Familiegegevens en opleiding
Een Jan Wize Schut werd op 27 oktober 1827 ingeschreven op de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Hij was toen 13 jaar, 1 el/42 dm lang en gereformeerd. Hij werd gedoopt op 26 september 1810 (te Groningen?) als zoon van Wietze Schut uit Sappemeer, doopsgezind, en Willemina Kortrijk, gereformeerd. Beide ouders woonden bij de aanname van zoon Jan te Amsterdam in de “Ramskooij doende Logement.”
Op 01 januari 1827 kreeg hij voor zeevaartkunde een 4, de schoolvakken een 4 en voor scheepswerk een 7, samen 15 punten. Op 01 april 1827 waren de cijfers 6, 3 en 6, wederom samen 15.
Op 01 oktober 1825 werd hij vanuit Amsterdam geplaatst bij de Engelse Meester. Op 11 maart 1826 werd hij met een gage van f 12,- per maand als kajuitwachter geplaatst op de Goede Trouw van kapitein Masker voor een reis naar de Middellandse Zee, waarvan hij op 15 september 1826 met goede attestatie terugkwam.
Op 20 december 1826 werd hij als lidmaat aangenomen bij Do Weyland.
Op 23 maart 1827 werd hij vanuit Amsterdam met een gage van f 16,- per maand als ligtmatroos geplaatst op de “Anne & Louise” van kapitein K.J. de Jong voor een reis naar Demmerarij waarvan hij op 22 augustus 1827 met goede attestatie terugkeert. “Verzoekt en bekomt zijn ontslag met honorabele attestatie en certificaat vrijstelling voor de Nationale Militie.”004
Is dit de gezochte J.Schut? Gezien de inschrijfleeftijd op de Kweekschool kan dit niet dezelfde persoon zijn als de Schut die in 1810 in Groningen werd geboren.
Jan Schut werd geboren te Groningen op 20 september 1810.
Hij trouwde met Friente van der Mey, geboren te Ameland op 20 maart 1810.003
Deze komt in aanmerking vanwege de inschrijvingsgegevens in Zeemanshoop, zie hierna.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.Schut werd met vlagnummer 418 per 05 mei 1835 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein S.van Delden. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de “The(o)dora en Sara”. Toegevoegd is “Hon.lid gew.”002.
Op 28 april/05 mei 1835 werd voorgedragen/benoemd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop kapitein Jan Schut, oud 25 jaar, voerend de bark “Theodora & Sara”, wonend op het water bij de Texelse Kade 96 te Amsterdam, op voordracht van kapitein S. van Delden023.
Jan Schut werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 07 mei 1836. Toegevoegd is: “met Mei 1846 van beroep veranderd Bedankt 1852 April”003.
Jan Schut was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1835 t/m (1851?) met de vlagnummers 418 (1835 t/m 1836) en 305 (1836 t/m 1851(?).
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1852 gaat het Bestuur accoord met het verzoek van kapitein J.Schut om zijn effectieve lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.042.
In de notulen van de Algemen Vergadering (datum vergeten te noteren) werd het verzoek behandeld van kapitein J.Schut om zijn effectief lidmaatschap te mogen omzetten in een honorair lidmaatschap, het geen werd toegestaan.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
418 1835 bark Theodora en Sara B.W.van Straten
305 1836-1839 bark Theodora en Sara idem
1840-1842 fregat De Walvisch idem
1843-1844 fregat Cornelia en Henrietta idem
1845 fregat Cornelia en Henrietta B.W.van Starkenborgh van Straten
1846-1851 geen vermelding van schip en boekhouder
Jan Schut was in 1840 gezagvoerder van de “Walvisch” (800 ton), te water gelaten op 31 maart 1840 op de werf “De Walvisch” van J.Nuveen te Amsterdam voor reder B.W.van Straten027.
