Inloggen
EEFKA MARIA - ID 9468


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1850-11-01 / 1859-06-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1850
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoener
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Harm Klaassens de Wijk, Oude Pekela, Groningen, Netherlands
Launch Date: 1850-05-01
Delivery Date: 1850-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 107.00 Net tonnage
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1850
Datum agenda: 1850-11-01
Register nr: 18500709
Scheepsnaam: EEFKA MARIA
Type: Schooner
Lasten: 56
Gebouwd in provincie: Groningen
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Freseman Vietor, J.
Plaats: Winschoten
Kapitein op moment van verzoek: Pinksterboer, R.S.
Opmerkingen: eerste zeebrief

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1850-11-01 EEFKA MARIA
Manager: Mr. Jan Freseman Viëtor (notaris), Winschoten, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Mr. Jan Freseman Viëtor (notaris), Winschoten, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Winschoten / Netherlands

Ship Events Data

1850-05-00: (Bron: Kroniek van Pekela door D. Kuil)
01.05.1850 Tewaterlating van de werf van H.K. de Wijk te O.P. de schoener ‘Eefka Maria’, kapt. R.S Pinksterboer (boekhouder Mr J Freseman Viëtor uit Winschoten)

1851-00-00: Dit schip was in febr 1851 op weg naar West-Indië. De kapitein overleed op zee (43.40’ N 24 W) in april-mei 1851
1859-06-00: Final Fate: Sunk

Na vertrek uit Libau, 12 juni 1859, is de EEFKE MARIA, kapt. J.T. Bart, bij ‘de uitgang van het Kattegat’ gezonken.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

“Op heden 28 mei 1851 ’s morgens om vier uur verscheen voor ons Jan Douwes Bies, stuurman op het Nederlandse schoenerschip “Eefka Maria”, thans zeilende op 47o40’NB/24oWL in de Atlantische Oceaan, uitvoerende de ambtsverrichtingen van ambtenaar van de Burgerlijke Stand: Arend Engels Atzema, 34 jaren, geb. te Zuidbroek, kok, en Remmelt Hendrik Duit, 23 jaren, geb. te Veendam, matroos op bovenvermelde bodem, verklarende dat op bovenstaande datum, uur en plaats is overleden Remmelt Steffens Pinksterboer, 49 jaren, geb. te Veendam, laatst wonende te Oude Pekela, gehuwd geweeest met Eefka Berghuis, gezagvoerder op bovengenoemde bodem.”115

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.S.Pinksterboer was met vlagnummer R164 in de periode 1838 t/m 1851 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1851 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1851 is overleden058.

In het Jaarverslag 1851 van het College  staat in de Rekening van Ontvangst en Uitgaaf dat de weduwe R.S.Pinksterboer een uitkering heeft gekregen van f 105,25 voor onderstand en schoolgeld voor haar en één kind. In 1855 kreeg zij een uitkering van f 170,- voor haar en haar kind. In 1858 en 1859 kreeg zij onderstand voor haar alleen van jaarlijks f 150,-058.

In het Jaarverslag 1858 van het College  staat vermeld dat de wed R.S.Pinksterboer een uitkering krijgt van f 17,- “voor onderwijs in de Stuurmanskunst voor haar zoon Steven”058.

 

De schepen van de kapitein

In het Jaarverslag van het College staat kapitein R.S.Pinksterboer met vlagnummer R164 als gezagvoerder in de ledenlijst van 1849, maar zonder vermelding van vlag en reeder058

 

Bouma025 vermeldt R.S.Pinksterboer als gezagvoerder gedurende:

*    1840 t/m 1848 van de hoeker “Vertrouwen” ex Pieter & Abraham, gebouwd in 1826 te Maassluis, 125 ton o.m., varend voor H.A.Schadee te Rotterdam;

*    1849 van hetzelfde schip maar nu varend voor H. van Rijckevorsel te Rotterdam en onder de naam “Curaçao”.

*    1850 t/m 1851 van de 2/msch “Eefka Maria”, gebouwd in 1850 te Pekela, 107 ton o.m., varend voor B.Haitsema-Viëtor te Winschoten. Hij is in 1851 overleden en zijn opgevolgd door een kapitein Bieze.

 

Overige bijzonderheden

Mulder085 vermeldt:

01.05.1850 Tewaterlating van de werf van H.K. de Wijk te O.P. de schoener ‘Eefka Maria’, kapt. R.D.Pinksterboer (boekhouder Mr. J.Freseman Viëtor uit Winschoten).

Dit schip was in febr. 1851 op weg naar West-Indie. De kapitein overleed op zee (43.40’N/24’W) in april-mei 1851.”

Mulder085 vermeldt:

“28.05.1851 Overleden a/b schoener “Eefka Maria”, thans zeilend 43.40 NB 24 WL Remmelt Steffens Pinsterboer uit O.P., 49 jaar, geboren te Veendam, gehuwd geweest met Eefka Berghuis, gezagvoerder op dit schip.”

 

 

Datum vanaf: 1850
Kapitein: Pinksterboer, Remmelt Steffens
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.D. Bies was met vlagnummer R349 in 1852 t/m 1854 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Jaarverslagen 1855, 1858 en 1859 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de weduwe van kapitein J.D.Bies (sic) een jaarlijkse uitkering heeft gekregen van f 100,-058.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.D.Bies als gezagvoerder gedurende:

*    1853 van de 2/m schoener “Regina”, gebouwd in 1843 te Rye, 94 ton o.m., varend voor Cruys van Casteel te Rotterdam. Het schip voer in 1853 van Havana naar Rotterdam met een lading suiker en werd na 07 september vermist.

 

Overige bijzonderheden

“Op heden 28 mei 1851 ’s morgens om vier uur verscheen voor ons Jan Douwes Bies, stuurman op het Nederlandse schoenerschip “Eefka Maria”, thans zeilende op 47o40’NB/24oWL in de Atlantische Oceaan, uitvoerende de ambtsverrichtingen van ambtenaar van de Burgerlijke Stand: Arend Engels Atzema, 34 jaren, geb. te Zuidbroek, kok, en Remmelt Hendrik Duit, 23 jaren, geb. te Veendam, matroos op bovenvermelde bodem, verklarende dat op bovenstaande datum, uur en plaats is overleden Remmelt Steffens Pinksterboer, 49 jaren, geb. te Veendam, laatst wonende te Oude Pekela, gehuwd geweeest met Eefka Berghuis, gezagvoerder op bovengenoemde bodem.”115

 

 

Datum vanaf: 1851
Kapitein: Bies, Jan Douwes
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Jan Tiddes Bart werd geboren  te Nieuwe Pekela op 03 maart 1823 als zoon van Tidde Eenjes Bart en Aaltje Jans Piebes.

Jan is vermoedelijk ongetrouwd gebleven.

Volgens www.zeemansleed.nl zou Jan Bart in 1859 zijn vermist. Zie ook jaarverslag 1859 Maatschappij tot Nut der Zeevaart

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.F.Bart was met vlagnummer R257 in de periode 1849 t/m 1859 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1859 van het Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt vermeld dat hij in 1859 wordt vermist058.

In het Jaarverslag 1865 van de Maatschappij  staat vermeld dat de moeder van kapitein F.J. (moet zijn J.F.) Bart is overleden, waardoor haar uitkering tot een einde komt. Kennelijk was Bart ongetrouwd en was zijn moeder de gerechtigde voor het ontvangen van een uitkering058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein J.T.Bart met vlagnummer R257 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1849                     kof “Maria Jeannette”       ? last      varend voor E.S.&C. St. Martin & Co te Rotterdam

1851      geen vermelding van schip en reeder

1855, 1858           sch. “Eefke Maria”             56 last    varend voor B.H.Viëtor te Winschoten

 

In de ledenlijst van het Rotterdamse zeemanscollege 1849 wordt hij genoemd als gezagvoerder van de kof “Maria Jeannette”, varend voor E.S.& C St. Martin & Co. Dit schip wordt onder deze reederij wel genoemd door Bouma025 maar zonder een kapitein Bart als gezagvoerder.

 

Bouma025 vermeldt J.F.Bart als gezagvoerder gedurende:

*       1852 van de kof “Alida Margaretha”, gebouwd in 1838 te Veendam, 85 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Bij Caen op weg naar Amsterdam gestrand en lek geraakt;

*       1853 t/m 1859 op de 2/m sch. “Eefka Maria”, gebouwd in 1850 te Pekela, 107 ton o.m., varend voor B.Haitsema Viëtor te Winschoten. In 1859 vermist.

 

De collectie Monsterrollen van het Noordelijk scheepvaartmsuem te Groningen bevat rollen:

  1. 03 maart 1857 , schoener Eefke Maria, kapitein Jan Tiddes Bart, 33 jaar uit Nieuwe Pekela.

 

Overige bijzonderheden

Mulder085 vermeldt:

“De kof “Alida Margaretha”, kapt J.F.Bart, met koolzaad en rogge onderweg van Amsterdam naar Frankrijk, is op een zandbank beneden op de rivier van Caen gelopen en verongelukt.”

 

Een doodsakte van de kerk Sint Olai te Helsingör vermeldt de begravenis van een matroos die aan boord van het schip “Alida Margaretha” onder kapitein J.V.Bart uit Pekela door een ongelukkige val overleed.115

 

 

Datum vanaf: 1853
Kapitein: Bart, Jan Tiddes
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Delfzijl
Datum: 1850-12-13
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: EEFKA MARIA
Schipper: Pinksterboer, Remmelt Steffens
Scheepstype: schoener
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1850

Monsterrol: 1850-49
Datum: 13-12-1850
Scheepsnaam: Eefka Maria
Scheepstype: schoener
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Delfzijl, Gemeentearchief (Delfzijl)

Achternaam Voornaam Rang Gage Woonplaats Leeftijd
Alzema Arend Engels kok 24 Zuidbroek (NL) 34
Bies Jan Douwes stuurman 32 Winschoten (NL) 30
Duit Remmelt Hendriks matroos 20 Veendam (NL) 23
Pinksterboer Remmelt Steffens kapitein niet vermeld niet vermeld 49
Pot Lammert lichtmatroos 16 Oude Pekela (NL) 19
Suyck Kornelus Johannes lichtmatroos 5 Groningen (NL) 16

1857

Monsterrol: 1857-15
Datum: 03-03-1857
Scheepsnaam: Eefka Maria
Scheepstype: schoener
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Oude Pekela, Gemeentearchief (Nieuwe Pekela)

Achternaam Voornaam Rang Gage Woonplaats Leeftijd
Bakker Jan matroos niet vermeld Veendam (NL) 20
Bart Jan Tiddes kapitein niet vermeld Nieuwe Pekela (NL) 33
Meijer Frans scheepsjongen niet vermeld Nieuwe Pekela (NL) 14
Meijer Jan kok niet vermeld Nieuwe Pekela (NL) 16
Nuisker J.T. matroos niet vermeld niet vermeld 49
Visser Jacob stuurman niet vermeld Oude Pekela (NL) 21

1859

NRC 140659
Libau, 3 juni. Aangekomen EEFKE MARIA, kapt. Bart, van Amsterdam. (opm: op 12 juni vertrokken met bestemming Schiedam is de schoener, bouwjaar 1850, kapt. Jan Tiddes Bart, volgens getuigenverklaring bij ‘de uitgang van het Kattegat’ met man en muis gezonken, zonder de mogelijkheid tot het verlenen van hulp)

1872

Burgerlijke Stand Wedde Overlijdensregister 1872

Nr 23

In naam des Konings De arrondissements rechtbank te Winschoten gezien en gelezen het navolgend request aan de arrondissements rechtbank te Winschoten

Geeft eerbiedig te kennen Jan Harm Edens timmerman, wonende te Blijham, gemeente Wedde dat zijn oudste zoon Harm Edens  in 1857 als matroos in dienst getreden bij den scheepskapitein J. Bart, schipper voerende het schip EEFKE MARIA, dat hij (suppliant zoon) den 12 juni 1859 van Libau is vertrokken en Elseneur is gepasseerd met de bestemming naar Schiedam; dat kort nadien tijd het gerucht werd verspreid dat gemelde schip op die reis met man en muis was vergaan; dat dan ook nooit een der genen die tot de equipage behoorden bij zijne betrekkingen is teruggekomen, noch ook later iets van het schip of de bemanning is vernomen, zodat voor die betrekkingen reeds sedert jaren de zekerheid van het overlijden der schepelingen bestond, zonder dat echter tot dus verre enige acte betrekkelijk het overlijden van enigen hunner was ingeschreven te minder omdat het belang daaraan verbonden niet werd ingezien; dat echter suppliant, die buiten de verongelukte nog drie zoons bezit, met het oog op de loting voor de Nationale Militie er thans belang bij heeft dat alsnog het bewijs wordt geleverd dat zijn zoon Harm Edens inderdaad reeds ten jare 1859 is overleden en zijne krachtige nasporingen ten deze in het werk gesteld hebben geleid tot het resultaat, dat hij met getuigen tot klaarheid zouden kunnen brengen het verongelukken van het schip EEFKE MARIA en tevens het feit dat zijn zoon tot de bemanning van het schip behoorde.
Weshalve suppliant de vrijheid neemt naar aanleiding van Artikel 62 Burgerlijk Wetboek eerbiedig te verzoeken dat het de Rechtbank behage na verhoor van getuigen te verstaan dat van het jare 1859 plaats gevonden overlijden van suppliants zoon, Harm Edens als nog in de Registers van overledenen der gemeente Wedde ene acte zal worden ingeschreven ‘’t welk doende getekend A H koning procureur De Rechtbank.
Alvorens op het request te beschikken, stelt het in handen van het openbaar Ministerie ten fine van conclusie Winschoten de 12 juni 1872 getekend A Lyphart president   J.G. Pieting s.g.- De Officier van Justitie te Winschoten. Concludeert tot verhoor van getuigen. Winschoten den 12 juni 1872 getekend Servatius.
De Rechtbank stelt vorenstaand request met de verklaringen der getuigen in handen  van de Heer Officier van Justitie tenfine van conclusie Winschoten 12 juni 1872 getekend A. Lyphart fung president J.G. Peeting ig.
De Officier van Justitie te Winschoten. Overwegende dat geen overlijden is bewezen, maar hier is een van die gevallen, waarin alleen verklaring van vermoedelijke overlijden kan worden uitgesproken concludeert tot afwijzing van het gedaan verzoek getekend Servatius
De Rechtbank, Gehoord de verklaring van twee getuigen naar aanleiding van dit verzoekschrift onder ede, gehoord ter raadskamer dezer, Rechtbank den 12 juni jl., blijkens daarvan opgemaakt proces verbaal behoorlijk geregistreerd. Gelet op de conclusie van de Heer Officier, van Justitie strekkende tot afwijzing van het verzoek. Overwegende dat uit de verklaringen van de getuigen blijkt dat de suppliants zoon in 1859 met het schip waarop hij toen bij den kapitein Bart diende, zich te Libau bevond, dat de getuigen hem heel goed kenden en daar dagelijks bij hen aan boord kwamen, dat kapitein Bart met genoemden bodem Libau is uitgezeild en toen lek heeft bekomen, dat de getuigen op een afstand van ongeveer een kwart mijl gezien hebben dat voormelden bodem met de gehele bemanning waaronder ook suppliants zoon, op den uitgang van het Kattegat is gezonken zonder dat het mogelijk was, enige hulp te verlenen, dat nadien tijd zover de getuigen bekend niet het minste bericht van schip of bemanning is ingekomen. Overwegende dat hieruit voldoende blijkt dat suppliants zoon Harm Edens en de overige schepelingen van de bodem genaamd EEFKE MARIA, kapitein J. Bart in 1859 op de uitgang van het Kattegat, hun graf in de golven hebben gevonden zonder dat daarvan een acte van overlijden is opgemaakt. Gezien artt.62,70 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. Wijst verzoeker zijn verzoek toe.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Monsterrollen digitaal, zie Noordelijk Scheepvaartmuseum
Burgerlijke Stand Wedde Overlijdensregister 1872
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant