Familiegegevens en opleiding
Anthonie Lupcke werd geboren op 20 maart 1827 te Rotterdam als zoon van de Rooms-Katholieke Johan Karel Frederik Lupcke en Hendrika Vasse. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Kruiskade Wijk 14 nr. 593.
Hij trouwde op 26 augustus 1857 te Rotterdam met Cornelia Rietmeyer, geboren op 10 augustus 1838 te Noordwijk als dochter van de Rooms-Katholieke Floris Rietmeyer, koopvaardijkapitein (zie aldaar)
Hij overleed te Rotterdam aan de Westwagenstraat op 15 september 1886005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Lupcke was met vlagnummer R269 in de periode 1849 t/m 1856 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart en in 1863 t/m 1867 vlaggelid met nummer R269. Het vlaggelidmaatschap betekende dat men wèl de nummervlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij voor het lidmaatschap voor de vlag heeft bedankt maar honorair lid is geworden
De schepen van de kapitein
.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.Lupcke met vlagnummer R269 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Weltevreden” 314 last varend voor F.Smit te Kinderdijk
* 1851 van de bark “Pictura” 372 last varend voor F.Smit te Kinderdijk
* 1855 van de bark “Jannetje” 345 last varend voor F.Smit te Kinderdijk
De "Noach" van Reeder Fop Smit maakte 13 uit- en thuisreizen naar Indië. De eerste 4 reizen stonden onder commando van kapitein P.Wierikx (zie aldaar) en reis 5 onder J.R.Ulrich. De volgende twee onder kapitein A.Lupcke:
reis 6 17 mei 1865 van Brouwershaven; 19 augustus 1965 te Batavia 93 dagen
29 oktober 1865 van Batavia; 19 januari 1866 te Brouwershaven 83 dagen
reis 7 29 april 1866 van Brouwershaven; 08 juli 1866 te Batavia 71 dagen
13 september 1866 van Batavia; 08 december 1866 te Brouwershaven 87 dagen
Deze zesde reis was snel waarbij nog kan worden vermeld dat op het Kaapse Rif de grote bramsteng en de bakspier verloren gingen waardoor vanzelf vaartvermindering ontstond tijdens de vernieuwingen en het herstel026(38/133).
Bouma025 vermeldt A.Lupcke als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1851 op de bark “Weltevreden”, gebouwd in 1836 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
* Niet op de “Pictura”, maar volgens van Sluijs013 heeft hij in de periode 1851 t/m 1853 de bark “Pictura”, gebouwd in 1850 te Dordrecht, 700 ton o.m., gevaren voor Fop Smit te Kinderdijk;
* 1854 t/m 1861 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
* 1863 t/m 1864 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
* 1866 t/m 1867 op het 3/m schip ” Noach I”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk.
Overige bijzonderheden
A.Lupcke vervoerde per 06 december 1858 vanuit Hellevoetsluis met de “Jannetje” een transport van 4 officieren en 125 manschappen naar Indië. Hij arriveerde te Batavia op 09 april 1859 na een reis van 124 dagen.
Per 17 mei 1865 vertrok A.Lupcke vanuit Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 19 augustus 1865 na een reis van 94 dagen.
A.Lupcke vervoerde per 29 april 1866 vanuit Brouwershaven met de “Noach” een detachement van 3 officieren en 151 manschappen naar Indië. Hij arriveerde op 11 juli 1866 te Batavia na een reis van 73 dagen. Onderweg overleden 2 manschappen065.
