Inloggen
THEODORA EN SARA - ID 9682


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1837-03-17 / 1851-12-17 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1837
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Jan Nuveen - werf 'De Walvisch', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1836-07-01
Launch Date: 1836-12-06
Delivery Date: 1837-03-13
Technical Data

Gross Tonnage: 180.00 lasts
Gross Tonnage 2: 334.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 180.00 lasts (commercial)
 
Length 1: 29.80 Meters Registered
Beam: 5.72 Meters Registered
Depth: 4.49 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1837
Datum agenda: 1837-03-17
Register nr: 18370087
Scheepsnaam: THEODORA EN SARA
Type: Bark
Lasten: 180
Gebouwd in provincie: Netherlands
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Straten, B.W. van
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Schut, J.
Opmerkingen: Nieuwe zeebrief
Naam veranderd in: THEODORA EN SARA op 27/04/2013

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1837-03-13 THEODORA EN SARA
Manager: Barend Willem van Straten, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Barend Willem van Straten, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: sinds 1844 Barend Willem van Starckenborg van Straten

Date/Name Ship 1846-08-25 THEODORA EN SARA
Manager: Firma Wed. B. W. van Starckenborg van Straten, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Wed. B. W. van Starckenborg van Straten, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Ship Events Data

1837-03-09: Meetbrief No. 33 d.d. 9 maart 1837, van scheepsmeter P.A. Dronrijp
1851-12-17: Final Fate: Collision

Op reis van Batavia naar Amsterdam is de THEODORA EN SARA, kapt. A. van Oosterom, op 17 december 1851, des morgens te ongeveer 09.00 uur in peiling N.N.O. ca 8½ mijl van Start Point, aangevaren door het Britse barkschip CORINTHIAN. De THEODORA EN SARA begon vrijwel onmiddellijk te zinken en er was ter nauwernood tijd om de boten uit te zetten en passagiers en bemanning aan boord van de CORINTHIAN te brengen. De THEODORA EN SARA zonk binnen het uur na de aanvaring in het Kanaal.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Een Jan Wize Schut werd op 27 oktober 1827 ingeschreven op de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam. Hij was toen 13 jaar, 1 el/42 dm lang en gereformeerd. Hij werd gedoopt op 26 september 1810 (te Groningen?) als zoon van Wietze Schut uit Sappemeer, doopsgezind, en Willemina Kortrijk, gereformeerd. Beide ouders woonden bij de aanname van zoon Jan te Amsterdam in de “Ramskooij doende Logement.”

Op 01 januari 1827 kreeg hij voor zeevaartkunde een 4, de schoolvakken een 4 en voor scheepswerk een 7, samen 15 punten. Op 01 april 1827 waren de cijfers 6, 3 en 6, wederom samen 15.

Op 01 oktober 1825 werd hij vanuit Amsterdam geplaatst bij de Engelse Meester. Op 11 maart 1826 werd hij met een gage van f 12,- per maand als kajuitwachter geplaatst op de Goede Trouw van kapitein Masker voor een reis naar de Middellandse Zee, waarvan hij op 15 september 1826 met goede attestatie terugkwam.

Op 20 december 1826 werd hij als lidmaat aangenomen bij Do Weyland.

Op 23 maart 1827 werd hij vanuit Amsterdam met een gage van f 16,- per maand als ligtmatroos geplaatst op de “Anne & Louise” van kapitein K.J. de Jong voor een reis naar Demmerarij waarvan hij op 22 augustus 1827 met goede attestatie terugkeert. “Verzoekt en bekomt zijn ontslag met honorabele attestatie en certificaat vrijstelling voor de Nationale Militie.”004

Is dit de gezochte J.Schut? Gezien de inschrijfleeftijd op de Kweekschool kan dit niet dezelfde persoon zijn als de Schut die in 1810 in Groningen werd geboren.

 

Jan Schut werd geboren te Groningen op 20 september 1810.

Hij trouwde met Friente van der Mey, geboren te Ameland op 20 maart 1810.003

Deze komt in aanmerking vanwege de inschrijvingsgegevens in Zeemanshoop, zie hierna.

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Schut werd met vlagnummer 418 per 05 mei 1835 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop op voordracht van kapitein S.van Delden. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de “The(o)dora en Sara”. Toegevoegd is “Hon.lid gew.”002.

Op 28 april/05 mei 1835 werd voorgedragen/benoemd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop kapitein Jan Schut, oud 25 jaar, voerend de bark “Theodora & Sara”, wonend op het water bij de Texelse Kade 96 te Amsterdam, op voordracht van kapitein S. van Delden023.

Jan Schut werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 07 mei 1836. Toegevoegd is: “met Mei 1846 van beroep veranderd Bedankt 1852 April”003.

Jan Schut was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1835 t/m (1851?) met de vlagnummers 418 (1835 t/m 1836) en 305 (1836 t/m 1851(?).

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1852 gaat het Bestuur accoord met het verzoek van kapitein J.Schut om zijn effectieve lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.042.

In de notulen van de Algemen Vergadering (datum vergeten te noteren) werd het verzoek behandeld van kapitein J.Schut om zijn effectief lidmaatschap te mogen omzetten in een honorair lidmaatschap, het geen werd toegestaan.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer              jaren            type                 scheepsnaam                  naam reder/boekhouder

       418                         1835          bark                Theodora en Sara          B.W.van Straten

       305                      1836-1839    bark                Theodora en Sara          idem

                                     1840-1842    fregat              De Walvisch                   idem

                                     1843-1844    fregat              Cornelia en Henrietta   idem

                                         1845         fregat              Cornelia en Henrietta   B.W.van Starkenborgh van Straten

                                     1846-1851    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Jan Schut was in 1840 gezagvoerder van de “Walvisch” (800 ton), te water gelaten op 31 maart 1840 op de werf “De Walvisch” van J.Nuveen te Amsterdam voor reder B.W.van Straten027.

 

Bouma025 vermeldt J.Schut als gezagvoerder gedurende:

*     1836 (moet zijn 1835) van de bark “Theodora Sara” ex Concordia, gebouwd in 1812, 293 ton, varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;

               Bij de bouw van de “Concordia” was de rederij E.& P.Jurgens te Amsterdam en zou de naamswijziging in “Theodora Sara” hebben plaatsgevonden in 1835086;

*     1836 t/m 1840 van de bark “Theodora Sara, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;

               Het schip liep op 06 december 1836 van stapel van de werf de Walvisch te Amsterdam, notulen Alg.Verg. Zeemanshoop dd 29 november 1836023.

