Inloggen
OBERON - ID 4808


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1890-05-19 / 1910-10-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 1890
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Steamship
Type: General Cargo schip
Type Dek: Raised quarter deck
Masten: Two masts
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Huijgens & van Gelder - Werf 'Concordia', Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Launch Date: 1890-03-08
Delivery Date: 1890-05-19
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Maatschappij 'De Maas', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Motor Type: Steam, Triple Expansion
Number of Cylinders: 3
Power: 550
Power Unit: IHP (IPK)
Eng. additional info: 15, 25 & 40 - 36.
Speed in knots: 8
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 890.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 534.38 Net tonnage
Deadweight: 1050.00 tons deadweight (1016 kg)
Bale: 55000 Cubic Feet
 
Length 1: 64.24 Meters Registered
Beam: 9.30 Meters Registered
Depth: 4.80 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1890
Datum agenda: 1890-05-19
Register nr: 0
Scheepsnaam: OBERON
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: K.N.S.M.
Plaats: Amsterdam
Opmerkingen: ja
1890-05-19, uitvoering91-

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1890-05-19 OBERON
Manager: Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij N.V., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij N.V., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PNGD

Date/Name Ship 1910-00-00 MATTEO VERDERAME
Manager: M. Verderame e Figli, Porto Empedocle, Italy
Eigenaar: M. Verderame e Figli, Porto Empedocle, Italy
Shareholder:
Homeport / Flag: Porto Empedocle / Italy

Date/Name Ship 1923-00-00 COLOMBA L
Manager: Rosario Lofaro, Naples, Italy
Eigenaar: Rosario Lofaro, Naples, Italy
Shareholder:
Homeport / Flag: Naples / Italy

Date/Name Ship 1926-00-00 COLOMBA LOFARO
Manager: Rosario Lofaro, Naples, Italy
Eigenaar: Rosario Lofaro, Naples, Italy
Shareholder:
Homeport / Flag: Naples / Italy

Ship Events Data

1890-05-22: Provinciale Groninger Courant - 24.05.1890
Amsterdam, 22 mei. Het Nederlandse stoomschip OBERON, op proeftocht stomende, heeft gisteren ochtend voor de De Ruyterkade een praamschip in de grond gelopen.
1893-10-18: Stranded
Rotterdam, 18 oktober 1893. Het stoomschip OBERON, op Saltholmen gestrand, is met assistentie van een Svitzer bergingsstomer vlot gekomen en te Kopenhagen binnengebracht. Duikers zijn aangenomen om de bodem te onderzoeken.
1910-10-27: Sold to foreign country
Algemeen Handelsblad 29 oktober 1910 -

Londen, 27 oktober. “Fairplay” meldt de verkoop van het Nederlandse stoomschip OBERON van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij aan de firma M. Verderame & Figli te Port Empledocle. De OBERON, een stoomschip van 900 ton bruto en te Amsterdam gebouwd in 1890, werd herdoopt in MATTEO VERDERAME.
1941-03-05: Final Fate: Sunk

Op reis met een lading zwavel van Catania naar Crotone is de COLOMBO LOFARO op 5 maart 1941 bij Melito di Porto Salvo (Calabria), in positie 37º-54'-30" NB en 15º-46'-10" OL, getorpedeerd door de Britse onderzeeboot H.M.S. TRIUMPH, gezonken en verloren gegaan.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Pieter van Dijk Blok werd geboren te Oude Pekela op 11 juli 1851 als zoon van Berend van Dijk Blok en Jantje Buining.

Hij trouwde op 29 mei 1884 te Amsterdam als scheepsgezagvoerder met Emma Alida Haack, geboren te Amsterdam op 22 september 1859, voormiddags 4 uur, in de Bantammerstraat 384 te Amsterdam als dochter van de scheepsgezagvoerder Hermann Haack en Anna Kröger. Zij was de weduwe van Abraham Hazewinkel.
Pieter van Dijk Blok overleed op 22 april 1902 te Amsterdam (50).
Emma Alida overleed op 15 maart 1949 te Amsterdam, (89 jaar).

 Kinderen

Jeannette – geb. ca 1886 te A’dam.
Herman – geb. ca. 1887

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.van Dijk Blok werd met vlagnummer 946 per 05 september 1901 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 05 september 1901 wordt als effectief lid voorgedragen en benoemd P. van Dijk Blok, gezagvoerder bij de KNSM, wonend in het Oosterpark 9 te Amsterdam, op voordracht van kapitein D.H.Hinlopen. 023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren                        type                  scheepsnaam                   naam reder/boekhouder

         946                         1901 stoomb.           Sirius                Kon.Nederl.Stoomb.Maatschappij

 

Bouma025 vermeldt P.(J.) van Dijk Blok als gezagvoerder gedurende:

*    1886 t/m 1890 van het ijzeren schroefstoomschip “Mercurius”, gebouwd in 1880 te Sunderland, 924 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1891 van het stalen schroefstoomschip “Oberon”, gebouwd in 1890 te Amsterdam, 875 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1892 van het stalen schroefstoomschip “Sirius”, gebouwd in 1891 te Sunderland, 921 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1893 t/m 1898 van het stalen schroefstoomschip “Hebe”, gebouwd in 1889 te Rotterdam, 1227 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1899 en later van het stalen schroefstoomschip “Leda”, gebouwd in 1898 te Rotterdam, 1157 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Volgens de bemanningsboeken van de KNSM (Archief A'dam) werd kapt. P. van Dijk Blok op 8 maart 1892 aangesteld als gezagvoerder van de HEBE.
Werd in april 1898 aangesteld als gezagvoerder van het s.s. LEDA.
Arriveerde op 5 april 1902 te Amsterdam als gezagvoerder van de LEDA en overleed kort daarna te Amsterdam.  

 

AH-24-02-1902

Overlijdensadvertentie van kapitein Pieter van Dijk Blok.

Het Parool 16-03-1949

Overlijdens advertentie van Emma Alida Haack.

 

Datum vanaf: 1890
Kapitein: Dijk Blok, Pieter van

Familiegegevens 

Jacob Adriaan werd geboren op 25 mei 1857 te Zaandam als z.v. Adrianus Blaauboer (boekhouder) en Trijntje Dam.

J.A. (25) (zeeman) trouwde op 17 juni 1883 te Sint Maarten met Maartje Groet (25) – geb. te Sint Maarten – d.v. Cornelis Groet en Aafje Stammes. Maartje overleed op 17.06.1888.

J.A. (32) (zeekapitein) hertrouwde op 03 okt. 1889 te Sint Maarten met Guurtje Schermerhorn (27)  – geb. te Sint Maarten – d.v. Wijbrand Schermerhorn (burgemeester) en Trijntje Stammes. - Guurtje overleed op 14.12.1941 te Heiloo (79).

Jacob Adriaan als gezagvoerder van het s.s. BERENICE kreeg hij op 23 dec. 1893 te Stettin een beroerte, maar maakte toch de terugreis mee naar Amsterdam. Zijn toestand verslechterde zodat hij in Amsterdam slechts met moeite van boord gehaald kon worden.

J.A. overleed op 10 jan. 1894 te Amsterdam (36). (Bron: Stamboek v. dekpersoneel KNSM – S.A. A’dam)

(Rouwadvertentie in Het Nieuws v.d. Dag van 12-01-1894)

Kinderen

-       Cornelis – geb. 1885 te Amsterdam

-       Trijntje – geb. 1887 te Amsterdam

 

Opleiding

Behaalde het diploma tweede stuurman Grote Stoomvaart op 09 april 1878 te Groningen.

Behaalde het diploma eerste stuurman Grote Stoomvaart in 1880.