In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” doorAnno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 91-92 de volgende passage:
“Ulrich had de Noach slechts voor één uit- en thuisreis. In 1865 stond hij zijn plaats af aan A.Lüpcke die voor de eerste maal op 17 Mei met het schip zee koos en 7 Augustus te Batavia aankwam. Met 93 dagen van haven tot haven en 85 dagen van land tot land had de Noach zijn prestatie van het vorig jaar herhaald. Lüpcke’s eerste thuisreis werd, wat de duur betreft, eveneens een herhaling van een vroegere thuisreis, want de Noach liep in 83 dagen over naar Brouwershaven, net als in 1858 en 1861. …
In datzelfde jaar (1866) maakte de Noach een uitermate snelle uitreis. Geheel afgeladen, voor en achter precies even diep stekend, met een bemanning van 27 koppen vertrok hij den 29sten April van Brouwershaven. Reeds den 19den dag werd de Linie gepasseerd. Den 41en dag Kaap de Goede Hoop. Voorbij de Kaap werd de clipper door een zwaren storm beloopen, waarbij een der balspieren en de groot bramsteng verloren gingen. In den nacht van 5 Juli werd voor Straat Sunda bijgedraaid. 6 Juli werd Anjer gepasseerd en 8 Juli werd Batavia bereikt. In 71 dagen was de Noach overgeloopen, 65 dagen van land tot land. Opnieuw een record, dat door geen Nederlandsch zeilschip ooit geslagen werd. … Nadat Lüpcke … was thuisgevaren droeg hij het commando over aan J.C.F.Looijen
p.130: Kapitein Lüpcke vier in 1866 van Anjer naar Kaap de Goede Hoop in de recordtijd van 28 dagen.
Zierikzeesche Courant dd 20 februari 1864
Op 16 februari 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Jannetje” onder kapitein A.Lupcke van Batavia naar Rotterdam. Passagiers waren de heren A.J.Crossr en C. Schuijtenberg Versteeg, luitenat ter Zee; 4 jongeheren, 3 onderofficieren en 27 militairen.
Familiegegevens en opleiding
Het Bevolkingsregister 1860-1880 te Den Helder vermeldt dat Dirk Blokziel, geboren op 24 mei 1829 te Den Helder, van beroep koopvaardijkapitein en Johanna Maria Lusse, geboren 24 augustus 1838 te Den Helder, beiden Nederduits Hervormd, zich te Den Helder hebben gevestigd (datum niet vermeld), Johanna komend uit Engeland, plaats van herkomst van Dirk niet vermeld, in huis Nr. 84 en op 04 november 1872 vertrekkend naar Rotterdam.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt D.Blokziel als gezagvoerder gedurende:
* 1862 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
* 1868 t/m 1870 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor J.Smit te Slikkerveer;
* 1871 t/m 1874 van de bark “Ridderkerk”, gebouwd in 1858 te Slikkerveer, 754 ton o.m., varend voor J.Smit te Slikkerveer. Het schip werd in 1874 verkocht naar Duitsland.
Overige bijzonderheden
De Raad van Tucht bij de koopvaardij deed op 08 april 1874 uitspraak inzake een klacht tegen Dirk Blokziel, gezagvoerder van de bark “Ridderkerk”, Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*
Familiegegevens en opleiding
Anthonie Lupcke werd geboren op 20 maart 1827 te Rotterdam als zoon van de Rooms-Katholieke Johan Karel Frederik Lupcke en Hendrika Vasse. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Kruiskade Wijk 14 nr. 593.