*     1841 t/m 1844 van het 3/mschip “Walvisch”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 800 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;

*     1844 t/m 1847 van het 3/mschip “Cornelia & Henriëtte”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 742 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborch van Straten te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Jacob van Zameren werd per 08 april 1842 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip Theodora Sara onder kapitein Schut voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde per 09 december 1842 terug op school004-532/1906.

In “Het Nederlandsche Zeewezen” 4e jaargang, 1925, p.181-184 staat een artikel onder de titel “Hoe kapitein Carst naar Japan ging en wat hij daar mee maakte” Het artikel geeft geen auteur. In dat artikel staan een reeks gegevens over andere kapiteins.

Jan Carst (zie aldaar) zeilde met het schip “Nippon” naar Yokohama in Japan om het daar te verkopen. Dit gelukte echter niet en Carst zeilde verder.

“Na de storm werd Nagasaki binnengeloopen, waar de Heer Carst werd verwelkomt door zijn ouden schoolkameraad Jan Schut. Hoewel deze laatste zijn vriend overal introduceerde, mocht de verkoop van het schip toch niet gelukken, waarna de Heer Carst weer zee koos en een groot aantal Chineesche havens aanliep.”

Het is niet zeker dat het hier bovenvermeld kapitein Schut betrof.

Op 16 juni 1840 kwam bij de burgemeester van Nieuwe Pekela binnen een extract uit een scheepsjournaal van de bark “Theodora Sara”, kapitein Jan Schut, waarbij de stuurman A. van Oosterom en de onderstuurman K.Pool verklaarden dat op 11 april 1840 op de reis van Batavia naar Amsterdam de matroos Hindrik Siebes Groeneveld “in een staat van zinneloosheid overboord gesprongen en verdronken is, …”115

In een extract uit het Journaal van het fregat “De Walvisch”, gevoerd door Jan Schut, staat het overlijden van een matroos op 04 april 1843 op reis van Batavia naar Amsterdam. 115

De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116

Naam                                                   Schip                                                                                               Periode                                                                     Aantal reizen            Diensttijd

1-J Schut                      Theodora & Sara [ 1e ]               1835-1836                                      1

                                       Theodora & Sara [ 2e ]                                           1837-1840                                                    3

                                       Walvisch                                                                                                1840-1843                                                                            2

                                       Cornelia Henriëtte                                                  1844-1846                                                    2

                                                                                                                                                                                                                                                                               T         8                                                                                   11

 

 

Datum vanaf: 1837
Kapitein: Schut, Jan
College: Zeemanshoop, Amsterdam
Vlagnummer: 305
Overige informatie: Jan Schut: * Groningen 20.09.1810, † Amsterdam 31.03.1877, † onbekend. Trouwde op 10.05.1835 te Buiksloot met Trientje van der Meij. * Ameland 20.03.1810, † onbekend.

Familiegegevens en opleiding

Thomas Schut werd geboren te Amsterdam op 18 februari 1815.

Hij was getrouwd met Tomke Schoon, geboren te Nermersyhl op 02 oktober 1815.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.Schut werd met vlagnummer 463 per 23 april 1839 als effectief lid ingeschreven van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein C.N.Gorter. Zijn schip was de “Maximiliaan Theodoor”. Toegevoegd is “hon.lid gew.” 002. Ten tijde van de inschrijving was kapitein Schut 22 jaar en ongehuwd002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 16/23 april 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Thomas Schut, oud 22 jaar, voerend het fregat “Maximiliaan Theodoor”, “wonend op het water”, op voordracht van kapitein C.N.Gorter. Hij kreeg vlagnummer 463023.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 22 mei 1866 staat het verzoek van kapitein T.Schut om zijn effectief lidmaatschap te mogen omzetten in een honorair lidmaatschap, hetgeen is toegestaan023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 13 februari 1855. Toegevoegd is: “bedankt 1866. Hon. Lid geworden003.

T.Schut was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1839 t/m 1865 met de vlagnummers 463 (1839-1854) en 183 (1854-1866).

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 mei 1866 staat het verzoek van kapitein T.Schut om zijn effectieve lidmaatschap te mogen omzetten in een honorair lidmaatschap. Het Bestuur gaat accoord.042

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Alamank voor Koophandel en Zeevaart.001:

vlagnummer    jaren       type       scheepsnaam                   naam reder/boekhouder

      463             1839       fregat    Maximiliaan Theo          B.W.van Straten

                        1840-1843  bark      Theodora en Sara            idem

                          1844       bark      De Walvisch                   idem

                           1845       bark      De Walvisch                   B.W.van Starkenborgh van Straten

                        1846-1853  bark      De Walvisch                   Wed.B.W.van Starckenborgh van Straten

      183          1854-1860  bark      De Walvisch  I                dem

                        1861-1863  bark      Maria Elize                       James Barge

                        1864-1865  geen vermelding van schip en boekhouder

 

De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116

Naam              Schip                                  Periode                Aantal reizen             Diensttijd

T.Schut            Maximiliaan Theodoor   1839-1840                       1

                          Theodora & Sara (2de)     1840-1843                       4

                          Walvisch                            1844-1861                       11

                                                                                                                   16                             22

 

Bouma025 vermeldt T.Schut als gezagvoerder gedurende:

  • * 1840 van het 3/mschip “Maximiliaan Theodoor”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 394 ton o.m., varend voor B.W. van Straten;
  • * 1841 t/m 1844 van de bark “Theodora Sara, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;
  • * 1845 t/m 1846 van het 3/mschip “Walvisch”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 800 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;
  • * 1847 t/m 1861 van hetzelfde schip maar nu varend voor de wed. van Straten te Amsterdam. Het schip werd in 1861 verkocht naar Engeland;
  • * 1862 t/m 1863 van de bark “Maria Elise”, gebouwd in 1853 te Elshout, 754 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam.

 

Vertrek en aankomst van schepen in Amsterdam093

Naam Kapitein                                        Naam van het Schip           Vertrek                                  Aankomst

T.Schut                                                     Walvisch                              31 maart 1860                     21 februari 1861

                                                                   Maria Elise                           24 mei 1861                         25 juni 1862

                                                                   Maria Elise                           23 september 1862             niet vermeld

                                                                   Maria Elise                           30 augustus 1862                18 augustus 1863

 

Overige bijzonderheden

F.Schut vertrok op 29 januari 1857 vanuit Nieuwediep met de “Walvisch” en een contingent van 3 officieren en 140 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 mei 1857 na 116 dagen065.

