Inloggen
OBERON - ID 4808


Kroniekberichten

Datum 02 januari 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Schepen in aanbouw op 1 januari 1890:
Bij de Koninklijke Fabriek van Stoom- en Andere Werktuigen te Amsterdam:
Stoomschip PRINS WILLEM II, voor de Koninklijke West Indische Maildienst alhier, lang over alles 264 Engelse voet, breed 36 Engelse voet, hol 23 Engelse voet, bruto inhoud 1700 ton, ipk 1250.
De stoomschepen REIJNST, VAN GOENS en SPEELMAN, voor de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij alhier, lang over alles 220 Engelse voet, breed over alles 30'10" voet, hol 15.9 Engelse voet, bruto inhoud 1089 ton, ipk 700.
Raderstoomboot FRIESLAND voor de stoombootveerdienst Enkhuizen – Stavoren, lengte 53.20 m, bruto inhoud 220 ton, ipk 450.
Zr.Ms. pantserdekkorvet SUMATRA, voor de Indische Militaire Marine, lengte over alles 70 m, breedte 11.25 m, holte 6.70 m, waterverplaatsing 1708 m³, ipk 3750.
Zr.Ms. ramschip REINIER CLAESZEN, voor de Koninklijke Ned. Marine, lengte 70 m, breedte 13.50 m, holte 5.05 m, waterverplaatsing 2490 m³, ipk 2400.
Zr.Ms. pantserdektorenschip PRINSES WILHELMINA DER NEDERLANDEN, voor de Koninklijke Nederlandse Marine, lengte 100 m, breedte 14.90 m, holte 8.93 m, waterverplaatsing 4600 m³, ipk 5900.
Bij de heren Huijgens & Van Gelder te Amsterdam:
Het stoomschip CAMPHUIJS voor de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij.
Het stoomschip OBERON voor de Koninklijke Nederlandsch Stoomboot Maatschappij.
Bij de heer F.F. Groen te Amsterdam:
Een stalen zeilschip voor de grote vaart, groot ongeveer 2100 ton draagvermogen, voor rekening van de bouwmeester.
Bij de heren Rijkee & Co. te Katendrecht:
Een stalen zeilschip (opm: bark), groot plm. 1150 reg. tonnen, voor rekening van een rederij onder boekhouderschap van de heer J. Vroege te Alblasserdam.
Bij de Maatschappij De Maas te Rotterdam:
De stoomschepen SWAARDECROON en REINIERSZ, beide groot plm. 800 ton, voor rekening van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij.
Bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen:
No. 10 en No. 13 loodsschoeners voor het Nederlands Loodswezen. De stoomschepen BOTH, REAEL en COEN, alle groot 1590 ton met 1000 ipk, voor rekening van de Koninklijke Paketvaart-Maatschappij.
(opm: de lijst is incompleet)

Afbeelding
Datum 09 maart 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Kiellegging, bouw en stapelloop van schepen

Amsterdam, 8 maart. Heden namiddag is van de werf Concordia van de heren Huijgens en Van Gelder alhier met goed gevolg te water gelaten het nieuwe stalen stoomschip OBERON, gebouwd voor rekening van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot-Maatschappij en bestemd om dienst te doen in de lijnen van die maatschappij op Middellandse en Oostzeehavens. Het schip is 1050 ton bruto groot en heeft de volgende afmetingen:
212’ lengte, 30'6" breedte, 15'6" diepte, tussendeks, dubbele bodem voor waterballast, schoenertuig. De machine (triple compound) 500 ipk effectief, wordt vervaardigd in de fabriek van de Maatschappij De Maas te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 24 mei 1890
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 22 mei. Het Nederlandse stoomschip OBERON, op proeftocht stomende, heeft gisteren ochtend voor de De Ruyterkade een praamschip in de grond gelopen.

Afbeelding
Datum 01 juni 1890
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 31 mei. Het nieuw gebouwde stoomschip OBERON is heden, na proeftocht, naar St. Petersburg vertrokken.

Afbeelding
Datum 19 oktober 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Rotterdam, 18 oktober. Het stoomschip OBERON, op Saltholmen gestrand, is met assistentie van een Svitzer bergingsstomer vlot gekomen en te Kopenhagen binnengebracht. Duikers zijn aangenomen om de bodem te onderzoeken.

Afbeelding
Datum 19 oktober 1893
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 17 oktober. Het Nederlandse stoomschip OBERON, van Amsterdam naar St. Petersburg, zit te Saltholmen aan de grond.

Afbeelding
Datum 20 oktober 1893
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 14 oktober. Het stoomschip OBERON is door een duiker onderzocht en onbeschadigd bevonden, het neemt de geloste lading weder in en zal vermoedelijk de reis naar Petersburg morgen voortzetten.

Afbeelding
Datum 10 oktober 1896
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 9 oktober. Volgens alhier bij de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij ontvangen bericht uit St. Petersburg d.d. 5 dezer, is een lichter, die langszijde van het aldaar van hier aangekomen Nederlandse stoomschip OBERON lag, door de sleepboot BELISAARI aangevaren en lek geworden. De lichter had reeds ongeveer de helft der voor het Stadstolambt bestemde goederen uit de OBERON overgenomen, toen de aanvaring plaats had. Hoewel het vaartuig zo spoedig mogelijk op een ondiepe plaats aan de grond werd gezet, was inmiddels reeds zo veel water naar binnengedrongen, dat de gehele lading nat was geworden. Hoe spoedig men deze dan ook op het droge zal hebben gebracht, de schade zal toch altijd belangrijk zijn. De lichter had reeds de volgende goederen geladen: 16 kisten gomi-kauri (gom uit de bast van de kauri boom), 10 kisten gom-benzoë (welriekende gom of hars van de benzoë boom), 12 kisten champagne, 19 kisten en 237 balen koffie, 25 kisten Goudse kaas en 15 kisten kinabast.

Afbeelding
Datum 09 juli 1897
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 8 juli. Het Nederlandse stoomschip OBERON, dat hedenochtend van hier naar Stettin (opm: Szczecin) is vertrokken, keerde later terug wegens lekkage aan de stoompijp.

Afbeelding
Datum 19 november 1901
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 18 november. Het Nederlandse stoomschip OBERON, van Kotka naar Amsterdam, is wegens storm te Cuxhaven uit zee teruggekeerd en ter rede geankerd met losgewerkte lading. De deklast zal waarschijnlijk gelost moeten worden.

Afbeelding
Datum 25 november 1901
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cuxhaven, 22 november. Het Nederlandse stoomschip CLIO is van Hamburg hier aangekomen om de deklast van het stoomschip OBERON over te nemen.

Afbeelding
Datum 09 juni 1904
Krant DS - Dagblad Scheepvaart

Amsterdam 8 juni. Het Nederlandse s.s. OBERON, op reis van Kroonstad naar Lulea, heeft de Zweedse brik HANNA, thuis behorende te Bransevick en in ballast, op sleeptouw genomen naar de rede van Turnsund (Stockholm). Hulploon nader overeen te komen.

Afbeelding
Datum 23 augustus 1904
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 22 augustus. Volgens bij de directie der Kon. Nederlandse Stoomboot Mij ontvangen bericht is het Nederlandse stoomschip OBERON, van Girgenti (opm: Sicilië) naar Lissabon, met broeiing in de lading te Algiers binnengelopen. De lading moet verwerkt worden.

Afbeelding
Datum 11 november 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 10 november. De van de Tyne naar Gothenburg vertrokken sleepboot THAMES zal het stoomschip OBERON van daar naar Amsterdam slepen.

Afbeelding
Datum 12 november 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Gothenburg, 9 november. Het stoomschip OBERON werd bij Hanstholm door het stoomschip BLOTBERG aangetroffen en van daar naar het Rifofjord nabij deze plaats gesleept. De BLOTBERG zette onmiddellijk de reis naar Stockholm voort.

Afbeelding
Datum 18 november 1908
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

IJmuiden, 17 november. Heden arriveerde alhier het stoomschip OBERON, per sleepboot THAMES, van Gothenburg.

Afbeelding
Datum 17 mei 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 16 mei. Volgens telegram uit Smyrna is het stukgoed van daar naar Algiers bestemde Nederlandse stoomschip OBERON nabij Chios gestrand. Later werd echter geseind, dat het stoomschip door de aanwezige assistentie en na gelicht te hebben, ogenschijnlijk onbeschadigd is vlot gekomen. Een expertise zal gehouden worden.

Afbeelding
Datum 21 augustus 1909
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad van Tucht. Onder grote belangstelling werd gisteravond door de Raad van Tucht het onderzoek voortgezet in de zaak van kapitein B. Bruins, gewezen gezagvoerder van het stoomschip OBERON van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij. De OBERON was ’s avonds van de 14e mei met een gemengde lading van Smyrna naar Algiers vertrokken. In de vroege morgen van de volgende dag, even nadat men het licht van Kastro gezien had, was het schip aan de grond geraakt, volgens de te Algiers afgelegde scheepsverklaring (het schip was de volgende morgen weer vlot gesleept) door het onklaar raken van de stuurreep. In de zitting van de 14e juli deelde de gewezen gezagvoerder mee, dat hij het verhaal van de oorzaak van de stranding verzonnen had. De bemanning had de scheepsverklaring, uit medelijden met hem, bevestigd. Hij was in de kaartenhut in slaap gevallen. De 2e stuurman J.J. Smit bevond zich op de brug. Het was de gezagvoerder later gebleken, dat deze man niet te vertrouwen was. Volgens de heer Bruins was het schip moedwillig op het strand gezet. Twee getuigen, de hofmeester Van der Weyden en de machinist Kuiper, verklaarden beiden dat de stuurman Smit zich omstreeks het vertrek uit Smyrna er over had uitgelaten dat hij de kapitein wel een kool zou stoven. Gisteravond werd de 2e stuurman, een jonge man van 24 jaar, gehoord, buiten ede, omdat, naar de voorzitter, mr. T. Henny opmerkte, nog uitgemaakt zou moeten worden, wie de verantwoordelijke man is geweest. Volgens de stuurman was het geen gewoonte aan boord, dat de kapitein een bijzondere order gaf wanneer hij de brug verliet. De stuurman mocht zonder de kapitein niet van koers veranderen, Toen men op ongeveer een Eng. mijl van land af was - het schip liep een achtmijlsvaart - had hij de bootsman naar beneden laten gaan om de kapitein te waarschuwen. Deze bootsman was teruggekomen met de mededeling, dat de kapitein zei, dat het „All right" was. De stuurman was toen op aanraden van de bootsman, zelf naar beneden gegaan; de kapitein was in slaap gevallen. Hij had deze gewekt en was toen met hem naar de brug gegaan. Er werd nog bevel gegeven om achteruit te slaan - het was te laat. Het schip zat reeds bovenop de kust. De president deed uitkomen, dat dus, terwijl het schip zo vlak bij de kust was, gedurende de tijd dat de stuurman naar beneden was gegaan, niemand het bevel over het schip voerde. Ik weet niet hoe de Raad er over denkt, zei mr. Henny, maar ik vind het verschrikkelijk! Tot zijn verontschuldiging voerde de stuurman slechts aan, dat hij zonder de kapitein niet van koers mocht veranderen en hij beriep zich daarbij op de tegenwerking, die hij steeds van de kapitein ondervond als hij zelfstandig optrad. Hij erkende intussen, dat inderdaad - gelijk ter vorige zitting gebleken was - de bootsman en de matroos, die aan het roer stonden, hem gewaarschuwd hadden, dat zij aan wal een ezel hoorden balken. Ten stelligste ontkende de stuurman echter - het werd eveneens in de vorige zitting verklaard - dat de bootsman tot hem gezegd zou hebben: „Moeten we over die bergen heen?" De stuurman verklaarde voorts op een vraag van de president, dat hij van de brug af den kapitein niet had kunnen waarschuwen, wegens de afstand. Daarentegen verklaarde de kapitein, dat de stuurman hem best van de brug had kunnen beschreeuwen. Gevraagd of hij zich er over had uitgelaten dat hij de kapitein een kool zou stoven, verklaarde de stuurman zich dit niet te herinneren. „Maar stel dat ik dat gezegd heb", aldus de stuurman, „zou ik dat dan gedaan hebben door het schip op het strand te zetten? Daardoor zou ik er de bemanning, de rederij en de assuradeuren aan gewaagd hebben". De president vestigde nog de aandacht van de stuurman op een tegenstrijdigheid in zijn eigen verklaring. Hij beweert niet uit eigen beweging van koers te hebben willen veranderen, doen heeft (toen 't evenwel reeds te laat was) zelf bakboord gecommandeerd. Op een vraag van een van de leden van de Raad ontkende de kapitein dat hij het zelfstandig manoeuvreren zou verboden hebben. Zijnerzijds verklaarde de stuurman, dat het niet bij hem was opgekomen het schip met moedwil op de wal te zetten. Uit vrees voor aanmerkingen van de kapitein had hij zijn koers niet veranderd. Nog bleek, dat de stuurman niet de kaart (in de kaartenhut) had gekeken, alvorens naar de brug te gaan en dat hij later niet naar de kaartenkamer had durven gaan, omdat de kapitein er was. Hij wist alleen, dat men een nauwe straat passeerde. Reeds vroeger was de stuurman door deze straat gegaan; hij had toen echter de wacht niet gehad. Op verzoek van de kapitein kwam een van de aanwezigen, de 1e stuurman A.J. Parlevliet verklaren, dat hij wel eens een reis met deze kapitein had gemaakt en dat deze dan nooit bezwaar maakte als hij op de kaart wilde kijken. De 2e stuurman G. van der Kooy, die eveneens met de kapitein gevaren had, beaamde dit. Hij noemde de kapitein een lastig mens. Zonder deze erin te kennen, mocht men niet van koers veranderen. In de gegeven omstandigheden zou deze getuige echter zelfstandig van koers veranderd zijn. Op eigen verzoek werd nog gehoord de loods Teunis Smit, de vader van de stuurman. Hij verklaarde dat de kapitein hem de vrijdag voordat de zaak voor het eerst was voorgekomen (dat was op woensdag 14 juli geweest) had meegedeeld, dat hij bij zijn valse verklaring bleef, dat hij nog een conferentie met zijn scheepsvolk hierover moest hebben en dat hij (Smit) aan zijn zoon, die varende was, moest schrijven, dat hij eveneens bij de valse verklaring moest blijven. De loods had toen aan zijn zoon geschreven, dat hij wel moest weten wat hij deed en de zoon had teruggeschreven, dat hij nog niet wist wat hij doen zou, maar dat hij, als er iets ten nadele van hem (stuurman) verklaard werd, de volle waarheid zou zeggen. De kapitein (die uit eigen beweging op de valse scheepsverklaring is teruggekomen) zei, dat hij „door het krankzinnige heen" moest geweest zijn toen hij besloot een valse verklaring op te stellen. „Maar als u gezien had hoe het schip daar lag..." zo ging hij voort, zich tot de president van de Raad van Tucht wendend, „het was een schande voor de Nederlandse natie! Als mijn hond op de brug was geweest, was het schip te redden geweest!" En de kapitein (die ontslagen is) wees er dan nog op, dat hij door het gebeurde bijna brodeloos is geworden, terwijl hij, die op 31-jarigen leeftijd (hij is nu 35) reeds kapitein was, zulk een schitterends toekomst voor zich had. Aan het eind van de zitting vroeg de stuurman Smit nog even het woord, 't Was om te doen uitkomen dat er, volgens hem, wel degelijk pressie op de bemanning was uitgeoefend om mee te werken tot de valse scheepsverklaring. (In de vorige zitting was het tegenovergestelde verklaard). Dit bezorgde de stuurman een gestrenge terechtwijzing van de president. Hij wees erop dat het afleggen van de valse scheepsverklaring zeer zeker, een ernstige fout is en dat hij het diep betreurde dat een Nederlandse gezagvoerder zich daartoe heeft willen lenen. „Maar wat mij tevens verdriet", zei mr. Henny, „is, dat gij, stuurman, aan wiens roekeloosheid het te wijten is, dat het schip op de wal is gelopen, dat gij nu de kapitein nog meer komt bezwaren. Zelf hebt gij meegedaan aan de valse scheepsverklaring, gij, die in het bezit zijt van het diploma van eerste stuurman en binnenkort geroepen zult worden, zelf als gezagvoerder op te treden”. Mr. Henny voegde er nog bij, dat de valse scheepsverklaring eigenlijk ten behoeve van de stuurman is gemaakt, want deze zou er door vrij gebleven zijn van iedere blaam. „Gij zijt eigenlijk de grootste schuldige", sprak mr. Henny en hij hoopte dat door het gebeurde op deze zitting de stuurman, die blijk had gegeven zo weinig verantwoordelijkheidsgevoel te bezitten, tot inkeer mocht gekomen zijn. Het onderzoek werd daarna gesloten. De Raad zal later uitspraak doen. (zie ook AH 150709 en AH 040909)

Afbeelding
Datum 29 oktober 1910
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 27 oktober. “Fairplay” meldt de verkoop van het Nederlandse stoomschip OBERON van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij aan de firma M. Verderame & Figli te Port Empledocle. De OBERON, een stoomschip van 900 ton bruto en te Amsterdam gebouwd in 1890, werd herdoopt in MATTEO VERDERAME.

Afbeelding