1818
Op 10-12-1818 en op 12-12-1818 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Hildert Jans Bonn
1820
Op 20-03-1820 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Hildert Jans Bonn
RC 231220
Batavia, 18 augustus. Den 12 augustus is hier gearriveerd het schip de JONGE JACOBUS, kapt. H.J. Bonn, van Rotterdam. (opm: zie RC 230121)
1821
RC 230121
Rotterdam, 22 januari. Het Nederlandse schip (opm: brik) de JONGE JACOBUS, kapt. H.J. Bonn, zeilde den 18 april l.l. uit Helvoetsluis naar Batavia, en heeft alzo de uit- en de thuisreis in 9 maanden en 2 dagen afgelegd, waaronder gerekend zijn 51 dagen stilleggers te Batavia en aan de Kaap de Goede Hoop. (opm: zie ook RC 231220)
Op 01-02-1821 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Hildert Jans Bonn
RC 270221
Rotterdam 26 februari. Den 24 dezer arriveerden te Helvoetsluis ONVERWACHT, J.E. Gust, van Bordeaux, en ONDERNEMING, P.J. Hulst, van Londen.
Den 26 dezer zeilden de schepen de HOOP, L. Das, naar Lissabon; BETSEY, J. Roepel, en DE TWEE VRIENDEN, H. Bos, naar Surinamen; POCAHUNTAS, F.A. Rijnolds, naar Baltimore; PIETER EN EMMA, J. Chambers, en de JONGE JACOBUS, H.J. Bonn, naar Batavia; SOPHIA CHRISTINA, L. de Koning, naar Genua, en MARIE AUGUSTINA, kapt. Villanumores, naar Nantes. De wind O.
RC 240321
Amsterdam, 22 maart. Kapt. H.G. Bergveld, voerende het schip (opm: brik) ACTIVE, den 18 maart in Texel binnengekomen van Havana, deelt het volgende mede:
Woensdag den 21 februari 1821 des namiddags te 5 uren, op de breedte van 35º46’ N.B. en lengte 35º10’, west van Greenwich, praaide ons een Amerikaans schip genaamd MISOURIE (opm: vermoedelijk MISSOURI), kapt. J. Bausch, van Greenock naar New York bestemd, met 4 passagiers aan boord; hetzelve was 100 dagen in zee en had gebrek aan water. Wij draaiden bij om bijstand te bieden, doch vernemende, dat hetzelve geen sloep had om uit te zetten, bragt ik hem met onze eigen sloep 2 vaten water aan boord. Ik vernam verder, dat deszelfs boegspriet en galjoen (opm: licht, ondersteunend deel van de boeg, waarop de boegspriet rust) gebroken waren en dat zij met het tweede noodroer stuurden, hebbende het vaste roer en de sloep door een zware storm den 25 december en het eerste noodroer den 18 februari verloren. Voorts had hij niet alleen gebrek aan water, maar ook aan provisie; wij bragten hem toen nog 2 vaten water, enig brood, vlees, spek, enz. om de reis te kunnen volbrengen, waarna wij des avonds ten 10 uren ieder onze koers vervolgden. Het schip (opm: brik) de JONGE JACOBUS, kapt. H.J. Bonn, van Rotterdam naar Batavia, is door bovengemelde kapitein Bergveld den 11 maart in goede staat gepraaid op de noorder breedte van 49º17’ en 10º lengte west van Greenwich.
RC 081121
Rotterdam, 7 november. Heden arriveerde van Batavia te Helvoetsluis het Nederland brikschip de JONGE JAKOBUS (opm: JONGE JACOBUS), gevoerd door kapt. H.J. Bonn, overbrengende met de wel-edele gestr. Heren kolonel Taets van Amerongen en 1e luitenant ter zee Koopman de gelukkige tijding der verovering van Palembang, door de Nederlanders, op den 24 juni laatstleden. Dit schip zeilde den 26 februari laatstleden uit Helvoetsluis naar Batavia.
RC 101121
Rotterdam, 9 november. Kapt. J.J. Bonn, voerende het schip (opm: brik) de JONGE JACOBUS, van Batavia alhier binnen, rapporteert den 7 oktober gepraaid te hebben de JOHANNA JACOBA, J. ten Boekel, van Amsterdam naar Rio de Janeiro, op 4º53’ N.B. 23º30’ W.L; de equipagie en passagiers waren in goede staat; hebbende 84 dagen reis; den 3 dezer het Nederlandse pleitschip de IJSSELSTROOM, bij Lezart (opm: Lizard), ten noorden 5 mijlen, van Newcastle naar Bordeaux; de wind O.
Op 08-12-1821 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Jansen Bonn
1822
RC 080122
Rotterdam, 7 januari. Den 5 zeilden van Helvoetsluis Zr.Ms. corvetschip van oorlog DOLPHIJN, kapt-luitenant Mommendaal, JORINA, T. van Duivenboden, en de JONGE JACOBUS, J.J. Bonn (opm: opvolger van H.J. Bon), naar Batavia
BC 270422
Batavia, 26 april. Van den 20 tot den 22 dezer maand zijn niet minder dan zes schepen uit Europa, waarvan vijf uit Nederlandse havens, voorbij Anjer gezeild. Onder deze laatsten bevonden zich de Nederlandse schepen ALEXANDER, kapt. Marcussen, van Amsterdam vertrokken den 4 januari, ARINUS MARINUS, kapt. J. Hahn, van Amsterdam vertrokken den 31 december l.l. en de JORINA, kapt. Duijvenboden, van Hellevoetsluis gezeild den 6 januari l.l. welke schepen dus alle van 106 tot 110 dagen de reis volbracht hebben.
Zij brengen ons de berichten mede omtrent de aankomst van de brik de JONGE JACOBUS, kapt. Bonn (opm: H.J. Bon), aan boord van welke de eerste officiële mededeling van de uitslag der Palembangse expeditie naar het vaderland is gezonden, en het blijkt dat die tijding aldaar allerwege met de vreugde en belangstelling welke zij verdiende, is ontvangen.
De JONGE JACOBUS is ditmaal niet beneden de roem gebleven, die hij zich als snelzeiler in drie vorige reizen had verworven, zijnde hij de 6 november l.l. op de rede van Hellevoetsluis aangekomen, na die van Batavia den 22 juli te hebben verlaten, en dus (de dagen van vertrek en aankomst, daarbij gerekend) 108 etmalen in zee te zijn geweest.
In de maanden november en december hebben overigens vele en zware ZZW stormen gewoed, waardoor vele en grote zeeschaden zijn veroorzaakt en meerdere schepen vergaan zijn. Dit lot schijnt echter geen van de uit Indië thuis komende schepen getroffen te hebben; alleen het schip DIJKZIGT, in het begin van november herwaarts gezeild, is, na op Kentish Knock gestoten te hebben, lek in Ramsgate binnengevallen.
RC 080622
Rotterdam, 7 juni. Uittreksel uit de Loyd’s Lijst van den 4 juni:
Het schip de TWEE GEBROEDERS, Lukin, van Liverpool naar Antwerpen, is den 29 mei, met verlies van de bezaanmast, de top van de grote mast, zeilen enz, en lek, te Falmouth binnengelopen; zijnde twee dagen tevoren door de bliksem getroffen.
Den 2 dezer is van Cowes vertrokken het schip DRIE GEBROEDERS, Manzelman, naar Batavia, hetwelk aldaar den 9 januari lek binnengelopen was.
Aan de Kaap de Goede Hoop is den 22 maart binnengelopen het schip de JONGE JACOBUS, Bonn (opm: brik, kapt. Hildert Jans Bonn), van Rotterdam naar Batavia.
RC 060722
Rotterdam, 5 juli. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 2 juli:
Van de Kaap de Goede Hoop zijn vertrokken den 30 maart het Nederlands fregat van oorlog DOLPHIJN; den 7 april de schepen JONGE JACOBUS (opm: brik), J.J. Bonn, en MAGELLAN (opm: fregat MAGELLAAN), A. van den Oever, en den 9 dito het schip CORNELIA HENDRIKA (opm: CORNELIA HENRICA), J. Sipkes Fzn, allen naar Batavia, alsmede den 14 april het schip JOHANNA JACOBA, Ten Boekel, naar Amsterdam.
Den 19 mei is te Charleston binnengekomen het schip TRITON, Paap, van Havana naar Antwerpen.
RC 121022
Batavia, 22 juni. Te Batavia is in het laatst van april of het begin van mei gearriveerd het schip de DRIE GEZUSTERS, M. Azon Jacometti, van Rotterdam, hebbende geen doden op deszelfs reis gehad, alsmede den 3 juni het schip de JONGE JACOBUS, J.J. Bonn, van Rotterdam, laatst van de Kaap de Goede Hoop, en den 5 juni het schip DIJKZIGT, A. Schaap, van Rotterdam, laatst van Plymouth.
RC 071122
Rotterdam, 6 november. Den 4 arriveerden te Helvoetsluis de schepen VROUW HENDRIKA, F.H. Sivers, van Mandahl, en JOHANNA, H.T. Muller, van Memel (opm: Klaipeda).
Den 6 arriveerden de JONGE JACOBUS (opm: brik), J.J. Bonn, van Batavia, en CERES, P. van Rijn, van … (opm: niet vermeld); de wind Z.W.
Op 08-12-1822 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Jansen Bonn
1823
DC 220323
Hellevoetsluis, 8 maart. Gisteren namiddag zeilden in zee EDINA, kapt. T. Henry, naar Leith; de HOOP (opm: hoeker), kapt. H. van der Kolff, naar Nantes; MARCHAL BLUCHER, kapt. J. Pound, en EARL BATHURST, kapt. F.F. Gibbs, beide naar Londen.
Heden arriveerden uit zee JONGE WILLEM (opm: kof), kapt. J. Parlevliet, van Liverpool; ANNA, kapt. R.E. Brouwer, en SPECULATION, kapt. J. Serck, beide van Bergen.
Den 9 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee de VROUW MARIA (opm: fregat), kapt. F. van den Berg, van Soerabaija, dezelve is met het naar boven zeilen op het Plaatje geraakt, en met hoog water er weer af gekomen; PARADIJS, kapt. J.W. Poel, van Libau (opm: Liepaja); VROUW MARGINA, kapt. J.B. Bakker, van Londen; en FRANKFORT PACKET, kapt. W. Paton, van Leith. Heden zeilde in zee kapitein Mortleman, met de brieven van den 8 dezer, naar Harwich.
Den 10 dezer. Gisteren namiddag zeilden in zee ALEXANDER, kapt. C. Darij, naar Suriname; JONGE JACOBUS (opm: brik), kapt. J.J. Bonn, naar Batavia
DC 091223
Hellevoetsluis, 6 december. Gisteren namiddag arriveerden uit zee JONGE JACOBUS (opm: brik), kapt. J.J. Bonn, van Batavia en ‘s LANDS WELVAREN, kapt. C. Storm (opm: K. Storm), van Villanova.
1824
RC 100224
Advertentie. Te Rotterdam liggen in lading naar:
Batavia: voor goederen en passagiers, het Nederlands Fregatschip WILHELMINA, kapt. Willem Verloop (opm: in RC 281024 werd nog steeds met het a.s. vertrek geadverteerd).
Idem: Het ongemeen snelzeilend gekoperd Brikschip de JONGE JACOBUS, kapt. Jan Jansen Bonn, om in de loop der maand februari te vertrekken, hebbende bijzonder goede inrichtingen voor passagiers.
Op 14-02-1824 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Jan Jansen Bonn
1825
RC 220225
Amsterdam, 20 februari. De JONGE JACOBUS, kapt. Bonn, die den 14 oktober (opm: 1824, waarschijnlijk van Batavia) naar Rotterdam gezeild was, is den 22 (opm: okt 1824) terug gekomen, hebbende zijn fokkemast in een storm, op de hoogte van Kerstijds Eiland (opm: Christmas Island) verloren.
DC 190325
Hellevoetsluis, 25 februari. Heden zeilde in zee: LEIPZICH PACKET, kapt. W. Smith, naar Leith. De wind O.
Den 11 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: JONGE JACOBUS, kapt. J.J. Bon van Batavia, en kapt. Moon met de brieven van den 9 dezer van Harwich. De wind ZZW.
DC 180625
Hellevoetsluis, 15 juni. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: WELLINGTON, kapt. D. Behrens van Riga; ALIDA, kapt. L. Nieuwveen van Christiansand; MARGARETHA ELISABETH, kapt. H. Delwitz en NEPTHUNUS, kapt. E.J. Swart, beide van Dantzig. Van de morgen arriveerde uit zee: ANNA MARGARETHA, kapt. J. Langhinrichs van Riga; en zeilde in zee: LONDON, kapt. F.F. Gibbs, naar Londen. De wind NO.
Den 16 dito. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: OSPRAY, kapt. J. Bishop van Hamburg en PORTLAND, kapt. J. Bradfort van Baltimore.
Heden zeilden in zee: JONGE JACOBUS, kapt. J.J. Bonn naar Batavia, en LES DEUX SOEURS, kapt. J.M. Verspecke naar Havre de Grace. De wind NO.
RC 050725
Amsterdam, 3 juli. Het schip de DRIE GEBROEDERS, kapt. M. Oosterbaan, van New York komende, is den 16 mei door kapt. H.K. Ruijl, van Suriname in Texel binnen, bij het uitzeilen van Braamspunt gepraaid. Een brik met een rode vlag, no. 87, zijnde die van kapt. J.D. Haijnes, voerende het schip ANNA MARIA, van Amsterdam naar Suriname, is den 18 juni op de hoogte van Goudstaart gezien, en het schip de JONGE JACOBUS, kapt. J.J. Bonn, van Rotterdam naar Batavia, op de zelfde hoogte gepraaid door de Texelse loodsschipper C.S. Duinker.
1826
DC 180426
Hellevoetsluis, 12 april. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: DE JONGE JACOBUS, kapt. J.J. Bonn van Batavia; REGENT, kapt. J. Morris van Suriname en Nickerie, zijnde den 27 februari van laatst gemelde plaats vertrokken
Op 09-06-1826 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. J. Admiraal
LC 160626
Rotterdam, 12 juni. Gisteren ochtend is Z. Exc. de secretaris van staat, afgetreden gouverneur generaal van Nederlands Indië, de baron Van der Capellen, met mevrouw zijne gemalin en gevolg per stoomboot uit Engeland alhier in gezondheid aangekomen. Twee der talrijke schepen, die op de rede lagen, beide op Indië varende, de VROUW MARIA en DE JONGE JACOBUS, begroetende Z.Exc. met een saluut, dat zij bij zijn vertrek herhaalden. Na zich een weinig bij den heer schout bij nacht Musquetier te hebben verfrist en een gul aangeboden diner bij de heer Hoboken op zijn buitengoed aangenomen te hebben, heeft Z. Exc. zijne reis naar ’s Gravenhage voortgezet.
DC 010726
Hellevoetsluis, 23 juni. Gisteren namiddag arriveerde uit zee: MOSES, kapt. J. Falck van Drammen. Van de morgen zeilde in zee: DE JONGE JACOBUS, kapt. J. Admiraal naar Batavia. De wind ONO.
BC 151126
Te Batavia gearriveerde schepen:
den 12 november schoener REMBANG, kapt. J.B. Berest, naar Soerabaija, brik l’ANAM, kapt. T. Nancy, naar dito, brik DE JONGE JACOBUS, kapt. J. Admiraal, naar dito, brik DE JONGE ELIZABETH, kapt. A.M. Noorbeek, naar Rotterdam, schip MANUK, kapt. M. Montairo, naar Soerabaija met een passagier; den 14 november brik ELIZABETH, kapt. Deighton, naar dito.
1827
Op 14-06-1827 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. P. Vis
RC 170727
Rotterdam, 16 juli.
Van Helvoetsluis wordt de 14e gemeld dat de volgende schepen wel in zee zijn gekomen: DE JONGE JACOBUS, kapt. P. Vis naar Batavia
BC 291127
Te Batavia is gearriveerd den 26 november het schip HARRIET, kapt. G.L. Buijsman, den 13 juli vertrokken van Antwerpen, en den 28 november de brik JONGE JACOBUS, kapt. P. Vis, met twee passagiers, vertrokken van Rotterdam den 14 juli.
1828
RC 060528
Rotterdam, 5 mei. De 5e dezer, des morgens, arriveerde te Helvoetsluis DE JONGE JACOBUS, kapt. P. Vis, van Batavia. Laatstgemelde rapporteert, dat hij de 30e april, ter hoogte van het eiland Wight, in goede staat heeft gepraaid het schoenerschip MONNIKENDAM, kapt. V.H. Kramer, van Amsterdam naar Marseille.
AH 100528
Carga-lijsten: Amsterdam, 8 mei. Rotterdam, 6 mei. DE JONGE JACOBUS, kapt. P. Vis, van Londen.
Op 19-06-1828 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. P. Vis
RC 010728
Rotterdam, 30 juni. De 30e, des morgens zeilde DE JONGE JACOBUS, kapt. P. Vis, naar Batavia.
1829
RC 240329
Amsterdam, 23 maart. Te Batavia ligt ter rede Zr.Ms. korvet ANNA PAULOWNA, Zr.Ms.roei- kanonneerboot nr. 13; schepen FATAL RACHMAN, HELENA CHRISTINA, WILHELMINA, DIEDERIKA, CONCORDIA en BOEROONG. Brikken PEENGHOEY, DE TWEE GEBROEDERS, LOUIZA AUGUSTA, TJINGSOEN, DE JONGE JACOBUS en DE NYVERHEID
RC 040629
Rotterdam, 3 juni. De 1e dezer, des namiddags, arriveerden te Hellevoetsluis Zr.Ms. transportschip DORDRECHT, luitenant Jonkers, uit de Middellandse zee.
De 2e, des morgens, DE JONGE JACOBUS, kapt. P. Vis, van Sourabaya
Op 22-08-1829 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor kapt. J.A. Pronk
RC 081029
Rotterdam, 7 oktober. De 6e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE TREKVOGEL, kapt. H.T. de Jong, van Marennes, en DE JUFVROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens, van Liverpool; CONCORDIA, kapt. Bos, van Batavia; DE VROUW ALIDA, kapt. A.T. Smit, van Rouaan en ELIZA, kapt. T. Fennings, van Bristol.
Kapt. Scholtens, bovengemeld, rapporteert, dat hij de 30e september, de Meeuwesteen (opm: Eddystone) ten noorden van zich, met een westen wind en in goede staat gepraaid heeft de brik DE JONGE JACOBUS, kapt. J.A. Pronk, van Rotterdam naar Batavia.
1830
JC 280130
Batavia, 25 januari. Heden arriveerden alhier de schepen HELENA, kapt. D. Grim, met een passagier, de 3. januari vertrokken van Japan, en IMMAGONDA SARA CLASINA, kapt. H. Zoetelief, met Zr.Ms. troepen, de 25. september vertrokken van Amsterdam, en de brik JONGE JACOBUS, kapt. J.A. Pronk, met een passagier, de 25. september vertrokken van Rotterdam.
RC 010730
Rotterdam 30 juni. De 29e dezer, des morgens, arriveerde te Helvoetsluis DE JONGE JACOBUS, kapt. J.A. Pronk, van Batavia.
Op 25-08-1830 wordt voor de JONGE JACOBUS door Anthonij van Hoboken te Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. J.A. Pronk
RC 110930
Rotterdam, 10 september. De 8e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis DE VIER ZUSTERS, kapt. R.G. Oostra, van Petersburg en zeilden HELENA CHRISTINA, kapt. B.J. Martens en DE JONGE JACOBUS, kapt. J.A. Pronk, naar Batavia.
1831
JC 120231
Batavia, 9 februari. Heden arriveerde alhier de brik JONGE JACOBUS, kapt. J.A. Pronk, den 28 september vertrokken van Rotterdam en het schip AUGUSTE, kapt. J.M.F. Flemming, met een passagier, den 20 oktober vertrokken van Antwerpen.
MCO 090831
Veere, 6 augustus. Heden nacht is, op de westkant van de Banjaard vastgeraakt het Nederlandse brikschip DE JONGE JACOBUS, kapitein J.A. Pronk, van Batavia naar Rotterdam gedestineerd, geladen met suiker, arak en bindriet. In een ogenblik tijds had hetzelve water in, zijnde er enige schuiten en manschappen bezig om, met de equipage, zo veel mogelijk te redden.
AH 110831
DE JONGE JACOBUS, kapt. A. Pronk, van Batavia, is in de avond of nacht van 5 dezer op de Banjaard vast geraakt en watermakende is de equipage den 6 dezer door een loodsboot van Veere, van het schip afgehaald, dewijl men vreesde dat schip en lading weg zou zijn.
MCO 110831
Advertentie. Het in ons vorig nummer gemelde, op de Banjaard gestrande brikschip DE JONGE JACOBUS, is thans, alvorens het grootste gedeelte van de lading gered is, reddeloos; men zal alzo, ten overstaan van de heer Vrederechter van het Kanton Veere, op Maandag den 15 augustus 1831, gezegd brikschip, gelijk hetzelve zich bevindende is, des middags om 12 uren, op de Kampveersche Toren te Veere, te koop aanbieden.
MCO 230831
Advertentie. Openbare Verkoping op woensdag den 31 augustus 1831 des morgens 10 uren precies, te Veere, ten overstaan van de notaris W.M. Snijder en getuigen, van 60 à 70 canassers beschadigde suiker, afkomstig van het onlangs op de Banjaard verbrijzelde schip DE JONGE JACOBUS.zullende dezelve daags te voren voor een ieder te zien zijn, in het pakhuis op de haven aldaar, Lett. B, No. 53. (uit ZZC 230831)
MCO 181031
Advertentie. Op het laatse dezer maand, of wel in het begin van november eerstkomende, zal binnen de stad Veere in het openbaar te koop worden gepresenteerd, 54 leggers arak en een grote partij scheepstuig, waaronder een ijzeren kabelketting, lang 125 à 140 ellen, afkomstig van het onlangs op de Banjaard verbrijzelde schip DE JONGE JACOBUS, gevoerd geweest door kapitein J.A. Pronk, gedestineerd geweest van Batavia naar Rotterdam. Nader en breeder te adverteren.
RC 031231
Advertentie. Openbare verkoping, op woensdag den 7 december 1831, des namiddags ten 5 uur, in het Groot Hotel van Engeland, op de Grootemarkt, te Rotterdam, van 50 leggers Batavia arak en 4 ledige arak leggers, door de makelaars M. van der Straal en J.P. Ackerlin Fz.; van een partij scheepsgoederen en tuigage, door de makelaars N. Montauban van Swijndregt, H. Montauban van Swijndregt en F. van Dam en van een partij Oost Indische bindrotting, door de makelaars C.L. Krap en H. Wischerhoff, ten overstaan van een bevoegd beambte en als lasthebbende van hun meester; zijn deze goederen gered uit en van het in augustus l.l. (opm: zie o.a. MCO 090831) gestrande brikschip de JONGE JACOBUS, kapt. J.A. Pronk, komende van Batavia.Nadere onderrichting en notities te bekomen bij bovengemelde makelaars.