Inloggen
PRINS WILLEM I - ID 5301


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1884-04-24 / 1889-12-20 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1884
Categorie: Passenger-/cargo vessel
Voorstuwing: Steamship
Type: Vracht-/passagiersschip
Type Dek: Full scantling
Masten: Two masts
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Koninklijke Fabriek van Stoom- en andere Werktuigen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1883-00-00
Launch Date: 1884-02-23
Delivery Date: 1884-04-22
Technical Data

Engine Manufacturer: C.V. Koninklijke Fabriek van Stoom- en Andere Werktuigen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Motor Type: Steam, Compound
Number of Cylinders: 2
Power: 750
Power Unit: IHP (IPK)
Eng. additional info: 29 & 55-39
Speed in knots: 10
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 1310.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 925.00 Net tonnage
 
Length 1: 235.50 Feet (British) Registered
Beam: 33.30 Feet (British) Registered
Depth: 19.30 Feet (British) Registered
 
Passengers:
1st 2nd 3rd Steerage Deck Total
26 8 0 0 0 34
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1884
Datum agenda: 1884-04-22
Register nr: 0
Scheepsnaam: PRINS WILLEM I
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Koninkl. W.Indische maildienst
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: x
Opmerkingen: ja
1884-04-24, uitreiking zb82-x

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1884-04-24 PRINS WILLEM I
Manager: N.V. Koninklijke West-Indische Maildienst, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Koninklijke West-Indische Maildienst, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PQRN

Ship Events Data

1884-09-18: Stranded
Trinidad, 18 september 1884. Het Nederlandse stoomschip PRINS WILLEM I is in de Golf van Paria (Venezuela) op een bank van zachte grond, ongeveer 9 mijl Z van Port of Spain vastgeraakt en is 's ochtends de 8e tot 's avonds de 10e blijven zitten. Er is een gedeelte lading en kolen gelost eer het schip vlot kwam, doch heeft geen schade bekomen.
1889-12-20: Final Fate: Collision

Op weg van de West naar Amsterdam met een lading melasse en koffie, gezonken na een aanvaring met het ijzeren zeilschip CLONCAIRD in het Engels Kanaal ter hoogte van Le Havre. Het schip had laatstelijk Le Havre aangelopen. Twee bemanningsleden en een passagier verloren het leven.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Rademaker werd met vlagnummer 925 per 25 november 1884 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 18/25 november 1884 staat vermeld dat als lid voor de vlag is voorgesteld/aangenomen C.Rademaker, gezagvoerder van het stoomschip “Prins Hendrik I”, wonend in de Linaeusstraat 19 te Amsterdam, op voordracht van kapitein M.C.Braat 023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 04 oktober 1888 staat de uitslag inzake de scheepsjournalen. De gouden medaille is toegekend aan kapitein J.H.Meijer van het ss “Erasmus”, de zilveren medaille aan kapitein C.Rademaker van het ss. “Prins Willem I”en de bronzen medaille aan kapitei H.Sluiter van het ss. “Prins Maurits”.042.

 

In de notulen dd 04 december 1888 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop is de bekroning vermeld voor gehouden kompasjournalen: “Namens de commissie van beoordeeling wenscht de Heer W. van Hasselt de bekroonden geluk met het behaald succes, zijn leedwezen gevende dat het slechts één hunner, de heer J.H.Meijer in de vergadering kon tegenwoordig zijn; de Heeren C.Rademaker en H.Sluiter bevinden zich op zee … De Heer van Hasselt reikte daarna onder eene hartelijke toespraak de gouden medaille benevens het daarbij behoorende diploma over aan den gezagvoerder J.H.Meijer van het stoomschip “Erasmus”, die deze onderscheiding met dank aanvaarde.”023.

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer   periode               type                    naam van het schip                             boekhouder/reder

      925           1885-1886          stoomsch. Prins Willem I                                        Kon.West.Ind.Maildienst

                          1887-1888          stoomsch. Prins Frederik Hendrik                                 idem

 

Bouma025 vermeldt C.Rademaker als gezagvoerder gedurende:

*   1882 van het schroefstoomschip “Rhenania”, gebouwd in 1882 te Glasgow, 1276 ton n.m., varend voor Wm.H.Müller & Co te Rotterdam;

*   1884 t/m 1887 van het schroefstoomschip “Prins Willem I”, gebouwd in 1883 te Amsterdam, 1310 ton n.m., varend voor de Kon. W.I.Maildienst te Amsterdam.;

*   1888 t/m 1889 van het ijzeren schroefstoomschip “Prins Frederik Hendrik”, gebouwd in 1888 te Amsterdam, 1550 ton n.m., varend voor de Kon.W.I.Maildienst (1882) te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In de Jg 10, 1888, van “De Zee” wordt verslag gedaan door de “Commissie van Beoordeeling der kompasjournalen, uitgegeven door het Collegie ‘Zeemanshoop’ “ Er waren ingebracht 33 journalen gehouden door 18 gezagvoerders. De beoordeling was gelijk aan die in 1886. “Het is de Commissie zeer aangenaam te mogen verklaren, dat verreweg het meerendeel der beoordeelde journalen zeer goed is bijgehouden.” De zilveren medaille werd behaald door de gezagvoerder C.Rademaker van het stoomschip “Prins Willem !”

 

In het tijdschrift “De Zee”, Jg.1, 1879 p.165-1869 en 419-428 staat de behandeling van een vonnis door het Engels hooggerechtshof, Admiraliteitszaken omtrent de aanvaring op de hoogte van Moeka Head, eiland Penang, tussen het schroefstoomschip de “Voorwaarts” (kapitein F.J.Aukes) en het engelse schip de “Khedive”. De “Voorwaarts” had aan boord 83 bemanningsleden en 150 passagiers. Bij de aanvaring werd het schip zo sterk beschadigd dat het op het strand werd gezet om niet te zinken. Bij de getuigenverklaringen kwamen aan het woord de 1e officier Rademaker, de 2e officier Eversdijk en de 3e officier Perk.

Het hof kwam tot de uitspraak dat beide schepen “berispelijk”(both to blame) waren, vanwege onvoldoende uitkijk. Bovendien hadden ze beiden voldoende tijd gehad om vaart te minderen en te stoppen.

 

 

Datum vanaf: 1884
Kapitein: Rademaker, C.
Overige informatie: 0

 

Familiegegevens

 

Huibert Nicolaas werd geboren op 28.03.1847 te Amsterdam als z.v. Hendrik Prins en Wilhelmina Mulder.

Huibert Nicolaas (29) (gezagv.) trouwde op 09.11.1876 te Amsterdam met Jeltje Hinderika Beckering (25) – geb. 27.11.1850 te Groningen – d.v. Hinderikus Beckering (koopman) en Aaltje Knoop. 

Jeltje Hinderika Beckering overleed op 13.08.1923 te Bloemendaal (72). 

Huibert Nicolaas overleed op 08.07.1899 te Le Havre (Fr.) (52). 

(Overlijdensadvertentie in het Alg. Handelsblad van 15.07.1899)

 

Kinderen

-    Wilhelmina – 1877

-    Aaltje – 1879

-    Huibert Nicolaas – 09.04.1888 te A’dam.

 

De schepen van de kapitein

 

*   1884 – 1888 van het s.s. KONING WILLEM III – GEB. 1883

*   1888 – 1889 van het s.s. PRINS WILLEM I - 

*   1889 – 1899 van het s.s. PRINS WILLEM II -

 

Overige bijzonderheden

Gezagvoerder bij de Stoomvaart Maatschappij “Insulinde” te Amsterdam.

Gezagvoerder bij de K.W.I.M.

 

 

ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:

Familiegegevens en opleiding

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.N.Prins (adres: Heerengracht bij Roomolensteeg) werd met vlagnummer 861 effectief lid van Zeemanshoop per 31 januari 1871 op voordracht van L.Tuk. Zijn schip was de "Kobe"002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 24/31 januari 1871 werd als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd H.N.Prins, geen leeftijd genoemd, voerend de bark “Kobe”, voor rekening van J.Schut, op voordracht van kapitein L.Tuk.023

 

      H.N.Prins was van 1885-1891 bestuurslid van het College Zeemanshoop019.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 06 november 1890 meldt kapitein H.N.Prins dat hij wegens vertrek naar Curacao ontslag neemt als bestuurslid. Het Bestuur vraagt hem corresponderend lid te worden.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 12 september 1882 wordt vermeld de heer van Hasselt, directeur der filiaalinrichting van het Kon.Ned. Meteor. Inst. te Utrecht: “Als nu reikte hij uit aan de Heeren W.P.Harten, H.Hissink en H. de Jonge getuigschriften voor uitmuntende journalen; aan de Heeren R.J.Weber, C.Jaski, A.G. Mörser Bruijns, W.Adriani, R.Berckelbach v.d Sprenkel, J.F. Graad van Roggen, A.J.Herckenrath, J.H.Bart, H.C.Haacke, H.W.Prins en A.F. de Vrije voor zeer goede journalen.” 023

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 04 december 1890 staat vermeld dat kapitein H.N.Prins “wegens vertrek naar Curaçao” bedankt als bestuurslid. Hem wordt aangeboden correspondent van het College te worden. In de notulen dd 05 maart 1891 staat, dat hij de benoeming accepteert. 023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer          jaren         type                scheepsnaam                                naam reder/boekhouder

        861                 1871         geen vermelding van schip en boekhouder

                            1872-1873    bark                Kobe                                              J.Schut

                                 1874         fregat             B.R.H.                                            Meijer & Co

                               1875           geen vermelding van schip en boekhouder

                            1876-1878    fregat             Philips van Marnix                      van Zeylen & Decker te Middelburg

                            1879-1887    geen vermelding van schip en boekhouder

                                 1888         stoomb.         Prins Willem I                              Kon.West Ind.Maildienst

                            1889-1898    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.N.Prins als gezagvoerder gedurende:

*    1872 t/m 1873 van de bark “Kobe” ex Assurance, gebouwd in 1866 te Martigues (Fr.) 334 ton, varend voor J.Schut te Amsterdam. Het schip ging in 1873 uit de vaart;

*    1875 van het fregat “B.R.H.”, ex Leucothea, gebouwd in 1855 te Metford, 1242 ton o.m., varend voor Meyer & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1876 voor W.Pont te Edam en was herdoopt in “Borgä”;

*    1876 t/m 1878 op het fregat “Philips van Marnix”, gebouwd in 1863 te Bolnes, 1516 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam. Het schip werd op Mauritius geabandoneerd;

*    1881 t/m 1882 van de bark “Anna Sophia”, gebouwd in 1862 te Amsterdam, 722 ton o.m., varend voor Mr. F.U.H.Reiger te Amsterdam. Het schip voer in 1883 onder Joh.Meyes Jerem.z te Amsterdam en was herdoopt in “Josine Louise”;

*    1884 t/m 1886 van het schroefstoomschip “Koning Willem III”, gebouwd in 1883 te Amsterdam, 2199 ton o.m., varend voor de Stoomvaart Maatschappij “Insulinde” te Amsterdam. Het schip werd in 1886 verkocht naar Duitsland;

*    1888 t/m 1889 van het schroefstoomschip “Prins Willem I”, gebouwd in 1883 te Amsterdam, 1310 ton n.m., varend voor de Kon. W.I.Maildienst te Amsterdam. In het Engels Kanaal gezonken na aanvaring;

*    1890 van het schroefstoomschip “Prins Willem II”, gebouwd in 1890 te Amsterdam, 1600 ton n.m., varend voor de Kon.W.I.Maildienst te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Op 20 december 1889 om 13.15 uur zonk het ss. “Prins Willem I” in het Engels Kanaal bij Le Havre na aanvaring met een zeilschip. Drie bemanningsleden kwamen hierbij om. Het schip was op weg van West-Indië naar Amsterdam.

Het ss. “Prins Willem I” werd gebouwd in 1884 bij de Koninklijke Fabriek te Amsterdam, mat 1310 Brt en voer voor de Kon. West-Indische Maildienst te Amsterdam072.

 

 

Datum vanaf: 1888
Kapitein: Prins, Huibert Nicolaas
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving:
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving:
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown
Algemene informatie

NRC 251289  
Aanvaring van het stoomschip PRINS WILLEM I. De schipbreukelingen van het stoomschip PRINS WILLEM I, dat de 20e december door aanvaring met ( hoogstwaarschijnlijk) het stalen barkschip CLONCAIRD gezonken is, arriveerden hier ter stede per stoomschip SCHIEDAM. Ongeveer 4 uur lag het stoomschip te Feyenoord aan de kade gemeerd. De schipbreukelingen tot de equipage behorende stonden gepakt en gezakt aan dek, doch zij konden hun have gemakkelijk dragen in een zakdoek onder de arm, want veel valt er in een boot niet mee te nemen. Vanwege de agenten van de Koninklijke West-Indische maildienst werd voor hun ontvangst en verder vervoer zorg gedragen. De schipbreukelingen rapporteerden dat er kort na de aanvaring door het grote gat dat door het aanvarende schip gemaakt werd, binnen het half uur meer dan zes voet water in het ruim stond hoewel alle mogelijke pompen werkten. Dat door de waterdichte schotten drong en er overheen liep zodat het spoedig bleek dat het schip zou moeten verlaten worden. Ten 1 uur des nachts begaven zij zich in de boten, in een van welke de kapitein, opper- en tweede stuurman terwijl in de tweede de 3e stuurman het bevel voerde met een Duitse opperstuurman als passagier, ook een flink zeeman. De eerste boot werd nadat de opvarenden er 9 uur in doorgebracht hadden, door de Franse vissersloep ST. CLAIR aangetroffen en later te Boulogne geland. De schipbreukelingen zijn vol lof over de hartelijke ontvangst van de Franse vissers die alles deden om hun kort verblijf aan boord zo geriefelijk mogelijk te maken. De boot van de PRINS WILLEM I had men op sleeptouw genomen, doch sloeg deze later door de zee aan stukken. Men had het nodige mee van boord genomen, doch had men steeds op de riemen moeten blijven, zodat het hoogst gelukkig was dat zij door de Fransman werden opgenomen. De tweede boot werd zoals reeds door ons vermeld werd, bij het langszij komen van het reddende vissersvaartuig ten onderste boven geslagen waardoor drie personen zijn verdronken waaronder een passagier, een sergeant-schrijver die te Curaçao was aan boord was gekomen. De namen van de verdronken personen, tot de equipage behorende, werden gisteren reeds door ons gemeld. 

NRC 251289
Londen, 23 december. De reders van het reeds vermelde schip CLONCAIRD, dat met het stoomschip PRINS WILLEM I in aanvaring was, hebben de behandeling van de zaak der aanvaring in handen gesteld van de Glasgow S.A. om te ageren voor rekening van wie zulks mogen aangaan en hebben een der hoofdbeambten der maatschappij derwaarts gezonden om voor de assuradeuren op te komen. 

NRC 271289  
PRINS WILLEM I. Hoewel wij reeds een paar malen een vrij volledig bericht gaven betreffende de aanvaring van het stoomschip van de Koninklijke West-Indische maildienst PRINS WILLEM I, laten wij hier nog enige bijzonderheden volgen, ontleend aan de mededelingen van een van de opvarenden. Het stoomschip dat, zoals reeds werd vermeld, van Paramaribo via Havre naar Amsterdam was bestemd en te 7 uur namiddags van de 19e december van Havre vertrok, stoomde met een noordoostelijke koers in het Kanaal, toen het te 1 uur 15 des nachts, terwijl men zich ongeveer 20 Engelse mijlen ten zuidwesten van Hastings bevond, (vermoedelijk) door het Engelse stalen barkschip CLONCAIRD aan stuurboordzijde werd aangevaren. Van het aanvarende schip werden geen lichten gezien, behalve toen de aanvaring plaats vond; toen zag men een rood licht en hoorde men de klok luiden. Dewijl de wind ZW was, lag het vaartuig bij de wind over stuurboord met bakboord halzen toe. De opper- en tweede stuurman hadden de wacht en bevonden zich op de brug, een man was op de uitkijk, en het wachtvolk was aan dek; het weer was niet mistig en er was tamelijk goed vuurzicht. De aanvaring had plaats op de hoogte van het grote luik, met zulk geweld dat de laadpoort werd verbrijzeld en het schip van onder naar boven scheurde. De pompen werden onmiddellijk te werk gezet, doch het bleek spoedig dat het stoomschip niet behouden was, waarom door kapt. Prins besloten werd te trachten het op de Franse wal te zetten, doch door het vele indringende water kreeg het zware slagzijde en begon het erg in de kop te liggen, zodat de schroef dikwijls uit het water kwam. Ondertussen was het water zodanig gewassen in het ruim, dat aan het behoud van het schip niet meer te denken viel en men toevlucht moest nemen tot de boten, die steeds in uitmuntende staat van uitrusting en proviandering verkeerden. Een van de boten was door de aanvaring verbrijzeld en een tweede sloeg aan stukken. De beide overige boten werden gelukkig te water gebracht en deze bleven zo lang mogelijk in de nabijheid van de PRINS WILLEM I, die men met het aanbreken van de dag zag zinken. De houding en het gedrag van de zeelieden, merendeels van de eilanden Texel, Vlie en Terschelling, was uitsteken, en voortdurend heeft ieder zijn best gedaan; alle bevelen werden stipt gehoorzaamd. Kapt. Prins was de laatste die het zinkende vaartuig verliet, na vooraf gezorgd te hebben, dat specie en mails in de boten kwamen. Door de hevige wind en de aanschietende zee was het verblijf in de boot ten hoogste afmattend, dewijl men voortdurend op de riemen moest blijven om de boten met de koop op de zee te houden. Tegen 10 uur des ochtends werden de schipbreukelingen doornat, koud en afgemat, op de Franse vissloep ST. CLAIRE opgenomen en later te Boulogne aan land gezet. Over de ontvangst daar aan boord, was de zeeman die ons dit rapporteerde, in vervoering. De Fransen trokken hun eigen droge kleren uit om er de schipbreukelingen mee te verwarmen. Ook de geredden uit de tweede boot, waarvan drie van de opvarenden, de sergeant-schrijver Riep, de matroos K. Edelenbosch en de kok J. Engelschor, ten gevolge van het omslaan van de boot door de hoge zee bij het langszijde komen verdronken, werden aan boord van het vissersvaartuig AMIENS dat hen te Treport aan land bracht, allerhartelijkst ontvangen en behandeld en bij hun aankomst aldaar werden zij omhelsd en als in triomf weggedragen; ieder wedijverde om een van de geredden in zijn huis op te nemen en spoedig zaten zij in de warmste kleren. Het lijk van de verongelukte matroos Edelbosch, die een van de beste en flinkste zeelieden aan boord was en dat aan de kust in de nabijheid van Treport aandreef, werd de volgende dag begraven; de lijkkist werd gedekt door de Franse vlag, die men zo goed mogelijk als een Nederlandse had geplooid. Onder grote deelneming van de bevolking, die bij honderden het lijk volgden, werd het grafwaarts gedragen. Des anderen daags werden de schipbreukelingen naar Boulogne vervoerd, vanwaar zij, zoals reeds gemeld is, per stoomschip SCHIEDAM, van de N.A.S.M., dat daar van de Plata rivier was gearriveerd, naar het vaderland werden teruggebracht. 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten