema; ELIZABETH, kapt. P. Serlé; NIEUW LEKKERLAND, kapt. M.B. Hoffman; REIJERWAARD, kapt. P. Wierickx; EUGENIE, kapt. E.G. Bargman; KENAU HASSELAAR, kapt. O. Lindeman; HENDRIKA, kapt. H. Reiniersen; CATHARINA, kapt. W. Calander; ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. H.G. Hinrichs.
Voor Amsterdam: CATHARINA MARIA, kapt. J.B. Jaski; CORNELIA & HENRIETTE, kapt. T. Gollards; ZEELAND, kapt. F. de Winter; AERDT VAN NES, kapt. L. Hazewinkel; CASTOR, kapt. P.F. de Lange; GENERAAL BARON VAN GEEN, kapt. G. Rotgans, DELTA, kapt. J.G. Kunst; de beide laatste voor Dordrecht; JACOBA HELENA, kapt. J.M. Pfeil; CATHARINA MARIA, kapt. M.G. Logger; AMERICA, kapt. F. Ruiter; SALATIGA, kapt. J.N. Besier; HOLLANDSCH TROUW, kapt. J.C. Kreije, en BEATRIX, kapt. E. Verschoor, de zes laatste allen van Rotterdam.
Voor Middelburg: DELFT, kapt. B.J. Muller, en GERARDUS JACOBUS, kapt. H.B.C.H. Ruysch, beide van Rotterdam.
Voor Schiedam: MERCATOR, kapt. J. Poort.

Afbeelding
Datum 08 december 1852
Krant JC - Javasche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 7 december. Alhier zijn aangekomen:
De 3e december de Nederlandse bark JACOBA CORNELIA, kapt. G.H. Lodewijk, vertrokken van Port Wakefield de 17e oktober.
De 5e december de Nederlandse schepen ANTOINETTA MARIA, kapt. J. Day, met een passagier, vertrokken van Hellevoetsluis de 17e augustus, DELTA, kapt. J.G. Kunst, vertrokken van Hellevoetsluis de 22e augustus, DELFT, kapt. B.J. Muller, met Zr.Ms. troepen, vertrokken van Rotterdam de 3e september, JACOBA HELENA, kapt. J.M. Pfeil, vertrokken van Rotterdam de 3e september, JAN DANIEL, kapt. J.H. Zeeman, vertrokken van Hellevoetsluis de 18e augustus, en GERARDUS JACOBUS, kapt. H.B.C.H. Ruysch, met twee passagiers, vertrokken van Hellevoetsluis de 22e augustus.

Afbeelding
Datum 08 maart 1854
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 7 maart. Gisteren is hier aangekomen het Nederlandse schip JACOBA HELENA, kapt. Pfeil, van Adelaide vertrokken de 7e februari.
Heden is hier aangekomen het Nederlandse schip RESIDENT VAN SON, kapt. F.C. Bauditz, van China.

Afbeelding
Datum 29 april 1854
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 10 maart. Scheepsvrachten. Door gebrek aan genoegzame produkten kunnen alle aangekomen particuliere schepen geen lading bekomen en zijn dus de vrachten wederom gedaald. Achtereenvolgens werden nog bevracht: TWEE GODFRIEDS tot GBP.4.15/4 met suiker naar Cowes voor Engeland of Nederland, VRIENDSCHAP tot NLG 95 voor koffij van Padang naar Amsterdam, ADELAAR NLG 87,50 met suiker van Soerabaija naar Amsterdam, GEBROEDERS NLG 80 suiker en NLG 70 koffij, van hier naar Amsterdam, JACOBA HELENA NLG 80 suiker van hier en NLG 85 van Soerabaija, en NLG 105 voor arak naar Rotterdam. Thans liggen nog zonder bestemming de Nederlandse schepen VIER GEBROEDERS, JACOB CATS, JAVAAN, JAN PIETERSZ. KOEN, LEWE VAN NIJENSTEIN, en RESIDENT VAN SON.

Afbeelding
Datum 26 april 1855
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 25 april. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 27 schepen, als:
Voor Rotterdam: KLAZINA, kapt. D. Wels Browning, VIER GEBROEDERS, kapt. C. Vonck; JACOBA HELENA, kapt. D.C. Rietbergen; HOLLANDS TROUW, J.C. Kreije; JONGE JAN, kapt. A. Hoogenstraten; ALCOR, kapt. F.J. van Oppen; GENERAAL DE STUERS, kapt. F. Fokkens, en KONING EN VADERLAND, kapt. B.A.F. van Bruggen.
Voor Amsterdam: LEWE VAN NEIJENSTEIN, kapt. R.H. Borgers; ANJER, kapt. H. Biesthorst; WASSENAAR, kapt. A. Hofstee; OOST INDIA PACKET, kapt. B. Bakker Gz; DANKBAARHEID, kapt. W. Postma; CHRISTINA AGATHA, kapt. H. de Visser; KONING WILLEM II, kapt. G. van Eyk Menkman; SARA ALIDA MARIA, kapt. H.A. Tekelenburg; AGNETA, kapt. W.N. Crap Hellingman; en MARIA ELISE, kapt. M. van der Putte.
Voor Dordrecht: JEANNETTE EN CORNELIA, kapt. T.K. Veldman; FLORA, kapt. A.A. van der Wijk; J.C. SCHOTEL, kapt. J.P. van Beest Holle, en HELLEVOETSLUIS, kapt. W. J. Vos.
Voor Middelburg: WILHELMINA CATHARINA, kapt. N.M.O. de Groot Stiffry; PHOENIX, kapt. J.E. Verhulst.
Voor Schiedam: ANNA, kapt. P.A. Kleynenberg, FORMOSA, kapt. M.A. Smits, en TRIJNTJE FENNA, kapt. J.F. des Ruelles, de beide laatste van Rotterdam.

Afbeelding
Datum 15 mei 1855
Krant DC - Dordtsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Dordrecht, 14 mei. De 22 dezer zal van Harderwijk vertrekken, om op de 23 daaraanvolgende, op stroom voor Rotterdam, over te gaan aan boord van het schip JACOBA HELENA, gezagvoerder D.C. Rietbergen, een detachement suppletietroepen, sterk 130 onder-officieren en manschappen, bestemd naar de Oost-Indië, onder bevel van de van verlof naar Java terugkerende kapitein der infanterie J. Schneiders.

Afbeelding
Datum 12 september 1855
Krant JB - Javabode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Batavia, 11 september. De 9e dezer zijn hier aangekomen de Nederlandse barken J.C. SCHOTEL, kapt. J.P. van Beest Holle, de 31e mei vertrokken van Amsterdam, HOLLANDS TROUW, kapt. N.H. Henker, de 2e juni vertrokken van Rotterdam, WILHELMINA CATHARINA, kapt. N.M.O. de Groot Stiffry, de 5e juni vertrokken van Rotterdam, VAN BOSSE, kapt. W. van der Hoeven, de 7e juni vertrokken van New York, en JULIA, kapt. A. van der Kolff, de 28e juli vertrokken van Port Adelaide, en de dito brik ANNA, kapt. P.A. Kleinenberg, de 5e juni vertrokken van Rotterdam.
Gisteren zijn hier aangekomen de dito schepen INDIA, kapt. d´Armond Jerkens, de 20e mei vertrokken van Rotterdam, en VIER GEBROEDERS, kapt. C. Vonck, de 6e juni vertrokken van Rotterdam, en de dito bark ZWALUW, kapt. Uitermark, de 4e augustus vertrokken van Geelong.
Heden is hier aangekomen het Nederlandse schip JACOBA HELENA, kapt. Wagtendonck, komende van Rotterdam.

