Inloggen
Gezagvoerder

Nouhuijs, Herman Jacob van

Naam: Nouhuijs, Herman Jacob van
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
MARY GODDARD 1850 Schoener Sailing Vessel 14361 Bekijk schip
L.J. ENTHOVEN 1864 Fregat Sailing Vessel 16058 Bekijk schip
EUROPA 1864 Fregat Sailing Vessel 16027 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.J. van Nouhuijs was met vlagnummer R12 in de periode 1876 t/m 1880 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als vlaglid heeft bedankt058

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen 1877 en 1878 van de Maatschappij staat kapitein H.J. van Nouhuijs met vlagnummer R12 in de ledenlijsten als gezagvoerder van het fregat “Europa”, 1180 ton n.m., varend voor J.R.Veder & Zonen te Rotterdam058.

 

Bouma025 vermeldt H.J. van Nouhuys als gezagvoerder gedurende:

*    1866 t/m 1871 van de 3/msch “Mary Goddard”, gebouwd in 1850 te Schiedam, 312 ton o.m., varend voor de Groot, Roelants & Co te Schiedam;

*    1872 t/m 1876 van het 3/mschip “L. J. Enthoven”, gebouwd in 1864 te Alblasserdam, 848 ton o.m., varend voor de Groot Roelants & Co te Schiedam;

*    1877 t/m 1879 van het fregat “Europa”, gebouwd in 1863 te Krimpen aan de Lek, 1275 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam. Het schip werd in Mauritius geabandonneerd en verkocht.

 

Overige bijzonderheden

In de eerste helft van 1869 “verzoekt Sweys (de auteur van de Almanakken. - zie aldaar) H.J.van Nouhuys (19/2/1836 - 27/01/1920) op dat moment gezagvoerder van de driemastschoener “Mary Goddard”, 312 ton, rederij De groot Roelants te Schiedam zijn assistent te worden. Van Nouhuys ziet daar vanwege de wankele gezondheid van Sweijs van af. Hij vreest dat voor hij ingewerkt zal zijn, Sweijs zal moeten vervangen. Van Nouhuys voer als hij met zijn schip in Indië was, vaak voor de Fa Landsbergh & Zoon (öf liever de heer Hulsteijn” schrift van Nouhuys) (van Nouhuys, Herinneringen.). … “090

Zie ook “Herinneringen uit de eerste jaren van mijn zeemansloopbaan aan de hand van mijn datumlijst neergeschreven in 1919” door Herman Jacob van Nouhuys. Afschrift van een handschrift. Afschrift in bezit van het Maritiem Museum te Rotterdam.

 

Het scheepsjournaal van de “Henriëtta” onder kapitein Jan Rinse Meyer van een reis in 1867 van Amsterdam naar Padang meldt in het havenjournaal ca begin september 1867:

“ … lagen tusschen Z.M.Wachtschip de Willem  en het Arabiersch Scip Pamella, verder lag er de Mailboot de Marij Gadard, kapitein Nuhuis … en later nog de Pieter Adolf, kapitein Jaski …”

Uit: “Het Journaal van het Nederlandse barkschip “Henrietta”, door Jan Bleeker, brochure 2006, eigen beheer 24 pp.

 

 

NUEBORG. J van

Binnenlandsche Bataafsche courant 31 maat 1803

Middelburg, 28 maart. Binnengekomen de OOSTRUST, kapt. J. van Nueborgh, van Suriname.

(In 1807 was J. Nora kapitein van dit fregat.)

 

Amsterdamsche Courant  23 april 1811

Advertentie. Heden overleed, tot mijne en mijner kinderen droefheid, aan ene beroerte, in den ouderdom van 60 jaren, mijn tedergeliefde man, Jan van Nueborgh, oud schipper om de west, met wien ik sedert 38 jaren in een genoeglijke echt verbonden was. Ik geve van dit smartelijke sterfgeval kennis aan naastbestaande en vrienden, met verzoek van condoleantie verschoond te blijvenAmsterdam, den 21ste april 18110Cornelia Roelofsz, Wed. Jan van Neuborgh.(opm: let op de twee verschillende schrijfwijzen van de naam)