In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de reederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. Hierin is sprake van twee experts van de vereeniging van Assuradeuren en wel de heren Th. Schut en C.Huijser van Reenen.

 

In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een verslag van het interview op 03 augustus 1874 met Thomas Schut, expert van de Vereeniging van assuradeuren te Amsterdam. Hij verklaarde sedert 10 jaar in zijn huidige functie actief te zijn, terwijl hij vroeger kapitein was en 32 keer op Java was geweest. Als expert van genoemde Vereeniging bepaalde zijn werk zich in het algemeen tot de kennis van de deugdelijkheid en zeewaardigheid van een schip

 

Amsterrdamsche Courant 04 april 1844114

Aankondiging. Te Amsterdam ligt in lading naar Batavia, het extra snelzeilend tot den overvoer van passagiers bijzonder ruim en gemakkelijk ingerigt, opnieuw gekoperd (opm: van nieuw koperbeslag voorzien) Ned. fregatschip WALVISCH, kapt. Thomas Schut, varende een geëxamineerde scheepsdoctor, om in de loop van deze maand de vertrekken. (opm: bekort)

 

 

 

Datum vanaf: 1840
Kapitein: Schut, Thomas
Overige informatie: Thomas Schut: * circa 1815, † onbekend. Trouwde op 02.04.1840 te Amsterdam met Tomke Schoon. * Nesse (Hannover Dld.) circa 1816, † onbekend. Jan Schut en Thomas Schut waren broers.

Familiegegevens en opleiding

Antonie van Oosteroom werd geboren te Amsterdam op 24 januari 1815.

Hij huwde op 14 april 1842 te Amsterdam met Louisa Francisca Martens, geboren te Amsterdam 04 oktober 1814 en overleden in oktober 1871. 003 en 118.

Antonie overleed op 23 november 1865 te Soerabaja.

Anthon van Oosteroom woonde op de Oudeschans 23 te Amsterdam. Hij werd geboren op 24 januari 1815 te Amsterdam. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098.

In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchief wordt vermeld de koopvaardijkapitein Anthonie van Oosteroom, geboren 24 januari 1815 te Amsterdam, Nederlands Hervormd, vanaf 1859 wonend in de Grote Kattenburgerstraat 743, Amsterdam.

Algemeen Handelsblad 16 januari 1865114

Advertentie. Heden ontving ik de treurige tijding, dat mijn geliefde echtgenoot Antonie van Oosteroom, in leven gezagvoerder van het barkschip HERMAN, de 23e november j.l. te Soerabaya plotseling in de ouderdom van ruim 49 jaren is overleden. Hoe smartelijk mij dit verlies treft, met mijn drie kinderen, zal een ieder kunnen beseffen, die de overledene in zijn braaf en werkzaam leven hebben gekend.

Amsterdam, 12 januari 1865                         Wed. A. van Oosteroom, L.F. Martens

 

Antonie van Oosteroom werd op 30 augustus 1828 door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling “ingenomen”004(532/1654). Hij was toen 146 duim lang en van gereformeerde afkomst. Zijn ouders waren Willem van Oosteroom, schippersknecht en Alida Paulusse.

Van zijn vorderingen werd in de periode 1829-1833 een drie-maandelijkse rapportage bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, engels en frans), scheepswerk en tekenen. Hierin zijn geen bijzondere gebeurtenissen gemeld. Voorts wordt meegedeeld:

“ 1 october 1831  aangenomen tot Lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door pred.Wunder

13 octob 1831  geplaatst als kajuitwachter op het schip Amsterdam Capt.C.Abrahams naar Suriname voor Amsterdam, Gagie    ¦10,-

22 Junij 1832  terug van de Reis met goede attestatie

18 october 1832  geplaatst als ligtmatroos op het schip de Hoop van Alblasserdam  Capt.Meyer naar Batavia van Rotterdam    ... 16 Maart 1834  terug van de reis met goede attestatie

19 dito  eervol ontslagen”.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.van Oosterom (adres Warmoesstraat) werd met vlagnummer 669 effectief lid van Zeemanshoop per 12 december 1843 op voordracht van J.Schut. Zijn schip was de “Theodora & Sara”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren van Oosteroom en zijn vrouw 28 resp. 29 jaar. Ingeschreven staat 1 dochter uit 1843002a.

In de Algemene Vergaderingen van 05/12 december 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Antonie van Oosterom, oud 28 jaar, voerend de bark “Theodora en Sara”, wonende in de Warmoesstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Schut.023.

 

Hij was deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1848.003

  1. van Oosteroom was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1843 t/m 1864 met vlagnummers 668 (1843 t/m 1854) en 307 (1854 t/m 1864).

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 februari 1865 verzoekt de wed. A. van Oosteroom om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 30 maart 1865 wordt toegekend ingaand 01 februari 1865 voor haar en een kind.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 april 1865 staat vermeld dat per 01 februari 1865 een uitkering in de 1e klasse is uitgekeerd aan de wed. A. van Oosteroom, geboren Martens voor haar en 2 kinderen.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren             type           scheepsnaam              naam reder/boekhouder

       669                        1843-1844        bark           Theodora Sara            B.W.van Straten te Amsterdam

                                      1845-1846        bark           Theodora Sara            wed.W.van Starckenborg van Straten

                                      1848-1851        bark           Java’s Welvaren        idem

                                      1852-1853        bark           Gelderland                  G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam

       307                        1854-1863        bark           Julie Claire                  idem

                                           1864             bark           Herman                       Rutgers & Hissink te Amsterdam

                                           1864           “overleden

 

De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116

Naam                       Schip                                     Periode                 Aantal reizen                   Diensttijd

  1. van Oosterom Theodora & Sara (2de) 1843-1847                     4

                                   Java’s Welvaren                  1847-1848                     1

                                   Theodora & Sara (2de)        1848-1850                     1

                                                                                                                           6                                      7

 

Bouma025 vermeldt A. van Oostero(o)m als gezagvoerder gedurende:

*    1845 t/m 1847 op de bark “Theodora en Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;

*    1848 t/m 1849 op de bark “Java’s Welvaren”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 470 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;

*    1850 t/m 1852 op de bark “Theodora en Sara” (zie hiervoor) maar nu varend voor de Wed. B.W. van Starckenborgh van Straten te Amsterdam. Toegevoegd is: “Overzeild in het Kanaal. Bemanning n. Plymouth”;

*    1853 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;

*    1854 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;

*    1856 t/m 1863 op de bark “Julie Claire”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 446 ton o.m., varend voor G.W. van Barneveld Kooij te Amsterdam. Toegevoegd is “Overzeild”.