 

De schepen van de kapitein

02/1888 – 02/1888 – tijd. Gezagv. van het s.s. REMBRANDT - 

02/1888 – 02/1888 – tijd. Gezagv. van het s.s. VESTA

03/1888 – 01/1889 – tijd. Gezagv. van het s.s. REMBRANDT

01/1889 – 03/1889 – tijd. Gezagv. van het s.s. CERES

01/1889 – 07/1889 – Gezagv. van het s.s. REMBRANDT

07/1889 – 04/1891 – Gezagv. Van het s.s. VESTA

04/1891 – 07/1891 – tijd. Gezagv. van het s.s. OBERON

07/1891 – 09/1891 – Gezagv. van het s.s. VESTA

09/1891 – 11/1891 – tijd. Gezagv. Van het s.s. OBERON

11/1891 – 02/1892 – tijd. Gezagv. Van het s.s. VESTA

02/1892 – 05/1893 – Gezagv. Van het s.s. ONDINE

05/1893 – 12/1893 – Gezagv. Van het s.s. ETNA

12/1893 – 01/1894 – Gezagv. Van het s.s. BERENICE

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vemeldt (J.)A.Blaauwboer als gezagvoerder gedurende:

*       1889 van het ijzeren schroefstoomschip “Rembrandt”, gebouwd in 1857 aan de Clyde, 290 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*       1890 van het ijzeren schroefstoomschip “Vesta”, gebouwd in 1857 te Hartlepool, 305 ton o.m., varend voor de KNSM C.A. von Hemert & M.H.Insinger te Amsterdam;

*       1892 t/m 1895 van het ijzeren schroefstoomschip “Ondine” ex Pegasus, gebouwd in 1860 te Amsterdam, 350 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

 

 

 

Datum vanaf: 1891
Kapitein: Blaauboer, Jacob Adriaan

Familiegegevens 

 Hendrik Gz Lodewijks, geboren op 15 september 1851 te Veendam, als z.v. Germ Hendriks Lodewijks (schipper) en Ikien Wolters de Jonge.

Hendrik (28) (zeeman) trouwde op 15 apr. 1880 te Veendam met Alida Engelsman (24) – geb. 20.01.1856 te Veendam – d.v. Berend Hindriks Engelsman en Hinderkien Wolters de Jonge.

Hendrik overleed op 09.11.1893 a/b van het s.s. OBERON. (42).

 

Kinderen

-        Ikiena Alida        – geb. 01-01-1881 te Oosterdiep (Gem. Veendam)

-        Barend Wouter – geb. 06.09.1883 te Veendam

-        Gerard Lubbertus Hendrik – geb. 13..03.1889 te Amsterdam

-        Henrietta Alberta        – geb. 26.01.1892 te Amsterdam

-        Christina Margaretha – geb. 26.01.1892 te Amsterdam

 

Opleiding

Hendrik behaalde zijn diploma voor 1e stuurman op de zeevaartschool te Veendam met diplomanummer 264.099.

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.Lodewijks Gz als gezagvoerder gedurende:

*    1888 van het ijzeren schroefstoomschip “Rembrandt”, gebouwd in 1857 aan de Clyde, 290 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1889 van het ijzeren schroefstoomschip “Sirius”, gebouwd in 1871 te Greenock, 800 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1890 t/m 1891 van het stalen schroefstoomschip “Ariel”, gebouwd in 1889 te Rotterdam, 689 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1892 t/m 1895 van het stalen schroefstoomschip “Oberon”, gebouwd in 1890 te Amsterdam, 875 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Het Nv.d.Dag 13.11.1893

  

Datum vanaf: 1891
Kapitein: Lodewijks Gz, Hendrik

Familiegegevens en opleiding

Matthijs werd geboren op 07 april 1860 te Deventer als z.v. Matthijs Romunde (timmerman) en Johanna Kruisweg.

Matthijs (27) (stuurman) trouwde op 07 apr. 1887 te Deventer met Geertrui Bruijnsteen (23) geb. te Deventer – d.v. Eduard Frederik Bruijnsteen (koffiehuishouder) en Geertrui Antvelink.

Geertrui Bruijnsteen overleed op 02 aug. 1942 (78).

Matthijs overleed op 27 nov. 1925 te Amsterdam (65). Op 01.12.1925 begraven op Begraafplaats De Nieuwe Ooster. 

Kinderen

4 Dochters: Geertrui Johanna, Martina, Johanna en Frederika.

Opleiding

M. Romunde werd in april 1860 ingeschreven Bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam, waar hij zijn zeevaartkundige opleiding ontving. 

 

 

Kwam op 27.10.1880 in dienst bij de KNSM als tweede stuurman op het s.s. URANIA.

 

De schepen van de kapitein

K.N.S.M.

*    03/1895 – 08/1895 van het ss URANIA (tijd.) – geb. in 1857

*   08/1895 – 10/1895 van het ss OBERON (tijd.)

*   10/1895 – 01/1896 van het ss URANIA – geb. in 1857

*   01/1896 – 03/1896 van het ss BERENICE (tijd.)  

*   03/1896 – 04/1996 van het ss ONDINE (tijd.)

*   04/1896 – 08/1896 van het ss CLIO  

*    08/1896 – 12/1900 Van het ss POMONA – geb. in 1896  

*    12/1900 – 02/1902 van het ss MINERVA – geb. in 1880

*    02/1902 – 05/1902 van het ss OBERON – geb. in 1890

*    05/1902 – 08/1905 van het ss STELLA – geb. in 1871 

*    08/1905 – 09/1907  van het s.s. CASTOR – geb. in 1895

*   09/1907 – 07/1908  van het s.s. NEPTUNUS – geb. in 1906

*   07/1908 – 11/1909  van het s.s. CERES – geb. 1908 bij Rijkee & Co., Rotterdam.

*   11/1909 – 10/1912 van het s.s. MINERVA – geb. in 1909

*   10/1912 – 11/1912 van het ss PRINS WILLEM III (tijd.)  

*   11/1902 – 07/1913 van het ss. SIRIUS

*   08/1913 – 12/1913 van het ss MERCURIUS

*   12/1913 – 11/1916 van het ss HERCULES

*   01/1917 – 04/1917 van het ss HECTOR – geb. in 1899

*   05/1917 – 06/1917 van het ss MEDEA  

*   06/1917 – 04/1918 van het ss HERCULES  

 

Matthijs Romunde werd per 01.06.1919 gepensioneerd.

 

Overige bijzonderheden

 

Zie verslag R.v.d.S. 1917 – Nr. 33 – Ketelschade van ss HECTOR op 17.03.1917

 

M. Romunde verhuisde in april 1887 vanuit Deventer met vrouw naar Amsterdam.

Na zijn pensionering werd hij benoemd tot plaatsvervangende lid in de commissie, belast met het afnemen van de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijschepen en voor de sleepvaart.

 

Het Vaderland 28-11-1925

Te Amsterdam is gisteravond plotseling overleden de heer M. Romunde, oud-gezagvoerder van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij. De overledene was lid van de examencommissie voor de stuurlieden-examens en lid van het bestuur van de „Vereeniging van oud-gezagvoerders ter Koopvaardij".

 

 

 

DE ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA: 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.Romunde werd met vlagnummer 935 per 04 juni 1901 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1901 wordt als effectief lid voorgedragen en benoemd H.Romunde, gezagvoerder van de KNSM, wonend op de Alexanderkade 11 te Amsterdam, op voordracht van kapitein D.H.Hinlopen.023. Hij krijgt vlagnummer 936, maar dat moet volgens het Inschrijfregister 935 zijn.

 

M.Romunde was van 1918-1925 bestuurslid van het college Zeemanshoop019

  

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer   periode              type                    naam van het schip                      boekhouder/reder

     935             1901                stoomsch.         Minerva                                         Kon.Ned.Stoomboot Maatsch.

                            1902                stoomsch.         Stella                                               idem

 

Bouma025 vermeldt M.Romunde als gezagvoerder gedurende:

*   1896 van het schroefstoomschip “Urania”, gebouwd in 1857 te Hull, 275 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*   1897 tot nà 1900 van het stalen schroefstoomschip “Pomona”, gebouwd in 1896 van de Rotterdam, 807 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.

 

 

 

 

Datum vanaf: 1895
Kapitein: Romunde, Matthijs

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Theodorus werd geboren op 23 juli 1854 te Babberich (Gem. Zevenaar) als z.v. Jacobus Johannes Thomas Poederbach (Commies, later verificateur) en Wesselientje Scholten.

C.Th. (27) (stuurman) trouwde op 08 dec. 1881 te Amsterdam met Jantje van der Meer (28) – geb. 10 nov. 1853 te Harlingen – d.v. Jacob Libbes van der Meer (winkelier) en Aafke Jans Hofstra.

Cornelis Theodorus overleed op 03 juli 1909 te Amsterdam (54) en is op 06 juli 1909 begraven op de begraafplaats Nieuwe Ooster.

 

Kinderen

- Alida Jacoba Jeannette – geb. 17.09.1882

- Wesselina Hendrika Petronella – geb. 06.02.1884

- Jacobus Johannes Thomas - geb. 04.06.1886

- Hendrika Cornelia Elisabeth – geb. 19.06.1887

- Hendrika Cornelia Elisabeth – geb. 11.02.1889

- Cornelia Theodora Jannette – geb. 25.05.1891

Allen geboren te Amsterdam. Verder nog 2 pleegkinderen.

 

Opleiding

Behaalde het diploma 1e stuurman grote stoomvaart in juni 1880 te Rotterdam.

 

De schepen van de kapitein

 

*   1??? – 1900  van het s.s. IRIS

*   1900/01 – 19..  van het s.s. STELLA

*   19.. – 19..  

 

Overige bijzonderheden

Kwam op 10.06.1880 in dienst bij de K.N.S.M. als 3e stuurman op het s.s. POLLUX.

Kreeg op 16.06.1888 de eerste aanstelling als gezagvoerder a/b van het s.s. URANIA.

 

Gezagvoerder bij de K.N.S.M.

 

 

DE ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Th.Poederbach werd met vlagnummer 933 per 06 juni 1901 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1901 wordt als effectief lid voorgedragen en benoemd C.Th. Poederbach, gezagvoerder bij de KNSM, wonend op de Binnenkant 40 te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.C.Haacke023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                  jaren             type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        933                          1901             stoomb.           Stella                                                      Kon.Nederl.Stoomv.Maatsch

         1902                   stoomb.           Oberon            idem

 

Bouma025 vermeldt C.T.Poederbach als gezagvoerder gedurende:

*    1893 t/m 1895 van het schroefstoomschip “Berenice”, gebouwd in 1864 te Stockton, 608 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1891 t/m 1892 van het ijzeren schroefstoomschip “Etna”, gebouwd in 1871 te Greenock, 592 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1896 t/m 1899 van het stalen schroefstoomschip “Oberon”, gebouwd in 1890 te Amsterdam, 875 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1900 en later van het schroefstoomschip “Iris”, gebouwd in 1893 te Rotterdam, 1227 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Het Nieuws v.d. Dag 05.07.1909 

Datum vanaf: 1895
Kapitein: Poederbach, Cornelis Theodorus

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.Visser als gezagvoerder gedurende:

*   1897 t/m 1898 van het ijzeren schroefstoomschip “Sirius”, gebouwd in 1871 te Greenock, 800 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*   1899 van het stalen schroefstoomschip “Aurora: , gebouwd in 1898 te Rotterdam, 798 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*   1900 en later van het stalen schroefstoomschip “Oberon”, gebouwd in 1890 te Amsterdam, 875 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1900
Kapitein: Visser, H.

Familiegegevens en opleiding

Adrianus werd geboren op 13.04.1851 te Maassluis als z.v. Huibrecht Regoort en Adrana Strijbers.

Adrianus (27) trouwde op 27 febr. 1879 te Puttershoek met  Veronica Hendrika Levering (26) – geb. 11.02.1853 te Puttershoek – d.v. Pieter Levering en Huberta de Voogd van der Straaten.

Veronica Hendrika Levering overleed op 23 juli 1929 te Amsterdam (76).

Adrianus overleed op 30 mrt. 1925 te Amsterdam (73) en werd begraven op 2 april op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.

 

Kinderen

- Huibrecht – geb. 26.08.1881 te A’dam – (later ook gezagv. bij de KNSM)

- Pieter Aart Hendrik – geb. 02.11.1883 te A’dam

- Martinus Adrianus – geb. 06 jan. 1886 te A’dam

- Huberta – geb. 29.04.1889 te A’dam

- Adrianus – geb. 29 jan. 1891 te A’dam

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Regoort werd met vlagnummer 944 per 04 juli 1901 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 04 juli 1901 wordt als effectief lid voorgedragen en benoemd A.Regoort, gezagvoerder bij de KNSM, wonend in de Commeniusstraat 22 te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.C.Haacke.023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer   periode   type              naam van het schip                      boekhouder/reder

      944           1901       stoomsch.              Oberon                                 Kon.Ned.Stoomboot Maatsch.

                          1902       stoomsch.              Leda                                     idem

                          1903       stoomsch.              Pollux                                   idem

                       1904       stoomsch.              Castor                                   idem

                  1905-1910    stoomsch.              Tellus                                    idem

 

Bouma025 vermeldt A.Regoort als gezagvoerder gedurende:

*   1896 van het ijzeren schroefstoomschip “Rembrandt”, gebouwd in 1857 aan de Clyde, 290 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*   1897 t/m 1898 van het stalen schroefstoomschip “Orion”, gebouwd in 1896 te Sunderland, 640 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*   1899 van het stalen stoomschip “Nereus”, gebouwd in 1898 te Rotterdam, 1685 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*   1900 en later van het stalen schroefstoomschip “Castor”, gebouwd in 1895 te Rotterdam, 1497 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

AH 31.03.1925

Datum vanaf: 1900
Kapitein: REGOORT, ADRIANUS

Familiegegevens en opleiding

Matthijs werd geboren op 07 april 1860 te Deventer als z.v. Matthijs Romunde (timmerman) en Johanna Kruisweg.

Matthijs (27) (stuurman) trouwde op 07 apr. 1887 te Deventer met Geertrui Bruijnsteen (23) geb. te Deventer – d.v. Eduard Frederik Bruijnsteen (koffiehuishouder) en Geertrui Antvelink.

Geertrui Bruijnsteen overleed op 02 aug. 1942 (78).

Matthijs overleed op 27 nov. 1925 te Amsterdam (65). Op 01.12.1925 begraven op Begraafplaats De Nieuwe Ooster. 

Kinderen

4 Dochters: Geertrui Johanna, Martina, Johanna en Frederika.

Opleiding

M. Romunde werd in april 1860 ingeschreven Bij de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam, waar hij zijn zeevaartkundige opleiding ontving. 

 

 

Kwam op 27.10.1880 in dienst bij de KNSM als tweede stuurman op het s.s. URANIA.

 

De schepen van de kapitein

K.N.S.M.

*    03/1895 – 08/1895 van het ss URANIA (tijd.) – geb. in 1857

*   08/1895 – 10/1895 van het ss OBERON (tijd.)

*   10/1895 – 01/1896 van het ss URANIA – geb. in 1857

*   01/1896 – 03/1896 van het ss BERENICE (tijd.)  

*   03/1896 – 04/1996 van het ss ONDINE (tijd.)

*   04/1896 – 08/1896 van het ss CLIO  

*    08/1896 – 12/1900 Van het ss POMONA – geb. in 1896  

*    12/1900 – 02/1902 van het ss MINERVA – geb. in 1880

*    02/1902 – 05/1902 van het ss OBERON – geb. in 1890

*    05/1902 – 08/1905 van het ss STELLA – geb. in 1871 

*    08/1905 – 09/1907  van het s.s. CASTOR – geb. in 1895

*   09/1907 – 07/1908  van het s.s. NEPTUNUS – geb. in 1906

*   07/1908 – 11/1909  van het s.s. CERES – geb. 1908 bij Rijkee & Co., Rotterdam.

*   11/1909 – 10/1912 van het s.s. MINERVA – geb. in 1909

*   10/1912 – 11/1912 van het ss PRINS WILLEM III (tijd.)  