Hij trouwde op 26 augustus 1857 te Rotterdam met Cornelia Rietmeyer, geboren op 10 augustus 1838 te Noordwijk als dochter van de Rooms-Katholieke Floris Rietmeyer, koopvaardijkapitein (zie aldaar)
Hij overleed te Rotterdam aan de Westwagenstraat op 15 september 1886005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.Lupcke was met vlagnummer R269 in de periode 1849 t/m 1856 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart en in 1863 t/m 1867 vlaggelid met nummer R269. Het vlaggelidmaatschap betekende dat men wèl de nummervlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1867 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij voor het lidmaatschap voor de vlag heeft bedankt maar honorair lid is geworden
De schepen van de kapitein
.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein A.Lupcke met vlagnummer R269 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Weltevreden” 314 last varend voor F.Smit te Kinderdijk
* 1851 van de bark “Pictura” 372 last varend voor F.Smit te Kinderdijk
* 1855 van de bark “Jannetje” 345 last varend voor F.Smit te Kinderdijk
De "Noach" van Reeder Fop Smit maakte 13 uit- en thuisreizen naar Indië. De eerste 4 reizen stonden onder commando van kapitein P.Wierikx (zie aldaar) en reis 5 onder J.R.Ulrich. De volgende twee onder kapitein A.Lupcke:
reis 6 17 mei 1865 van Brouwershaven; 19 augustus 1965 te Batavia 93 dagen
29 oktober 1865 van Batavia; 19 januari 1866 te Brouwershaven 83 dagen
reis 7 29 april 1866 van Brouwershaven; 08 juli 1866 te Batavia 71 dagen
13 september 1866 van Batavia; 08 december 1866 te Brouwershaven 87 dagen
Deze zesde reis was snel waarbij nog kan worden vermeld dat op het Kaapse Rif de grote bramsteng en de bakspier verloren gingen waardoor vanzelf vaartvermindering ontstond tijdens de vernieuwingen en het herstel026(38/133).
Bouma025 vermeldt A.Lupcke als gezagvoerder gedurende:
* 1849 t/m 1851 op de bark “Weltevreden”, gebouwd in 1836 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
* Niet op de “Pictura”, maar volgens van Sluijs013 heeft hij in de periode 1851 t/m 1853 de bark “Pictura”, gebouwd in 1850 te Dordrecht, 700 ton o.m., gevaren voor Fop Smit te Kinderdijk;
* 1854 t/m 1861 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
* 1863 t/m 1864 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
* 1866 t/m 1867 op het 3/m schip ” Noach I”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 892 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk.
Overige bijzonderheden
A.Lupcke vervoerde per 06 december 1858 vanuit Hellevoetsluis met de “Jannetje” een transport van 4 officieren en 125 manschappen naar Indië. Hij arriveerde te Batavia op 09 april 1859 na een reis van 124 dagen.
Per 17 mei 1865 vertrok A.Lupcke vanuit Brouwershaven met de “Noach” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 19 augustus 1865 na een reis van 94 dagen.
A.Lupcke vervoerde per 29 april 1866 vanuit Brouwershaven met de “Noach” een detachement van 3 officieren en 151 manschappen naar Indië. Hij arriveerde op 11 juli 1866 te Batavia na een reis van 73 dagen. Onderweg overleden 2 manschappen065.
In het boek “De Clippers”,Een Nieuwe geschiedenis van de snelste Nederlandsche zeilschepen uit de tweede helft der 19e eeuw” doorAnno Teenstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, 306 pp staat op de pp 91-92 de volgende passage:
“Ulrich had de Noach slechts voor één uit- en thuisreis. In 1865 stond hij zijn plaats af aan A.Lüpcke die voor de eerste maal op 17 Mei met het schip zee koos en 7 Augustus te Batavia aankwam. Met 93 dagen van haven tot haven en 85 dagen van land tot land had de Noach zijn prestatie van het vorig jaar herhaald. Lüpcke’s eerste thuisreis werd, wat de duur betreft, eveneens een herhaling van een vroegere thuisreis, want de Noach liep in 83 dagen over naar Brouwershaven, net als in 1858 en 1861. …
In datzelfde jaar (1866) maakte de Noach een uitermate snelle uitreis. Geheel afgeladen, voor en achter precies even diep stekend, met een bemanning van 27 koppen vertrok hij den 29sten April van Brouwershaven. Reeds den 19den dag werd de Linie gepasseerd. Den 41en dag Kaap de Goede Hoop. Voorbij de Kaap werd de clipper door een zwaren storm beloopen, waarbij een der balspieren en de groot bramsteng verloren gingen. In den nacht van 5 Juli werd voor Straat Sunda bijgedraaid. 6 Juli werd Anjer gepasseerd en 8 Juli werd Batavia bereikt. In 71 dagen was de Noach overgeloopen, 65 dagen van land tot land. Opnieuw een record, dat door geen Nederlandsch zeilschip ooit geslagen werd. … Nadat Lüpcke … was thuisgevaren droeg hij het commando over aan J.C.F.Looijen
p.130: Kapitein Lüpcke vier in 1866 van Anjer naar Kaap de Goede Hoop in de recordtijd van 28 dagen.
Zierikzeesche Courant dd 20 februari 1864
Op 16 februari 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Jannetje” onder kapitein A.Lupcke van Batavia naar Rotterdam. Passagiers waren de heren A.J.Crossr en C. Schuijtenberg Versteeg, luitenat ter Zee; 4 jongeheren, 3 onderofficieren en 27 militairen.
Familiegegevens en opleiding
Hermanus Gerardus Meyerhoff werd geboren op 12 april 1835 te Rotterdam als zoon van de doopsgezinde Berend Harms Meyerhoff (geboren te Emden), zeeman/kapitein, en Johanna (Fokkeliena) Hulshoff. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Schiedamsche Dijk Wijk 3 nr. 112 en aan de Mauritsstraat Wijk 15 nr. 34 (nieuw nr. 98). Hij behaalde op 29 mei 1858 het diploma 1e stuurman voor de grote vaart.
Hij trouwde te Rotterdam op 28 oktober 1863 met Margaretha Abigaël Oldenburg, geboren 30 juni 1837 te Rotterdam als dochter van de Nederlands Hervormde Stephanus Oldenburg en Margaritha Back.
Hij overleed op 30 september 1866 te Soerabaja005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
H.G.Meijerhoff was met vlagnummer R210 in de periode 1865-1866 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1866 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1866 is overleden058
De schepen van de kapitein
In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij staat kapitein H.H.Meijerhoff met vlagnummer R210 in de ledenlijst als gezagvoerder van de bark “Jannetje”, 346 last, varend voor Fop Smit aan de Kinderdijk058.
Bouma025 vermeldt H.G.Meijerhoff als gezagvoerder van/in:
* 1865 t/m 1866 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
Overige bijzonderheden
Foto (nr.45) beschikbaar van kapitein H.G.Meijerhof047.
Zierikzeesche Courant 13 april 1864
Te Brouwershaven gearriveerd op 10 april 1864 de “Jannetje”. Kapt. H.G.Meijerhoff, komend van Rotterdam en met bestemming Batavia
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt F.H. van Striemen als gezagvoerder gedurende:
- * 1867 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor J.Smit te Slikkerveer;
- * 1870 t/m 1871 van het 3/m schip “Dageraad”, gebouwd in 1861 te Slikkerveer, 724 ton o.m., varend voor J.Sit te Slikkerveer. Het schip verongelukte bij Madoera.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Het Bevolkingsregister 1860-1880 te Den Helder vermeldt dat Dirk Blokziel, geboren op 24 mei 1829 te Den Helder, van beroep koopvaardijkapitein en Johanna Maria Lusse, geboren 24 augustus 1838 te Den Helder, beiden Nederduits Hervormd, zich te Den Helder hebben gevestigd (datum niet vermeld), Johanna komend uit Engeland, plaats van herkomst van Dirk niet vermeld, in huis Nr. 84 en op 04 november 1872 vertrekkend naar Rotterdam.
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt D.Blokziel als gezagvoerder gedurende:
* 1862 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor Fop Smit te Kinderdijk;
* 1868 t/m 1870 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor J.Smit te Slikkerveer;
* 1871 t/m 1874 van de bark “Ridderkerk”, gebouwd in 1858 te Slikkerveer, 754 ton o.m., varend voor J.Smit te Slikkerveer. Het schip werd in 1874 verkocht naar Duitsland.
Overige bijzonderheden
De Raad van Tucht bij de koopvaardij deed op 08 april 1874 uitspraak inzake een klacht tegen Dirk Blokziel, gezagvoerder van de bark “Ridderkerk”, Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*
Familiegegevens en opleiding
Arij de Willigen werd geboren ca 1836 als zoon van Willem de Willigen en Maria Noordhoek.
Hij was getrouwd met Cornelia Anna Clara Bunk.
Hij overleed te Kralingen op 27 december 1858, 46 jaargenlias
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
- de Willigen was met vlagnummer R124 in de periode 1873 t/m 1882 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1882 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1882 is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A. de Willigen met vlagnummer R124 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 van het fregat “Voorlichter” 1075 last voor J.Smit Fz te Slikkerveer
* 1877, 1878, 1880 van het fregat “Voorlichter” 1662 ton o.m. voor Wed. J.Smit Fz te Kralingen
* 1881 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt A. de Willigen als gezagvoerder gedurende:
* 1873 t/m 1874 van het fregat “Voorlichter”, gebouwd in 1869 te Slikkerveer, 2034 ton o.m., varend voor J.Smit te Slikkerveer;
* 1875 van hetzelfde schip, maar nu varend voor J.Smit te Kralingen;
* 1876 t/m 1881 van hetzelfde schip maar nu varend voor de Wed. J.Smit te Kralingen.
Overige bijzonderheden
Handelsblad Rotterdam 23 augustus 1876
Betreffende de overzeiling van het Engelsche schoenerschip FLYING SCUD door het fregatscchip VOORLICHTER is door Kapitein de Willigen aan de reederij het volgende gemeld. Den 13de Augustus kruisende op de hoogte van het eiland Wight, met een zeer flauwe koelte (westelijk) en dikke mist kregen wij des avonds te 9 uur het groenen licht van den voor den wind loopende schoener in het gezicht en voor er eenig verandering aan de zeilen of roer kon plaatsvinden hadden wij genoemd schip in de midscheeps aangevaren, bestaande uit 8 man, door het toewerpen van touwen enz. te redden en den 16e aan een vissloep af te geven, waarmee zij den zelfden dag te Brixham werden aan het land gebracht. Daar de VOORLICHTER slechts weinig schade bekomen had en dicht was gebleven, besloot de scheepsraad eenparig de reis te vervolgen.
Handelsblad 19 januari 1881
Zondagmiddag kwam te IJmuiden binnen in de haven het Nederlandsche fregat Voorlichter, met 68 DM diepgang. Een gedeelte der bemanning krees des avonds twist en sloeg ten laatste de ruiten in. De gemeenteveldwachter, bij afwezigheid der rijksveldwachter geen kans ziende de orde allen te herstellen, wist niets beters te doen dan de geheele burgerij op te roepen door de brandklok te laten luiden. Het personeel der brandweer kwam spoedig met de spuiten enz. opdagen, meenende dat er brand was en was niet weinig verontwaardigd dat het voor loos alarm opgeroepen was.
De Voorlichter, 2.034 ton, was gebouwd in 1869 te Slikkerveer voor de reder J. Smit te Slikkerveer.
In 1886 werd het schip te Batavia afgekeurd en verkocht voor de sloop.
Bron: www.grotezeilvaart.nl
Algemeen Handelsblad Scheepvaartberichten 26 april 1881
Verkooping van schepen: Het nedeerlandsche Clipperfregat VOORLICHTER, groot 1662 ton n.m., gebouwd in 1869 is uit de hand verkocht aan de reeder J.Koning te Rotterdam en zal gevoerrd worden door kapitein Sipkes.
“De …“Voorlichter” was een zeer snelle zeiler, getuige de reis die het schip in 1880 maakte onder kapitein J.A. de Willigen van Batavia naar IJmuiden in 72 dagen! De bemanning was over dit record zoo verheugd, dat zij geheel IJmuiden op stelten zette!
De Voorlichter was rank en hoog getuigd. Dat hooge tuigage veroorzaakte te Rotterdam een ongeval, dat gelukkig nog goed afliep en zijn humoristische noot niet miste. Het schip viel n.l. om en kwam met zijn raas in de boomen langs de kade te ruste. Met man en macht werd direct begonnen om het schip weer recht te krijgen. Er werden gedeelten van de straat opgebroken om er palen in te slaan, waaraan de takels konden worden bevestigd.
Honderden belangstellenden stonden te kijken, liepen de mannen in de weg en gaven natuurlijk het noodige commentaar,dat vaak minder vleiend was voor de bouwer-eigenaar, die zelfs het hardst meezwoegde. Geen wonder dan ook dat Jan Smit met een tamelijk rood hoofd rond liep.
Toen verscheen een politieagent op het tooneel, die den toestand als een veldheer overzag, in de gaten kreeg dat Jan Smit de aanvoerder was van de mannen die de straat openbraken van de stad, welke hij mee moest beveiligen, op hem toestapte en zeer bewust van zijn autoriteit aan Smit vroeg: “Wat mót dat?
Toen was de boot aan!. De veiligheidsklep van Smit begon te werken en de agent kreeg iets te hooren waar hij zeker nog nooit zelfs van had gedroomd! Het is te begrijpen dat de gezagsdrager dat niet “nam, zoodat de ongelukkige reeder het onderspit moest delven. …”
Uit: De Clippers” door Anno Teernstra, Uitg. Holdert & Co, Amsterdam, 1945, p. 183-184.
Bij burgemeester Veldhuizen (in 2009 en later de burgemeester van Hoorn) zag ik dus dat olieverfschilderij (van de “Voorlichter”) in de woonkamer van zijn ambtswoning. Hij had er nog geen foto van, naar ik me meen te herinneren. Het is echt een flink en bekwaam gedaan scheepsportret dat, naar ik uit de verhalen van Van Veldhuizen begreep, in opdracht van de kapitein zelf zou zijn vervaardigd. Het schip vaart op volle zee van links naar rechts op het doek, zonder herkenbaar geografisch punt. Het is lang 86,5 cm en breed 64,5 cm. Het verkeert in goede staat en is nog niet zo lang geleden gerestaureerd. Ik proefde bij Van Veldhuizen, dat hij er niet gelukkig mee zou zijn als dit bezit bekend werd (veiligheid!). Van de Voorlichter kende ik trouwens al een afbeelding gedaan door Spin en gepubliceerd in Bram Oosterwijks boek, Wind in de Zeilen, p.181.
Mededeling september 2009 door Kees Paul te Alkmaar)
“Het grootste houten schip ooit in ons land gebouwd was ook een clipper. Het was het clipperfregat Voorlichter van 2034 brt (1662 netto) waarbij het V-vormige grootspant van de vroege kleine Amerikaanse clippers had plaats gemaakt voor een vollere middensectie, die zeer geleidelijk en vloeiend uitliep in een scherp weggesneden voor- en achterschip. Het voerde bovenbramstengen aan alle masten. Als snelste reis van deze clipper wordt die van 1880 genoemd, toen het schip van Batavia via Kaap de Goedde Hoop naar het vaderland zeilde in 72 dage, ongeveer 1/3 van de tijd die de 18e eeuwse VOC-schepen voor dit traject nodig hadden, die alleen met gunstige wind en niet te zwaar beladen hooguit 7 knopen haalden.”
Uit www.vaartips.nl/zeevaart
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Schrier was met vlagnummer R21 in de periode 1872 t/m 1885 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1885 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.Schrier met vlagnummer R21 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1874 van de bark “Jannetje” 346 last voor J.Smit Fz te Slikkerveer
* 1877, 1878, 1880 t/m 1883 van de bark “Nereus” 613 ton n.m. voor Mees & Moens te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J.Schrier als gezagvoerder gedurende:
- * 1873 t/m 1875 op de bark “Jannetje”, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor J.Smit te Kralingen;
- * 1876 t/m 1877 op hetzelfde schip maar nu varend voor de Wed. J.Smit te Kralingen. Het schip voer in 1878 voor Joh.Meyjes Jerem.z te Amsterdam en was herdoopt in “Bertha”;
- * 1878 t/m 1885 van de bark “Nereus”, gebouwd in 1863 te Rotterdam, 665 ton o.m., varend voor Mees & Moens te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Andries Steffens werd geboren te Schiermonnikoog op 13 juni 1844 als zoon van Tjipke Andries Steffens en Trijntje Aaltjes Steffens.
Hij trouwde op 19 januari 1872 als schipper te Schiermonnikoog met Trijntje Ruurds Visser, geboren 20 maart 1846 te Schiermonnikoog als dochter van Ruurd Melles Eltjes Visser en Wiegeltje Jans Hoeksma. Het gezin vestigde zich op 10 september 1897 te Amsterdam, komende van Schiermonnikoog. Een van de adressen was de van Swindenstraat 83 hoog. Trijntje overleed te Amsterdam op 21 oktober 1912.
Andries Steffens overleed te Amsterdam op 08 juni 1916.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.T.Steffens was met vlagnummer 21 in de periode 1872 t/m 1899 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt A.T.Steffens als gezagvoerder gedurende:
- * 1871 t/m 1877 op het galjoot “Elisabeth”, gebouwd in 1859 te Hoogezand, 135 ton, varend voor J.Meyjes Jz te Amsterdam. “Aangezeild en te Kroonstad afgekeurd” (Bouma);
- * 1878 t/m 1882 op de bark “Bertha” ex Jannetje, gebouwd in 1853 bij J.Smit te Slikkerveer, 654 ton, varend voor Joh.Meyjes Jer.z te Amsterdam;
- * 1882 t/m 1886 op de bark “Josine Louise” ex Anna Sophia, gebouwd in 1862 op de werf “IJhoek” van Abbema te Amsterdam, 656 ton, varend voor Joh. Meyjes Jeremz. te Amsterdam;
- * 1887 t/m 1896 op de bark “Jan & Carel” ex Willem ex Rotterdam, gebouwd in 1866 bij Pot te Elshout, 699 ton, varend voor Joh.Meyjes Jer.z te Amsterdam;
- * 1896 t/m 1900 op hetzelfde schip maar nu varend voor N.V Zeilschip Jan en Carel, te Zaandam. dir. W.J.Prins de Jong. In 1901 verkocht naar Noorwegen (“Staat der Nederl Zeemacht en Koopvaardij).
Overige bijzonderheden
In de Eembode staat onder de rubriek Zeetijdingen het volgende bericht ontleend aam Mast 097-p.27:
“Kroonstad 12 Mei (1898). Swart IJmuiden, v Geestemunde, den 13den Steffens Jan & Carel, v. Amsterdam, den 14den Visser George Washington, v. Geestenmunde, Wielema Magdalena v. idem, Ekamp Koophandel, v.Amsterdam, alles wel.”
In het kasboek 1898-1927 van het Pensioenfonds “Goede Voorzorg” staat bij de ontvangsten in 1900 een post ad f 5,50 ten name van A.J.Steffens. Wellicht gaat het hier A.T.Steffens en betreft het een contributiebetaling, vehoogd met een boete voor achterstalligheid.
In het Nieuwsblad van Dockum dd 22 januari 1916 staat vermeld dat “voor trekkende leden zijn in aanmerking gekomen A.Steffens en F.Zeilinga.”
Scheepvaartberichten uit
Amsterdam, 28 April 1894
Het ned. schip Jan & Carel, kapt. A.T. Steffens, van hier naar Sundsvall bestemd, lag van 20 tot 23 dezer, met nog circa 100 zeil- en stoomschepen wegens storm bij Falsterbo geankerd. Het ned. schip Antelope, kapt. H.J. Hut, van Nieuwe Diep naar Söderhamn, bevond zich in de nabijheid.
Familiegegevens en opleiding
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt G.v/d Wal als gezagvoerder gedurende:
* 1893 t/m 1894 van de bark “Bertha” ex Jannetje, gebouwd in 1853 te Slikkerveer, 654 ton o.m., varend voor L.v/d Wal uit Leersum. Het schip is gestrand te Avanänset bij Stockholm.
Overige bijzonderheden
Geen
|