*    1865 op de bark “Herman” ex China, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam. Toegevoegd is: “Verkocht naar Noorwege. Gestrand op de NL kust.”.

(deze gegevens en die uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 - zie hiervoor - verschillen enigszins. Welke de juiste zijn weet ik niet).

 

“Heden 21 Aug. 1851 is aan de werf de Boot, bij de scheepsb.meester F.F.Groen alhier (As.dam) de kiel gelegd voor een nieuw te bouwen barkschip, groot 250 rijkslasten, hetwelk zal worden genoemd JULIE CLAIRE voor rekening van den Heer G.W. van Barneveld Kooij en Reeder.”038.

 

“Amsterdam 2 april 1852. Heden n.m. ten half 2ure is van de werf de Boot van den scheepsb.meester F.F.Groen i/d Groote Wittenburgerstr. alhier met goed gevolg te water gelaten het Barkschip JULIE CLAIRE groot 250 last voor rekening eener reederij onder Directie van de Heer G.W. van Barneveld Kooij As.dam.”

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

  1. van Oosterom Julie Claire 07 december 1858          08 januari 1861

                                                  Julie Claire                               25 juni 1861                     24 mei 1862

                                                  Julie Claire                               25 juli 1862                      07 juni 1863

                                                  Julie Claire                               30 augustus 1863            overzeild en gezonken

 

Overige bijzonderheden

A.van Oosteroom vertrok per 28 september 1854 met de Gelderland vanuit Nieuwediep met aan boord drie landmacht officiereneen voor het N.I.-leger065.

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de vermelding080:

01 januari 1864 op 1o NBr op weg naar Nieuwe Diep:

“… we praaiden juist die dag de Clio kapt. Wijnmalen, die van Amsterdam komende ons bekent maakte met het verlies van de Julie Claire welk schip voor ons Kantoor voer en door Kapt. van Oosterom gevoerd was … “.

 

Op 16 juni 1840 kwam bij de burgemeester van Nieuwe Pekela binnen een extract uit een scheepsjournaal van de bark “Theodora Sara”, kapitein Jan Schut, waarbij de stuurman A. van Oosterom en de onderstuurman K.Pool verklaarden dat op 11 april 1840 op de reis van Batavia naar Amsterdam de matroos Hindrik Siebes Groeneveld “in een staat van zinneloosheid overboord gesprongen en verdronken is, …”115

 

NRC 01 frebruari 1852114

Rotterdam, 31 januari. Men leest in de Staats-Courant het volgende:

Reeds vroeger is medegedeeld, dat op de 17e december jl. het Nederlandse koopvaardijschip (opm: zie NRC 221251) THEODORA EN SARA, kapitein A. van Oosteroom, geconsigneerd aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij, op de terugreis van Batavia naar Amsterdam in het Britsch Kanaal door het Britse koopvaardijschip CORINTHIAN overzeild en ten gevolge daarvan gezonken was. De kapitein benevens de passagiers en het scheepsvolk werden echter gered en aan boord van evengenoemd Britsch schip behouden te Plymouth aan land gebracht.

De heer Luscombe, Nederlands consul in die haven, kennis genomen hebbende van de bijzonderheden, welke bij dit voorval hadden plaats gehad, en bespeurende dat er door de CORINTHIAN toebereidselen gemaakt werden om wederom in zee te steken, oordeelde het nodig onverwijld pogingen in het werk te stellen tot verkrijging van arrest op dat schip. Hij liet zich daarvan niet terughouden door de weigering van de Londense correspondenten der reders van de THEODORA EN SARA om de gevolgen daarvan voor hunne rekening te nemen, en nam dus de verantwoordelijkheid op zich van het gevraagd arrest, waartoe het bevel van het hof der admiraliteit niet lang achterbleef.

De reders van het verongelukte schip maakten evenwel zwarigheid de handeling des consuls goed te keuren, hetzij dat zij zich niet durfden verlaten op hun goed recht, hetzij om andere reden, en werd de consul door hen aangeschreven om het arrest te doen opheffen en het Britse schip vrij te stellen van alle vervolging.

De heer Luscombe, de ganse toedracht der zaak kennende, en zich volkomen in staat achtende om daarover een juist oordeel te vellen, heeft dan ook niet geaarzeld de verantwoordelijkheid der zaak geheel op zich te nemen en op de ingeslagen weg te volharden, en hij heeft dien ten gevolge het genoegen mogen smaken zijne loffelijke en welberaden pogingen met zodanig gunstig gevolg bekroond te zien, dat de reders van het schip CORINTHIAN, ten gevolge ener schikking met hem, deze zaak hebben afgemaakt met betaling ener som van GBP 1050. Door deze handelswijze van de heer Luscombe zijn alzo de belanghebbenden te Amsterdam, ondanks hen zelve in bezit gesteld van een som, na aftrek der onkosten, van ruim NLG 10.000.

 

 

Datum vanaf: 1843
Kapitein: Oostero(o)m, Antonie van
College: Zeemanshoop, Amsterdam
Overige informatie: Antonie van Oosteroom. * Amsterdam 24.01.1815, † 23.11.1864 Soerabaija a/b de bark HERMAN. Trouwde op 14.04.1842 te Amsterdam met Louisa Francisca Martens. * Amsterdam circa 1825, † onbekend. In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchi

Datum vanaf: 1847
Kapitein: Berg, J.C.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Antonie van Oosteroom werd geboren te Amsterdam op 24 januari 1815.

Hij huwde op 14 april 1842 te Amsterdam met Louisa Francisca Martens, geboren te Amsterdam 04 oktober 1814 en overleden in oktober 1871. 003 en 118.

Antonie overleed op 23 november 1865 te Soerabaja.

Anthon van Oosteroom woonde op de Oudeschans 23 te Amsterdam. Hij werd geboren op 24 januari 1815 te Amsterdam. Zijn religie was Nederduits Hervormd.098.

In het Bevolkingsregister 1851 in het Amsterdamse Stadsarchief wordt vermeld de koopvaardijkapitein Anthonie van Oosteroom, geboren 24 januari 1815 te Amsterdam, Nederlands Hervormd, vanaf 1859 wonend in de Grote Kattenburgerstraat 743, Amsterdam.

Algemeen Handelsblad 16 januari 1865114

Advertentie. Heden ontving ik de treurige tijding, dat mijn geliefde echtgenoot Antonie van Oosteroom, in leven gezagvoerder van het barkschip HERMAN, de 23e november j.l. te Soerabaya plotseling in de ouderdom van ruim 49 jaren is overleden. Hoe smartelijk mij dit verlies treft, met mijn drie kinderen, zal een ieder kunnen beseffen, die de overledene in zijn braaf en werkzaam leven hebben gekend.

Amsterdam, 12 januari 1865                         Wed. A. van Oosteroom, L.F. Martens

 

Antonie van Oosteroom werd op 30 augustus 1828 door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam als leerling “ingenomen”004(532/1654). Hij was toen 146 duim lang en van gereformeerde afkomst. Zijn ouders waren Willem van Oosteroom, schippersknecht en Alida Paulusse.

Van zijn vorderingen werd in de periode 1829-1833 een drie-maandelijkse rapportage bijgehouden in de vakken zeevaartkunde, schoolonderwijs (nederlands, engels en frans), scheepswerk en tekenen. Hierin zijn geen bijzondere gebeurtenissen gemeld. Voorts wordt meegedeeld:

“ 1 october 1831  aangenomen tot Lidmaat der Ned.Herv.Gemeente door pred.Wunder

13 octob 1831  geplaatst als kajuitwachter op het schip Amsterdam Capt.C.Abrahams naar Suriname voor Amsterdam, Gagie    ¦10,-

22 Junij 1832  terug van de Reis met goede attestatie

18 october 1832  geplaatst als ligtmatroos op het schip de Hoop van Alblasserdam  Capt.Meyer naar Batavia van Rotterdam    ... 16 Maart 1834  terug van de reis met goede attestatie

19 dito  eervol ontslagen”.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.van Oosterom (adres Warmoesstraat) werd met vlagnummer 669 effectief lid van Zeemanshoop per 12 december 1843 op voordracht van J.Schut. Zijn schip was de “Theodora & Sara”. Toegevoegd is “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren van Oosteroom en zijn vrouw 28 resp. 29 jaar. Ingeschreven staat 1 dochter uit 1843002a.

In de Algemene Vergaderingen van 05/12 december 1843 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgesteld/aangenomen Antonie van Oosterom, oud 28 jaar, voerend de bark “Theodora en Sara”, wonende in de Warmoesstraat te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Schut.023.

 

Hij was deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1848.003

  1. van Oosteroom was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1843 t/m 1864 met vlagnummers 668 (1843 t/m 1854) en 307 (1854 t/m 1864).

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 23 februari 1865 verzoekt de wed. A. van Oosteroom om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 30 maart 1865 wordt toegekend ingaand 01 februari 1865 voor haar en een kind.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 april 1865 staat vermeld dat per 01 februari 1865 een uitkering in de 1e klasse is uitgekeerd aan de wed. A. van Oosteroom, geboren Martens voor haar en 2 kinderen.023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren             type           scheepsnaam              naam reder/boekhouder

       669                        1843-1844        bark           Theodora Sara            B.W.van Straten te Amsterdam

                                      1845-1846        bark           Theodora Sara            wed.W.van Starckenborg van Straten

                                      1848-1851        bark           Java’s Welvaren        idem

                                      1852-1853        bark           Gelderland                  G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam

       307                        1854-1863        bark           Julie Claire                  idem

                                           1864             bark           Herman                       Rutgers & Hissink te Amsterdam

                                           1864           “overleden

 

De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116

Naam                       Schip                                     Periode                 Aantal reizen                   Diensttijd

  1. van Oosterom Theodora & Sara (2de) 1843-1847                     4

                                   Java’s Welvaren                  1847-1848                     1

                                   Theodora & Sara (2de)        1848-1850                     1

                                                                                                                           6                                      7

 

Bouma025 vermeldt A. van Oostero(o)m als gezagvoerder gedurende:

*    1845 t/m 1847 op de bark “Theodora en Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;

*    1848 t/m 1849 op de bark “Java’s Welvaren”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 470 ton o.m., varend voor B.W.van Starckenborgh van Straten te Amsterdam;

*    1850 t/m 1852 op de bark “Theodora en Sara” (zie hiervoor) maar nu varend voor de Wed. B.W. van Starckenborgh van Straten te Amsterdam. Toegevoegd is: “Overzeild in het Kanaal. Bemanning n. Plymouth”;

*    1853 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;

*    1854 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;

*    1856 t/m 1863 op de bark “Julie Claire”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 446 ton o.m., varend voor G.W. van Barneveld Kooij te Amsterdam. Toegevoegd is “Overzeild”.

*    1865 op de bark “Herman” ex China, gebouwd in 1845 te Amsterdam, 366 ton o.m., varend voor Rutgers & Hissink te Amsterdam. Toegevoegd is: “Verkocht naar Noorwege. Gestrand op de NL kust.”.

(deze gegevens en die uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 - zie hiervoor - verschillen enigszins. Welke de juiste zijn weet ik niet).

 

“Heden 21 Aug. 1851 is aan de werf de Boot, bij de scheepsb.meester F.F.Groen alhier (As.dam) de kiel gelegd voor een nieuw te bouwen barkschip, groot 250 rijkslasten, hetwelk zal worden genoemd JULIE CLAIRE voor rekening van den Heer G.W. van Barneveld Kooij en Reeder.”038.

 

“Amsterdam 2 april 1852. Heden n.m. ten half 2ure is van de werf de Boot van den scheepsb.meester F.F.Groen i/d Groote Wittenburgerstr. alhier met goed gevolg te water gelaten het Barkschip JULIE CLAIRE groot 250 last voor rekening eener reederij onder Directie van de Heer G.W. van Barneveld Kooij As.dam.”

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

  1. van Oosterom Julie Claire 07 december 1858          08 januari 1861

                                                  Julie Claire                               25 juni 1861                     24 mei 1862

                                                  Julie Claire                               25 juli 1862                      07 juni 1863

                                                  Julie Claire                               30 augustus 1863            overzeild en gezonken

 

Overige bijzonderheden

A.van Oosteroom vertrok per 28 september 1854 met de Gelderland vanuit Nieuwediep met aan boord drie landmacht officiereneen voor het N.I.-leger065.

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de vermelding080:

01 januari 1864 op 1o NBr op weg naar Nieuwe Diep:

“… we praaiden juist die dag de Clio kapt. Wijnmalen, die van Amsterdam komende ons bekent maakte met het verlies van de Julie Claire welk schip voor ons Kantoor voer en door Kapt. van Oosterom gevoerd was … “.

 

Op 16 juni 1840 kwam bij de burgemeester van Nieuwe Pekela binnen een extract uit een scheepsjournaal van de bark “Theodora Sara”, kapitein Jan Schut, waarbij de stuurman A. van Oosterom en de onderstuurman K.Pool verklaarden dat op 11 april 1840 op de reis van Batavia naar Amsterdam de matroos Hindrik Siebes Groeneveld “in een staat van zinneloosheid overboord gesprongen en verdronken is, …”115

 

NRC 01 frebruari 1852114

Rotterdam, 31 januari. Men leest in de Staats-Courant het volgende:

Reeds vroeger is medegedeeld, dat op de 17e december jl. het Nederlandse koopvaardijschip (opm: zie NRC 221251) THEODORA EN SARA, kapitein A. van Oosteroom, geconsigneerd aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij, op de terugreis van Batavia naar Amsterdam in het Britsch Kanaal door het Britse koopvaardijschip CORINTHIAN overzeild en ten gevolge daarvan gezonken was. De kapitein benevens de passagiers en het scheepsvolk werden echter gered en aan boord van evengenoemd Britsch schip behouden te Plymouth aan land gebracht.

De heer Luscombe, Nederlands consul in die haven, kennis genomen hebbende van de bijzonderheden, welke bij dit voorval hadden plaats gehad, en bespeurende dat er door de CORINTHIAN toebereidselen gemaakt werden om wederom in zee te steken, oordeelde het nodig onverwijld pogingen in het werk te stellen tot verkrijging van arrest op dat schip. Hij liet zich daarvan niet terughouden door de weigering van de Londense correspondenten der reders van de THEODORA EN SARA om de gevolgen daarvan voor hunne rekening te nemen, en nam dus de verantwoordelijkheid op zich van het gevraagd arrest, waartoe het bevel van het hof der admiraliteit niet lang achterbleef.

De reders van het verongelukte schip maakten evenwel zwarigheid de handeling des consuls goed te keuren, hetzij dat zij zich niet durfden verlaten op hun goed recht, hetzij om andere reden, en werd de consul door hen aangeschreven om het arrest te doen opheffen en het Britse schip vrij te stellen van alle vervolging.

De heer Luscombe, de ganse toedracht der zaak kennende, en zich volkomen in staat achtende om daarover een juist oordeel te vellen, heeft dan ook niet geaarzeld de verantwoordelijkheid der zaak geheel op zich te nemen en op de ingeslagen weg te volharden, en hij heeft dien ten gevolge het genoegen mogen smaken zijne loffelijke en welberaden pogingen met zodanig gunstig gevolg bekroond te zien, dat de reders van het schip CORINTHIAN, ten gevolge ener schikking met hem, deze zaak hebben afgemaakt met betaling ener som van GBP 1050. Door deze handelswijze van de heer Luscombe zijn alzo de belanghebbenden te Amsterdam, ondanks hen zelve in bezit gesteld van een som, na aftrek der onkosten, van ruim NLG 10.000.

 

 

Datum vanaf: 1849
Kapitein: Oostero(o)m, Antonie van
College: Zeemanshoop, Amsterdam
Overige informatie: Zie 1843.

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1837-03-10
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: THEODORA & SARA
Schipper: Schut, Jan
Scheepstype: bark
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: THEODORA EN SARA. Het voorste schip vlak voor tewaterlating. Aquarel gemaakt in 1836
Collectie: Nederlands Scheepvaart Museum - Amsterdam
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Tewaterlating
Algemene informatie

1837

Op 17 maart 1837 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de THEODORA EN SARA, aangevraagd door B.W. van Straten, Amsterdam, voor kapt. J. Schut.

PGC 250437
Kapt. K.K. de Boer, van Bordeaux te Helvoet binnen, heeft op 5 april met O.N.O wind gezien een bark tonende de vlag van het College Zeemanshoop met Nr. 305, zijnde die van kapt. J. Schut, voerende het schip THEODORA EN SARA, van Amsterdam naar Batavia.
PGC 071137
Ter rede van Batavia lagen op 23 juli Zr.Ms. oorlogsbrik ORESTES en de civiele schoeners DORIS en CALYPSO, de barken MARGARETHA CATHARINA, kapt. J.H. Schippers (in lading naar Calcutta) en THEODORA EN SARA, kapt. J. Schut, in lading naar Amsterdam.
RC 251137
Rotterdam, 24 november. Straat Sunda doorgezeild het Nederlandse schip (opm: bark) MARGARETHA CATHARINA, van Batavia naar Calcutta.
Van Batavia zijn vertrokken de Nederlandse bark THEODORA SARA naar Amsterdam en het Amerikaans schip SAMARANG naar Nederland.
PGC 281137
Het schip THEODORA SARA (opm: bark THEODORA EN SARA), kapt. J. Schut, op 31 juli van Batavia naar Amsterdam vertrokken, zou volgens brief van Batavia van 12 augustus, te Bantam nog een gedeelte der lading innemen.
RC 051237
Rotterdam, 4 december. In de Javasche couranten tot den 26 augustus vindt men:
Straat Sunda zijn doorgezeild de Nederlandse schepen VROUW HENDRIKA en THEODORA SARA naar Amsterdam en BATAVIER naar Rotterdam.

1839

Op 22 maart 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de THEODORA EN SARA, aangevraagd door B.W. van Straten, Amsterdam, voor kapt. J. Schut.

1840

ZP 240440
De 24e april zijn te Amsterdam gearriveerd de schepen:
THEODORA EN SARA, kapt. J. Schut, van Batavia met thee, enz., liggende in het Oosterdok, HARMONIE, kapt. J. Addiks, van Suriname met suiker en katoen, liggende in het Oosterdok en PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. B. Ponstijn, (stoomschip) van Hull met manufacturen, liggende in de Nieuwe Brug.
AH 030640
Texel, 1 juni. Uitgezeild. THEODORA EN SARA, kapt. T. Schut, naar Batavia.

1841

AH 290141
Scheepstijdingen. Het schip THEODORA EN SARA, kapt. Schut, zou 14 oktober van Batavia naar Banlani vertrekken, om van daar, na de lading gecompleteerd te hebben, onmiddellijk naar Amsterdam te stevenen.
AB 170241
Carga lijsten. Batavia. THEODORA EN SARA, kapt. T. Schut, 2.619 b. en 480 v. koffij, 307 kann. Suiker, 607 sch. Tin, Nederlandse Handelmaatschappij.

1842

RC 260242
Rotterdam den 25 september. (opm: 25 februari)
Te St. Helena zijn van Batavia aangekomen de schepen STAD UTRECHT, kapitein F.P.J. Jaski, en THEODORA EN SARA, kapitein T. Schut; het eerste is den 3 en het laatste den 5 januari naar Amsterdam gezeild.

Op 9 april 1842 werd een Turkse pas verstrekt voor de THEODORA EN SARA, aangevraagd door B.W. van Straten, Amsterdam, voor kapt. J. Schut.

1843

Op 28 januari 1843 werd een nieuwe zeebrief alsmede een Turkse verstrekt voor de THEODORA EN SARA, aangevraagd door B.W. van Straten, Amsterdam, voor kapt. Thomas Schut.

AH 040143
Advertentie. A.F. Pflughaupt en B.H. Timmer Bzn., makelaars, zullen op dinsdag 10 januari 1843, des avonds ten zes ure, in den Brakke Grond, in de Nes, verkopen: 1089 stuks Java koe en Balihuiden, meer en min door zeewater beschadigd; van Batavia aangebracht, per de schepen THEODORA EN SARA, kapt. T. Schut, en PRINCE OF ORANGE, kapt. R. Deas. Liggende en te zien als bij notitie wordt aangegeven.

Op 9 december 1843 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de THEODORA EN SARA, aangevraagd door B.W. van Straten, Amsterdam, voor kapt. A. van Oosteroom.

1844

AC 291044
Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn de volgende bodems voor de maand november bevracht geworden, als:
Voor Amsterdam: THEODORA-SARA, VRIENDSCHAP, MARIA SUSANNA HENDRIKA, OLIVIER VAN NOORD en ELISA SUSANNA, beide laatste voor Rotterdam.

1846

Op 6 juni 1846 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de THEODORA EN SARA, aangevraagd door B.W. Starckeborgh van Straten, Amsterdam, voor kapt. A. van Oosteroom.

AH 100946
Advertentie. Op den 25ste augustus trof mij te Homburg boven Frankfort A/M de gevoeligste slag mijns levens, door het overlijden van mijn dierbaren echtgenoot den Wel Edel Gestrengen Heer Barend Willem van Starckenborg van Straten, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, in den ouderdom van ruim 42 jaren, mij nalatende drie kinderen, die met mij dit onherstelbaar verlies diep betreuren.
Amsterdam, 9 september 1846,
T.M. ten Cate,
Wed. B.W. van Starckenborg van Straten.

1847

RC 070847
Rotterdam den 6 augustus. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht geworden, de volgende schepen, als: Voor Amsterdam, SARA ALIDA MARIA, kapt. H.A. Tekelenburg; MARGARETHA SIMONETTA, kapt. F.J. Hoffman; FANNY, kapt. C.W. Flens; OOST-INDIA PACKET, kapt. B. Bakker Gz.; ANJER, kapt. G. Gerrits; THEODORA EN SARA, kapt. J.C. Berk(opm: J.C. Berg) en TIMOR (van Dordrecht), kapt. J. Koning.

Op 19 augustus 1847 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de THEODORA EN SARA, aangevraagd door de Wed. B.W. Starckeborgh van Straten, Amsterdam, voor kapt. J.C. Berg.

1848

OHC 050548
Ministerie van Koloniën. Staat van boedels en gelden, welke onder ultimo december 1846 meer dan vijf jaren onder het beheer der Weeskamer te Batavia zijn verbleven en toebehoren aan onbekende of afwezige erfgenamen, en welke enig en alleen bij de genoemde Weeskamer kunnen worden gereclameerd, waartoe de belangstellenden mitsdien worden verwezen.
Namen der erflaters: Arektander, Jurie, (druk / zetfout?)
Qualiteiten: Kok aan boord van het particulier schip THEODORA EN SARA.
Datum en plaats van overlijden: Overleden den 16de oktober 1838 in het hospitaal te Senang.
Sedert wanneer onder beheer der Weeskamer: Februari 1840.

1849

Op 8 mei 1849 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de THEODORA EN SARA, aangevraagd door Wed. B.W. Starckenborg van Straten, Amsterdam, voor kapt. A. van Oosteroom.

1851

NRC 221251
Rotterdam, 21 december. Den 18e dezer arriveerde te Plymouth, met verlies van boegspriet, kluiverboom en zware schade aan de boeg, het te Hull te huis behorende barkschip CORINTHIAN kapt. Spence, van Newcastle naar Carthagena bestemd, welke bodem de vorige dag in aanzeiling was geweest met het te Amsterdam te huis behorende barkschip THEODORA EN SARA (opm: bouwjaar 1837), kapt. A. van Oosterom, van Batavia naar die plaats bestemd.
De Shipping and Mercantile Gazette van de19e dezer behelst de volgende bijzonderheden, aan dat blad medegedeeld door de agenten van kapt. Van Oosterom:
De 17e dezer, ongeveer 8 ure des morgens, op dat ogenblik Goudstaart (opm: Start Point) in peiling N.N.O op ca. 8¾ mijlen afstands, stuurde de THEODORA EN SARA dicht bij de wind met stuurboord halzen zijn koers het Kanaal op, toen men het bovengenoemd over stuurboordszijde tegenliggende barkschip gewaar werd. Ongeveer ten 9 ure liep de CORINTHIAN de THEODORA EN SARA voor in de zijde, welke zij totaal verbrijzelde en daardoor de boeg geheel uit elkander zette. De Nederlandse bark liep onmiddellijk vol en zonk binnen een uur na het ongeval zo onverwacht, dat er ter nauwernood tijd was voor de equipage de boten uit te zetten, ten einde hun leven en dat der passagiers aan boord van de CORINTHIAN – waarmede zij alhier zijn aangebracht – te redden. Men heeft, uitgezonderd enige weinige kledingstukken, niets kunnen bergen. (opm: zie ook NRC 010252)

1852

NRC 010252
Rotterdam, 31 januari. Men leest in de Staats-Courant het volgende:
Reeds vroeger is medegedeeld, dat op de 17e december jl. het Nederlandse koopvaardijschip (opm: zie NRC 221251) THEODORA EN SARA, kapitein A. van Oosteroom, geconsigneerd aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij, op de terugreis van Batavia naar Amsterdam in het Britsch Kanaal door het Britse koopvaardijschip CORINTHIAN overzeild en ten gevolge daarvan gezonken was. De kapitein benevens de passagiers en het scheepsvolk werden echter gered en aan boord van evengenoemd Britsch schip behouden te Plymouth aan land gebracht.
De heer Luscombe, Nederlands consul in die haven, kennis genomen hebbende van de bijzonderheden, welke bij dit voorval hadden plaats gehad, en bespeurende dat er door de CORINTHIAN toebereidselen gemaakt werden om wederom in zee te steken, oordeelde het nodig onverwijld pogingen in het werk te stellen tot verkrijging van arrest op dat schip. Hij liet zich daarvan niet terughouden door de weigering van de Londense correspondenten der reders van de THEODORA EN SARA om de gevolgen daarvan voor hunne rekening te nemen, en nam dus de verantwoordelijkheid op zich van het gevraagd arrest, waartoe het bevel van het hof der admiraliteit niet lang achterbleef.
De reders van het verongelukte schip maakten evenwel zwarigheid de handeling des consuls goed te keuren, hetzij dat zij zich niet durfden verlaten op hun goed recht, hetzij om andere reden, en werd de consul door hen aangeschreven om het arrest te doen opheffen en het Britse schip vrij te stellen van alle vervolging.
De heer Luscombe, de ganse toedracht der zaak kennende, en zich volkomen in staat achtende om daarover een juist oordeel te vellen, heeft dan ook niet geaarzeld de verantwoordelijkheid der zaak geheel op zich te nemen en op de ingeslagen weg te volharden, en hij heeft dien ten gevolge het genoegen mogen smaken zijne loffelijke en welberaden pogingen met zodanig gunstig gevolg bekroond te zien, dat de reders van het schip CORINTHIAN, ten gevolge ener schikking met hem, deze zaak hebben afgemaakt met betaling ener som van GBP 1050. Door deze handelswijze van de heer Luscombe zijn alzo de belanghebbenden te Amsterdam, ondanks hen zelve in bezit gesteld van een som, na aftrek der onkosten, van ruim NLG 10.000.

Op 8 juni 1852 werd de zeebrief van de THEODORA EN SARA door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar Den Haag geretourneerd onder vermelding ‘schip is verongelukt’, waarna op 10 juni 1852 royement volgde.

 

Akten

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1835.14

deel VII, foto 1- 033, 034
CEDULE

Naam schip THEODORA EN SARA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 11 mei 1835

type schip bark

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Barend Willem van Straten, zeehandelaar te Amsterdam, enig eigenaar
te voeren door kapt. Jan Schut

grootte in tonnen 156 lasten of 295 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd buiten de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 11 mei 1835

nummer registratie deel 31, folio 80, verso, vak 3

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door de bovengenoemde eigenaar
De vorige zeebrief werd op 30 april 1835 ingeleverd bij de ontvanger te Amsterdam
(opm: zie ook acte 6 van 1837)


researcher/datum research: ML / 290116

Naam THEODORA EN SARA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1835
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1837 – no. 6

BIJLBRIEF Theodora en Sara

plaats en datum acte Amsterdam, 11 maart 1837

type schip barkschip

kapitein

Bouwwerf Jan Nieveen, scheepsbouwmeester te Amsterdam,
Werf de Walvisch

Eigenaar W. van Straten, Amsterdam

te voeren door kapt. Jan Scheel

grootte in tonnen 180 lasten

tuigage / aantal dekken 2 dekken

afmetingen 29,80 x ,72 x 4,49 m hol

kiellegging 1 juli 1836, stevens gerecht 9 augustus 1836

tewaterlating 6 december 1836

plaats / nr van registratie Amsterdam, deel 33 folio 215 recto vak 3

datum registratie 13 maart 1837

notaris

prijs

bijzonderheden meetbrief No. 33 d.d. 9 maart 1837, van scheepsmeter
P.A. Dronrijp


Naam THEODORA & SARA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1837
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1837.6

deel VII, foto 1- 086
CEDULE

Naam schip THEODORA EN SARA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 14 maart 1836

type schip niet vermeld

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Barend Willem van Straten Amsterdam (boekhouder en 1/2e part) en H. Krieger Schumer, Amsterdam (1/2e part)

te voeren door kapt. Jan Schut

grootte in tonnen 180 lasten of 340 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten en twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 14 maart 1837

nummer registratie deel 33, folio 217, recto, vak 6

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de beide bovengenoemde eigenaren en ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Barend Willem van Straten, voor zich en zijn mede-eigenaar.






researcher/datum research: ML / 080216

Naam THEODORA EN SARA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1837
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS 198.3170.1847.26
foto IMG 2824 - 2827

CEDULE

Naam schip THEODORA EN SARA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 11 augustus 1847

type schip bark

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Wed. B.W. van Starckenborg van Straten, Amsterdam (boekhouderesse en 1/2e part)
H. Krieger Schumer, Amsterdam (1/2e part)

te voeren door kapt. J.C. Berk

grootte in tonnen 180 lasten of 340 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 14 augustus 1847

nummer registratie deel 54, folio 96, recto, vak 3

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de oorspronkelijke bijlbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De eed wordt afgelegd door Adriaan Anthonie Vinju, Amsterdam, voor en namens de beide bovengenoemde eigenaren.



researcher/datum research: ML / 220916

Naam THEODORA EN SARA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1847
Toegang 198
Inventaris 3170

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
Gemeente archief Amsterdam archiefnummer 5074 – 1420 – 1837 – no. 6
Dhr. S. Parma, Hilversum.
www.wiewaswie.nl
AB = Avondbode
AH = Algemeen Handelsblad
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeepost

Jaar: 1835
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer AMS 5074.1417.1835.14 - deel VII, foto 1- 033, 034

Jaar: 1836
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer AMS 5074.1417.1837.6 deel VII - foto 1- 086

Jaar: 1847
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer AMS 198.3170.1847.26 - foto IMG 2824 - 2827
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk