Inloggen
VASCO DA GAMA - ID 9582


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1824-01-22 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830
Onder Nederlandse Vlag tussen:1832-02-06 / 1844-12-02 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1824
Nat. Official Number: 81 ROTT 1841
Categorie: Passenger-/cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, oak, sheathed with copper
Construction Data

Scheepsbouwer: Louis Lecarpentier, Antwerp, Netherlands
Launch Date: 1823-00-00
Delivery Date: 1824-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 166.00 lasts
Gross Tonnage 2: 307.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 29.00 Meters Registered
Beam: 5.18 Meters Registered
Depth: 4.60 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1824
Datum agenda: 1824-01-22
Register nr: 18240025
Scheepsnaam: VASCO DA GAMA
Type: Cargo
Lasten: 162
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Cock & Fr
Plaats: Gent
Kapitein op moment van verzoek: Bezemer, Ary
Opmerkingen: Eerste zeebrief
binnenslands gebouwd; destinatie pas Batavia

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1824-00-00 VASCO DA GAMA
Manager: N.J. de Cock & Frère, Gent, Netherlands
Eigenaar: N.J. de Cock & Frère, Gent, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Gent / Netherlands

Date/Name Ship 1832-02-06 VASCO DA GAMA
Manager: Nicolas Joseph de Cock, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Nicolas Joseph de Cock, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs NLG 11.000,-

Date/Name Ship 1841-07-12 VASCO DA GAMA
Manager: Firma W. & J. Hoogendijk & Co. (scheepsbouwers), Capelle aan den IJssel, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma W. & J. Hoogendijk & Co. (scheepsbouwers), Capelle aan den IJssel, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Capelle aan den IJssel / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs NLG 10.400,-

Date/Name Ship 1842-05-31 VASCO DA GAMA
Manager: Willem Cornelis Versluijs, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs NLG 14.000,-

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren van het fregat VASCO DA GAMA 12 juli 1841:

W.C. Versluijs 9/32e
10/32e firma W. & J. Hoogendijk & Co.
13/32e onbekend.

Eigenaren van het fregat VASCO DA GAMA 31 mei 1842:

Willem Versluys, reder te Rotterdam (9/32e part)
W. & J. Hoogendijk & Co, scheepsbouwers te Capelle a/d.IJssel (5/16e part)
Weduwe Wilhelmina Anes, geboren Pieterman, Rotterdam (5/32e part)
Pieter Cool, particulier te Rotterdam (1/8e psrt)
Firma J. & J.M. Voorhoeve, makelaars te Rotterdam (1/16e part)
Bastiaan Mijnlief, particulier te Capelle op d’IJssel (1/16e part)

Ship Events Data

1838-04-07: Damaged
Op 7 april 1838 heeft de VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, op de Bol van de Hinderd (Goeree) het roer afgestoten.
1844-12-02: Final Fate: Condemned

Op 2 december 1844 is de VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner, na opgelopen schade, te Macao afgekeurd en verkocht. Mogelijk gesloopt.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

In 1824 was A.Bezemer gezagvoerder van het Antwerpse fregat de “Vasco de Gama” (130 lasten, gebouwd te Antwerpen). De boekhouder was N.& J. de Cock & Frères te Gend012.

In 1824 was A.Bezemer gezagvoerder van het Antwerpse fregat de “Batavia” (250 lasten). De boekhouder was N.J.L.de Wael012.

 

Bouma025 vermeldt A.Bezemer als gezagvoerder gedurende:

*    1824 t/m 1828 op het 3/m schip “Vasco di Gama”, gebouwd in 1823 te Antwerpen, 307 ton o.m., varend voor N.J.de Cock te Gent; (het schip werd in 1823 gebouwd onder toezicht van Pieter Bezemer (de vader van Ary)068.

Ook bij Bouma de opgave van kapitein Bezemer (zonder initiaal) van/in:

*    1819 t/m 1827 op het 3/m schip “l’Auguste”, gebouwd in 1812, geen bouwplaats vermeld, 380 ton o.m., geen rederij vermeld.

deze opgaven kloppen niet vanwege de overlappende perioden. Zou er sprake zijn van twee verschillende personen?

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Arij Bezemer als gezagvoerder van de:

“Auguste”, dd 07 oktober 1819.

 

Overige bijzonderheden

Per 15 december 1824 werd Johan Hendrik Rolman als ligtmatroos  vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart geplaatst op de “Vasco di Gama” onder gezag van kapitein Bezemer voor een reis “naar Batavia voor Antwerpen”. Hij keerde op school terug op 09 juli 1826004-532/1451.

Ary Bezemer was de zoon van de laatste Schiedamse walvisvaarde Pieter Bezemer. Hij trad in 1795, tegelijk met zijn vader, in ‘s lands dienst en was reeds in 1808 opgeklommen tot de rang van eerste luitenant. “Van 1814 tot 1816 voer hij als kapitein op de Rotterdamse brik Atalanta op reizen naar Lissabon en New York. Na een korte diensttijd in de marine keerde hij het volgend jaar terug naar de koopvaardij. Tot 1826 commandeerde hij voor N.J.de Cock, de grootste reder van Antwerpen en wellicht het gehele koninkrijk, de schepen Fanny, Auguste, en Vasco da Gama. Met deze schepen maakte hij twee reizen naar Brazilië en vijf naar Oost-Indië. Met de Vasco da Gama reisde hij bovendien naar Japan. Bezemer was ongetwijfeld de meest ervaren Schiedammer in de oostindische vaart, maar hij was bij het uitbreken van de Belgische opstand in 1830 ... weer in actieve dienst bij de marine getreden. Van 1832 tot 1850 was hij inspecteur van uitrusting, levensmiddelen en kleding. Drie jaar na zijn ontslag stierf hij, met de titulaire rang van schout-bij-nacht039.

 

A.Bezemer was kapitein der zee, Ridder der beide Nederlandse Orden en Inspecteur van uitrusting, levensmiddelen en kleding. Die “Nederlandse Orden” zijn eretekens. “Hij snelde in den jare 1813 van de eerste toe, om het dierbaar Vaderland het vreemde juk te helpen afwerpen, waaronder het zoo lang gebukt ging, en was bevelhebber van een corps van 600 man, op de voorposten bij den Helder. Bij het Bombardement van Antwerpen, den 27sten October 1830, was hij eerste officier op Z.M. Fregat Euridice.”068

 

Pieter Bezemer leed op een Groenlandse Walvisvaardersreis schipbreuk in 1789. “Hij deed naderhand nog vijf reizen op Groenland , en nam zijn oudste zoon, den tegenwoordigen Kapitein ter Zee, op vier derzelven, als Kajuitwachter mede.”068.

 

Pieter Bezemer diende in 1800 als kadet bij zijnen vader op de Brigantijn Maasnymph, “welke des winters in de haven van Brielle  lag”.

(Vermoedelijk) A.Bezemer verzorgde per 11 februari 1817 vanuit Texel met de “Auguste” een troepentransport van 20 officieren en 91 manschappen naar Batavia. Aankomstdatum en reisduur niet vermeld.065*.

Ten aanzien van deze melding geeft André Delporte in een e-mail dd 23 april 2006 het volgende commentaar:

Hij heeft zijn twijfel over een mogelijk troepentransport want zijn gegevens luiden a.h.v.:

Het schip werd in vermoedelijk in 1812 in New York gebouwd als “Othello”, op 30 oktober 1818 voor f 15.000,- door F.W.Barthaus , Reineke & Jr te Amsterdam verkocht aan de Cock te Gent en herdoopt als “Auguste”. De eerste kapitein in 1818 was J.Grevelink en voer in de periode 1819 1823 onder kapitein Ary Bezemer. Verderebijzonderheden onder deze kapitein zouden zijn:

13 november 1819 quitte Texel pour Batavia où arrive le 27/2/1820 et quitte le 1/5 pour Anvers (zie het gemelde troepentransport hierna)

17/8/1820: offert en vente à Anvers pas Ch.Bréquignet et T. van Goorlaecken. 25/11/1820: quitte Flessingue pour Batavia où arrive le 29/3/1821. 16/5/1821: quitte Anvers pour Padang; quitté le 20/7 pour Batavia; quitte le 22/9 pour Anvers où rentre le 15/1/1822; 1/5/1822 quitte Flessingue pour Batavia où arrive le 9/8; quitte le 21/10 pour Anvers.

In de periode juni 1823/1828 was een J.Andersen de gezagvoerder.

A.Bezemer verzorgde per 13 november 1819 vanuit Texel met de “Auguste” een troepentransport van 4 officieren en 100 manschappen naar Nederlands 0ost-Indië. Aankomstdatum en reisduur niet vermeld.065.

(is dit hetzelfde schip als de “l’Auguste” van hiervoor?)

Van Sluijs013 vermeldt 4 maal een schip met de naam “l’Auguste”, maar het is niet duidelijk of dit steeds hetzelfde schip betreft. Er komen de volgende aantekeningen voor:

“Asd Cour. Texel 12 Nov. 1819  uitgezeild met troepen naar Batavia  Kapt. A.Bezemer, 27 Febr. 1820 te Batavia gearriveerd”.

 

“Asd. Cour . 29/3 1821 l.Auguste  Kapt. Arij Bezemer van Antwerpen te Batavia

“            4/1 1822            “            “               “        “   Batavia te Antwerpen”

 

Rotterdamsche Courant 28 januari 1817114

Amsterdam, 26 januari. Te Dartmouth is met verlies van anker en een weinig schade aan de zeilen binnengelopen het brikschip ATTALANTE, kaptein Bezemer, van Rotterdam naar Marseille.

 

Dordrechtse Courant 18 februari 1819114

Vlissingen, 14 februari. Heden zijn voor Antwerpen alhier ter rede gekomen: de VROUW ETJE, kapt. H.Y. Mertens, van Nantes, met wijn, en FANNY, kapt. A. Bezemer, van Rio-Janeiro, met stukgoederen. …

 

Rotterdamsche Courant 19 februari 1820114

Amsterdam, 17 februari. Kapitein Jan Scholtijs, voerende het schip SAMARANG, van Batavia den 10 februari in Texel binnen, rapporteert, dat hij van Kaap de Goede Hoop tot door de Linie (opm: evenaar) goed weer heeft gehad, doch van de Azorische Eilanden (opm: Azoren) tot in het Kanaal met aanhoudende stormen en orkaanbuijen heeft moeten worstelen, waardoor hij veel verlies van zeilen en schade aan het tuig geleden heeft; ook is het bovenschip door de werking vrij wat ontzet, waarom hij vreest, dat de tussendekslading beschadigd zal zijn.

Voorts heeft gemelde kapitein Scholtijs den 9 december 1819, op 5º10’ N.B. en 22º W.L. gepraaid het schip l’AUGUSTE, van Gent, kapt. Arij Bezemer, den 13 november 1819 met troepen uit Texel naar Batavia gezeild; alles was aan boord in de volmaaktste welstand.

 

Rotterdamsche Courant 27 juli 1820114

Advertentie. Verkoping te Antwerpen, den 17 augustus 1820, van het extra ordinair schoon en welbezeild gekoperd Fregatschip, genaamd den AUGUSTE, lang over steven 109 voet, breed van en tot binnen boord 22 voet, diep 18 voet, alle Rijnlandse maat; met zijne masten, rondhouten, staande en lopende want, zo als hetzelve is liggende in de Tweede Bassin (opm: het latere Willemdok), te Antwerpen.

Nadere informatie bij de makelaars Charles Bréquigny en R. van Goorlaecken, aldaar.

 

Rotterdamsche Courant 29 juli 1820114

Rotterdam, 28 juli. Volgens brief van Batavia, tot den 28 februari, was aldaar den 24 gearriveerd het schip COLUMBUS, H. van Uijen, en den 27 dito het schip l’AUGUSTE, Besemer, beiden van Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 25 januari 1821114

Amsterdam, 23 januari. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 19 januari:

Het schip FANNY (opm: driemaster FANNY, thuishaven Gent), van Antwerpen naar Batavia, is den 22 september 1820 gepraaid.

Den 18 dezer heeft het schip (opm: fregat) DELPHINA, kapt. J. Boelen, van Batavia naar Antwerpen, te Cowes binnengelopen, de reis voortgezet.

Het schip PHILOTAIRE, Carron (opm: brik PHILOTAXE, kapt. Félix Corran, thuishaven Antwerpen), van Viginie (opm: waarschijnlijk Virginia, VS) naar Antwerpen, was op de hoogte van Falmouth.

 

Bataviasche Courant 19 mei 1821114

Batavia, 19 mei.

….Den 12 mei vertrok van hier naar Palembang Zr.Ms. brik JACOBA ELIZABETH, commandant 1e luit. Elgenhuizen; den 13 mei het Nederlandse schip ELIZABETH JOHANNA, kapt. W. Lucas, naar Palembang; den 16 mei het Nederlandse schip L. AUGUSTA, kapt. A. Bezemer, naar Padang; den 17 mei de Nederlandse brik HINGTAY, kapt. Tio Sokko, naar Bencoelen en Zr.Ms. fregat DAGERAAD, commandant kapt.luit. W. Tieman, koersstellende om de Noord, en den 18 mei het Nederlandse schip MARIA LOUISA, kapt. L. Heijkoop, naar Sourabaija.

 

Bataviasche Courant 04 augustus 1821114

Aangekomen te Batavia:

27 Juli Ned. schip AUGUSTE, A. Bezemer, van Padang den 20 juli…..

 

Rotterdamsche Courant 22 januari 1822114

Amsterdam, 20 januari. Kapt. A. Bezemer, voerende het schip l’AUGUSTE, den 22 september van Batavia vertrokken en den 15 januari te Antwerpen gearriveerd, heeft den 24 september bij het eiland Cracatao (opm: Krakatau), in de Straat Sunda, in goede staat gepraaid het schip BETSEIJ EN CAROLINA, kapt. C. Schröder, met troepen van Amsterdam naar Batavia…..

Delporte – Luik voegt toe: kapr. Ary Bezemer AUGUSTE van De Cock, Gent, 3-mast schip van 343 ton, bouwjaar 1812

 

Rotterdamsche Courant 09 mei 1822114

Rotterdam, 8 mei.

….en van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild l’AUGUSTE (opm: driemaster, thuishaven Gent), A. Bezemer, naar Batavia; de VROUW ELLINA, J.R. Berg, en de VROUW GEZINA, D.J. Greeven, naar Londen; de HENRIETTE. M. Erichsen, naar Rio Janeiro; de TWEE GEBROEDERS (opm: smak), H.A. Nieberding, naar Lissabon; LOUISE, D.T. Budig, naar Hull; AURORA, S.J. Brouwer, naar Hull, en de VROUW MARIA, H.J. Ricke, naar Lissabon.

 

Bataviasche Courant 13 juli 1822114

Uit een bij ons ontvangen scheepslijst delen wij de volgende berichten mede:

Te Texel binnengevallen de schepen JAN EN CORNELIS, kapt. J. Duif, den 16 februari; ONDERNEMING, kapt. Lelts (opm: H.Murk Lelsz), den 20 februari; NORDLOH, kapt. J.H. Breukemeijer, den 15 februari.

Te Helvoet ANNA, kapt. C.R. Stolte, den 17 februari.

Te Antwerpen AUGUSTA, kapt. A. Bezemer, den 15 januari; COROMANDEL, kapt. J.B. Osgood, den 30 januari.

 

 

Datum vanaf: 1824
Kapitein: Bezemer, Ary
Overige informatie: 0

zie ook bij T.Versluis

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Ths. W. Versluijs was met vlagnummer R77 in de periode 1834 t/m 1852 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

Kapitein Th.W.Versluijs was permanent commissaris van 1837,1838, vice-president van 1839-1840 en president van de Maatschappij van 1841-1845058.

Oud-kapitein Th.W.Versluys werd c.1840/1841 gekozen als president van het Rotterdamse zeemanscollege "Tot Nut der Zeevaart" als opvolger van kapitein F.van den Berg032.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de ledenlijst van het Jaarverslag 1849 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein Th. W. Versluijs met vlagnummer R77 zonder vermelding van schip of reder058.

 

In 1824 was J.Versluijs gezagvoerder op de Antwerpse brik "Rubbens"(sic) (150 lasten). De boekhouder was M.Joostens012-p.68.

Kapitein Versluijs zou ook al in 1822-1823 als gezagvoerder op de "Rubens"(sic) hebben gevaren volgens (niet op dag genoteerde) meldingen in de Amsterdamsche Courant013. Kennelijk ook nog nà 1823 kapitein van de Rubens.

 

Bouma025 vermeldt T.Versluijs als gezagvoerder gedurende:

*   de “Rub(b)ens wordt niet vermeld bij Bouma.

*   1828 t/m 1834 op het 3/m schip “Vasco di Gama”, gebouwd in 1823 te Antwerpen, 307 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Gent;

*   1835 t/m 1837 op de bark “Wijnhandel”, gebouwd in 1834 te Rotterdam, 700 ton o.m., varend voor L.F.de Bruyn (te Rotterdam?).

 

Overige bijzonderheden

Op 28 mei 1824 werd Pieter Burghgraaf als ligtmatroos geplaatst op de Rubens onder kapitein F.Versluis voor een reis naar Batavia vanuit Rotterdam004-531/1393(zie ook Burggraaff).

Andries Stokvliet werd per 09 september 1825 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op het schip de Rubens onder kapitein F.H.Versluis voor een reis van Rotterdam naar Batavia. Hij keerde op school terug op 09 oktober 1826004-532/1464.

De F en F.H zouden Th. geweest kunnen zijn.

 

Th. Versluys verzorgde per 08 december 1825 vanuit Vlissingen met de “Rubens” een troepentransport van 4 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 20 april 1826 na 133 dagen, waarbij 1 militair onderweg was overleden.

Op 18 juli 1828 vertrok hij van Vlissingen met de “Vasco di Gama” met een transport van 2 officieren en 120 manschappen. Hij arriveerde op 13 november 1828 na 118 dagen te Batavia met het complete detachement.

Met ditzelfde schip vertrok hij op 25 september 1829 wederom uit Vlissingen met 2 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 09 januari 1830 na 106 dagen met het complete detachement065.

Hij verzorgde per 01 juli 1835 vanuit Hellevoetsluis met de “Wijnhandel” een transport van 5 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 22 oktober 1835 na 113 dagen065*.

 

     In een e-mail dd 02 januari 2002 meldt Luc van Coolput, Ninove, België het volgende:

“T. Versluys

Ook over deze kapitein bezit ik geen enkel genealogisch gegeven. Op 8 april 1824 kwam de brik RUBENS uit Charlestown in Antwerpen aan met een lading rijst en katoen. De kapitein was “Versluys”. Vervolgens vind ik dat “Th.Versluys” kapitein was van het volschip VASCO DA GAMMA (gebouwd in Antwerpen in 1823) dat op 12 november 1828 uit Antwerpen met troepen in Batavia was aangekomen. Op 19 november verliet de VASCO DA GAMA Batavia met bestemming Samarang en Sourabaya en legde op 5 maart 1829 tijdens de terugreis in St.Helena aan en was op 4 mei terug in Antwerpen. Bossenbroek vermeldt dat de VASCO DA GAMA op 25 september 1829 terug naar Batavia vertrok met troepen en met Th.Versluys als kapitein. Volgens mijn gegevens had echter Brandaris het bevel overgenomen van de VASCO DA GAMA en was Versluys overgegaan naar de DELPHINE, waarmee hij reeds op 20 juni 1829 naar Batavia vertrokken was en ginds op 28 oktober aankwam. Op de terureis met de DELPHINE liep hij wegens averij Mauritius binnen op 7 januari 1830 en kwam op 26 maart in Vlissingen aan en was vervolgens in Antwerpen. Het schip werd dan, zoals reeds eerder gemeld, onttakeld. Versluys lijkt tijdens de revolutie en tijdens het gehele jaar 1831 in Antwerpen gebleven te zijn. Het enige wat mij verder bekend is, is dat Versluys op 25 februari 1832 uit Antwerpen vertrok met bestemming Rotterdam als kapitein van het volschip STAD GENT (gebouwd in Antwerpen in 1839). De STAD GENT voer dan verder onder Nederlandse vlag als PRINS VAN ORANJE. Op dezelfde dag was kapitein Jan van der Zweep met de JAVA eveneens naar Rotterdam vertrokken.”.

 

Ontleend aan:

“Reizen rond Kaap Hoorn onder Nederlandse vlag. Overzicht vanaf de ontdekking in 1616 tot het einde van de Nederlandse grote zeilvaart in 1911”. door H.Hazelhoff Roelfzema. Uitgave Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarder, 2010, 88 pp plus Bijlage met een Chronologisch Register van Reizen van 1616 tot 1911.

p.48-49: “Een brik onder twee vlaggen 1830-1835. Flora”.”

In het Antwerpsch Nieuwsblad van 28 februari 1832 staat:

“Voorleden zaterdag zijn vertrokken met ballast, twee Oost-Indisch-vaerders, in deze haven gebouwd, genaemd de STAD GENT van 1100 tonnen en de JAVA van 900. Deze schepen behoorende aan het huys N.J. de Cock, gingen naar Rotterdam, alwaer gemeld huys zich sedert de omwenteling heeft gevestigd”.

In hetzelfde blad dd 17 maart staat:

“De (Vlaamse) matroozen van de oost-indisch-vaerders de Stad Gent en Java welke hier (in Antwerpen) zyn teruggekomen, zyn ten getale van dertien.

Indien men een dagblad dezer stad wil geloven, zouden de twee hollandsche kapiteynen die matroozen onder schoone beloften in dienst hebben genomen, alleenlyk om de schepen den stroom te doen afzakken en met beloften van hun niet af te danken, gelyk zy vreesden. Maer nauwelyks waren zy onder de (Nederlandse) kanonneer-booten (die zich van Antwerpen naar Lillo en Vlissingen hadden teruggetrokken) , of Versluys en van der Zweep, de twee kapiteynen, niets van de Belgen meer vreezende, begonnen de matroozen beestagtig te beschimpen; in het gezigt van Vlissingen wierd de belgische vlag door die twee lafaards afgescheurd en door de hollandscche vervangen. Na acht dagen te Vlissingen te hebben doorgebragt, onder geduerig vloeken van Versluys, wierden zy schielijk afgedankt en door de policie buyten de stad gebragt, zonder eene duyt voor reyskosten of arbeyd te hebben ontvangen …”

 

In een akte te Pekela 1829-23 dd 22 o5 1829 meldt Theodoor Versluijs, gezagvoerder van de Vasco da Gama, het overlijden door over boord slaan van de opperstuurman Albert Koops uit Oude Pekela op 21 februari 1829.150

 

Rotterdamsche Courant 24 augustus 1822114

Rotterdam, 23 augustus. Van Vlissingen meldt men van den 20 augustus:

Sedert onze laatste zijn van de rede naar zee gezeild de schepen de VIJF GEBROEDERS, B. Bosschers, van Amsterdam, en de LIEFDE, S. Koorn, van Rotterdam, beiden naar Duinkerken gedestineerd; van Antwerpen l’ÉCLAIR, J.A. Schoneveld, naar Marseille, LEONTINE, M.F. le Lasseur, naar de Havana; RUBENS, Th. Versluijs, en DELPHINA, J. Boelen, naar Batavia; ISABELLE LOUISE, P.J. Eggers, naar Villa-Nova; le CHARLES, O.H. Arends, naar Liverpool; de VROUW ANNA, K.A. Bos, naar Glasgow; de VROUW ANNEGINA, H.J. Potjer, en ROSALIA, R.R. de Haan, naar Liverpool; de VROUW HENDRIKA, .J. Schuring, naar Londen; de TWEE GEBROEDERS, W.R. Lukens, naar North Shields; de OOSTERSTAR, J. Moller, naar Bergen; CONFIANCE, P. Tupper, naar Messina; la VIERGE MARIE, J. de Meire, naar Liverpool.

Op de rede zijn aangekomen la BELLE ALLIANCE, P. Collas, van Rio-Janeiro; de VROUW GEZINA, E.J. Dik, van Liverpool en la LÉGÈRE, J.M. Bled van Trinidad, naar Antwerpen bestemd.

 

 

Datum vanaf: 1826
Kapitein: Versluys, Theodorus W.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

C.Brandaris werd c.1784 geboren op Vlieland079.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Brandaris was met vlagnummer 105 in de periode 1826-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 en van Sluijs013 vermelden geen kapitein Brandaris op een schip met de naam Delphin(e).

Overige bijzonderheden

C.Brandaris verzorgde per  22 juli 1826 vanuit Vlissingen met de “Delphine” een troepentransport van 2 officieren en 50 manschappen. Hij arriveerde in Batavia  op 10 november 1826 na 111 dagen.

Met hetzelfde schip voer hij wederom van Vlissingen uit op 12 juni 1827 en een detachement van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde op 21 september 1827 na 101 dagen . Onderweg was 1 militair overleden065.

 

Bossenbroek065 vermeldt op p. 70

“Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de … Delphine“065.

 

 

Datum vanaf: 1829
Kapitein: Brandaris, C.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.T.de Boer als gezagvoerder gedurende:

  • 1833 t/m 1834 van het fregat “Vasco di Gama”, gebouwd in 1823 te Antwerpen, 307 ton o.m., varend voor N.J.de Cock te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Javasche Courant 11 juni 1833114

Uit berichten van St. Helena, lopende van de 1e januari tot de 18e maart j.l. blijkt, dat aldaar waren aangeweest de onderstaande Nederlandse schepen:

De 23. januari het schip ANTHONY, kapt. H. Bruhn, van Canton naar Rotterdam.

De 26. januari het schip GEZUSTERS, kapt. J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.

De 27. januari het schip TWEE CORNELISSEN, kapt. J. Reinhardt, van Batavia naar Amsterdam, en het schip WILLEM, kapt. A. Plug, van Batavia naar Rotterdam.

De 28. januari het schip ASIA, kapt. J. Boot, van Batavia naar Middelburg.

De 30. januari het schip VASCO DA GAMA, kapt. P. de Boer, van Batavia naar Rotterdam.

De 16. februari het schip DORTENAAR, kapt. P. Kraaij, van Batavia naar Dordrecht.

De 28. februari het schip MARCO BOZZARIS, kapt. J.G. Adriaan, van Batavia naar Amsterdam.

De DORTENAAR en de MARCO BOZZARIS waren ten gevolge van orders uit Engeland onder embargo gelegd. Kapt. P.Kraaij van de DORTENAAR was ten gevolge van een val van zijn paard op de 23 februari, 11 dagen later overleden

 

 

 

 

 

Datum vanaf: 1832
Kapitein: Boer, P.T. de
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

C.Brandaris werd c.1784 geboren op Vlieland079.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Brandaris was met vlagnummer 105 in de periode 1826-1830 lid van het Antwerpse zeemanscollege “Tot Nut der Zeevaerd”108.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

De schepen van de kapitein

Bouma025 en van Sluijs013 vermelden geen kapitein Brandaris op een schip met de naam Delphin(e).

Overige bijzonderheden

C.Brandaris verzorgde per  22 juli 1826 vanuit Vlissingen met de “Delphine” een troepentransport van 2 officieren en 50 manschappen. Hij arriveerde in Batavia  op 10 november 1826 na 111 dagen.

Met hetzelfde schip voer hij wederom van Vlissingen uit op 12 juni 1827 en een detachement van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde op 21 september 1827 na 101 dagen . Onderweg was 1 militair overleden065.

 

Bossenbroek065 vermeldt op p. 70

“Uit het inschepingsregister en de litteratuur zijn mij veertien meer of minder ernstige gevallen van muiterij of pogingen daartoe bekend, die zich in deze periode tijdens het vervoer van koloniale soldaten naar Indië hebben voorgedaan. Ze vonden plaats aan boord van de … Delphine“065.

 

 

Datum vanaf: 1833
Kapitein: Brandaris, C.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jan Hendrik Zeeman werd geboren te Rotterdam op 15 oktober 1797 als zoon van de Lutherse Frederik Zeeman en Christina Schell

Hij was getrouwd met Elisabeth van de Koppel, geboren 02 april 1804 (of 1809?) te ‘s Gravendeel en overleden 19 februari 1882. Jan veranderde van beroep op 01 mei 1855.

Het gezin woonde te Rotterdam o.a. aan de Lijnbaanstraat Wijk 15 nr. 223. Één van de kinderen was de latere gezagvoerder Christiaan Frederik Zeeman (zie aldaar)

Jan Hendrik overleed op 20 februari 1858 aan de Wijnbrugstraat Wijk 1 nr. 460. Bij zijn overlijden is als woonplaats Rotterdam opgegeven.003, 005 en 118

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.Zeeman werd met vlagnummer 395 per 19 augustus 1834 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op voordracht van kapitein B.J.Martens. Toegevoegd is “overleden”.002

In de Algemene Vergaderingen van Zeemanshoop van 12/19 augustus 1834 werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Johan Hendrik Zeeman, oud 37 jaar, voerend het schip “Vasco de Gama”, wonend te Rotterdam en met als adres J.Bondix te Amsterdam, op voordracht van kapitein B.Martens. Zijn vlagnummer werd 395.023

Jan Hendrik werd per 06 juni 1837 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003

 

J.H.Zeemans was met vlagnummer R123 in de periode 1842 t/m 1849 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege “Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Van 1849 t/m 1858 was hij lid voor de vlag, hetgeen betekende dat hij wel de vlag mocht voeren, maar bepaalde rechten verspeelde.

 

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 01 april 1858 vraagt de wed. J.H.Zeeman, geb. v.d Koppel om een uitkering, die haar in de vergadering dd 29 april 1858 wordt toegekend ingaande 01 mei 1858.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 november 1875 wordt een verzoek om een extra toelage door de wed. J.H.Zeeman geb. van de Koppel afgewezen.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 18 mei 1858 wordt gemeld dat aan de wed. van kapitein J.H.Zeeman geb. van de Koppel een uitkering is toegekend per 01 mei 1858.023

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 28 december 1875 staat vermeld dat een verzoek van de wed. J.H.Zeeman geb. van de Koppel om een extra toelage is afgewezen.023.

 

In het Jaarverslag 1849 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart te Rotterdam staat vermeld dat hij honorair lid is geworden.

In het Jaarverslag 1858 staat zijn overlijden vermeld.058

 

De schepen van de kapitein

Op monsterrol nr. 468 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd 26 november 1830 wordt gemeld J.H.Zeeman, oud 33 jaar, wonend te ’s Gravendeel met een gage van f 65,- per maand als 1ste stuurman op de “Stad Dordrecht”, varend onder kapitein Klaas Schinkel.

 

lidmaatschap college “Zeemanshoop” te Amsterdam:

vlag             jaren              type          scheepsnaam             reder/boekhouder

395           1834-1835         fregat        Vasco de Gama         geen opgave

                  1836-1838         fregat        Vasco de Gama         N.J. de Cocq te R’dam

                  1839-1841 `       bark          Java                             idem

                    1842              fregat        Emanuel                     idem

                  1844-1852         bark          Jan Daniél                   W.Ruys JDz te R’dam

                    1853              bark          Doelwijk                     idem

89            1854-1857         geen vermelding van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart staat kapitein J.H.Zeeman met vlagnummer 123 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*      1849, 1851                 bark “Jan Daniël”      334 last           varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam

*      1855                            geen vermelding van schip en boekhouder

 

J.H.Zeeman was in 1854 gezagvoerder van het 3/mastscchip de “Doelwijk”, 725 ton, gebouwd in 1849/1850 bij Fop Smit aan de Kinderdijk van rederij W.Ruys JDz te Rotterdam.

“… op 21 april 1854 op weg van Sydney naar Batavia bij zware storm op Kenn Rocks (Torres Strait – Great Barrier Reef) gelopen en verloren; Bemanning na veel lijden in open boten door een ander schip gered; één man verloor het leven”024.

 

Bouma025 vermeldt J.H.Zeeman als gezagvoerder gedurende:

*      1835 t/m 1838 van het fregat “Vasco de Gama”, gebouwd in 1823 te Antwerpen, 307 ton, varend voor N.J. de Cock te Rotterdam;

*      1840 t/m 1842 van het fregat “Java”, gebouwd in 1840, bouwlocatie niet vermeld, 500 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam;

*      1842 t/m 1843 op het 3-m schip “Emmanuel”, gebouwd in 1834, 869 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam. Het schip werd verkocht naar België;

*      1845 t/m 1854 van de bark “Jan Daniël, gebouwd in 1841 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;

*      1854 van het 3/m schip “Doelwijk”, gebouwd in 1850 te Kinderdijk, 730 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. Het schip verongelukte in 1854 op Kenn’s Rif in de Torresstraat.

 

Overige bijzonderheden

“De eerste jaren van zijn jeugd bracht Christiaan Frederik door te ’s Gravendeel, waar hij opgroeide in een milieu dat nauw bij de zeevaart betrokken was. Dit kwam vooral omdat zijn vader in deze jaren actief was als stuurman ter koopvaardij. Over financiële zorgen hoefde het gezin zich waarschijnlijk niet erg druk te maken, want de carrière van vader Johan Hendrik verliep voorspoedig. Diende deze in 1824 nog als derde stuurman op het schip “De Drie Gezusters”, enkele jaren later, in 1827, had hij reeds de rang van eerste stuurman bereikt; in die hoedanigheid maakte hij met het koopvaardijschip de “Jonge Jacob” een reis naar Oost-Indië. Nog weer later zou Johan Hendrik Zeeman de rang van gezagvoerder bereiken.

Het verblijf van de familie Zeeman in ’s Gravendeel duurde tot het begin van de jaren dertig van de negentiende eeuw.

Ergens tussen 1832 en 1835 vertrok het gezin naar Rotterdam; daar vond het een onderkomen in een woning aan de Leuvenhaven. Hier maakte Christiaan Frederik in het voorjaar 1835 een bewogen periode door: in een tijdspanne van enkele maanden verloor hij twee zussen, en kreeg er een broertje bij. In de navolgende jaren verhuisde het gezin Zeeman nog enkele malen, ondermeer naar een huis op nummer 101 in de Groote Draaisteeg en naar het adres Lijnbaanslaan nummer 223. Op het laatstgenoemde adres, in het begin van de jaren vijftig, was de welstand van het gezin al zo groot dat er twee dienstbodes in huis gehouden konden worden.

Ontleend aan een artikel van R.Rimkus in het blad “Maritiem Museum Prins Hendrik. Plaatsbepaling”, 48:4-5, 1994.

Het artikel werd geschreven naar aanleiding van de verwerving door het museum van drie portretten door de schilder Gijsbert Buitendijk Kuyk. De portretten zijn van Christiaan Frederik Zeeman senior, zijn vrouw Agatha Elisabeth van Olst en hun zoontje Christiaan Frederik junior.

 

“De Drie Gebroeders” op de rede van Batavia057:

01 januari 1839 “Alhier lagen ter Reede de navolgende Nederlandse schepen als volgens … kaptijn Zeeman … “

Van Sluijs013 vermeldt diverse personen met de naam Zeeman. Degene die in 1839 gezagvoerder was is J.H.Zeeman en wel op de bark “Java”.

 

Het Maritiem Museum te Rotterdam bezit een prent van het fregat “Canton”, dat het vlagnummer R123 voert. De tekening is waarschijnlijk van Izaak Schouman.

Bron: Bram Oosterwijk “Koning van de Koopvaart. Anthonie van Hoboken (1756 - 1859)”.

           Uitg. De Bataafsche Leeuw, Amsterdam 1996, 2e (aangevulde) druk. p. 216

 

 

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Zeeman, Johan Hendrik
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Hendrik Hagers werd geboren/gedoopt op 27 september 1795 te Maassluis als zoon van de Nederlands Hervormde Johannes Hagers en Neeltje Berkel (beiden overleden te Brielle).

Hij was getrouwd met Bastiaantje Verdoes, geb./ged. op 16 april 1796 te Maassluis. Hendrik woonde te Rotterdam o.a. aan de Melkmarkt (Wijk 8 nr. 41/44 nieuw nr. 10), Leuvenhaven (Wijk 3 nr. 314) en aan de Coolsingel (Wijk 15 nr. 312). Hij vertrok op 20 april 1863 naar Brielle.

Hij overleed op 30 september 1864 te Rotterdam aan de Zandstraat (Wijk 5 nr. 450)005.

 

NRC, 01 oktober 1864

“Heden overleed ten huize van mijn Schoonzoon den Heer J.H. VAN DEN ENDE te Rotterdam, in den ouderdom van 69 jaren, mijn geliefde Echtgenoot, de Heer H.HAGERS, oud Koopvaardij Kapitein.

30 September 1864                                                                                                        B.VERDOES. Wed H.Hagers

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Hagers was met vlagnummer R5 in de periode 1828 t/m 1864 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

H.Hagers was in 1859 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.

 

In het Jaarverslag 1855 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding van f 100,- heeft gekregen, vermoedelijk vanwege geleden schade met zijn schip.

 

In het Jaarverslag 1864 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1864 is overleden.058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College  staat kapitein H.Hagers als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1849                       op de bark “Cornelis Wernard Eduard”          318 last        varend voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam

*    1851, 1855            op de bark “Margaretha Ida” 343 last             varend voor W.Ruys J.D.z te Rotterdam

*    1858, 1859            op de bark “Jan Daniel”                                    335 last        varend voor W.Ruys J.D.z te Rotterdam

*    1862, 1863            zonder vermelding van een schip

 

H.Hagers was in 1857 gezagvoerder van de bark de "Jan Daniël", 635 ton, gebouwd in 1840/1841 bij Fop Smit op Kinderdijk voor W.Ruys J.Dz te Rotterdam. "... in december 1857 gestrand op Javakust, doch weder vlot gebracht ..."024 en 025

H.Hagers was in 1860 de eerste gezagvoerder van de bark "Duiveland van rederij W.Ruys J.Dz. 024.

 

De “Margaretha Ida”, varend van Rotterdam naar Akyab, onder gezag van kapitein Hagers, is op 18 maart op de baar van Akyab verongelukt.078.

 

Bouma025 vermeldt H.Hagers als kapitein gedurende:

*    1829 t/m 1830 van de bark-galjoot “Maasstroom”, gebouwd in 1815, bouwlocatie niet vermeld,400 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;

*                                                                                                                                     1839 t/m 1841 op het 3/m schip “Vasco di Gama”, gebouwd in 1823 te Antwerpen, 307 ton o.m., varend voor N.J. de Cock te Rotterdam;

*    1842 van de bark “Margaretha”, gebouwd in 1842 te Slikkerveer, 840 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;

*    1842 t/m 1846 op het 3/m schip “Java”, gebouwd in 1840, bouwplaats niet vermeld, 500 ton o.m., varend voor N.J.de Cock te Rotterdam.

      Lloyd’s vermeldt: “16 Nov.1847  JAVA (572 ton)  carried into St.Johns NB, derelict.”087

*    1847 t/m 1849 op de bark “Cornelis Wernard Eduard”, gebouwd in 1839 te Kinderdijk, 606 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam. (Bouma vermeldt hier kapitein Hagers, zonder initialen);

*    1850 t/m 1855 op de bark “Margaretha Ida”, gebouwd in 1842 te Slikkerveer, 650 ton o.m., varend voor Wm. Ruys JDz te Rotterdam. Het schip verongelukte bij Akyab tegelijk met de “Lodewijk Anthony”;

*    1857 t/m 1860 op de bark “Jan Daniel”, gebouwd in 1841 te Kinderdijk, 635 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam;

*    1860 t/m 1862 op de bark “Duiveland”, gebouwd in 1847 te Zierikzee, 621 ton o.m., varend voor W.Ruys JDz te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

H.Hagers was van 1850-1855 gezagvoerder van de bark "Margaretha Ida", 652 ton, gebouwd in 1840/1842 bij Fop Smit te Slikkerveer voor rederij W.Ruys J.Dz. te Rotterdam. Het schip vervoerde in 1848 troepen naar Indië (170 man). In december 1848 liep het vast in het Brouwershavense Gat doch werd weer vlotgebracht. Het schip strandde in op 18 maart 1855 nabij Akyab tegelijk met de "Lodewijk Anthony" onder gezag van kapitein K.H.Leonhardt. De "Margaretha Ida" ging verloren, maar de bemanning werd gered024 en 025.

Akyab is thans Sittwe aan de Baai van Bengalen in het tegenwoordige Birma.

 

“Van het Zierikzeese barkschip “Duiveland” is in particulier bezit een fraai scheepsportret bewaard gebleven. De heer J.C.A.Ribbens te Heinkenszand is de eigenaar van een door Jacob Spin vervaardigde afbeelding van genoemde bark”. De betovergrootvader van de heer Ribbens was de gezagvoerder J.C.Viersma van de “Duiveland”. Het schip werd op 13 juli 1847 op de Commerciewerf van C.Smit te Zierikzee te water gelaten, gebouwd door scheepsbouwmeester C.Mak. De eerste gezagvoerder was J.C.Kreye (1848 t/m 1852), daarna J.C.Viersma (1853 t/m 1859). Het schip werd in 1859 verkocht aan W.Ruys JDz te Rotterdam en kwam toen onder gezag van kapitein H.Hagers.074.

 

Dutch barque "Margaretta Ida", arrived at Albany on 6 July 1852, having left Cardiff, Wales on 27 March 1852. Master = H. Hagers. Tonnage = 800. Cargo = 780 tons of coals for the Australian Royal Mail Steam Company's depot. Sailed from Albany on 24 September 1853 for Java.105

 

Op 08 juli 1842 werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam op het schip de “Java” onder kapitein Hagers geplaatst als ligtmatroos G.Strang van Hees voor een reis van Rotterdam naar Batavia. De ligtmatroos keerde te Rotterdam terug op 17 januari 1843.004-949/532-1836.

 

 

Datum vanaf: 1839
Kapitein: Hagers, Hendrik
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.W.E.Bergner werd met nr.628 effectief lid van Zeemanshoop per 21 juni 1842 op voorspraak van B.J.Martens. Zijn schip was de “Vaco de Gama”002. Ten tijde van de inschrijving waren Bergner en zijn vrouw 33 resp. 27 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van 14/21 juni 1842 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop is als effectief lid voorgedragen/benoemd Carel Willem Etzard Bergner, oud 33 jaar, voerend het schip “Vasco di Gama, wonende te Rotterdam, op voordracht van kapitein B.J.Martens.023.

C.W.E.Berger was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1842 t/m 1865 met de vlagnummers 628 (1842 t/m 1854) en 276 (1854 t/m 1865).

 

C.W.E.Bergner was met vlagnummer R166 in de periode 1842 t.m 1865 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 november 1851 staat een verzoek van kapitein K.W.E.Bergner “om regeling zijner contributie, zullende hij op de schroefboot Macassa in de O.I.Archipel gaan varen.”042.

 

In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1865 is overleden. Tevens wordt vermeld dat zijn weduwe “voorlopig voor haar uitkering (heeft) bedankt en deze belangloos aan het fonds (heeft) afgestaan.”058

In de Jaarverslagen van 1878, 1880 t/m 1883 en 1885 t/m 1887 staat vermeld dat de weduwe S.Bergner voor haar uitkering heeft bedankt058.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

        628                1842-1844            bark       Vasco de Gama                 W.C.Versluijs te Rotterdam

                                   1845                geen opgave van schip en boekhouder

                                   1846                bark       Canton                                 geen opgave

                               1848-1850            bark       Canton                                 W.Versluijs te Rotterdam

                               1851-1853            stoomb. Macassar                             geen opgave

        276                1854-1865            geen opgave van schip en boekhouder

 

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein K.W.E.Bergner met vlagnummer R166 als gezagvoerder in de ledenljsten van058:

1849      van de bark “Canton”        204 last  varend voor W.Versluijs te Rotterdam

1851      varen het ss “Macassar”    niet vermeld         niet vermeld

1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1864                   geen vermelding van schip en reeder

in de latere Jaarverslagen staat in de ledenlijsten het vlagnummer 166 blanco

 

Bouma025 vermeldt C.W.E.(K.W.E.) Bergner als gezagvoerder gedurende:

*    1844 t/m 1845 van de bark “Aeolus”, gebouwd in 1844 te Middelburg, 845 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;

*    *       1842 t/m 1844 van het fregat “Vasco di Gama”, gebouwd in 1823 te Antwerpen, 307 ton o.m., varend voor W.Versluis te Rotterdam;

1847 t/m 1851 op de bark “Canton”, gebouwd in 1846 te Capelle aan de IJssel, 391 ton o.m., varend voor W.C.Versluys te Rotterdam;

      het ss “Macassar” wordt niet genoemd door Bouma.

 

Overige bijzonderheden

In aktenummer 1838-s6, 12-11-1838115 verklaart de kapitein Floris Rietmeijer, van de brik “Catharina”, dat zeilende op 18oZB/ 72o23’OL aan de gevolgen van een galziekte is overleden Gerhardus Willem Frans uit Oude Pekela. Medegetuigen waren Karel Willem Edzard Bergner, opperstuurman en Gerrit Jans Kunst, 2e stuurman.

 

 

Datum vanaf: 1843
Kapitein: Bergner, Carel Willem Etzard (K.W.E.)
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: VASCO DA GAMA onder kapitein C.W.E. Bergner (vlagnummer 166)
Collectie: Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

1823

RC 021023
Schepen in lading naar:
Batavia, voor passagiers: het Nederlands gekoperd Fregatschip DELPHINE (opm: DELPHINA), kapt. Johannes Boelen Jz, zijnde dit schip bij uitnemendheid goed ingericht, om passagiers te logeren, en zullende spoedig vertrekken.
Batavia: het nieuw van stapel gekoperd en met koperen bouten voorzien Fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. Arij Bezemer, om in december te vertrekken; zijnde in dit schip alles gemaakt, wat tot gemak en genoegen van de passagiers verstrekken kan.
Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam en Smeer.

1824

Op 22 januari 1824 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door N.J. de Cock & Frère, Gent, voor Ary Bezemer als kapitein. Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas voor een reis naar Batavia verstrekt welke op 29 november werd geroyeerd. 

DC 280224
Vlissingen, 23 februari. Van den 21 dezer tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen DE GOEDE HOOP, kapt. C. van der Bent, naar Hull met stukgoed; WILHELMINA, kapt. A. Lunsted, en WEMELINA KRANENBURG, kapt. J.J. Prange, beide naar Londen met boomschors; HENDRINA JOHANNA, kapt. H.G. Jonker met boekweit, MARRIANNA PACKET (opm: sloep MARIA ANNA PAQUET), kapt. H. Ottes, met raapzaad en meekrap, LOUISE, kapt. D. Guijt, met boekweit, en JUFVROUW BIBIANA, kapt. J.H. Uiling, met boomschors, allen naar Londen; de VROUW ANNA, kapt. K.A. Bos, naar Liverpool met boekweit; VASCO DA GAMA (opm: driemaster, Gent), kapt. A. Bezemer, naar Batavia met stukgoed en troepen, en CONFIANCE, kapt. C. Brandaris, naar Liverpool met boomschors.
BC 120624
Den 7 juni arriveerde te Batavia het schip VASCO DA GAMA, kapt. A. Bezemer, den 19 februari van Antwerpen vertrokken met passagiers en Zr.Ms. troepen.
DC 021124
Vlissingen, 25 oktober. Sedert den 24dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen MONNIKKENDAM (opm: kof), kapt. V. Kramer, van Lissabon, en de WINDLUST,kapt. G. R . Engelsman, van London, beide met stukgoederen; VASCO DI GAMA (opm: VASCO DA GAMA), kapt. A. Bezemer, van Batavia, met koffie en suiker; l‘ECLAIR (opm: sloep ÉCLAIR), kapt. D.J. Salzsieder, van Malaga, met fruit en wijn; de VROUW JANNA, kapt. A.H. Breeland, van Bayonne, met stukgoederen; deze laatste heeft de reis in acht dagen gedaan.

1825

DC 270125
Vlissingen, 22 januari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en gisteren en heden van onze rede naar zee gezeild: MARIA BARBERA, kapt. J.J. Koller naar Penzance; HARMANUS, kapt. H. van Veen naar Dartmouth; DE VROUW ELISABETH, kapt. F.B. Nepperus naar Plymouth en MERKURIUS (opm: kof MERCURIUS), kapt. E.J. Mos naar Londen, alle vier met boomschors; PEGASUS, kapt. G. de Haan naar Charlestown met ballast; L’ÉCLAIR (opm: sloep ÉCLAIR, thuishaven Antwerpen), kapt. D.J. Salzsieder naar Lissabon met stukgoederen; MARIE JOSEPHINE, kapt. D.G. Robijns naar Liverpool met boomschors; DE JONGE JACOBA, kapt. T.C. de Boer naar Messina met stukgoederen; DE VROUW CHRISTINA, kapt. R.J. Dood naar Londen met boekweit; DE WINDLUST, kapt. G.R. Engelsman naar Londen en DE MORGENSTAR (opm: kof MORGENSTER), kapt. H.F. Veen naar Liverpool, en BELLONA, kapt. M.J. Regester naar Londen, alle drie met boomschors; de JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens naar Liverpool met boomschors en meekrap; de ZAANVLIET, kapt. O. Sijmons naar Lissabon met witte bonen; L’ISIS, kapt. J. Morel naar Duinkerken met verfhout; de FREDERIK, kapt. John Brand naar Rio de Janeiro met stukgoederen; de VRIENDSCHAP, kapt. E.J. Bakker naar Londen met vlas en klaverzaad; CONSTANCE, kapt. P.H. van den Kerkhoven naar Liverpool en L’UNION, kapt. J. Rickmers naar Bristol, alle drie met boomschors; DE MARIA, kapt. J.H. Hazewinkel naar Rio de Janeiro, beide met tarwe; VASCO DA GAMA, kapt. A. Bezemer, naar Batavia met stukgoederen; DE JONGE PAULINE, kapt. J. Jansen, naar de Havannah met stukgoederen; OSCAR, kapt. J. Sandberg, naar Alicante met mechanieke goederen; l’AVANTURE, kapt. J.F. Poodts, naar de Havannah met stukgoederen; DE HERSTELLING, kapt. B.H. Smit, naar Londen met boomschors;
BC 060725
Batavia,  2 juli: voor het Gouvernement ingehuurd particulier schip VASCO DA GAMA, kapt. A. Bezemer, naar Japan met 3 passagiers; voor het Gouvernement ingehuurd particulier schip JOHANNA ELIZABETH, kapt. M. Mesdagh, naar dito met 3 pasagiers;

1826

Op 18 augustus 1826 werd een nieuwe eerste zeebrief verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door N.J. de Cock & Frère, Gent, voor T. Versluys als kapitein.

DC 210926
Vlissingen, 16 september, Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 13 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: de ELISA (opm: eerste reis van deze brik), kapt. T. Azon Jacometti, naar Rio de Janeiro met stukgoederen; NEPTUNES, kapt. P. Warens, naar Londen met haver; ST. ANTHONIUS, kapt. H.H. Lange, naar de Oostzee met  ballast; CONSTANCE, kapt. P. van der Kerkhoven, naar de Marennes met ballast; DE JONGE JOHANNA, kapt. E. Ziffer, naar Londen met haver; JOHAN GEORG, kapt. W.D. Kleininga, naar Yarmouth met boomschors; DE VROUW REINA, kapt. H. Koops, naar Tremblade met ballast; VASCO DA GAMA, kapt. T. Versluys, naar Zuid-Amerika met stukgoederen; DE VROUW GEERTRUIDA, kapt. L.B.H. Drayer, naar Sandwich met boomschors; L’ECLAIR, kapt. D.J. Salszieder, naar Gibraltar en JOHANNA ELISABETH, kapt. M. Mesdag naar Charlestown, beide met ballast; DE VRIENDSCHAP, kapt. J.J. Valom, naar Noorwegen met stukgoederen; DE PELIKAAN, kapt. J.H. Ricke, naar Londen met boomschors; L’ALINE, kapt. P. Vasselin, naar Havre-de-Grace met stukgoederen;

1827

RC 220527
Rotterdam, 21 mei. Kapt. Th. Versluijs, voerende het schip VASCO DA GAMA, de 17e dezer te Vlissingen gearriveerd, heeft het volgende medegedeeld:
Bij mijn vertrek met het Nederlands schip VASCO DA GAMA, de 2e febr. ll., van Port Louis, eiland Mauritius, was aldaar in averij liggende het volgende schip:
Het Nederlandsch fregatschip DE ZEEUW, kapt. C. Riekels, de 27e januari te Port-Louis gearriveerd, van Canton naar Middelburg, is, in de morgen van de 2e dier maand, op 12º46' Z.breedte, 99º10' lengte oost van Greenwich, mede door een orkaan belopen, die het schip aan bakboords-zijde geheel onder water smeet, waardoor verschansing, regeling, stutten, sloep en davids wegsloegen. Het schip kreeg veel water door de gaten der gebroken stutten en potdeksels naar binnen. Het weer bedaarde. Ten 5 ure des avonds barstte eensklaps een orkaan uit, die het schip over stuurboords-zijde tot aan de grote luiken te water smeet. Alles sloeg aan die zijde weg, van verschansing, stutten enz. In de eerste wacht, tussen 9 en 10 ure, waaide het verschrikkelijk en het schip niet meer willende rijzen, liet de kapitein de stengen neer, waardoor de top der fokkemast en meer rondhouten braken. Het schip rees echter weder. De 3e januari, ten 3 ure na middernacht, bedaarde het weder; men pompte gestadig, maar het water zwart zijnde, onderstelde men dat een gedeelte der lading zoude bedorven zijn. De eerste februari begon men te lossen, om de schade der lading te bezichtigen en het schip, dat in het bovenwerk vreselijk ontzet was, te repareren.
RC 220527
Rotterdam, 21 mei. Te Antwerpen zijn gearriveerd LEEUW, kapt. Jansen, van St. Jago; DRIJDEN MAGARITA, kapt. Hedden, van Dantzig; MINERVA, kapt. Mooij, van Londen; JOHANNA, kapt. Claessen, van Palermo, VASCO DA GAMA, kapt. Versluijs, van Mauritius en AMAZONE, kapt. E. van der Zweep, van Rio-Janeiro (opm: het fregat AMAZONE werd vermoedelijk na lossing in Antwerpen opgelegd en in november 1828 verkocht voor de sloop).
DC 220527
Vlissingen 18 mei. Kapt. Th. Versluys, voerende het schip VASCO DA GAMA, heeft, op de hoogte van Dover zeilende, gezien het schip CORNELIS HOUTMAN, kapt. Duyf, van Canton naar Amsterdam.
RC 120727
Rotterdam, 11 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild THERESIA, kapt. L.J. Besseling en DE JONGE RENTE, kapt. W.R. Huisman, naar Marennes; APOLLO, kapt. D. Steur en VASCO DA GAMA, kapt. Th. Versluijs, naar Batavia; HENDRIKA, kapt. T.T. Harding, naar Oleron; DE JULIA, kapt. J.P. Visser, naar Topsham; DE LEEUW, kapt. J. Jausen, naar de West-Indién; DE VROUW HELENA, kapt. D.J. Greeven en DE VROUW ALBERDINA, kapt. P.J. Mooi, naar ……; DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Wordmaker, naar Tonningen.
BC 231027
Te Batavia is gearriveerd den 21 oktober het schip VASCO DA GAMA, kapt. T. Versluijs, met een passagier, den 10 juli vertrokken van Antwerpen.

1828

RC 190228
Rotterdam, 15 februari. Te Batavia is aangekomen het Nederlands fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. Theodor Versluijs, van Antwerpen in 101 dagen.
RC 060328
Rotterdam, 5 maart. De kapt. J.C. Teves, voerende het alhier gebouwde fregatschip DE MAAS, de 9e juni des verleden jaar naar Batavia in zee gezeild, is van daar naar Sourabaija gestevend, alwaar de hier ingenomen lading gelost, een andere ingenomen en gezegde kapitein wederom naar Batavia gezeild is; zijnde van laatstgemelde plaats vertrokken de 17e november laatstleden en de 4e maart te Helvoetsluis aangekomen; hebbende dus deze reis volbracht in 8 maanden en 24 dagen. Een dag na hem, schrijft gezegde kapitein, zou vertrekken HET SCHOON VERBOND, kapt. Kraijer, naar Amsterdam en acht dagen later zou zeilen VASCO DA GAMA, kapt. Versluijs, alsmede veertien dagen later kapitein Bunmeijer, de beide laatsten naar Antwerpen bestemd.
RC 170428
Rotterdam, 16 april. Te Antwerpen zijn gearriveerd VASCO DA GAMA, kapt. Versluijs, van Batavia; HIRONDELLE, kapt. Willaert, van Kadix; MERCUUR, kapt. Smit, van Sevilie (opm: Sevilla) en VRIJHEDEN, kapt. Stibolt, van Drammen.

Op 30 mei 1828 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door N.J. de Cock & Frère, Gent, voor T. Versluys als kapitein welke op 9 mei 1829 werd geroyeerd. 

RC 240728
Rotterdam, 23 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE JONGE JOHAN, kapt. M. Gehlsen, naar Newcastle; DE VROUW ANNEGINA, kapt. M.D. de Jonge, naar Leith; ARENTINA HENDRIKA, kapt. A.H. Breeland, naar Liverpool; DE VRIENDSCHAP, kapt. R.Z. Schut, naar Menton; DE NEDERLANDER, kapt. E. Mazens, naar Rio-Janeiro; VASCO-DA-GAMA, kapt. T. Versluis, naar Batavia, met troepen; MARIA LUCIA, kapt. L.B. Kuper, naar de Oostzee; HERKULES, kapt. H.W. Krechler, naar Petersburg en DE VICTORIE, kapt. G. Kuper, naar Cork. Het schip VASCO DA GAMA, kapt. T. Versluis, is echter door tegenwind teruggekomen.
RC 290728
Rotterdam, 28 juliVan Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild VASCO DA GAMA, kapt. Th. Versluys en LOUISA AUGUSTA, kapt. S. Martin, naar Batavia; CAROLINA, kapt. J.E. Melchers, naar Brazilië; DE JUFVROUW MEES, kapt. G.L. Doornbos, naar de Marennes en DE VROUW MARIA, kapt. S. Galle, naar Arendsdahl.
JC 151128
Batavia, 12 november. Heden arriveerde alhier het schip VASCO DA GAMA, kapt. T. Versluys, met Zr. Ms. troepen, de 29. juli vertrokken van Antwerpen.

1829

RC 260329
Rotterdam, 25 maart. De 12e november is te Batavia aangekomen en de 19e dito van daar naar Samarang en Soerabaya vertrokken het Nederlandse schip VASCO DA GAMA, gevoerd door kapt. Th. Versluys, van Antwerpen met troepen.
PGC 150529
Advertentie. Heden ontving ik uit Antwerpen voor mij, mijne vier kinderen en aangehuwde dochter een treurige tijding, dat mijn oudste zoon Albert Koops, opperstuurman van het Nederlandse koopvaardijfregat VASCO DA GAMA, op deszelfs terugreis van Oost-Indiën, kort bij Kaap De Goede Hoop, op de 21ste februari l.l. overboord is gevallen en alzo zijn jeugdig leven van ruim 30 jaar geëindigd heeft en zijn schone vooruitzichten ten enenmale met hem verdwenen. Met droefheid berustende in de wil van Hem, die van zijn daden geen rekenschap geeft, geef ik hiervan kennis aan vrienden en bekenden.
Winschoten, 8 mei 1829, Geerhardus Koops.

Op 21 augustus 1829 werd een nieuwe eerste zeebrief verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door N.J. de Cock & Frère, Gent, voor C. Brandaris als kapitein. Voor deze combinatie werd op 29 augustus een Turkse Pas verstrekt welke op 8 juni 1830 werd geroyeerd. 

RC 011029
Rotterdam, 30 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE STAD ANTWERPEN, kapt. E. van der Zweep en VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, naar Batavia met troepen; ANTWERPEN, kapt. H.C. Schultz, naar Arnede; DE NIJVERHEID (opm: brik, thuishaven Brugge), kapt. J. Rickmers, naar Nice; DE ATLAS, kapt. J. Jurgenson, naar St. Jago; ZELFSTANDIGHEDEN. kapt. J. Zahler, naar St. Martin; ISABELLE, kapt. W. Haven, naar Kadix; PEGAGUS, kapt. H.H. Wagener, naar Villa (opm: Villa Nova); CONCORDIA, kapt. J.H. Nagel, naar …. ; CONCORDIA, kapt. A.E. Pot, THEODORE, kapt. J. Wybrands en DE HARMONIE, kapt. G.E. de Boer, naar Liverpool; DE GOEDE HOOP, kapt. A.C. Dinsworth, naar Havanna; JOHANNA GEZINA, kapt. P.G. Schuur, naar Yarmouth; CUPIDO, kapt. G. Pettersen, naar Gothenburg; AURORA, kapt. B.J. Wygers, naar de Middellandsche Zee; CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, naar Londen; ANTWERPSCH WELVAART, kapt. N. Peters, naar Rio-Janeiro en DIANA, kapt. W.J. Stuit, naar Bayonne.
RC 031029
Rotterdam, 2 oktober. Van de schepen die van Vlissingen naar zee gezeild waren, zijn de volgende door contrarie-wind ter rede teruggekomen: DE STAD ANTWERPEN, kapt. E. van der Zweep, VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, DE VIER GEBROEDERS, kapt. H.G. Prins, PRINSES CAROLINA AMALIA, kapt. B. Tyhn en ANTWERPSCH WELVAREN, kapt. N. Peters.

1830

JC 120130
Batavia, 10 januari. De 8e dezer arriveerde alhier het schip (opm: fregat)VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, met een passagier en Zr.Ms. troepen, de 30. september vertrokken van Antwerpen, en heden arriveerde alhier de brik NEERLANDS KROONPRINCES, kapt. M.H. Heijns, de 1. oktober vertrokken van Rotterdam.
RC 010630
Rotterdam, 31 mei. Te Antwerpen zijn gearriveerd de kapiteins G.A. Klimp (opm: fregat MATHILDA), C. Brandaris (opm: fregat VASCO DA GAMA)  en Van der Steen (opm: brik SOPHIA DOROTHEA, kapt. F. van de Steene), van Batavia.

België
Op 25-27 augustus 1830 braken in Brussel onlusten uit die de opmaat zouden vormen naar de revolutie. Op 4 oktober werd eenzijdig de Belgische onafhankelijkheid geproclameerd. In reactie hierop decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof in totaal 196 schepen, waaronder dus ook de VASCO DA GAMA. De maatregel bleek het schip voorlopig niet te raken want het was op 28 september 1830 al weer naar Batavia vertrokken.

1831

JC 180131
Batavia, 16 januari. Gisteren arriveerde alhier het schip DIANA, kapt. A. Nannings, den 28 september vertrokken van Antwerpen, en heden het schip VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, met een passagier, eveneens den 28 september van Antwerpen vertrokken.
AH 110631
Scheepstijdingen. Den 8 februari lagen ter rede van Batavia Zr.Ms. korvetten, ANNA PAULOWNA en POLLUX en fregat RUPEL.
De Nederlandse schepen MINERVA, kapt. G.H. Ahlers; DE NEDERLANDEN, kapt. A.J. Struik, (den 10 naar Amsterdam vertrokken); DE VRIENDEN, kapt. Lelsz; HELENA CHRISTINA, kapt. Martens (reeds te Rotterdam gearriveerd); ANTHONIJ, kapt. Schaap; DE VIER GEBROEDERS, kapt. Lupcke; ANNA CATHARINA, kapt. Veer, (van Japan); NEERLANDS KONINGIN, kapt. W. Verloop, (van Japan); DE STAD ANTWERPEN, kapt. Bulsing; DIANA, kapt. Nannings; VASCO DA GAMA, kapt. Brandaris; FORTITUDE, kapt. De la Fontaine; ORTELIUS, kapt. Claijes; HARRIET, kapt. Zeeberg en brik PIETER EN KAREL, kapt. Poppen; het Engels schip HERO en de Amerikaanse schepen BENGAL en WASHINGTON.
MCO 190731
Vlissingen, 16 juli. Gisteren is van onze rede naar zee gezeild, ALEXANDER MAGNUS, kapt. W. A. Moll, van Antwerpen naar Newcastle gedestineerd, met ballast.
Gisteren is alhier gearriveerd VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, van Batavia op order, met koffie.

Op 21 juli 1831 werd door de gouverneur van de provincie Zeeland de zeebrief van de VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, naar de Staatsraad te Den Haag gestuurd, met vermelding ‘schip behoort in de zuidelijke provinciën’ waarna op 26 juli royement volgde. 

AH 210731
De HARMANNA JACOBA, kapt. J. van Ulphen, van Bordeaux naar Hamburg, was volgens brief van de kapitein (per de VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, van Batavia te Vlissingen binnen), den 12 dezer op de hoogte van Wight in goede staat zeilende.
AH 230731
Vlissingen, 19 juli. De VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris van Batavia om orders, alhier binnen, is gisteren naar Antwerpen opgezeild.
LCO 121231
Antwerpen, 7 december. Alhier richt men nieuwe batterijen op naar de zijde van de rivier. Uit het oogpunt van hare commerciële welvaart, worden de uitzichten voor deze stad gedurig donkerder; inzonderheid bedroeft men zich over de onlangs gebeurde ontbinding van het handelshuis Bisschop Basteyns en N.J. de Cock, welke laatste zich te Rotterdam gevestigd heeft.

1832

Begin februari 1832 verplaatste de rederij N.J. de Cock & Frère haar zetel onder de naam N.J. de Cock naar Rotterdam. Nadat de VASCO DA GAMA officieel voor 11.000 gulden aan de nieuwe firma was ‘verkocht’ kon de wisseling van Belgische naar Nederlandse vlag in gang worden gezet. Dat was nodig om in aanmerking te kunnen komen om de door de Nederlandsche Handel-Maatschappij te vergeven lading tegen gesubsidieerde en boven de vrije markt liggende vrachten van Oost-Indië te mogen vervoeren. De VASCO DA GAMA werd op 17 april op een voorlopige Nederlandse zeebrief van Antwerpen naar Rotterdam verzeild, alwaar eerst een technische keuring diende plaats te vinden voordat de officiële zeebrief op 17 mei 1832 werd afgegeven.

Op 17 mei 1832 werd de ‘eerste’ zeebrief verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor P. de Boer als kapitein.

MCO 310332
Middelburg, 30 maart. De beide schepen van de heer De Cock, genaamd DE PRINS VAN ORANJE (voorheen DE STAD GENT) en de JAVA, zijn gisteren uit ‘s Rijks dok ter rede gehaald, vanwaar zij met het schip VASCO DA GAMA, van Antwerpen gearriveerd en mede aan die heer toebehorende, naar Rotterdam zullen vertrekken, om aldaar een lading in te nemen.
MCO 190432
Vlissingen, 17 april. Eergisteren is van hier naar Rotterdam vertrokken ROELSINA, kapt. J.K. Bollard, onlangs van Hellevoetsluis, met gerst; en heden, VASCO DA GAMA, kapt. C. de Boer, met ballast.
RC 140632
Advertentie - Te Rotterdam ligt in lading:
- Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. Pieter de Boer, mede voor passagiers. Adres bij Kuijpers, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuijzen.
RC 190732
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. Pieter de Boer, mede voor passagiers.
Adres ten kantore van Kuijper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuijzen.

1833

RC 300333
Rotterdam, 29 maart. Uittreksel uit de Lloydslijst van 26 maart.
De 18e november is te Batavia gearriveerd VASCO DA GAMA, kapt. De Boer, van Rotterdam.
AH 300333
Binnengekomen: Terschelling, 26 maart. DE DRIE GEBROEDERS, kapt. C. Popp en FORTUNA, kapt. C. Wilder, van Hamburg; Batavia, 18 november. VASCO DA GAMA, kapt. De Boer, van Rotterdam.
JDA 300433
Het Nederlandse driemastschip ELIZA, kapt. Jacob Cornelis Jansen, komende van Batavia en bestemd naar Rotterdam, is de 31maart te Coruña (Spanje) binnengelopen en het Nederlandse driemastschip VASCO DA GAMA, kapt. P. de Boer, mede komende van Batavia en bestemd naar Rotterdam, is in een Noorse haven binnengelopen. Beide schepen behoorden voorheen te huis te Antwerpen.
(opm: de brik resp. het fregat, beide eigendom van N.J. de Cock uit Rotterdam, hadden kennelijk opdracht gekregen niet te proberen de door Frankrijk en Engeland ingestelde blokkade te breken, welke diende om de vrije vaart van Belgische schepen over de Westerschelde af te dwingen, zie o.a. JDA 310333); in juni gaf Nederland toe, waarna de schepen alsnog hun reis konden voortzetten)
DC 160533
Dordrecht, 14 mei. Het schip de BATAVIER, kapt. Joossens, van Canton naar Rotterdam, is op 16 april te Egvol, het schip VASCO DA GAMA, kapt. de Boer, van Batavia naar Rotterdam, is op 14 april te Svinoer, en het schip AZIA, kapt. Boot, van Batavia naar Middelburg, is in het begin van april New York binnen gelopen.
JC 110633
Uit berichten van St. Helena, lopende van de 1e januari tot de 18e maart j.l. blijkt, dat aldaar waren aangeweest de onderstaande Nederlandse schepen:
De 23ste januari het schip ANTHONY, kapt. H. Bruhn, van Canton naar Rotterdam.
De 26st januari het schip GEZUSTERS, kapt. J. Ingerman, van Batavia naar Amsterdam.
De 27ste januari het schip TWEE CORNELISSEN, kapt. J. Reinhardt, van Batavia naar Amsterdam, en het schip W7ILLEM, kapt. A. Plug, van Batavia naar Rotterdam.
De 28ste januari het schip ASIA, kapt. J. Boot, van Batavia naar Middelburg.
De 30ste januari het schip VASCO DA GAMA, kapt. P. de Boer, van Batavia naar Rotterdam.
De 16de februari het schip DORTENAAR, kapt. P. Kraaij, van Batavia naar Dordrecht.
De 28ste februari het schip MARCO BOZZARIS, kapt. J.G. Adriaan, van Batavia naar Amsterdam.
RC 270633
Rotterdam, 26 juni. De 25e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE BATAVIER, kapt. J. Joossens, van Batavia, laatst van Fahrsund en zeilden JOHANNA CORNELIA, kapt. G.M. Jansen, naar Batavia; ARCHANGEL, kapt. H. Ludders, naar Archangel; NESTOR, kapt. A. Bakker, naar St. Ubes; WILLEMINA LAURENTIA, kapt. J.J. Swart, REMPKE, kapt. J.J. Oltmans, CATHARINA, kapt. H.G. van Dam en JOHANNA GEERTRUIDA, kapt. P. Pybes, naar Liverpool; DE JONGE MARGARETHA, kapt. A. den Breem, naar Gibraltar; de 26e, des morgens, zeilde DE JONGE MARIA, kapt. G.J. Meeuw, naar Smyrna en arriveerde VASCO DA GAMA, kapt. P. de Boer, van Batavia, laatst van Christiansand.
RC 030833
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading:
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd brikschip ELIZA, kapt. Haye Peters, om in het laatst der maand augustus te vertrekken.
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. Cornelis Brandaris, om de 1e september te vertrekken.
Deze schepen hebbende de best mogelijke inrichtingen voor de overvoer van passagiers.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam & Smeer en Hudig & Blokhuyzen.

Op 17 augustus 1833 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor C. Brandaris als kapitein. Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas verstrekt.

RC 100933
Rotterdam, 9 september. De 6e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis HARMONIE, kapt. H.K. Potjewijd, van Bergen. De 7e. des morgens, zeilden PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer en VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, naar Batavia en arriveerde des namiddags, DE NIJVERHEID, kapt. J.H. Puister, van Bergen. De 8e, des morgens, zeilden GEZINA, J.G. Postema, naar Liverpool; ELIZABETH EN CORNELIA, kapt. P. Janzen, naar Villa Nova;
JC 251233
Batavia, 23 december. De 23 dezer alhier aangekomen het schip ZUID HOLLAND, kapt. P.S. Schuil, met een passagier, de 14 augustus vertrokken van Rotterdam, het schip KONINGIN DER NEDERLANDEN, kapt. P. Sipkes, de 14 augustus vertrokken van Dordrecht, het schip VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, de 8 september vertrokken van Rotterdam, en het schip JACOBUS, kapt. T.W.. Meineke, met een passagier, de 5 september vertrokken van Rotterdam.

1834

DC 120434
Dordrecht, 11 april. Van de 46 Belgische koopvaardijschepen, die, vanaf de uitbarsting der Belgische revolutie tot op heden, de stad Antwerpen voorgoed hebben verlaten, en thans de Nederlandse vlag voeren, varen deze 14 naar Amsterdam:
de FELICITAS, de DILIGENCE, de ROSALIE, de SURINAME, de EUGENIE, de MATHILDE, de AUGUSTIN, de JOSEPH, de PRESIDENT SCHIMMELPENNINCK, de DIANA, de GRAAF BAILLET, de NATALIE, de JONGE PIETER, de STAD BRUGGE.
En de navolgende 32 naar Rotterdam: de INDIAAN, de JAVA, de PRINS VAN ORANJE, de DE COCK, de ELISA, de VASCO DA GAMA, de EMANUEL, de BATAVIER, de ERASMUS, de MARIA, de MARGARETHA, de MALEYR, de BATAVIER, de PRINS FREDERIK, de MARIA THERESIA, de ANNA HELENA, de STAD ’s-GRAVENHAGE, de GENERAAL CHASSÉ, de SUMATRA, de BELLONA, de ANJER, de RIBBLE, de KOOPHANDEL, de SCHELDE, de APOLLO, de AVENTURE, de JULIANA, de VIJF GEBROEDERS, de PHENOMENE, de MACASSAR, de VAN DER WERVE, de ORTELIUS.
AH 020534
Binnengekomen:
Batavia, 23 december. ZUID-HOLLAND, kapt. P.S. Schuil, VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris en JACOBUS, kapt. Meincke, alle drie van Rotterdam; DE KONINGIN DER NEDERLANDEN, kapt. P. Sipkes, van Dordrecht.
DC 220534
Hellevoetsluis, 20 mei. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: Zr.Ms. transportschip DORDRECHT, kapt.-luit. Jonkers, van Batavia, VASCO DA GAMA, kapt. C. Brandaris, en KONING DER NEDERLANDEN, kapt. O. Kiewiet, beiden van Batavia; MARTINA JOHANNA, kapt. R.J. van Driesten, van Liverpool. Heden morgen arriveerde uit zee: ALKMAAR, kapt. J. Heath, van London, en PRINS VAN ORANJE, kapt. P. de Boer, van Batavia.

Op 29 juli 1834 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor J.H. Zeeman als kapitein.

DC 280834
Hellevoetsluis, 26 augustus. Heden morgen zeilden naar zee: VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, naar Batavia; NIJVERHEID, kapt. A. v.d. Linden, naar Havannah; PIET HEIN, kapt. W. Turnbull, naar Suriname; ZEELUST, kapt. J. Noord, en CATHARINA, kapt. H.G. van Dam, beiden naar Liverpool, en HOLLANDER, kapt. H. v.d. Kolff, naar Gibraltar.
JC 241234
Batavia, 22 december. Alhier zijn aangekomen: de 20e dezer het schip VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, vertrokken van Rotterdam de 26e augustus, en het schip IJSTROOM, kapt. A.F. Oosterloo, met vijf passagiers, vertrokken van Amsterdam de 14e augustus;

1835

JC 030135
Ter rede van Batavia liggende schepen:
Zr.Ms. korvet AMPHITRITE, Zr.Ms. fregat PALEMBANG, Zr.Ms. wachtbrik ORESTES, en de koopvaardijschepen ROSALIE, MARGARETHA, CASTOR, AUGUSTIN, FADOOL RAHIM, JONGE JAN, VREDE, BATAVIA, OEIJ SINJO, VROUW HELENA, ELIZA, JADUL BARIE, IJSTROOM, VASCO DA GAMA, ZEEPAARD, NEDERLANDEN en CHARLOTTA, de stoomboot VAN DER CAPELLEN, de bark SUMATRA, de brikken PEENGHOEIJ, PATRIOT, HOOP, TARTAR, CLEMENTINE, en TEKSING, en de schoeners MARIA CATHARINA, GOANHIEN, AMELIA, DIANA, KIMSOEN, FATAL MAIN en CALYPSO, benevens 12 buitenlandse schepen.
RC 110435
Rotterdam 10 april. Kapt. Th. Versluys, voerende het schip WIJNHANDEL, van Batavia en laatst van St. Helena naar Rotterdam, te Helvoetsluis binnen, heeft de volgende schepen gepraaid; de 20e december, in Straat Sunda; VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, van Rotterdam;  IJSTROOM, kapt. A.F. Oosterloo, van Amsterdam en Rio-Janeiro, beide naar Batavia en ZEEPAARD, kapt. Drent, van Rotterdam en New-York.
RC 230635
Rotterdam, 22 juni. De 21e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis MARIA, kapt. J.M. Jansen, van Havanna; ROELINA JETTINA, kapt. D.H. Puister, van Oleron; de 22e, des morgens, VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, van Batavia.
RC 060835
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading naar Batavia, mede voor passagiers:
Het Nederlands gekoperd fregatschip PHENOMÈNE, kapt. F.P. Hoedt; vertrekt de 15e augustus.
Het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman.
Het Nederlands gekoperd barkschip DE JONGE JAN, kapt. P. van Vliet.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.
JC 191235
Batavia, 16 december. De 14e december is alhier aangekomen het Nederlandse schip VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, de 10e augustus vertrokken van Rotterdam.

1836

DC 280536
Hellevoetsluis, 25 mei. Heden morgen arriveerden uit zee: VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, en DRIE MARIA’S, kapt. J. Glazener, beiden van Batavia.

Op 13 juli 1836 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor J.H. Zeeman als kapitein.

RC 040836
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia:
Met uitmuntende inrichtingen voor passagiers, het nieuw gebouwd en gekoperd Nederlands barkschip ANTOINETTE MARIA, kapt. H.B.C.H. Ruysch, om de 25e dezer te Helvoetsluis gereed te leggen.
Het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, om de 20e dezer te Helvoetsluis gereed te liggen.
Bovengenoemde schepen hebben bijzonder goede inrichtingen voor passagiers.
Adres ten kantoren van Kuyper, Van Dam en Smeer en Hudig en Blokhuyzen.
DC 270836
Hellevoetsluis, 24 augustus. Heden morgen zeilden naar zee: ZEELUST, kapt. D.J. Mik, JOHANNA GEZIENA, kapt. P.G. Schuur, en de COCK, kapt. H. Schut, allen naar Liverpool; VIER GEBROEDERS, kapt. H.C. Schut, naar Marseille, de LEMMER, kapt. J. Tammes, naar Genua; de DRIE MARIA’S, kapt. J. Glazener, VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, STAD SCHIEDAM, kapt. D.H. de Boer, HENDRIKA, kapt. J. Admiraal, en ZUID-HOLLAND, kapt. L. Heykoop, allen naar Batavia. De wind N.O.
JC 071236
Batavia, 4 december. Heden is al hier aangekomen het Nederlandse schip VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, vertrokken van Rotterdam de 24e augustus.

1837

RC 010737
Rotterdam, 30 juni. Den 29 dezer zeilden van Helvoetsluis VASCO DA GAMA, J.H. Zeeman, naar Batavia; KLAZINA EN DIRKJE, A. Schilperoord, naar Lissabon,
RC 060737
Rotterdam, 5 juli. Schipper I. Hervens van de loodsboot no. 7, den 4 dezer in de Maas gearriveerd, raporteert den 30 juni in het Kanaal twee loodsen gegeven te hebben aan het schip ’S GRAVENHAGE, kapt. D.J. Bulsing, van Batavia. Nog rapporteert gemelde schipper, den 28 juni gepraaid te hebben bij de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness) kapt. F. Matthysen, voerende het schip (opm: fregat) ANTHONY, aan welks boord alles wel was, hebbende wind O.N.O; ook passeerde hij dezelfde dag het schip (opm: fregat) CANTON, en den 1 dezer, bij de Singels, het schip (opm: fregat) VASCO DA GAMA.
RC 290837
Rotterdam, 28 augustus. Kapt. J.E. Strumphler, van Batavia in Texel binnen, rapporteert, dan den 4 juli met hem op de rede van St. Helena was de bark de MAAS, kapt. M. van Velthoven, van Batavia naar Rotterdam; als ook dat hij gepraaid heeft den 21 dito, op 13º58’ N.B. en 24º51’ W.L. het schip (opm: fregat) VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, van Rotterdam naar Batavia; aan beider boord was alles wel.
JC 141037
Batavia, 12 oktober. Heden zijn hier aangekomen de dito brik DANKBAARHEID, kapt. P.M. Vogelsang, de 2e juli vertrokken van New York, het dito schip de VRIENDEN, kapt. C.M. Flens, met een passagier, de 10e juli vertrokken van Amsterdam, het dito schip VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, de 30e juni vertrokken van Rotterdam, het dito schip VIER GEBROEDERS, kapt. B.C. Jaski, de 27e juni vertrokken van Amsterdam, en dito schip OLIVIER VAN NOORD, kapt. G. de Jong, met een passagier, de 30e juni vertrokken van Amsterdam.

1838

ZP 090438
Helvoet, 8 april. Het schip VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, van Batavia, den 6 dezer bij de Goeree ten anker, heeft gisteren met het naar binnen zeilen op de Bol van de Hinderd het roer afgestoten en is in het vaarwater ten anker gekomen. Het is echter later door adsistentie van ijssloepen en vissersvaartuigen met verlies van anker en ketting tot voor het Pampus ten anker gebracht. Heden is het met gemelde adsistentie van voor het Pampus op het kanaal gebracht. (opm: het fregat was op 29 juni 1837 onder kapitein J.H. Zeeman naar Batavia uitgezeild)

Op 7 augustus 1838 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor J.H. Zeeman als kapitein.

JC 221238
Batavia, 20december. De 19e dezer is hier aangekomen het Nederlandse schip VASCO DA GAMA, kapt. J.H. Zeeman, vertrokken van Rotterdam de 4e september;dito schip DE VROUW JOHANNA ELIZABETH, kapt. G.H. Ruhaak, vertrokken van Rotterdam de 4e september.

1839

ZP 230539
Volgens brief van Batavia van de 12de januari zouden van daar vertrekken de schepen MARIA, kapt. Ingerman, naar Amsterdam, tegen ultimo januari, MARY EN HILLEGONDA, kapt. Glazener, naar Rotterdam, primo februari, DOROTHEA, kapt. Dekker, naar Amsterdam, in de loop der maand februari, JAVA’S WELVAREN, kapt. Van Delden, WALCHEREN, wijlen kapt. Bart, naar Amsterdam, STAD DORDRECHT, kapt. Van Nassau, en KONINGIN DER NEDERLANDEN, kapt. Sipkes, naar Dordrecht, PADANG, kapt. Parlevliet, ADMIRAAL ZOUTMAN, kapt. Heykoop, VASCO DA GAMA, kapt. Zeeman, naar Rotterdam, de laatste alle ultimo februari.

Op 6 augustus 1839 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door N.J. de Cock, Rotterdam, voor H. Hagers als kapitein.

OHC 170839
Amsterdam, 16 augustus. Te Helvoet zijn vertrokken de schepen de PRESIDENT RAM, kapt. Landberg, VASCO DA GAMA, kapt. Hagers en PROTEUS, kapt. Deuling, alle drie naar Batavia.
JC 071239
Aangekomen.
Batavia, 5 december. Het Nederlands schip VASCO DA GAMA, kapt. H. Hagers, van Rotterdam den 15 augustus, passagiers, de heer Muhler en echtgenoot.

1840

JC 010240
Vertrokken.
Passaroeang, 16 januari. Het Nederlands schip VASCO DA GAMA, kapt. H. Hagers, naar Rotterdam.
RC 190540
Volgens rapport der Zeeloodsen is voor den wal, met loodsen aan boord, het Nederlands schip VASCO DA GAMA, kapt. H. Hagers, van Batavia.
OHC 040740
Amsterdam, 3 juli. Te Helvoet is naar zee gezeild het schip VASCO DA GAMA, kapt. H. Hagers, naar Batavia, doch op bekomen contra order op de rede geankerd.

1841

AH 150541
Binnengekomen.
Helvoetsluis, 13 mei. VASCO DA GAMA, kapt. Hagers, van Batavia.

Begin juli 1841 werd de zeebrief van de VASCO DA GAMA, kapt. H. Hagers, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Rotterdam naar Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’ waarna op 17 juli royement volgde.

RC 150641
Advertentie. H. Montauban van Swijndregt, F. van Dam, F.N. Montauban van Swijndregt en W. van Dam H.H. Zoon, makelaars te Rotterdam, zijn van mening, als last hebbende van hun meester, op dinsdag de 29e juni 1841, des namiddags ten vier en een half ure, in het lokaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A, no. 458, publiek te veilen het snelzeilend kopervast Nederlands gebouwd fregatschip VASCO DA GAMA, gevoerd door kapt. H. Hagers, volgens meetbrief lang 29 ellen, wijd 5,18 ellen, hol 5,18 ellen en alzo groot 307 tonnen, met al deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, kettingen, touwen, zeilen en verdere inventaris, zo als hetzelve is liggende in de Zalmhaven en aldaar kan worden bezichtigd.
(opm: koper voor NLG 10.400 werd de scheepsbouwer Fa. W. & J. Hoogendijk en Co, Capelle a/d IJssel, die zich hiermede kortstondig in de schepenhandel zou begeven en intussen wegens gebrek aan orders op zijn werf [vergelijk AH 240741] het in 1824 gebouwde schip groot onderhoud kon geven; zonder weer in de vaart te zijn geweest werd in mei 1842 11/16e aandeel weer verkocht voor NLG 9.625, waarmede het schip NLG 14.000 waard was geworden)
AH 240741
Ingezonden stukken. Nederlandse Scheepsbouw.
Onder de takken van nijverheid, welke te recht kunnen gezegd worden van uitgebreide en zeer weldadige invloed op de welvaart des vaderlands te zijn, bekleedt gewis de scheepsbouw een voorname plaats. Wij hebben hier niet te onderzoeken of wij deze tak van nijverheid aan de kruistochten of aan enige andere grote wereldgebeurtenis te danken hebben, want zulks toch staat tot de weldadige invloed van de scheepsbouw in geen noodwendig verband. Hechtheid, duurzaamheid, doelmatigheid onzer schepen, zijn zaken, die veel eerder in aanmerking komen; en onpartijdige vreemdelingen erkennen, dat de Nederlandse schepen, in alle opzichten, boven de schepen van verschillende andere naties vooruit hebben. Nochtans is onze scheepsbouw niet meer, als in vroegere dagen, te beschouwen ‘’als een manufacture en koopmanschap’’, want het getal schepen, dat bij ons, ter voldoening aan buitenlandse orders, gebouwd, reeds aan buitenlanders verkocht worden is uiterst gering. De oorzaak daarvan ligt, bedriegen wij ons niet, geenszins aan ons, maar moet vooral gezocht worden in de veranderde omstandigheden van Europa. Indien al sommigen de oorzaak menen te vinden in onze zo betreurenswaardige achteruitgang, gedurende de achttiende eeuw, dan nog gelieven de zodanige te bedenken, dat gedurende de stilstand, welke in Nederland plaats vond, de omstandigheden der meeste Staten van Europa soms op één onbegrijpelijke wijze, zijn veranderd.
De scheepsbouw kan niet genoemd worden onder die takken van Nijverheid, welke, na de hernieuwing van ons volksbestaan, het eerst wederom in het leven zijn teruggebracht. Wij schamen ons althans het getal zeeschepen te noemen, dat, gedurende het eerste tienjarig tijdvak, na de afschudding van het Franse juk, in Nederland is van stapel gelopen. Sedert het jaar 1824 eerst, heeft men meer en meer scheepstimmerwerven zien aanleggen; schepen zijn op stapel gezet en klieven, in het bijzonder de laatste tien jaren, in steeds vermeerderde hoeveelheid, de zee.
Verblijdend was dit gezicht voorzeker, omdat, zo als wij reeds hebben aangemerkt, de scheepsbouw een zo weldadige invloed uitoefent op de welvaart des vaderlands. Men bedenke slechts, hoe velerlei grondstoffen de scheepsbouw bezigt, welke uit Russische, Zweedse of Noorweegse havens moeten gehaald en naar hier worden aangevoerd, om zich te overtuigen, dat, door de scheepsbouw, aan een menigte handen werk verschaft wordt, zonder dat die handen tot de eigenlijke scheepsbouw iets verrichten. Verder komen in aanmerking al de bedrijven, welke rechtstreeks aan de scheepsbouw dienstbaar zijn, als touwslagerij, spijkermakerij, teerkokerij en zo menig andere. Hoe groot is bovendien het getal mensen, dat in de levensbehoeften, in de kleding en wat dies meer zij, van al de opgenoemden voorziet! Wie ziet dus niet van welk een uitgebreid nut voor Nederland het is, wanneer de scheepsbouw in het groot gedreven wordt. Ieder vriend zijns vaderlands moet dan ook wensen, dat men in staat gesteld blijven daarmee voort te gaan, in voege als thans sedert enige jaren het geval geweest is.
Terwijl echter, zo als wij gezien hebben, de scheepsbouw in Nederland niet meer is ‘’een manufacture en koopmanschap’’, behoren de eigenaars en rederijen van schepen, ongetwijfeld door bevrachting of door eigen handel, behoorlijke rentes van hun uitgeschoten kapitaal te verlangen en een zekere som bovendien, voor de jaarlijkse vermindering van hun kapitaal of de slijtage van schip en toebehoren. Daarbij komt het in de eerste plaats neer op zuinigheid, dat is, veel hangt af van de keuze van een goed boekhouder (die hier te lande alle inkopen doet, de maandgelden betaalt, de vrachtpenningen ontvangt, enz.) en een goed gezaghebber of kapitein. Door goed verstaan wij hier der zake kundig en eerlijk. Immers door de contante betaling der scheepsbenodigdheden van de zijde des tweeden, kunnen spoedig enig duizend guldens ’s jaars worden bespaard, om de uitdelingen der aandeelhouders te stijven. Ten bewijze zouden wij menig voorbeeld kunnen aanhalen; terwijl het bovendien mede onder de daadzaken behoort, dat soms de ene boekhouder van één schip, bij minder verdiende vrachtpenningen, evenwel grotere uitdeling doet aan zijn reders, dan deze of gene boekhouder, wiens schip meerdere vrachtpenningen heeft verdiend.
Wat evenwel de bevrachting zelve aangaat, hieromtrent beweert men, dat de meeste schepen, welke voor de vaart op Indië zijn gebouwd, zulks zijn in het vooruitzicht, van door de Nederlandsche Handel-Maatschappij te worden bevracht. Dit moge waar zijn, doch het is tevens waar, dat reeds sedert enige jaren van de zijde van dat handelslichaam geen aanmoediging meer gegeven is, tot het verder op stapel zetten van schepen, bestemd om voor Oost-Indië in de vaart gebracht te worden. Zelfs is in de verslagen van de voorzitter der Handel-Maatschappij, meermalen tegen diens steeds voortgezette scheepsbouw gewaarschuwd geworden en aangetoond, dat eerlang de scheepsruimte de behoefte zou komen te overschrijden. Door het vermeerderde aanbod van scheepsruimte is natuurlijk de prijs van bevrachting per last minder geworden. Die verminderde vrachtpenningen leverden nochtans aan de reders goede uitkomsten op en over het geheel vond de meerdere ruimte toch steeds bevrachting, ten gevolge der voortdurend toenemende productie op Java. Dat deze beide redenen voor menigeen voldoende waren, om met het kiel-leggen van nieuwe schepen gestadig voort te gaan, laat zich gemakkelijk begrijpen en het is enkel in dier voege, dat men moet verstaan het vooruitzicht van door de Nederlandsche Handel-Maatschappij te worden bevracht. Had men ook niet voor ogen hoe, in weerwil dier waarschuwingen van de president, het cijfer der door de Handel-Maatschappij betaalde vrachtpenningen, van jaar tot jaar toenam, zodat het nimmer zo aanzienlijk is geweest als over het afgelopen jaar.
Het komt ons evenwel voor, dat gezegde waarschuwingen niet geheel vruchteloos geweest zijn. Tenminste wanneer wij de zes eerste maanden van het tegenwoordige jaar vergelijken met die der beide laatst vorige jaren, dan vinden wij, met der daad, een vermindering. Er zijn in de zes eerste maanden van 1841 voor de grote vaart, van stapel gelopen 13 schepen, metende ruim 6.000 last, zijnde meer dan 1.000 last minder dan de scheepsruimte, welke in de eerste zes maanden van 1840 beschikbaar zijn geraakt.
Het zelfde tijdvak van 1840 staat nagenoeg in de zelfde verhouding tot dat tijdvak van 1839, als 1841 tot 1840. De scheepsruimte, welke in het afgelopen halfjaar in de vaart is gekomen, levert dienvolgens een minder op, dan het overige.
Wij erkennen evenwel dat de vermeerdering der scheepsruimte met 5.000 last ongeveer (het meerdere moet afgetrokken worden voor schepen, die op een of andere wijze uit de vaart geraakt zijn) in zes maanden tijds aanzienlijk is. Maar wij vernemen, dat die vermeerdering geenszins te aanzienlijk kan geacht worden, wanneer men de wezenlijke behoeften van de Nederlandse handel op het oog heeft. Immers de voorzitter der Handel-Maatschappij kon slechts spreken voor zo veel de scheepsruimte betrof, welke dat handelslichaam benodigd heeft. Ook stellen wij te veel belang in de Nederlandse scheepsbouw, om niet te trachten het bewijs te leveren, dat het er nog verre af is, van te veel scheepsruimte voor onze handel te hebben. In een volgend artikel hopen wij dat bewijs tot geruststelling van scheepsbouw en rederij te zullen leveren. (opm: vergelijk RC 150641)

1842

RC 280542
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:
Naar Batavia, om de 15e juni aanstaande te vertrekken, het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner; hebbende uitmuntende inrichtingen voor passagiers.. Adres bij Wambersie & Crooswijck.
RC 020642
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner; hebbende uitmuntende inrichtingen voor passagiers; vertrekt de 15e dezer.
Adres bij Wambersie & Crooswijck.
RC 040642
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E Bergner; hebbende uitmuntende inrichtingen voor passagiers; vertrek de 15e dezer. Adres bij Wambersie & Crooswijck.
AH 070642
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, om de 15e juni aanstaande te vertrekken, het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner; hebbende uitmuntende inrichtingen voor passagiers. Adres bij Wambersie & Crooswijck.
RC 090642
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner; hebbende uitmuntende inrichtingen voor passagiers; vertrekt de 15e dezer.
Adres bij Wambersie & Crooswijck.
RC 110642
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading:
Naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner; hebbende uitmuntende inrichtingen voor passagiers; vertrekt de 15e dezer.
Adres bij Wambersie & Crooswijck.

Op 14 juni 1842 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VASCO DA GAMA, aangevraagd door W. Versluys, Rotterdam, voor C.W.E. Bergner als kapitein.

1843

AH 250343
Binnengekomen.
Helvoetsluis, 23 maart. VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner, van Batavia.
AH 220543
Uitgezeild.
Helvoetsluis, 19 mei. VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner, naar Batavia.
C 111043
Advertentie. Heden overleed alhier na ene kortstondige ziekte de heer M.M. Versluijs, in leven koopvaardij kapitein, pas onlangs met het schip VASCO DA GAMA van Rotterdam, als passagier aangekomen.
Santhagens, Romswinckel en Co.
Batavia, 6 oktober.

1844

AH 050344
Schepen in lading naar:
Batavia: het gekoperde fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner, van Rotterdam. Adres bij Canne en Balwé.
AH 150344
Advertentie. Van Amsterdam zal in de loop der maand april naar Batavia geëxpedieerd worden het gekoperd Nederlands barkschip VASCO DA GAMA, gevoerd wordende door kapt. C.W.E. Bergner. Personen of familiën, van deze gelegenheid tot overvaart naar Java gebruik wensende te maken of iemand enige goederen derwaarts te laden hebbende, gelieven zich in tijds aan te melden bij de cargadoors Canne & Balwé.
AH 020444
Schepen in lading naar:
Batavia: het gekoperde fregatschip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner, van Rotterdam. Adres bij Canne en Balwé.

1845

AH 120245
Amsterdam, 11 februari. Volgens brief van kapt. Klein, voerende het schip POLLUX, van Batavia naar China, in dato Whampoa 8 november, was hij 31 oktober aldaar in goede staat gearriveerd. Nog rapporteert kapt. Klein dat in het begin van die maand in zeer ontramponeerde staat te Macao was binnengelopen het schip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner, van Batavia naar China; uit hoofde van verre afstand en ongeregelde briefwisseling wist hij echter geen bijzonderheden. (opm: het fregat, bouwjaar 1824, werd in Macao afgekeurd en verkocht; zie AC 150245 en 270254)
AC 150245
Rotterdam, 13 februari. Aangaande het schip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner, van Batavia naar China, met schade te Macao binnengelopen, wordt, volgens brief van de kapitein in dato 1 november, het volgende gemeld. Op 17 september van Batavia vertrokken zijnde bevond zich kapt. Bergner de 18e oktober reeds 200 mijl noord-noord-oost van Macao en hoopte de volgende dag aldaar te zullen arriveren, toen in die nacht en stijve koelte uit het noord-oosten en noordoost ten oosten afkwam, toenemende tot stormweer, met een hoge zee, hetgeen gedurende de drie volgende dagen aanhield, waardoor het schip en tuig zeer veel te lijden hadden en hij aanmerkelijk werd teruggestormd. Het weer toen enigszins bedarende, kruiste hij wederom om de oost op de 25e dito op 19º56’ NB en 114º22’ OL als wanneer zij opnieuw door een tyfoon werden overvallen, welke het gehele kompas rond liep. Door de verschrikkelijk hoge, verbolgen, door elkander lopende zee werd het schip en tuig zwaar geteisterd en kreeg toen enige stortzeeën over, welke de gehele verschansing verbrijzelden en het schip zodanig lek werd, dat zij genoodzaakt waren gestadig te pompen, in welke staat men de 31e oktober te Macao binnenkwam. De equipage had door de aanhoudende vermoeienissen veel geleden. (opm: zie AC 120245 en 270245)
AC 270245
Amsterdam, 26 februari. Het schip VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner, van Batavia naar China, te Macao met schade binnengelopen, is volgens brief van Batavia van 2 december aldaar afgekeurd. (opm: zie AC 120245)

Op 14 juni 1845 werd de zeebrief van de VASCO DA GAMA, kapt. C.W.E. Bergner, door de Minister van Koloniën naar de Staatsraad te Den Haag gestuurd, met vermelding ‘schip is verkocht te Macao’, waarna op 17 juni royement volgde.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.273 Foto DVD II - 126 _________________________________________________
Acte van aan-/verkoop
Naam schip: VASCO DA GAMA

Plaats en datum acte onderhandse koop/verkoop, Gent, 6 februari 1832

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper N.J. de Cock & frère, Gent

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper N.J. de Cock, koopman te Rotterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief circa 166 lasten

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 12 april 1832

Nummer van registratie deel 20, folio 146 verso vak 4 tot 147 recto vak 1.

Notaris onderhandse acte

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 11.000,-

Bijzonderheden: schip ligt thans (6 februari 1832) te Antwerpen.





Researcher/datum research ML/240207

Naam VASCO DA GAMA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1832
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.74
DVD VIII – 158 - 160
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip VASCO DE GAMA

plaats en datum acte onderhandse koop, Capelle aan den IJssel, 31 mei 1842

type schip fregat, gekoperd

bouwwerf/verkoper W. & J. Hoogendijk & Co., scheepsbouwers te Capelle aan den IJssel

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Willem Versluys, reder te Rotterdam (9/32e part), W. & J. Hoogendijk & Co, scheepsbouwers te Capelle aan den IJssel (5/16e part),
Wed. Wilhelmina Anes, geboren Pieterman, Rotterdam (5/32e part), Pieter Cool, particulier te Rotterdam (1/8e part), firma J. & J.M. Voorhoeve, makelaars te Rotterdam (1/16e part) en Bastiaan Mijnlief, particulier te Capelle aan den IJssel (1/16e part)

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 307 tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 29,00 m., breed 5,18 m., hol 4,60 m.

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Rotterdam, 4 juni 1842

nummer van registratie deel 13, folio 161, verso, vak 5 e.v.

notaris

prijs NLG. 14.000,-

bijzonderheden: schip ligt bij deze transactie te Capelle aan den IJssel.
Het schip was ingeschreven ten kantore van bewaring van hypotheken op 12 juli 1841, deel 1, folio 81, op welke hetzelve is ingeschreven en gebrand.






researcher/datum research: ML / 191207

Naam VASCO DE GAMA
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1842
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.273
N.A. Den Haag archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675. – No. 74
N.A. Den Haag, toeg.nr. 2.08.01.07, Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
De heer Luc van Coolput, Antwerpen
AH = Algemeen Handelsblad
BC = Bataviasche Courant
DC = Dordtsche Courant
JC = Javasche Courant
JDA = Journal d'Anvers
LCO = Leydsche Courant
MCO = Middelburgsche Courant
OHC = Oprechte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciaal Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeepost
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk