Familiegegevens en opleiding
Jan Pronk werd geboren te Katwijk aan Zee op 25 april 1802.
Hij was gehuwd met Cornelia Petronella Groenevelt, geboren te Rotterdam op 04 oktober 1808.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.A.Pronk (adres A.van Hoboken & Zn) werd met vlagnummer 417 effectief lid van Zeemanshoop per 05 mei 1835 op voordracht van P.Kraay. Zijn schip was de "Batavia". Toegevoegd is "bedankt"002.
Op 28 april/05 mei 1835 werd voorgedragen/benoemd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop kapitein Jan Pronk, oud 35 jaar, voerend het fregat Maria, wonende te Rotterdam met als adres en op verzoek van J.Bondix, op voordracht van kapitein P.Kraay023.
Jan A.Pronk werd per 05 mei 1837 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. Toegevoegd is “Vaart voor Rotterdam. Bedankt in 1851”003.
J.A.Pronk was met vlagnummer R128 van 1829 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1831 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief van Rotterdam, J/126) staat J.H.Pronk (moet zijn J.A.) in 1831 zijn schip heeft verloren. Hij heeft de Maatschappij echter niet om een vergoeding gevraagd (waar hij reglementair wèl recht op had).
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
417 1835 fregat Maria geen opgave
304 1836 bark Maria A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
1837-1845 fregat Batavia idem
1846-1848 fregat India idem
1849 fregat Amboina idem
1850-1852 fregat India idem
In de Jaarverslagen van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein J.A.Pronk met vlagnummer R128 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849 van de bark “Amboina” 386 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
* 1851 van het fregat “India” 431 last varend voor A. van Hoboken & Zonen te Rotterdam
Bouma025 vermeldt J.A.Pronk als gezagvoerder gedurende:
* 1832 van het 3/m schip “Jonge Adriana”, gebouwd in 1818, bouwlocatie niet vermeld, 400 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1836-1839 op het fregat, later bark “Maria”, gebouwd in 1828 op de werf “Welvaren” van B.de Hoog te Rotterdam, 296 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1838-1848 op het fregat “Batavia”, gebouwd in 1829 te Rotterdam, 710 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1847-1853 op het fregat “India”, gebouwd in 1834 te Rotterdam, 850 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;
* 1850-1852 op het fregat “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam
Overige bijzonderheden
De Burgerlijke Stand van Katwijk noemt hem in 1841 kapitein op de Batavia. Voorts is vermeld dat hij in 1833 kapitein was op het 480 ton metende in 1828 gebouwde fregat Maria en in 1842-1843 ingeschreven staat als gezagvoerder op de Batavia. Tenslotte was hij in 1846 kapitein op het 432 last metende fregat India. Hij voer de kapiteinsvlag R128 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. In het artikel worden geen BS-gegevens van Jan Albertsz Pronk vermeld. Het artikel bevat een afbeelding van het fregat “Maria”, van I Schouwman uit 1828054-245.
Vermelding in het scheepsjournaal van “de Vrienden” op de rede van Batavia:
08 december 1834 “… heedenmorgen vertrok van hier … Capt. Pronk naar Rotterdam … “.057
Volgens de heer S.E.Pronk te Rijswijk (brief dd 25 maart 2001) betreft dit Jan Albert Pronk, geboren te Katwijk op 20 april 1802 en overleden te Den Haag op 22 augustus 1873 Hij was gehuwd met Cornelia Petronella Groenevelt. Hij komt voor in diverse notariële acten te Rotterdam van 17 oktober 1826 tot 20 maart 1837. In de laatstbedoelde akte wordt “mijn broeder den Heer Cornelis Pronk wonende te Batavia” aangewezen tot executeur van de boedel voor zover het goederen betreft in Oost en West Indië.
J.A.Pronk verzorgde per 16 april 1836 vanuit Hellevoetsluis met de “Maria” een troepentransport van 1 officier en 12 manschappen. In St. Georg d’Elmina werden tevens 68 Afrikaanse recruten aan boord genomen. Hij arriveerde per 26 augustus 1836 na 136 dagen te Batavia065*.
Op 08 juni 1837 vertrok hij met de “Batavia” vanuit Hellevoetsluis met 3 officieren en 4 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 03 oktober 1837 na 117 dagen.
Op 03 november 1839 vertrok hij met de “Batavia” uit Hellevoetsluis met 4 officieren en 31 manschappen. Te St. Georg d’Elmina werden 110 Afrikaanse recruten aanboord genomen. Hij arriveerde te Batavia op 02 mei 1840 na 181 dagen.
Op 06 mei 1843 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Batavia” en een contingent van 3 officieren en 140 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 21 augustus 1843 na 107 dagen. Onderweg was 1 militair overleden.
Tenslotte voerd hij per 08 september 1851 vanuit Brouwershaven met de “India” en 2 officieren. Zijn aankomstdatum te Batavia is niet vermeld065.
Het fregat “Maria” onder kapitein J.A.Pronk voer begin 1836 naar Elmina. “De Maria deed zeventig dagen over de reis naar Elmina en voer daar na negen dagen weer weg: op 6 juni 1836. Aan boord waren 68 recruten, die op 25 augustus op Java aan land stapten. Kapitein Jan Lourens van de Jacobus leverde in december in Rotterdam het bericht af dat hij van Pronk in Batavia had gehoord dat deze tijdens de reis tevreden was geweest over het gedrag van de negers. Wel was Pronk, samen met de opperstuurman en de luitenant van het begeleidings-detachement, vijf dagen na het vertrek uit Guinea zwaar ziek geworden. Ze waren dit vier weken lang gebleven en kwamen ‘zeer verzwakt’ in Indië aan”069 = p.208
Het Maritiem Museum Prins Hendrik te Rotterdam bezit een prent door Spin uit 1837 van de “Maria”, zeilden met een lichte koelte en een ruime wind in de richting van een hoge kust”