Bouma025 vermeldt J.Schut als gezagvoerder gedurende:
* 1836 (moet zijn 1835) van de bark “Theodora Sara” ex Concordia, gebouwd in 1812, 293 ton, varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;
Bij de bouw van de “Concordia” was de rederij E.& P.Jurgens te Amsterdam en zou de naamswijziging in “Theodora Sara” hebben plaatsgevonden in 1835086;
* 1836 t/m 1840 van de bark “Theodora Sara, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;
Het schip liep op 06 december 1836 van stapel van de werf de Walvisch te Amsterdam, notulen Alg.Verg. Zeemanshoop dd 29 november 1836023.
* 1841 t/m 1844 van het 3/mschip “Walvisch”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 800 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;
* 1844 t/m 1847 van het 3/mschip “Cornelia & Henriëtte”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 742 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborch van Straten te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Jacob van Zameren werd per 08 april 1842 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip Theodora Sara onder kapitein Schut voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde per 09 december 1842 terug op school004-532/1906.
In “Het Nederlandsche Zeewezen” 4e jaargang, 1925, p.181-184 staat een artikel onder de titel “Hoe kapitein Carst naar Japan ging en wat hij daar mee maakte” Het artikel geeft geen auteur. In dat artikel staan een reeks gegevens over andere kapiteins.
Jan Carst (zie aldaar) zeilde met het schip “Nippon” naar Yokohama in Japan om het daar te verkopen. Dit gelukte echter niet en Carst zeilde verder.
“Na de storm werd Nagasaki binnengeloopen, waar de Heer Carst werd verwelkomt door zijn ouden schoolkameraad Jan Schut. Hoewel deze laatste zijn vriend overal introduceerde, mocht de verkoop van het schip toch niet gelukken, waarna de Heer Carst weer zee koos en een groot aantal Chineesche havens aanliep.”
Het is niet zeker dat het hier bovenvermeld kapitein Schut betrof.
Op 16 juni 1840 kwam bij de burgemeester van Nieuwe Pekela binnen een extract uit een scheepsjournaal van de bark “Theodora Sara”, kapitein Jan Schut, waarbij de stuurman A. van Oosterom en de onderstuurman K.Pool verklaarden dat op 11 april 1840 op de reis van Batavia naar Amsterdam de matroos Hindrik Siebes Groeneveld “in een staat van zinneloosheid overboord gesprongen en verdronken is, …”115
In een extract uit het Journaal van het fregat “De Walvisch”, gevoerd door Jan Schut, staat het overlijden van een matroos op 04 april 1843 op reis van Batavia naar Amsterdam. 115
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
1-J Schut Theodora & Sara [ 1e ] 1835-1836 1
Theodora & Sara [ 2e ] 1837-1840 3
Walvisch 1840-1843 2
Cornelia Henriëtte 1844-1846 2
T 8 11
Datum vanaf: |
1837 |
Kapitein: |
Schut, Jan |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Vlagnummer: |
305 |
Overige informatie: |
Jan Schut: * Groningen 20.09.1810, † Amsterdam 31.03.1877, † onbekend.
Trouwde op 10.05.1835 te Buiksloot met Trientje van der Meij. * Ameland 20.03.1810, † onbekend.
|
Familiegegevens en opleiding
Thomas Schut werd geboren te Amsterdam op 18 februari 1815.
Hij was getrouwd met Tomke Schoon, geboren te Nermersyhl op 02 oktober 1815.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.Schut werd met vlagnummer 463 per 23 april 1839 als effectief lid ingeschreven van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein C.N.Gorter. Zijn schip was de “Maximiliaan Theodoor”. Toegevoegd is “hon.lid gew.” 002. Ten tijde van de inschrijving was kapitein Schut 22 jaar en ongehuwd002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 16/23 april 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Thomas Schut, oud 22 jaar, voerend het fregat “Maximiliaan Theodoor”, “wonend op het water”, op voordracht van kapitein C.N.Gorter. Hij kreeg vlagnummer 463023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 22 mei 1866 staat het verzoek van kapitein T.Schut om zijn effectief lidmaatschap te mogen omzetten in een honorair lidmaatschap, hetgeen is toegestaan023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 13 februari 1855. Toegevoegd is: “bedankt 1866. Hon. Lid geworden003.
T.Schut was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1839 t/m 1865 met de vlagnummers 463 (1839-1854) en 183 (1854-1866).
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 mei 1866 staat het verzoek van kapitein T.Schut om zijn effectieve lidmaatschap te mogen omzetten in een honorair lidmaatschap. Het Bestuur gaat accoord.042
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Alamank voor Koophandel en Zeevaart.001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
463 1839 fregat Maximiliaan Theo B.W.van Straten
1840-1843 bark Theodora en Sara idem
1844 bark De Walvisch idem
1845 bark De Walvisch B.W.van Starkenborgh van Straten
1846-1853 bark De Walvisch Wed.B.W.van Starckenborgh van Straten
183 1854-1860 bark De Walvisch I dem
1861-1863 bark Maria Elize James Barge
1864-1865 geen vermelding van schip en boekhouder
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
T.Schut Maximiliaan Theodoor 1839-1840 1
Theodora & Sara (2de) 1840-1843 4
Walvisch 1844-1861 11
16 22
Bouma025 vermeldt T.Schut als gezagvoerder gedurende:
-
* 1840 van het 3/mschip “Maximiliaan Theodoor”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 394 ton o.m., varend voor B.W. van Straten;
-
* 1841 t/m 1844 van de bark “Theodora Sara, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;
-
* 1845 t/m 1846 van het 3/mschip “Walvisch”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 800 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;
-
* 1847 t/m 1861 van hetzelfde schip maar nu varend voor de wed. van Straten te Amsterdam. Het schip werd in 1861 verkocht naar Engeland;
-
* 1862 t/m 1863 van de bark “Maria Elise”, gebouwd in 1853 te Elshout, 754 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam.
Vertrek en aankomst van schepen in Amsterdam093
Naam Kapitein Naam van het Schip Vertrek Aankomst
T.Schut Walvisch 31 maart 1860 21 februari 1861
Maria Elise 24 mei 1861 25 juni 1862
Maria Elise 23 september 1862 niet vermeld
Maria Elise 30 augustus 1862 18 augustus 1863
Overige bijzonderheden
F.Schut vertrok op 29 januari 1857 vanuit Nieuwediep met de “Walvisch” en een contingent van 3 officieren en 140 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 mei 1857 na 116 dagen065.
In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de reederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. Hierin is sprake van twee experts van de vereeniging van Assuradeuren en wel de heren Th. Schut en C.Huijser van Reenen.
In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een verslag van het interview op 03 augustus 1874 met Thomas Schut, expert van de Vereeniging van assuradeuren te Amsterdam. Hij verklaarde sedert 10 jaar in zijn huidige functie actief te zijn, terwijl hij vroeger kapitein was en 32 keer op Java was geweest. Als expert van genoemde Vereeniging bepaalde zijn werk zich in het algemeen tot de kennis van de deugdelijkheid en zeewaardigheid van een schip
Amsterrdamsche Courant 04 april 1844114
Aankondiging. Te Amsterdam ligt in lading naar Batavia, het extra snelzeilend tot den overvoer van passagiers bijzonder ruim en gemakkelijk ingerigt, opnieuw gekoperd (opm: van nieuw koperbeslag voorzien) Ned. fregatschip WALVISCH, kapt. Thomas Schut, varende een geëxamineerde scheepsdoctor, om in de loop van deze maand de vertrekken. (opm: bekort)
Datum vanaf: |
1840 |
Kapitein: |
Schut, Thomas |
Overige informatie: |
Thomas Schut: * circa 1815, † onbekend. Trouwde op 02.04.1840 te Amsterdam met Tomke Schoon. * Nesse (Hannover Dld.) circa 1816, † onbekend.
Jan Schut en Thomas Schut waren broers.
|
Familiegegevens en opleiding
Antonie van Oosteroom werd geboren te Amsterdam op 24 januari 1815.
Hij huwde op 14 april 1842 te Amsterdam met Louisa Francisca Martens, geboren te Amsterdam 04 oktober 1814 en overleden in oktober 1871. 003 en 118.
Antonie overleed op 23 november 1865 te Soerabaja.
Anthon van Oosteroom woonde op de Oudeschans 23 te Amsterdam. Hij werd geboren op 24 januari 1815 te Amsterdam. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098.
In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchief wordt vermeld de koopvaardijkapitein Anthonie van Oosteroom, geboren 24 januari 1815 te Amsterdam, Nederlands Hervormd, vanaf 1859 wonend in de Grote Kattenburgerstraat 743, Amsterdam.
Algemeen Handelsblad 16 januari 1865114
Advertentie. Heden ontving ik de treurige tijding, dat mijn geliefde echtgenoot Antonie van Oosteroom, in leven gezagvoerder van het barkschip HERMAN, de 23e november j.l. te Soerabaya plotseling in de ouderdom van ruim 49 jaren is overleden. Hoe smartelijk mij dit verlies treft, met mijn drie kinderen, zal een ieder kunnen beseffen, die de overledene in zijn braaf en werkzaam leven hebben gekend.
Amsterdam, 12 januari 1865 Wed. A. van Oosteroom, L.F. Martens
Antonie van Oosteroom werd op 30 augustus 1828 door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling “ingenomen”004(532/1654). Hij was toen 146 duim lang en van gereformeerde afkomst. Zijn ouders waren Willem van Oosteroom, schippersknecht en Alida Paulusse.
Van zijn vorderingen werd in de periode 1829-1833 een drie-maandelijkse rapportage bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, engels en frans), scheepswerk en tekenen. Hierin zijn geen bijzondere gebeurtenissen gemeld. Voorts wordt meegedeeld:
“ 1 october 1831 aangenomen tot Lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door pred.Wunder
13 octob 1831 geplaatst als kajuitwachter op het schip Amsterdam Capt.C.Abrahams naar Suriname voor Amsterdam, Gagie ¦10,-
22 Junij 1832 terug van de Reis met goede attestatie
18 october 1832 geplaatst als ligtmatroos op het schip de Hoop van Alblasserdam Capt.Meyer naar Batavia van Rotterdam ... 16 Maart 1834 terug van de reis met goede attestatie
19 dito eervol ontslagen”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.van Oosterom (adres Warmoesstraat) werd met vlagnummer 669 effectief lid van Zeemanshoop per 12 december 1843 op voordracht van J.Schut. Zijn schip was de “Theodora & Sara”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren van Oosteroom en zijn vrouw 28 resp. 29 jaar. Ingeschreven staat 1 dochter uit 1843002a.
In de Algemene Vergaderingen van 05/12 december 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Antonie van Oosterom, oud 28 jaar, voerend de bark “Theodora en Sara”, wonende in de Warmoesstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Schut.023.
Hij was deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1848.003
-
van Oosteroom was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1843 t/m 1864 met vlagnummers 668 (1843 t/m 1854) en 307 (1854 t/m 1864).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 februari 1865 verzoekt de wed. A. van Oosteroom om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 30 maart 1865 wordt toegekend ingaand 01 februari 1865 voor haar en een kind.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 april 1865 staat vermeld dat per 01 februari 1865 een uitkering in de 1e klasse is uitgekeerd aan de wed. A. van Oosteroom, geboren Martens voor haar en 2 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
669 1843-1844 bark Theodora Sara B.W.van Straten te Amsterdam
1845-1846 bark Theodora Sara wed.W.van Starckenborg van Straten
1848-1851 bark Java’s Welvaren idem
1852-1853 bark Gelderland G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam
307 1854-1863 bark Julie Claire idem
1864 bark Herman Rutgers & Hissink te Amsterdam
1864 “overleden
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
-
van Oosterom Theodora & Sara (2de) 1843-1847 4
Java’s Welvaren 1847-1848 1
Theodora & Sara (2de) 1848-1850 1
6 7
Bouma025 vermeldt A. van Oostero(o)m als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1847 op de bark “Theodora en Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;
* 1848 t/m 1849 op de bark “Java’s Welvaren”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 470 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;
* 1850 t/m 1852 op de bark “Theodora en Sara” (zie hiervoor) maar nu varend voor de Wed. B.W. van Starckenborgh van Straten te Amsterdam. Toegevoegd is: “Overzeild in het Kanaal. Bemanning n. Plymouth”;
* 1853 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1854 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1856 t/m 1863 op de bark “Julie Claire”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 446 ton o.m., varend voor G.W. van Barneveld Kooij te Amsterdam. Toegevoegd is “Overzeild”.
* 1865 op de bark “Herman” ex China, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam. Toegevoegd is: “Verkocht naar Noorwege. Gestrand op de NL kust.”.
(deze gegevens en die uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 - zie hiervoor - verschillen enigszins. Welke de juiste zijn weet ik niet).
“Heden 21 Aug. 1851 is aan de werf de Boot, bij de scheepsb.meester F.F.Groen alhier (As.dam) de kiel gelegd voor een nieuw te bouwen barkschip, groot 250 rijkslasten, hetwelk zal worden genoemd JULIE CLAIRE voor rekening van den Heer G.W. van Barneveld Kooij en Reeder.”038.
“Amsterdam 2 april 1852. Heden n.m. ten half 2ure is van de werf de Boot van den scheepsb.meester F.F.Groen i/d Groote Wittenburgerstr. alhier met goed gevolg te water gelaten het Barkschip JULIE CLAIRE groot 250 last voor rekening eener reederij onder Directie van de Heer G.W. van Barneveld Kooij As.dam.”
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
-
van Oosterom Julie Claire 07 december 1858 08 januari 1861
Julie Claire 25 juni 1861 24 mei 1862
Julie Claire 25 juli 1862 07 juni 1863
Julie Claire 30 augustus 1863 overzeild en gezonken
Overige bijzonderheden
A.van Oosteroom vertrok per 28 september 1854 met de Gelderland vanuit Nieuwediep met aan boord drie landmacht officiereneen voor het N.I.-leger065.
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de vermelding080:
01 januari 1864 op 1o NBr op weg naar Nieuwe Diep:
“… we praaiden juist die dag de Clio kapt. Wijnmalen, die van Amsterdam komende ons bekent maakte met het verlies van de Julie Claire welk schip voor ons Kantoor voer en door Kapt. van Oosterom gevoerd was … “.
Op 16 juni 1840 kwam bij de burgemeester van Nieuwe Pekela binnen een extract uit een scheepsjournaal van de bark “Theodora Sara”, kapitein Jan Schut, waarbij de stuurman A. van Oosterom en de onderstuurman K.Pool verklaarden dat op 11 april 1840 op de reis van Batavia naar Amsterdam de matroos Hindrik Siebes Groeneveld “in een staat van zinneloosheid overboord gesprongen en verdronken is, …”115
NRC 01 frebruari 1852114
Rotterdam, 31 januari. Men leest in de Staats-Courant het volgende:
Reeds vroeger is medegedeeld, dat op de 17e december jl. het Nederlandse koopvaardijschip (opm: zie NRC 221251) THEODORA EN SARA, kapitein A. van Oosteroom, geconsigneerd aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij, op de terugreis van Batavia naar Amsterdam in het Britsch Kanaal door het Britse koopvaardijschip CORINTHIAN overzeild en ten gevolge daarvan gezonken was. De kapitein benevens de passagiers en het scheepsvolk werden echter gered en aan boord van evengenoemd Britsch schip behouden te Plymouth aan land gebracht.
De heer Luscombe, Nederlands consul in die haven, kennis genomen hebbende van de bijzonderheden, welke bij dit voorval hadden plaats gehad, en bespeurende dat er door de CORINTHIAN toebereidselen gemaakt werden om wederom in zee te steken, oordeelde het nodig onverwijld pogingen in het werk te stellen tot verkrijging van arrest op dat schip. Hij liet zich daarvan niet terughouden door de weigering van de Londense correspondenten der reders van de THEODORA EN SARA om de gevolgen daarvan voor hunne rekening te nemen, en nam dus de verantwoordelijkheid op zich van het gevraagd arrest, waartoe het bevel van het hof der admiraliteit niet lang achterbleef.
De reders van het verongelukte schip maakten evenwel zwarigheid de handeling des consuls goed te keuren, hetzij dat zij zich niet durfden verlaten op hun goed recht, hetzij om andere reden, en werd de consul door hen aangeschreven om het arrest te doen opheffen en het Britse schip vrij te stellen van alle vervolging.
De heer Luscombe, de ganse toedracht der zaak kennende, en zich volkomen in staat achtende om daarover een juist oordeel te vellen, heeft dan ook niet geaarzeld de verantwoordelijkheid der zaak geheel op zich te nemen en op de ingeslagen weg te volharden, en hij heeft dien ten gevolge het genoegen mogen smaken zijne loffelijke en welberaden pogingen met zodanig gunstig gevolg bekroond te zien, dat de reders van het schip CORINTHIAN, ten gevolge ener schikking met hem, deze zaak hebben afgemaakt met betaling ener som van GBP 1050. Door deze handelswijze van de heer Luscombe zijn alzo de belanghebbenden te Amsterdam, ondanks hen zelve in bezit gesteld van een som, na aftrek der onkosten, van ruim NLG 10.000.
Datum vanaf: |
1843 |
Kapitein: |
Oostero(o)m, Antonie van |
College: |
Zeemanshoop, Amsterdam |
Overige informatie: |
Antonie van Oosteroom. * Amsterdam 24.01.1815, † 23.11.1864 Soerabaija a/b de bark HERMAN. Trouwde op 14.04.1842 te Amsterdam met Louisa Francisca Martens. * Amsterdam circa 1825, † onbekend.
In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchi |
Datum vanaf: |
1847 |
Kapitein: |
Berg, J.C. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Antonie van Oosteroom werd geboren te Amsterdam op 24 januari 1815.
Hij huwde op 14 april 1842 te Amsterdam met Louisa Francisca Martens, geboren te Amsterdam 04 oktober 1814 en overleden in oktober 1871. 003 en 118.
Antonie overleed op 23 november 1865 te Soerabaja.
Anthon van Oosteroom woonde op de Oudeschans 23 te Amsterdam. Hij werd geboren op 24 januari 1815 te Amsterdam. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098.
In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchief wordt vermeld de koopvaardijkapitein Anthonie van Oosteroom, geboren 24 januari 1815 te Amsterdam, Nederlands Hervormd, vanaf 1859 wonend in de Grote Kattenburgerstraat 743, Amsterdam.
Algemeen Handelsblad 16 januari 1865114
Advertentie. Heden ontving ik de treurige tijding, dat mijn geliefde echtgenoot Antonie van Oosteroom, in leven gezagvoerder van het barkschip HERMAN, de 23e november j.l. te Soerabaya plotseling in de ouderdom van ruim 49 jaren is overleden. Hoe smartelijk mij dit verlies treft, met mijn drie kinderen, zal een ieder kunnen beseffen, die de overledene in zijn braaf en werkzaam leven hebben gekend.
Amsterdam, 12 januari 1865 Wed. A. van Oosteroom, L.F. Martens
Antonie van Oosteroom werd op 30 augustus 1828 door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling “ingenomen”004(532/1654). Hij was toen 146 duim lang en van gereformeerde afkomst. Zijn ouders waren Willem van Oosteroom, schippersknecht en Alida Paulusse.
Van zijn vorderingen werd in de periode 1829-1833 een drie-maandelijkse rapportage bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, engels en frans), scheepswerk en tekenen. Hierin zijn geen bijzondere gebeurtenissen gemeld. Voorts wordt meegedeeld:
“ 1 october 1831 aangenomen tot Lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door pred.Wunder
13 octob 1831 geplaatst als kajuitwachter op het schip Amsterdam Capt.C.Abrahams naar Suriname voor Amsterdam, Gagie ¦10,-
22 Junij 1832 terug van de Reis met goede attestatie
18 october 1832 geplaatst als ligtmatroos op het schip de Hoop van Alblasserdam Capt.Meyer naar Batavia van Rotterdam ... 16 Maart 1834 terug van de reis met goede attestatie
19 dito eervol ontslagen”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.van Oosterom (adres Warmoesstraat) werd met vlagnummer 669 effectief lid van Zeemanshoop per 12 december 1843 op voordracht van J.Schut. Zijn schip was de “Theodora & Sara”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren van Oosteroom en zijn vrouw 28 resp. 29 jaar. Ingeschreven staat 1 dochter uit 1843002a.
In de Algemene Vergaderingen van 05/12 december 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Antonie van Oosterom, oud 28 jaar, voerend de bark “Theodora en Sara”, wonende in de Warmoesstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Schut.023.
Hij was deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1848.003
-
van Oosteroom was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1843 t/m 1864 met vlagnummers 668 (1843 t/m 1854) en 307 (1854 t/m 1864).
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 februari 1865 verzoekt de wed. A. van Oosteroom om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 30 maart 1865 wordt toegekend ingaand 01 februari 1865 voor haar en een kind.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 april 1865 staat vermeld dat per 01 februari 1865 een uitkering in de 1e klasse is uitgekeerd aan de wed. A. van Oosteroom, geboren Martens voor haar en 2 kinderen.023.
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
669 1843-1844 bark Theodora Sara B.W.van Straten te Amsterdam
1845-1846 bark Theodora Sara wed.W.van Starckenborg van Straten
1848-1851 bark Java’s Welvaren idem
1852-1853 bark Gelderland G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam
307 1854-1863 bark Julie Claire idem
1864 bark Herman Rutgers & Hissink te Amsterdam
1864 “overleden
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
-
van Oosterom Theodora & Sara (2de) 1843-1847 4
Java’s Welvaren 1847-1848 1
Theodora & Sara (2de) 1848-1850 1
6 7
Bouma025 vermeldt A. van Oostero(o)m als gezagvoerder gedurende:
* 1845 t/m 1847 op de bark “Theodora en Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;
* 1848 t/m 1849 op de bark “Java’s Welvaren”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 470 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;
* 1850 t/m 1852 op de bark “Theodora en Sara” (zie hiervoor) maar nu varend voor de Wed. B.W. van Starckenborgh van Straten te Amsterdam. Toegevoegd is: “Overzeild in het Kanaal. Bemanning n. Plymouth”;
* 1853 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1854 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
* 1856 t/m 1863 op de bark “Julie Claire”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 446 ton o.m., varend voor G.W. van Barneveld Kooij te Amsterdam. Toegevoegd is “Overzeild”.
* 1865 op de bark “Herman” ex China, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam. Toegevoegd is: “Verkocht naar Noorwege. Gestrand op de NL kust.”.
(deze gegevens en die uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 - zie hiervoor - verschillen enigszins. Welke de juiste zijn weet ik niet).
“Heden 21 Aug. 1851 is aan de werf de Boot, bij de scheepsb.meester F.F.Groen alhier (As.dam) de kiel gelegd voor een nieuw te bouwen barkschip, groot 250 rijkslasten, hetwelk zal worden genoemd JULIE CLAIRE voor rekening van den Heer G.W. van Barneveld Kooij en Reeder.”038.
“Amsterdam 2 april 1852. Heden n.m. ten half 2ure is van de werf de Boot van den scheepsb.meester F.F.Groen i/d Groote Wittenburgerstr. alhier met goed gevolg te water gelaten het Barkschip JULIE CLAIRE groot 250 last voor rekening eener reederij onder Directie van de Heer G.W. van Barneveld Kooij As.dam.”
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
-
van Oosterom Julie Claire 07 december 1858 08 januari 1861
Julie Claire 25 juni 1861 24 mei 1862
Julie Claire 25 juli 1862 07 juni 1863
Julie Claire 30 augustus 1863 overzeild en gezonken
Overige bijzonderheden
A.van Oosteroom vertrok per 28 september 1854 met de Gelderland vanuit Nieuwediep met aan boord drie landmacht officiereneen voor het N.I.-leger065.
In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de vermelding080:
01 januari 1864 op 1o NBr op weg naar Nieuwe Diep:
“… we praaiden juist die dag de Clio kapt. Wijnmalen, die van Amsterdam komende ons bekent maakte met het verlies van de Julie Claire welk schip voor ons Kantoor voer en door Kapt. van Oosterom gevoerd was … “.
Op 16 juni 1840 kwam bij de burgemeester van Nieuwe Pekela binnen een extract uit een scheepsjournaal van de bark “Theodora Sara”, kapitein Jan Schut, waarbij de stuurman A. van Oosterom en de onderstuurman K.Pool verklaarden dat op 11 april 1840 op de reis van Batavia naar Amsterdam de matroos Hindrik Siebes Groeneveld “in een staat van zinneloosheid overboord gesprongen en verdronken is, …”115
NRC 01 frebruari 1852114
Rotterdam, 31 januari. Men leest in de Staats-Courant het volgende:
Reeds vroeger is medegedeeld, dat op de 17e december jl. het Nederlandse koopvaardijschip (opm: zie NRC 221251) THEODORA EN SARA, kapitein A. van Oosteroom, geconsigneerd aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij, op de terugreis van Batavia naar Amsterdam in het Britsch Kanaal door het Britse koopvaardijschip CORINTHIAN overzeild en ten gevolge daarvan gezonken was. De kapitein benevens de passagiers en het scheepsvolk werden echter gered en aan boord van evengenoemd Britsch schip behouden te Plymouth aan land gebracht.
De heer Luscombe, Nederlands consul in die haven, kennis genomen hebbende van de bijzonderheden, welke bij dit voorval hadden plaats gehad, en bespeurende dat er door de CORINTHIAN toebereidselen gemaakt werden om wederom in zee te steken, oordeelde het nodig onverwijld pogingen in het werk te stellen tot verkrijging van arrest op dat schip. Hij liet zich daarvan niet terughouden door de weigering van de Londense correspondenten der reders van de THEODORA EN SARA om de gevolgen daarvan voor hunne rekening te nemen, en nam dus de verantwoordelijkheid op zich van het gevraagd arrest, waartoe het bevel van het hof der admiraliteit niet lang achterbleef.
De reders van het verongelukte schip maakten evenwel zwarigheid de handeling des consuls goed te keuren, hetzij dat zij zich niet durfden verlaten op hun goed recht, hetzij om andere reden, en werd de consul door hen aangeschreven om het arrest te doen opheffen en het Britse schip vrij te stellen van alle vervolging.
De heer Luscombe, de ganse toedracht der zaak kennende, en zich volkomen in staat achtende om daarover een juist oordeel te vellen, heeft dan ook niet geaarzeld de verantwoordelijkheid der zaak geheel op zich te nemen en op de ingeslagen weg te volharden, en hij heeft dien ten gevolge het genoegen mogen smaken zijne loffelijke en welberaden pogingen met zodanig gunstig gevolg bekroond te zien, dat de reders van het schip CORINTHIAN, ten gevolge ener schikking met hem, deze zaak hebben afgemaakt met betaling ener som van GBP 1050. Door deze handelswijze van de heer Luscombe zijn alzo de belanghebbenden te Amsterdam, ondanks hen zelve in bezit gesteld van een som, na aftrek der onkosten, van ruim NLG 10.000.
|