Afbeelding
Datum 01 februari 1856
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 31 januari. Volgens brief van Batavia van de 10e december van kapt. Van Wagtendonk, voerende het schip JACOBA HELENA, was hij op de reis van Passaroeang herwaarts, te Batavia wegens bekomen lekkage binnengelopen, had de lading gedeeltelijk op de rede gelost en was vervolgens naar Onrust verzeild, om het restant te lossen en het schip te repareren.

Afbeelding
Datum 02 oktober 1857
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Batavia, 10 augustus. Scheepsvrachten. Gedurende de laatste maand hebben de volgende bevrachtingen plaats gehad: de KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE YACHTCLUB bekwam NLG 95 voor rijst en NLG 105 voor suiker te Soerabaya en Batavia en NLG 110 voor koffij te Padang te laden. JACOBUS MARTINUS NLG 190 voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij te Rotterdam, op de kust te laden. PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN heeft de lading van de JOHANNES MARINUS (welke bodem alhier verkocht is) (opm: zie o.a. NRC 010957; nieuwe naam SINGAPOERA) overgenomen tot NLG 100, MARY EN HILLEGONDA NLG 100 voor rijst, NLG 105 voor suiker en NLG 115 voor arak (opm: rijstbrandewijn) naar Amsterdam, op de kust en hier te laden. SCHOUWEN werd door de Nederlandsche Handel-Maatschappij bevracht tot NLG 100 voor rijst, suiker en lichte goederen naar Rotterdam, op de kust te laden. JAN PIETERSZOON KOEN NLG 105 voor koffij en suiker naar Amsterdam, op de kust te laden. JACOBA HELENA NLG 105 voor suiker, NLG 115 voor arak, huiden en lichte goederen naar Rotterdam, hier en op de kust te laden, LOUISE KROONPRINSES VAN ZWEDEN NLG 105 voor suiker en lichte goederen en NLG 115 voor arak naar Amsterdam, hier en te Soerabaya te laden. QUATRE BRAS bekwam 55 cents van de dollar voor rijst naar China. De nu nog disponibele schepen zijn TERNATE, EERSTELING, HENRIETTE CORNELIA, CLARA HENRIETTE, WILHELMINA CLARA en KANDANGHAUER.
De JACOB CATS is te koop aangeboden (opm: zie JB 100957 en NRC 291057).

Afbeelding
Datum 30 januari 1858
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Port Louis (Mauritius), 14 december 1857. Volgens schrijven van kapt. L.J. Wilhelmie, voerende het fregatschip JACOBA HELENA, van Rotterdam naar Batavia bestemd, was hij de 26e november aldaar gearriveerd, na sedert zijn vertrek van Java veel slecht weder en zware stormen doorgestaan te hebben. In een hevige orkaan op 4 december is het Franse schip SIGISBERT CÉZARD alhier ter rede drift gegaan, kwam dwars voor de boeg van de JACOBA HELENA en bracht aan deze belangrijke schade toe (opm: zie NRC 010458). Men was bezig met het lossen der lading. Aan boord was alles wel. De orkaan waarvan boven sprake is heeft veel schade aan de ter rede liggende schepen veroorzaakt.

Afbeelding
Datum 01 april 1858
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdam, 31 maart. Het alhier te huis behorende schip (opm: fregat) JACOBA HELENA, van Batavia, met schade te Mauritius binnengelopen (opm: zie NRC 300158, 090659, 280160 en 161160), is volgens brief van kapt. L.J. Wilhelmie in dato 18 februari, aldaar verkocht en was men bezig de lading in het Engelse schip MAURITIUS, kapt. Galloway, over te laden.

Afbeelding
Datum 11 januari 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 10 januari. Nederland verloor van zijn Oost-Indische vloot in 1858 de navolgende 17 schepen:
ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. H.A. Tekelenburg, fregat van Amsterdam (Aº. 1838, groot 570 lasten), van Batavia naar Amsterdam, met schade te Mauritius binnengelopen en aldaar in oktober 1858 afgekeurd. (opm: zie NRC 301158)
ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. van Eyk, fregat van Rotterdam (Aº.1837, groot 368 lasten), van Havana naar Rotterdam, 15 maart 1858 op de kust van Florida verongelukt. (opm: zie NRC 220458)
AGANIETA ADRIANA, kapt. P. Verschuur, brik van Rotterdam (Aº.1857, groot 152 lasten), 21 september te Swatow gestrand en verloren (opm: zie NRC 251158).
AKYAB, kapt. J.J. Klein, bark van Rotterdam (Aº.1835, groot 294 lasten), van Rotterdam naar Point de Galle, voor noodhaven te Batavia binnengelopen en aldaar in juli 1858 afgekeurd. (opm: zie NRC 180758)
CADSANDRIA, kapt. J.A.C. Gerlach, fregat van Rotterdam (Aº.1857, groot 391 lasten), van Batavia naar Japan, 8 augustus 1858 in een typhoon bij Nagasaki verongelukt (opm: zie NRC 161058).
CLAUDIUS CIVILIS, kapt. W.J. Lourens, fregat van Amsterdam (Aº.1836, groot 371 lasten), van Ceylon naar Rotterdam, met schade te Mauritius binnengelopen en aldaar in oktober 1858 afgekeurd. (opm: zie NRC 301158)
ELISABETH EN JOHANNA, kapt. J.R. Oomkens, bark van Zierikzee (Aº.1843, groot 215 lasten), van Samarang naar Amsterdam, te Soerabaija met schade geretourneerd en aldaar in februari 1858 afgekeurd.
FLORA, kapt. A.A. van Wijk, bark van Dordrecht (Aº. 1851, groot 326 lasten), van Hongkong naar Amoy, 1 november 1857 lek in Hanghi-baai op strand gezet en gezonken. (opm: zie NRC 010158)
GORINCHEM, kapt. R.J. Reinders, bark van Rotterdam (Aº. 1857, groot 363 lasten), van Singapore naar Kuti, in het laatst van maart 1858 op de Oostkust van Borneo verongelukt. (opm: zie NRC 190558)
HELENA, kapt. M. Hoogenstraten, 3-mast schoener van Rotterdam (Aº. 1857, groot 236 lasten), van Hongkong naar Shanghai, in november 1857 op Breakers-point gestrand en verbrijzeld. (opm: zie NRC 030158)
JACOBA HELENA, kapt. L.J. Wilhelmie, bark (opm; fregat) van Rotterdam (Aº. 1840, groot 396 lasten), van Batavia naar Rotterdam, met schade te Mauritius binnengelopen en in februari 1858 aldaar afgekeurd. (opm: zie NRC 010458)
MACHTILDA CORNELIA, kapt. L.E. Lundegren, bark van Dordrecht, bark van Dordrecht (Aº. 1843, groot 244 lasten), van Newcastle naar Hongkong, in april 1858 in de Chinese zee verongelukt. (opm: zie NRC 150658)
OLIVIER VAN NOORD, kapt. J. Timmermans, bark van Rotterdam (Aº. 1850, groot 321 lasten), van Sydney naar Batavia, 7 juni in Torresstraat vergaan. (opm: zie JB 140758)
VAN BOSSE, kapt. W.E. Hageman, bark van Rotterdam (Aº. 1854, groot 355 lasten), van Woosung naar Singapore, bij het eiland Turanee (opm: RyuKyu-Shoto) verongelukt. (opm: zie JB 051258)
VONDEL, kapt. B. Verhagen, bark van Rotterdam (Aº. 1856, groot 340 lasten), van Hartlepool naar Hongkong, 30 oktober 1857 in de Chinese Zee in een typhoon verongelukt. (opm: zie NRC 030158)
WITTE CORNELISZOON DE WITH, kapt. L. Kruymel, bark van Rotterdam (Aº. 1851, groot 295 lasten), van Java naar Rotterdam, 27 november op de Banjaard verongelukt. (opm: zie NRC 281158)
ZWARTE ZWAAN, kapt. S. Stikkel, bark van Rotterdam (Aº. 1855, groot 178 lasten), van Sydney naar Soerabaija, 21 juni in Torresstraat vergaan. (opm: zie NRC 011058)
Rotterdam was, als uit bovenstaande opgave blijkt, in 1858 al zeer ongelukkig met zijn grote vaart. Van de 17 schepen (tezamen een laadbare ruimte van 5415 lasten) verloor zij alleen twaalf (tezamen 3689 lasten) en onder deze vijf schepen van 1857.
Amsterdam verloor 2 (samen 941 lasten); Dordrecht 2 (samen 570 lasten) en Zierikzee 1 (215 lasten).

Afbeelding
Datum 09 juni 1859
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 8 juni. De arrondissements-rechtbank alhier heeft in de zaak van de heer W.R, boekhouder van de rederij der JACOBA HELENA, contra de Zuid-Hollandsche Zee- en Brandverzekering-Maatschappij het volgende vonnis gewezen:
Overwegende dat het tussen partijen buiten geschil is, dat de eiser in zijn vermelde hoedanigheid, bij polis van 12 augustus 1857, met de gedaagde maatschappij en andere assuradeurs een contract van assurantie heeft gesloten, krachtens welk tot een bedrag van NLG 40.000 aan hem verzekerd is het casco van het fregatschip JACOBA HELENA, onderling op een waarde begroot van NLG 60.000 tegen zeegevaar op een reis van Java en Sumatra tot enige havens of plaats tussen Hâvre en Hamburg.
Voorts dat het genoemde schip, na de 10e september 1857 Soerabaja verlaten te hebben en te Passaroeang en Batavia lading te hebben ingenomen, van Batavia de 20e oktober de terugreis met bestemming naar Rotterdam heeft ondernomen, en de reis voortgezet tot de 26e november, wanneer het, ten gevolge van bekomen lek en beschadigde toestand, te Port-Louis op het eiland Mauritius, als noodhaven is binnengelopen; dat het aldaar op de 5e december door een orkaan is overvallen en door een aldaar liggend schip, GISELBERT CESAR, aangevaren, op nieuw schade bekomen heeft; dat te Port-Louis, waar de gezagvoerder L.J. Wilhelmie de 26e november dadelijk bij aankomst protest bij de consul der Nederlanden had aangetekend, en de 18e januari voor deze een scheepsverklaring is afgelegd, op 27 november, 7 december, 29 december, 25 en 26 januari door bevoegde assurantie-experts schadeopnemingen en de 12e januari reparatie begrotingen hebben plaats gehad, tengevolge van welke bevonden is, dat de kosten van herstel zo aanzienlijk geraamd waren en de waarde van het schip dermate overtroffen, dat de gezagvoerder schip en inventaris heeft geabandonneerd aan de assuradeuren. (opm: zie NRC 010458)
Overwegende, dat evenmin als betrekkelijk deze omstandigheden, op welke de eiser zijn vordering tot vergoeding grondt, tussen partijen verschil bestaat, evenmin de schade berekeningen, die de eiser ten grondslag legt van de cijfer der gevraagde vergoeding en van het aandeel daarin van de gedaagde maatschappij, onderwerpen van geschil in dit rechtsgeding uitmaken.
Overwegende, dat, zo desniettemin de gedaagde maatschappij de gedane vordering bestrijdt en tot ontzegging harer zijds heeft eis gedaan, het blijkbaar is dat het te beslissen geschilpunt zich geheel bepaalt bij de vraag, of de erkende schade door de JACOBA HELENA op de terugreis naar Rotterdam ondervonden, en die tot het niet voortzetten der reis en het binnenlopen te Port-Louis heeft aanleiding gegeven, is te beschouwen als een schade, voor welke de verzekeraars aansprakelijk zijn, en tot welke vergoeding zij krachtens verzekeringscontract verbonden zijn?
Overwegende, namelijk, dat volgens de eiser, de schade in casu aan niets anders is toe te schrijven dan aan een zeeramp of zee-evenement, voor welke gevolgen de assuradeurs, zo wel krachtens de wet (art. 637 wetboek van koophandel) als volgens het bij de overeenkomst bedongen aansprakelijk zijn, terwijl, volgens de gedaagde maatschappij in casu eigen gebrek en onzeewaardigheid van het schip als oorzaken der geleden schade zouden te beschouwen zijn, de verzekering tegen hoedanige schade zij niet op zich genomen had, en voor welke, zonder uitdrukkelijk beding de verzekeraar volgens de wet (art. 249 wetboek van koophandel) nimmer gehouden is.
Overwegende, dat in die stand des gedings de beslissing tussen deze verschillende beweringen aan rechters oordeel en uitspraak onderworpen is.
Overwegende, dat op de eiser, die zijn vordering op zeeramp of zee-evenement grondt, het bewijs drukt, dat de schade het gevolg is van zeeramp of zoals de wet dat uitdrukt, door van buiten aangekomen onheilen is veroorzaakt.
Overwegende, dat de eiser dat bewijs meent gevonden te hebben:
Vooreerst, in de omstandigheid dat zijn schip op de 29e oktober 1857 de reis van Batavia naar Rotterdam heeft ondernomen met een volle lading; ten andere in de verklaringen van zeewaardigheid van het schip de 6e maart 1857 door de experts der assurantie-maatschappij Veritas te Rotterdam afgegeven, voor zegel geviseerd en geregistreerd als volgt: "geregistreerd te Rotterdam enz." en in een gelijke verklaring van zeewaardigheid de 1e augustus 1857 door de scheepsinspecteur der Oost-Indische en Batavische zee- en brandassurantie-maatschappij en Nederlandsche Lloyd afgegeven, voor zegel geviseerd en "geregistreerd te Rotterdam enz." en eindelijk in de door de schipper en het scheepsvolk op de 18e januari 1858 voor de Ned. consul te Port-Louis op het eiland Mauritius, afgelegde en beëdigde scheepsverklaring "voor zegel geviseerd en geregistreerd te Rotterdam enz." in verband met de door bevoegde assurantie experts gedane schade opnemingen.
Overwegende, nu ten dien opzichte dat bij art. 347 wetboek van koophandel aan ieder belanghebbende, waaronder zowel inladers, als assuradeuren geacht moeten worden begrepen te zijn, het recht is toegekend om het schip, alvorens het tot een buitenlandse reis lading inneemt, te laten nazien of het in staat geoordeeld wordt de reis te kunnen ondernemen; en mitsdien uit het feit dat een schip voor een buitenlandse reis geheel beladen is en de reis heeft ondernomen, het vermoeden ontstaat dat het schip hetzij na, hetzij zonder zodanig onderzoek, volkomen zeewaardig is geacht.
Overwegende, dat dit vermoeden in casu wordt bevestigd door de door de eiser aan partij medegedeelde en ten processe overgelegde verklaringen van zeewaardigheid, getekend en afgegeven door personen wier handtekeningen, evenmin als wier bevoegdheid om de zeewaardigheid van een schip te beoordelen door de gedaagde is in twijfel getrokken of tegengesproken, en waarvan de een d.d. 6 maart 1857, inhoudt:
"Dat de JACOBA HELENA verklaard wordt te zijn in goede staat om zee te bouwen, en geschikt tot het vervoer van allerhande soort van koopmanschappen (qu'il à été reconnu, être en bon état de navigabilité, et propre au transport de toutes espèces de marchandises), terwijl in de andere gelezen wordt, dat de JACOBA HELENA zich thans (1 augustus 1857) volkomen in staat bevindt, een droge lading van Java naar Nederland over te voeren, en vermag derhalve als een goede risico aan belanghebbenden worden aanbevolen."
Overwegende, voorts, dat uit de zoëven gemelde scheepsverklaring, en het daarbij gevoegd translaat blijkt, dat het schip, na op de 7e november 1857 in een hoge en moeilijke zee gekomen te zijn, vreselijk is beginnen te stampen en te werken, waardoor het belangrijk meer water dan gewoonlijk maakte; dat die moeilijke zee enige achtereenvolgende dagen is blijven aanhouden, en het schip door dientengevolge aanhoudend stampen en werken is ontzet, dat lijf- en deknaden zijn gesprongen, zodat het zelfs bij handzaam weer zoveel water maakte dat men, na scheepsraad gelegd te hebben, tot het besluit is gekomen dat het tot behoud van schip en lading noodzakelijk moest worden geacht een noodhaven binnen te lopen; dat men op de 26e november 1857 de haven van Port-Louis op het eiland Mauritius is binnengelopen, en aldaar op de 5e december daaraanvolgende door een orkaan is overvallen, waarin het door een mede aldaar liggend schip is aangedreven en belangrijke schade heeft bekomen.
Overwegende nu, dat scheepsverklaringen, mits voor de bevoegde macht afgelegd, en door schipper, officieren en scheepsvolk beëdigd door het wetboek van koophandel als wettig bewijs van geledene schade worden erkend, behoudens vrijlating aan belanghebbenden, om tegenbewijs te leveren.
Overwegende, dat de beëdiging heeft plaats gehad en de consul te Port-Louis het bevoegd gezag is, voor het welk zodanige verklaring en beëdiging moet geschieden
Overwegende, dat uit het voorafgaande dus volgt, dat de eiser het bewijs geleverd heeft dat het schip de reis in goede staat van zeewaardigheid heeft ondernomen, doch door van buiten aangekomen onheilen (de hoge en moeilijke zee waarin het schip door zwaar werken, slingeren en stampen is ontzet en waardoor lijf- en deknaden zijn opengesprongen, en voorts door de orkaan, die als oorzaak der aandrijving is aan te merken) zodanige schade heeft bekomen dat het is afgekeurd: en welke schade mitsdien, krachtens de overeenkomst van verzekering en de wet voor rekening van de gedaagde is.
Overwegende, dat de gedaagde daartegen echter heeft aangevoerd:
Vooreerst dat de scheepsverklaring in deze niet als bewijs kon aangenomen worden, dewijl die niet binnen de 24 uren na de aankomst op de 26e november in de noodhaven, maar eerst op de 16e januari daaraanvolgende was afgelegd; en ten andere, dat werken, stampen en slingeren van een schip in een hoge en moeilijke zee onder omstandigheden als hier, blijkens het scheepsjournaal hadden plaats gehad, niet konden geacht worden oorzaak van afkeuring van een overigens goed zeewaardig schip te zijn en die afkeuring mitsdien moest gezocht worden in eigen gebrek van het schip, ouderdom en niet behoorlijke reparatie, waarvoor verzekeraars niet gehouden waren.
Overwegende, ten opzichte van het gebrek aan bewijskracht der scheepsverklaring:
Dat inderdaad bij art. 383 wetboek van koophandel is bepaald, dat de schipper, ingeval van het inlopen in een noodhaven of van schade gehouden is, met alle tegenwoordig zijnde officieren en scheepsgezellen binnen 24 uren verklaring af te leggen op de eerste plaats hunner aankomst: en de bedoeling des wetgevers met het voorschrijven van zo korte termijn wel geen andere kan geweest zijn dan om te voorkomen dat de verklaring zou afgelegd worden nadat de schade volledig bekend zou zijn en overeenkomstig de dan met meerdere zekerheid te vermoeden oorzaken dier schade, hetgeen tot misbruiken aanleiding zou kunnen geven; doch dat vooreerst het in acht nemen van die termijn niet op straffe van nietigheid is voorschreven, en daarenboven uit de scheepsverklaring blijkt, dat, wel is waar, die meer omstandige verklaring eerst op de 18e januari 1858 is afgelegd, doch dat de schipper reeds op de eigen dag van zijn aankomst in de noodhaven bij de Nederlandse consul aldaar protest had doen aantekenen ter zake van de op de reis van Batavia tot in de noodhaven plaats gehad hebbende omstandigheden en de daardoor veroorzaakte schade.
Terwijl hij nog daarenboven op de volgende dag en dus binnen 24 uren na de aankomst in de noodhaven het op die reis gehouden scheepsjournaal aan gezegde consul had vertoond en dit, ten blijke daarvan, door deze was getekend.
Overwegende nu, dat het scheepsjournaal "geregistreerd te Rotterdam enz." voor zover het voorgevallene tussen de 7e en 26e november 1857 betreft, ofschoon meer beknopt in hoofdzaak, echter overeenstemt met hetgeen omtrent die dagen in de scheepsverklaringen wordt gevonden; immers, dat in dat journaal evenzeer melding gemaakt wordt van de hoge en moeilijke zee, waarin het schip zwaar en hevig werkte, stampte en slingerde, zodat het ontzette, lijfnaden opensprongen en het belangrijk veel water maakte, zo zelfs dat het met handzaam weer zo veel water bleef maken, dat men tot behoud van schip en lading nodig oordeelde een noodhaven op te zoeken.
Overwegende, dat onder die omstandigheden en nu uit de vertoning van het journaal binnen 24 uren na de aankomst in de noodhaven, aan de Nederlandse consul aldaar en de overeenstemming tussen dat journaal en de later afgelegde scheepsverklaring blijkt, dat de meerdere kennis van de omvang der schade en van de oorzaken die daartoe aanleiding gegeven hebben van geen invloed geweest zijn op de afgelegde scheepsverklaring, het verzuimen van de voorgeschreven korte termijn geacht mag worden aan die verklaring haar bewijskracht niet te ontnemen.
Overwegende, ten opzichte van de andere bewering van de gedaagde:
Dat een hoge moeilijke zee, die een schip doet werken, stampen, slingeren en ontzetten, een van buiten aankomend onheil is en de daardoor veroorzaakte schade geacht moet worden voor rekening van de verzekeraar te zijn.
Overwegende, dat de verzekeraar daarentegen wel het recht heeft, om het bewijs te leveren dat niet de zee, maar eigen gebrek van het schip, hetzij dat voortspruit uit ouderdom van het schip, hetzij uit niet voldoende reparatie oorzaak der schade is, doch dat in casu zodanig bewijs door de gedaagde niet geleverd is.
Overwegende, immers, dat zij zich alleen beroept op vermoedens uit het journaal geput, maar daardoor het hierboven aangenomen door de eiser geleverd bewijs, dat het schip zeewaardig was bij het ondernemen der reis en de schade aan van buiten aangekomen onheilen moeten toegeschreven worden, niet ontzenuwd wordt.
Overwegende, dat nu is aangenomen dat niet eigen gebrek, maar zee-evenement de schipper genoodzaakt heeft, een noodhaven op te zoeken de schade door aandrijving in die noodhaven ontstaan, mede voor rekening van de verzekeraar.
Gezien wetboek van koophandel art. 246, 592, 637, 249, 347, 380, 383 en 384; burgerlijk wetboek art. 1902, 1952 en 1959; wetboek van burg. rechtsv. art. 52, 56.
Wijst de eiser zijn vordering toe en veroordeelt mitsdien de gedaagde om aan de eiser, tegen bewijs van kwijting te betalen de som van NLG 817,30, voor haar aandeel in de vergoeding der schade volgens contract van verzekering aan het fregatschip JACOBA HELENA op de reis van Java naar Rotterdam geleden, met de wettelijke intressen van die sedert de dag der dagvaarding tot aan de voldoening.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en zonder borgtocht.
Veroordeelt eindelijk de gedaagde in de kosten van het proces.

Afbeelding