*   11/1902 – 07/1913 van het ss. SIRIUS

*   08/1913 – 12/1913 van het ss MERCURIUS

*   12/1913 – 11/1916 van het ss HERCULES

*   01/1917 – 04/1917 van het ss HECTOR – geb. in 1899

*   05/1917 – 06/1917 van het ss MEDEA  

*   06/1917 – 04/1918 van het ss HERCULES  

 

Matthijs Romunde werd per 01.06.1919 gepensioneerd.

 

Overige bijzonderheden

 

Zie verslag R.v.d.S. 1917 – Nr. 33 – Ketelschade van ss HECTOR op 17.03.1917

 

M. Romunde verhuisde in april 1887 vanuit Deventer met vrouw naar Amsterdam.

Na zijn pensionering werd hij benoemd tot plaatsvervangende lid in de commissie, belast met het afnemen van de examens ter verkrijging van een diploma als stuurman aan boord van koopvaardijschepen en voor de sleepvaart.

 

Het Vaderland 28-11-1925

Te Amsterdam is gisteravond plotseling overleden de heer M. Romunde, oud-gezagvoerder van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij. De overledene was lid van de examencommissie voor de stuurlieden-examens en lid van het bestuur van de „Vereeniging van oud-gezagvoerders ter Koopvaardij".

 

 

 

DE ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA: 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.Romunde werd met vlagnummer 935 per 04 juni 1901 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1901 wordt als effectief lid voorgedragen en benoemd H.Romunde, gezagvoerder van de KNSM, wonend op de Alexanderkade 11 te Amsterdam, op voordracht van kapitein D.H.Hinlopen.023. Hij krijgt vlagnummer 936, maar dat moet volgens het Inschrijfregister 935 zijn.

 

M.Romunde was van 1918-1925 bestuurslid van het college Zeemanshoop019

  

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer   periode              type                    naam van het schip                      boekhouder/reder

     935             1901                stoomsch.         Minerva                                         Kon.Ned.Stoomboot Maatsch.

                            1902                stoomsch.         Stella                                               idem

 

Bouma025 vermeldt M.Romunde als gezagvoerder gedurende:

*   1896 van het schroefstoomschip “Urania”, gebouwd in 1857 te Hull, 275 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*   1897 tot nà 1900 van het stalen schroefstoomschip “Pomona”, gebouwd in 1896 van de Rotterdam, 807 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.

 

 

 

 

Datum vanaf: 1902
Kapitein: Romunde, Matthijs

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Theodorus werd geboren op 23 juli 1854 te Babberich (Gem. Zevenaar) als z.v. Jacobus Johannes Thomas Poederbach (Commies, later verificateur) en Wesselientje Scholten.

C.Th. (27) (stuurman) trouwde op 08 dec. 1881 te Amsterdam met Jantje van der Meer (28) – geb. 10 nov. 1853 te Harlingen – d.v. Jacob Libbes van der Meer (winkelier) en Aafke Jans Hofstra.

Cornelis Theodorus overleed op 03 juli 1909 te Amsterdam (54) en is op 06 juli 1909 begraven op de begraafplaats Nieuwe Ooster.

 

Kinderen

- Alida Jacoba Jeannette – geb. 17.09.1882

- Wesselina Hendrika Petronella – geb. 06.02.1884

- Jacobus Johannes Thomas - geb. 04.06.1886

- Hendrika Cornelia Elisabeth – geb. 19.06.1887

- Hendrika Cornelia Elisabeth – geb. 11.02.1889

- Cornelia Theodora Jannette – geb. 25.05.1891

Allen geboren te Amsterdam. Verder nog 2 pleegkinderen.

 

Opleiding

Behaalde het diploma 1e stuurman grote stoomvaart in juni 1880 te Rotterdam.

 

De schepen van de kapitein

 

*   1??? – 1900  van het s.s. IRIS

*   1900/01 – 19..  van het s.s. STELLA

*   19.. – 19..  

 

Overige bijzonderheden

Kwam op 10.06.1880 in dienst bij de K.N.S.M. als 3e stuurman op het s.s. POLLUX.

Kreeg op 16.06.1888 de eerste aanstelling als gezagvoerder a/b van het s.s. URANIA.

 

Gezagvoerder bij de K.N.S.M.

 

 

DE ONDERSTAANDE GEGEVENS ZIJN VAN DE HEER S. PARMA:

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Th.Poederbach werd met vlagnummer 933 per 06 juni 1901 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop002a.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1901 wordt als effectief lid voorgedragen en benoemd C.Th. Poederbach, gezagvoerder bij de KNSM, wonend op de Binnenkant 40 te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.C.Haacke023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                  jaren             type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        933                          1901             stoomb.           Stella                                                      Kon.Nederl.Stoomv.Maatsch

         1902                   stoomb.           Oberon            idem

 

Bouma025 vermeldt C.T.Poederbach als gezagvoerder gedurende:

*    1893 t/m 1895 van het schroefstoomschip “Berenice”, gebouwd in 1864 te Stockton, 608 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1891 t/m 1892 van het ijzeren schroefstoomschip “Etna”, gebouwd in 1871 te Greenock, 592 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1896 t/m 1899 van het stalen schroefstoomschip “Oberon”, gebouwd in 1890 te Amsterdam, 875 ton n.m., varend voor de KNSM te Amsterdam;

*    1900 en later van het schroefstoomschip “Iris”, gebouwd in 1893 te Rotterdam, 1227 ton o.m., varend voor de KNSM te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Het Nieuws v.d. Dag 05.07.1909 

Datum vanaf: 1902
Kapitein: Poederbach, Cornelis Theodorus

 

Familiegegevens en opleiding

 

Klaas werd geboren op 11.11.1861 te Sappemeer als z.v. Pieter Huges (koopvaardijschipper) en Johanna Catharina Bakker. (Gron.Arch. – akte nr. 108 - akteplaats Sappemeer)

Klaas(24) (buitenvaarder) trouwde op 05.08.1886 te Groningen met Stientje Nauta (30) – geb. 15.03.1856 te Groningen – d.v. Leendert Nauta en Elsien van Hemmen. (Gron.Arch. – akte nr. 226 – akteplaats Gron.)

Klaas overleed op 24 sept. 1933 te Haarlem na een kortstondige ziekte (71).

 

 

Kinderen

-    Pieter Leendert – geb. 27.01.1887 te Groningen.

-    Leendert Pieter – geb. 04.12.1888 te Groningen.

 

Opleiding

 

Behaalde het diploma 3e stuurman grote stoomvaart ??

Behaalde het diploma 2e stuurman grote zeilvaart op ??

Behaalde het diploma 2e stuurman aanvulling grote stoomvaart in februari 1893.

Behaalde het diploma 1e stuurman grote zeilvaart in februari 1893.

 

Kwam op 29.12.1889 in dienst bij de KNSM als derde stuurman op het s.s. CERES.

 

De schepen van de kapitein:
 

*   03/1905 – 03/1905  van het s.s. SIRIUS – geb. in 1871

*   03/1905 – 05/1905  van het s.s. ETNA – geb. in 1871

*   05/1905 – 08/1905  van het s.s. SIRIUS – geb. in 1871

*   08/1905 – 09/1905  van het s.s. NIOBE – geb. in 1902

*   09/1905 – 11/1905  van het s.s. OBERON – geb. in 1890

*   11/1905 – 11/1905  van het s.s. NIOBE – geb. in 1902

*   11/1905 – 08/1907  van het s.s. NEREUS – geb. in 1898

*   08/1907 – 10/1907  van het s.s. DANAE – geb. in 1894

*   10/1907 – 11/1907  van het s.s. CLIO – geb. in 1896

*   11/1907 – 12/1907  van het s.s. CASTOR – geb. in 1895

*   12/1907 – 12/1907  van het s.s. CLIO – geb. in 1896

*   12/1907 – 10/1909  van het s.s. HELENA – geb. in 1899

*   10/1909 – 05/1911  van het s.s. ADONIS – geb. in 1905

*   05/1911 – 07/1911  van het s.s. THEMIS – geb. in 1903

*   07/1911 – 09/1911  van het s.s. BACCHUS – geb. in 1911

*   09/1911 – 08/1913  van het s.s. AMOR – geb. in 1911

*   09/1913 – 07/1914  van het s.s. BACCHUS – geb. in 1911

*   07/1914 – 07/1914  van het s.s. EUTERPE – geb. in 1903

*   07/1914 – 02/1915  van het s.s. JASON – geb. in 1912

*   02/1915 – 11/1915  van het s.s. POSEIDON – geb. in 1914

*   11/1915 – 10/1916  van het s.s. VENUS – geb. in 1907

*   11/1916 – 04/1918  van het s.s. VESTA – geb. in 1907

 

M.i.v. 01.01.1919 vervroegd gepensioneerd.

 

Overige bijzonderheden

 

Zie Verslag van de RvdS 1915 – nr. 38. Brand in de lading van het s.s. JASON op 28.01.1915.

OVERLIJDENS ADVERTENTIE in het

Nieuwsblad van het Noorden van 26-09-1933

Datum vanaf: 1905
Kapitein: Huges, Klaas

 

Familiegegevens en opleiding

 

Gerrit werd geboren op 16 febr. 1863 te Harlingen z.v. Hendrik Jongman (stuurman) en Klaaske Bos.

Gerrit (42) (zeeman) trouwde op 01 mrt. 1905 te Utrecht met  Carolina Wilhelmina Cecilia von Herzberg (32) - geb. 04 febr. 1873 te Utrecht -  d.v. Arthur Guido von Hertzberg (portier) en Catharina Maria van Hecke

Carolina Wilhelmina Cecilia von Hertzberg was gescheiden van Johannes Jacobus Vink.

Carolina Wilhelmina Cecilia von Hertzberg overleed op 25.06.1949 te Muiden (76)

Gerrit overleed op 18 dec. 1921 op zee verdronken aan de westkust van Zuid-Amerika (58).

(Overlijdensadvertentie in De Telegraaf van 24.12.1921)

 

Kinderen

Arthur Guido (1906 – 1960)

Carolina Wilhelmina Cecilia (Lidy) (1908 – 1969)

Gerda Jantina Hendrika (1910 – 2000)

 

Opleiding

Behaalde het diploma 3e stuurman Grote Stoomvaart op ??

Behaalde het diploma 2e stuurman Grote Zeilvaart in november 1888 te Rotterdam.

Behaalde het diploma 1e stuurman Grote Stoomvaart op 11.11.1891 te Amsterdam.

Doorliep de rangen bij de K.N.S.M. en werd in 1904 gezagvoerder van het s.s. AURORA.

 

De schepen van de kapitein

 

*   05/1904 – 08/1904 van het s.s. AURORA      – geb. in 1898

*   08/1904 – 08/1904 van het s.s. BERENICE   – geb. in 1864

*   08/1904 – 08/1905 van het s.s. NIOBE          – geb. in 1902

*   08/1905 – 03/1906 van het s.s. MARS           – geb. in 1880

*   03/1906 – 12/1906 van het s.s. OBERON      – geb. in 1890 

*   12/1906 – 02/1907  van het s.s. NEPTUNUS – geb. in 1906

*   02/1907 – 10/1907  van het s.s. POLLUX       – geb. in 1870

*   10/1907 – 12/1907  van het s.s. MINERVA    – geb. in 1880

*   12/1907 – 06/1908  van het s.s. CASTOR       – geb. in 1895

*   06/1908 – 09/1909  van het s.s. NEPTUNUS  – geb. in 1906

*   09/1909 – 11/1909  van het s.s. TITAN           – geb. in 1891

*   11/1909 – 07/1911  van het s.s. VENUS          – geb. in 1907

*   07/1911 – 11/1911  van het s.s. AMOR           – geb. in 1911

*   11/1911 – 02/1912  van het s.s. POLLUX       – geb. in 1909

*   02/1912 – 03/1912  van het s.s. FLORA          – geb. in 1894

*   03/1912 – 09/1912  van het s.s. AMOR           – geb. in 1911

*   09/1912 – 10/1916  van het s.s. POLLUX        – geb. in 1909

*   10/1916 – 01/1917  van het s.s. CALYPSO     – geb. in 1911                                                                                                         

*   01/1917 – 01/1919  van het s.s. MERCURIUS – geb. in 1909

*   01/1919 – 04/1919  van het s.s. CERES           – geb. in 1908

*   04/1919 – 09/1920  van het s.s. JASON           – geb. in 1912

*   09/1920 – 12/1920 van het s.s. DELFT            – geb. in 1919

 

De Telegraaf  24.12.1921

 

Datum vanaf: 1906
Kapitein: Jongman, Gerrit Jan

Afbeeldingen


Omschrijving: OBERON
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: OBERON
Collectie: Lindenborn, Marien
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: OBERON
Collectie: Zijlma, Ron
Vervaardiger: Onbekend
Onderwerp: Kade

Omschrijving: OBERON
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: COLOMBA LOFARO
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: COLOMBA LOFARO
Collectie: -
Vervaardiger: Onbekend *
Onderwerp: Havenopname
Algemene informatie

19 oktober 1893

Krant:  NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rotterdam, 18 oktober. Het stoomschip OBERON, op Saltholmen gestrand, is met assistentie van een Svitzer bergingsstomer vlot gekomen en te Kopenhagen binnengebracht. Duikers zijn aangenomen om de bodem te onderzoeken.


Krant:  PGC - Provinciale Groninger Courant

Rotterdam, 17 oktober. Het Nederlandse stoomschip OBERON, van Amsterdam naar St. Petersburg, zit te Saltholmen aan de grond.

 

20 oktober 1893

Krant:  NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Amsterdam, 14 oktober. Het stoomschip OBERON is door een duiker onderzocht en onbeschadigd bevonden, het neemt de geloste lading weder in en zal vermoedelijk de reis naar Petersburg morgen voortzetten.

 

10 oktober 1896

Krant:  NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Amsterdam, 9 oktober. Volgens alhier bij de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij ontvangen bericht uit St. Petersburg d.d. 5 dezer, is een lichter, die langszijde van het aldaar van hier aangekomen Nederlandse stoomschip OBERON lag, door de sleepboot BELISAARI aangevaren en lek geworden. De lichter had reeds ongeveer de helft der voor het Stadstolambt bestemde goederen uit de OBERON overgenomen, toen de aanvaring plaats had. Hoewel het vaartuig zo spoedig mogelijk op een ondiepe plaats aan de grond werd gezet, was inmiddels reeds zo veel water naar binnengedrongen, dat de gehele lading nat was geworden. Hoe spoedig men deze dan ook op het droge zal hebben gebracht, de schade zal toch altijd belangrijk zijn. De lichter had reeds de volgende goederen geladen: 16 kisten gomi-kauri (gom uit de bast van de kauri boom), 10 kisten gom-benzoë (welriekende gom of hars van de benzoë boom), 12 kisten champagne, 19 kisten en 237 balen koffie, 25 kisten Goudse kaas en 15 kisten kinabast.

 

09 juli 1897

Krant:  NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Amsterdam, 8 juli. Het Nederlandse stoomschip OBERON, dat hedenochtend van hier naar Stettin (opm: Szczecin) is vertrokken, keerde later terug wegens lekkage aan de stoompijp.

 

 

19 november 1901

Krant:  NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Amsterdam, 18 november. Het Nederlandse stoomschip OBERON, van Kotka naar Amsterdam, is wegens storm te Cuxhaven uit zee teruggekeerd en ter rede geankerd met losgewerkte lading. De deklast zal waarschijnlijk gelost moeten worden. 

 

25 november 1901

Krant:  PGC - Provinciale Groninger Courant

Cuxhaven, 22 november. Het Nederlandse stoomschip CLIO is van Hamburg hier aangekomen om de deklast van het stoomschip OBERON over te nemen.

 

09 juni 1904

Krant:   DS - Dagblad Scheepvaart

Amsterdam 8 juni. Het Nederlandse s.s. OBERON, op reis van Kroonstad naar Lulea, heeft de Zweedse brik HANNA, thuis behorende te Bransevick en in ballast, op sleeptouw genomen naar de rede van Turnsund (Stockholm). Hulploon nader overeen te komen.

 

23 augustus 1904

Krant:  PGC - Provinciale Groninger Courant

Amsterdam, 22 augustus. Volgens bij de directie der Kon. Nederlandse Stoomboot Mij ontvangen bericht is het Nederlandse stoomschip OBERON, van Girgenti (opm: Sicilië) naar Lissabon, met broeiing in de lading te Algiers binnengelopen. De lading moet verwerkt worden.

 

11 november 1908

Krant:  NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rotterdam, 10 november. De van de Tyne naar Gothenburg vertrokken sleepboot THAMES zal het stoomschip OBERON van daar naar Amsterdam slepen.

 

12 november 1908

Krant:  NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Gothenburg, 9 november. Het stoomschip OBERON werd bij Hanstholm door het stoomschip BLOTBERG aangetroffen en van daar naar het Rifofjord nabij deze plaats gesleept. De BLOTBERG zette onmiddellijk de reis naar Stockholm voort.

 

18 november 1908

Krant: NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

IJmuiden, 17 november. Heden arriveerde alhier het stoomschip OBERON, per sleepboot THAMES, van Gothenburg.

 

17 mei 1909

Krant:  NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Londen, 16 mei. Volgens telegram uit Smyrna is het stukgoed van daar naar Algiers bestemde Nederlandse stoomschip OBERON nabij Chios gestrand. Later werd echter geseind, dat het stoomschip door de aanwezige assistentie en na gelicht te hebben, ogenschijnlijk onbeschadigd is vlot gekomen. Een expertise zal gehouden worden. 

 

15 juli 1909

Krant:   AH - Algemeen Handelsblad

Raad van Tucht. De Raad van Tucht voor de Koopvaardij heeft gisteravond behandeld, in tegenwoordigheid van een zeer groot aantal belangstellenden, de zaak van kapitein B. Bruins, gewezen gezagvoerder van het stoomschip OBERON, van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij. Dit vaartuig vertrok volgens de te Algiers voor de consul afgelegde scheepsverklaring in de namiddag 7 uur van de 14e mei uit de haven van Smyrna met een gemengde lading met bestemming naar Algiers. Om 8 uur passeerde men Pelikaan spitlicht, op korte afstand stuurboord. De zee was kalm en de lucht helder. Te 2 uur 's nachts zag men de lichttoren op het eiland Pasja en te 03.25 het licht van Kastro. Toen geraakte eensklaps, gelijk later bleek, de stuurreep onklaar, doordien het stropje ijzerdraad waarin de stuurtalie aan bakboord bevestigd was, met de tamp van de talie tussen de schijf van de stuurreep en de reep verward geraakte. Na een vergeefse poging om het roer te draaien, werd order tot stoppen „volle kracht achteruit" gegeven, maar die order kon niet onmiddellijk worden uitgevoerd, daar de 2e machinist juist elders bezig was met het smeren van machineonderdelen. Nadat de order was uitgevoerd, bleek het schip aan de grond vast te zitten, zonder dat de minste stoot of schok was gevoeld. Vergeefs werd getracht het schip vlot te krijgen door met volle kracht achteruit te slaan. Het vaartuig maakte geen water en nadat goederen gelicht waren, slaagde de sleepboot HUGHLI er in het zondag 16 mei vlot te slepen naar een veilige ankerplaats. Van daar vervolgde de OBERON de reis naar het eiland Chios en verder naar Algiers. Kapitein B. Bruins, oud 35 jaar en te Watergraafsmeer woonachtig, bevestigde de scheepsverklaring van het verhaal van de oorzaak van de stranding; het onklaar raken van de stuurreep. Hij heeft dit verhaal verzonnen, omdat hij part noch deel aan het ongeval had en de bemanning heeft het bevestigd, omdat zij medelijden met hem had. Hij zat in het kaartenhuis de krant te lezen en is toen over de krant in slaap gevallen. Nadat Kastro gepasseerd was, is hij geroepen, maar weer ingedut. Toen het Pasja-licht werd gepasseerd, was de gezagvoerder nog op de brug, doch tijdens zijn afwezigheid bevond zich de 2e stuurman Smit op de brug. Op deze vertrouwde hij volkomen, maar naderhand is het hem gebleken dat hij niet te vertrouwen en een grote “falsaris" is. Of aan onkunde of aan moedwil moet hij het gebeurde toeschrijven. De gezagvoerder, die door de Maatschappij ontslagen is, zei, op de brug komende, niets gevoeld te hebben van een schok of stoot. Dadelijk is hij handelend opgetreden, maar de wal zag hij vlak voor zich, de order om achter uit te stomen had geen effect meer, het was te laat. Aan de peiling bemerkte hij dat het schip vastzat. Z.i. is het schip moedwillig op het strand gezet. De bootsman A. de Hoyer bevestigt de scheepsverklaring, behalve wat betreft het verhaal van de stuurreep. Getuige kwam in de nacht van 14 mei om 12 uur aan dek, om koffie op de brug te brengen. Behalve tweemaal dat hij naar de log ging, is getuige steeds op de brug gebleven. Tot tweemaal toe heeft getuige de stuurman erop gewezen, dat het schip met de kop de wal uitlag. „Het lijkt wel of we over de bergen heen moeten", voegde hij hem toe, waarop de stuurman antwoordde: „Ja, de kapitein zal zo dadelijk wel komen", Vóór getuige naar de log ging, heeft hij de kapitein op order van de stuurman gewaarschuwd. Terugkomende van de log en de kapitein nog niet op de brug ziende, zei getuige tot de stuurman, dat hij de kapitein wel eens waarschuwen mocht. De stuurman ging hierop naar de kapitein en keerde met deze op de brug terug. De kapitein zette daarop de telegraaf op „achteruit", maar het was toen reeds te laat. Na het ongeluk klaagde de kapitein, die vrouw en kinderen heeft, zijn nood dat hij ontslagen zou worden en vroeg of men hem helpen wilde, waarop hij voorstelde de vermelde valse lezing van de oorzaak van het ongeluk te geven. We dachten dat er geen kwaad bij was, zei getuige. „En toen hebt ge een valse scheepsverklaring beëdigd," merkte president Van der Zweep op. De 2e machinist, S. Kuiper, die de wacht in de machinekamer had, verklaarde te 03.27 order gekregen te hebben om te stoppen. Eerst een halve minuut later kon die order uitgevoerd worden, maar toen zat het schip reeds vast. De scheepsverklaring legde getuige mede af, wetende dat ze niet juist was. Hij deed dit om de gezagvoerder te helpen, doch zonder pressie van diens zijde. Matroos D. Veen, die van 2 tot 3 uur op uitkijk stond en van 3 uur af aan het roer stond, zei ZW ½ W te hebben gestuurd. De bootsman heeft hij de stuurman horen waarschuwen. Zelf maakte hij de stuurman er opmerkzaam op, dat hij een ezel aan de wal hoorde balken en dat er land vooruit was, maar of en wat de stuurman geantwoord heeft, weet hij niet. Zodra de kapitein op de brug kwam, gaf hij order: „Gooi over bakboord", maar het gaf geen effect. Het schijnt hem toe, dat de stuurman de kapitein niet goed kon zetten. Ook hij heeft verklaard dat er van de zijde van de gezagvoerder geen pressie is geoefend op het afleggen van de valse scheepsverklaring. De leergast L. de Boer, die van 2 tot 3 uur aan het roer stond en na het overgeven van het roer de hut van de kapitein passeerde, zei de kapitein te hebben zien zitten. Hij zag toen niet heel ver land. Daarna zag hij huizen en bomen en met volle kracht werd op land gestoomd. Stoker P.G. de Jong zegt dat de telegraaf te 03.30 uur overging en dat de order daarop zo snel mogelijk is uitgevoerd. Hofmeester H. van der Weyden, verklaart dat hij de 2e stuurman Smit reeds even voor of kort na het vertrek van Smyrna hoorde zeggen, dat hij de kapitein wel een kool zou stoven. De 2e machinist, Kuiper, heeft dat ook gehoord. Machinist Kuiper bevestigt zulks. De stuurman zei volgens hem: „Als ik de kapitein een loer kan draaien, zal ik het niet laten". Deze getuige merkt ook op, dat de ogen van de stuurman „Zo anders waren dan anders." Hofmeester Van der Weyden voegt aan zijn verklaring nog toe, dat de stuurman ‘s morgens te half elf na het gebeurde zei: „Dat hebben we allemaal aan de kapitein te danken", wat de voorzitter aanleiding gaf tot de opmerking: „Hij had wel mogen zeggen, dat heb jelui aan mij te danken." Bootsman A. de Hoyer, ook voor geroepen, zegt dat hij niet bemerkt heeft dat de stuurman „Bozer was dan anders". Getuige herhaalt, dat het vaartuig recht op de wal aanliep. Gevraagd waarom hij niet liever zelf de gezagvoerder gewaarschuwd had, zei hij: „Wij mogen niet handelend optreden op de schepen". Hij vond er bovendien geen aanleiding toe, omdat de stuurman zich altijd op zijn eerste klasse diploma beroemde, zich beschouwende als de knapste stuurman van de rederij. Kapitein Bruins verzoekt tenslotte aan de getuigen te vragen hoe de stuurman was tijdens de nachtwachten, om te doen zien hoe lang hij met het een been op het schip en met het andere op de keien gestaan heeft. Bootsman De Hoyer, leergast De Boer en matroos Veen verklaren dat de stuurman meermalen 's nachts tijdens de wacht sliep; dikwerf hebben zij hem gewaarschuwd, doch dan wist hij met een „slokje" het gevaar, dat de gezagvoerder ervan op de hoogte gesteld zou worden, af te wenden. De Raad van Tucht zal later uitspraak doen.

 

21 augustus 1909

Krant:   AH - Algemeen Handelsblad

Raad van Tucht. Onder grote belangstelling werd gisteravond door de Raad van Tucht het onderzoek voortgezet in de zaak van kapitein B. Bruins, gewezen gezagvoerder van het stoomschip OBERON van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij. De OBERON was ’s avonds van de 14e mei met een gemengde lading van Smyrna naar Algiers vertrokken. In de vroege morgen van de volgende dag, even nadat men het licht van Kastro gezien had, was het schip aan de grond geraakt, volgens de te Algiers afgelegde scheepsverklaring (het schip was de volgende morgen weer vlot gesleept) door het onklaar raken van de stuurreep. In de zitting van de 14e juli deelde de gewezen gezagvoerder mee, dat hij het verhaal van de oorzaak van de stranding verzonnen had. De bemanning had de scheepsverklaring, uit medelijden met hem, bevestigd. Hij was in de kaartenhut in slaap gevallen. De 2e stuurman J.J. Smit bevond zich op de brug. Het was de gezagvoerder later gebleken, dat deze man niet te vertrouwen was. Volgens de heer Bruins was het schip moedwillig op het strand gezet. Twee getuigen, de hofmeester Van der Weyden en de machinist Kuiper, verklaarden beiden dat de stuurman Smit zich omstreeks het vertrek uit Smyrna er over had uitgelaten dat hij de kapitein wel een kool zou stoven. Gisteravond werd de 2e stuurman, een jonge man van 24 jaar, gehoord, buiten ede, omdat, naar de voorzitter, mr. T. Henny opmerkte, nog uitgemaakt zou moeten worden, wie de verantwoordelijke man is geweest. Volgens de stuurman was het geen gewoonte aan boord, dat de kapitein een bijzondere order gaf wanneer hij de brug verliet. De stuurman mocht zonder de kapitein niet van koers veranderen, Toen men op ongeveer een Eng. mijl van land af was - het schip liep een achtmijlsvaart - had hij de bootsman naar beneden laten gaan om de kapitein te waarschuwen. Deze bootsman was teruggekomen met de mededeling, dat de kapitein zei, dat het „All right" was. De stuurman was toen op aanraden van de bootsman, zelf naar beneden gegaan; de kapitein was in slaap gevallen. Hij had deze gewekt en was toen met hem naar de brug gegaan. Er werd nog bevel gegeven om achteruit te slaan - het was te laat. Het schip zat reeds bovenop de kust. De president deed uitkomen, dat dus, terwijl het schip zo vlak bij de kust was, gedurende de tijd dat de stuurman naar beneden was gegaan, niemand het bevel over het schip voerde. Ik weet niet hoe de Raad er over denkt, zei mr. Henny, maar ik vind het verschrikkelijk! Tot zijn verontschuldiging voerde de stuurman slechts aan, dat hij zonder de kapitein niet van koers mocht veranderen en hij beriep zich daarbij op de tegenwerking, die hij steeds van de kapitein ondervond als hij zelfstandig optrad. Hij erkende intussen, dat inderdaad - gelijk ter vorige zitting gebleken was - de bootsman en de matroos, die aan het roer stonden, hem gewaarschuwd hadden, dat zij aan wal een ezel hoorden balken. Ten stelligste ontkende de stuurman echter - het werd eveneens in de vorige zitting verklaard - dat de bootsman tot hem gezegd zou hebben: „Moeten we over die bergen heen?" De stuurman verklaarde voorts op een vraag van de president, dat hij van de brug af den kapitein niet had kunnen waarschuwen, wegens de afstand. Daarentegen verklaarde de kapitein, dat de stuurman hem best van de brug had kunnen beschreeuwen. Gevraagd of hij zich er over had uitgelaten dat hij de kapitein een kool zou stoven, verklaarde de stuurman zich dit niet te herinneren. „Maar stel dat ik dat gezegd heb", aldus de stuurman, „zou ik dat dan gedaan hebben door het schip op het strand te zetten? Daardoor zou ik er de bemanning, de rederij en de assuradeuren aan gewaagd hebben". De president vestigde nog de aandacht van de stuurman op een tegenstrijdigheid in zijn eigen verklaring. Hij beweert niet uit eigen beweging van koers te hebben willen veranderen, doen heeft (toen 't evenwel reeds te laat was) zelf bakboord gecommandeerd. Op een vraag van een van de leden van de Raad ontkende de kapitein dat hij het zelfstandig manoeuvreren zou verboden hebben. Zijnerzijds verklaarde de stuurman, dat het niet bij hem was opgekomen het schip met moedwil op de wal te zetten. Uit vrees voor aanmerkingen van de kapitein had hij zijn koers niet veranderd. Nog bleek, dat de stuurman niet de kaart (in de kaartenhut) had gekeken, alvorens naar de brug te gaan en dat hij later niet naar de kaartenkamer had durven gaan, omdat de kapitein er was. Hij wist alleen, dat men een nauwe straat passeerde. Reeds vroeger was de stuurman door deze straat gegaan; hij had toen echter de wacht niet gehad. Op verzoek van de kapitein kwam een van de aanwezigen, de 1e stuurman A.J. Parlevliet verklaren, dat hij wel eens een reis met deze kapitein had gemaakt en dat deze dan nooit bezwaar maakte als hij op de kaart wilde kijken. De 2e stuurman G. van der Kooy, die eveneens met de kapitein gevaren had, beaamde dit. Hij noemde de kapitein een lastig mens. Zonder deze erin te kennen, mocht men niet van koers veranderen. In de gegeven omstandigheden zou deze getuige echter zelfstandig van koers veranderd zijn. Op eigen verzoek werd nog gehoord de loods Teunis Smit, de vader van de stuurman. Hij verklaarde dat de kapitein hem de vrijdag voordat de zaak voor het eerst was voorgekomen (dat was op woensdag 14 juli geweest) had meegedeeld, dat hij bij zijn valse verklaring bleef, dat hij nog een conferentie met zijn scheepsvolk hierover moest hebben en dat hij (Smit) aan zijn zoon, die varende was, moest schrijven, dat hij eveneens bij de valse verklaring moest blijven. De loods had toen aan zijn zoon geschreven, dat hij wel moest weten wat hij deed en de zoon had teruggeschreven, dat hij nog niet wist wat hij doen zou, maar dat hij, als er iets ten nadele van hem (stuurman) verklaard werd, de volle waarheid zou zeggen. De kapitein (die uit eigen beweging op de valse scheepsverklaring is teruggekomen) zei, dat hij „door het krankzinnige heen" moest geweest zijn toen hij besloot een valse verklaring op te stellen. „Maar als u gezien had hoe het schip daar lag..." zo ging hij voort, zich tot de president van de Raad van Tucht wendend, „het was een schande voor de Nederlandse natie! Als mijn hond op de brug was geweest, was het schip te redden geweest!" En de kapitein (die ontslagen is) wees er dan nog op, dat hij door het gebeurde bijna brodeloos is geworden, terwijl hij, die op 31-jarigen leeftijd (hij is nu 35) reeds kapitein was, zulk een schitterends toekomst voor zich had. Aan het eind van de zitting vroeg de stuurman Smit nog even het woord, 't Was om te doen uitkomen dat er, volgens hem, wel degelijk pressie op de bemanning was uitgeoefend om mee te werken tot de valse scheepsverklaring. (In de vorige zitting was het tegenovergestelde verklaard). Dit bezorgde de stuurman een gestrenge terechtwijzing van de president. Hij wees erop dat het afleggen van de valse scheepsverklaring zeer zeker, een ernstige fout is en dat hij het diep betreurde dat een Nederlandse gezagvoerder zich daartoe heeft willen lenen. „Maar wat mij tevens verdriet", zei mr. Henny, „is, dat gij, stuurman, aan wiens roekeloosheid het te wijten is, dat het schip op de wal is gelopen, dat gij nu de kapitein nog meer komt bezwaren. Zelf hebt gij meegedaan aan de valse scheepsverklaring, gij, die in het bezit zijt van het diploma van eerste stuurman en binnenkort geroepen zult worden, zelf als gezagvoerder op te treden”. Mr. Henny voegde er nog bij, dat de valse scheepsverklaring eigenlijk ten behoeve van de stuurman is gemaakt, want deze zou er door vrij gebleven zijn van iedere blaam. „Gij zijt eigenlijk de grootste schuldige", sprak mr. Henny en hij hoopte dat door het gebeurde op deze zitting de stuurman, die blijk had gegeven zo weinig verantwoordelijkheidsgevoel te bezitten, tot inkeer mocht gekomen zijn. Het onderzoek werd daarna gesloten. De Raad zal later uitspraak doen. (zie ook AH 150709 en AH 040909)

 

04 september 1909


Krant:   AH - Algemeen Handelsblad

De Raad van Tucht voor de Koopvaardij deed gisteravond uitspraak in zake de opzien wekkende stranding van het stoomschip OBERON van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij. Zoals men weet, was genoemd vaartuig, met een gemengde lading op reis van Smyrna naar Algiers, de 14e mei bij het eiland Pasja gestrand, doch 16 mei d.a.v. weer vlot gesleept. De scheepsverklaring weet de stranding aan het onklaar raken van de stuurreep, maar later kwam aan het licht dat die scheepsverklaring in strijd met de waarheid door de gezagvoerder B. Bruins, te Watergraafsmeer woonachtig was opgemaakt, terwijl de bemanning uit medelijden met die gezagvoerder haar had bevestigd. Uit het onderzoek bleek, dat de gezagvoerder, die de gehele nacht in touw was geweest, zich tijdens het gebeurde in het kaartenhuis bevond, waar hij over zijn krant in slaap was gevallen, terwijl de 2e stuurman J.J. Smit op de brug was, doch, hoewel gewaarschuwd dat het schip naar land koerste, geen andere maatregelen nam dan de gezagvoerder laten roepen en, toen deze niet wakker te krijgen was, zelf naar de gezagvoerder ging, het schip aan zijn lot overlatend. Volgens de gezagvoerder Bruins, die ontslagen werd, was het schip moedwillig door de 2e stuurman op het strand gezet, terwijl door getuigen werd verklaard dat de stuurman zich daags tevoren had uitgelaten
in die zin, dat hij de kapitein een kool zou stoven. De 2e stuurman Smit ontkende dat hij met moedwil had gehandeld en voerde tot zijn verontschuldiging aan, dat de stuurman zonder order van de gezagvoerder niet van koers veranderen mocht. De Raad van Tucht verklaarde in zijn uitspraak, dat hij het gebeurde zeer ernstig betreurt. Gelukkig voor de goede naam van de Nederlandse zeelieden is hem nog geen tweede geval van dien aard voorgekomen en hij hoopte dat dit het enige zal blijven. Het ligt niet op zijn weg op het feit verder in te gaan, maar wel acht hij zich gerechtigd zijn afkeuring er over uit te spreken. Nog een grote fout van de kapitein. Vooreerst had hij, daar de stuurman Smit het vaarwater niet kende en er geen kaart op de brug aanwezig was, om 12 uur vóór het overnemen van de wacht de kaart moeten raadplegen. Maar vooral had hij omdat hij de stuurman als weinig actief kende, de brug niet mogen verlaten zonder de stuurman zijn voornemen te hebben meegedeeld en hem de koersen te hebben aangewezen, een gedragslijn die door dit nauwe vaarwater voorgeschreven was. Het moge waar zijn, dat de gezagvoerder van plan was om spoedig op de brug terug te keren, doch de uitslag leert hoe zulke voornemens niet tot uitvoering kunnen komen. De gezagvoerder behoort met de stuurlieden te overleggen en deze op de hoogte te houden van de navigatie, opdat zij niet in onzekerheid verkeren. De zucht van gezagvoerders om zelf te navigeren, is een fout waartegen ernstig gewaarschuwd moet worden. Deze fout verontschuldigt echter niet de 2e stuurman Smit, aan wiens schuld de Raad het ongeval wijt. Diens onbegrijpelijke roekeloosheid, in verband met de omstandigheid dat hij de kapitein wel een kool zou stoven, heeft de vraag op de voorgrond gebracht of niet met moedwil het schip aan land is gezet. De Raad wil dit echter niet aannemen, acht het bewijsmateriaal daartoe niet voldoende en acht het ook niet op zijn weg te liggen, daarop verder in te gaan. Alleen met schuld of nalatigheid heeft de Raad te maken. Die schuld is aanwezig; waar het land aan stuurboord vlak vooruit te zien was, waar huizen en bomen te onderscheiden waren, duidelijk de afscheiding van water en kust te bespeuren was en waar men zelfs ezels hoorde balken, had de stuurman, wanneer hij niet van koers veranderen mocht, vaart moeten minderen, stoppen of achteruitslaan, evenals hij gedaan zou hebben, indien onverwachts enig gevaar opdaagde, bijv. een voorbijzeilend of voorbij stomend schip. Hij was toch de verantwoordelijke persoon en had behoren te handelen. Dat is niet geschied, maar de stuurman heeft domweg dezelfde koers gevolgd, wat tot gevolg had dat het schip op strand is gezet. Indien de Raad geen zware straf oplegt, is dat hieraan toe te schrijven, dat hij rekening houdt met de jeugdige leeftijd van de stuurman (24 jaren) en met het feit, dat schip en lading weinig geleden hebben. Hij hoopt en vertrouwt dat de stuurman uit het gebeurde een ernstige les voor de toekomst zal trekken Na deze overwegingen verklaart de Raad dat de stranding te wijten is aan de schuld van de 2e stuurman Smit en ontneemt hij hem de bevoegdheid om gedurende een jaar als stuurman op een Nederlands schip te varen. Verder wordt hij veroordeeld in de kosten. (zie ook AH 150709 en AH 0210809)

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten