1895

NVEC 100895
Martenshoek, 7 augustus. Heden werd alhier van de werf van W. Boerma Wzn. met goed gevolg te water gelaten een stalen zeilaak, groot 130 last, genaamd „ ZUIDERZEE," voor rekening van en bevaren zullende worden door de schipper G. Dros Pzn. van Texel.

1896

NNO 110796
Delfzijl, 9 juli. Vertrokken ZUIDERZEE, Dros naar Borkum, beladen met een telegraaf kabel.
NNO 160796
Emden, 11 juli. Aangekomen ZUIDERZEE, Dros van Greetsiel.
NVD 180796
Oostmahorn, 15 juli. Aangekomen ZUIDERZEE, Dros Pz. van Emden.

1897

Op 08-05-1897 wordt voor de ZUIDERZEE door kapt./ eigenaar G. Dros Pz, liggende te Kampen, een eerste zeebrief aangevraagd voor zichzelf.

NVD 170597
Nieuwe Waterweg, 14 mei. Vertrokken ZUIDERZEE, Dros naar Sylt, gesleept door de sleepboot NOORDZEE.
WIN 270597
Altona, 22 mei. Binnengekomen ZUIDERZEE, Dros van Keulen.
NVD 120697
Vlie, 11 juni. Binnengekomen ZUIDERZEE, Dros van Hamburg.
 

1898

NVD 150598
Vlie, 13 mei. Uitgeklaard ZUIDERZEE, Dros naar Hamburg.
WIN 210598
Cuxhaven, 17 mei. Binnengekomen ZUIDERZEE, Dros van Vlieland.
WIN 140698
Bremerhaven, 10 juni. Aangekomen ZUIDERZEE, Dros van Hamburg.
WIN 270698
Elsfleth, 22 juni. Vertrokken ZUIDERZEE, Dros naar Koningsbergen.
WIN 060798
Pillau, 1 juli. Binnengekomen ZUIDERZEE, Dros van Elsfleth.
WIN 210798
Memel, 14 juli. Aangekomen ZUIDERZEE, Dros van Koningsbergen.
NNO 040898
Memel, 29 juli. Uitgezeild ZUIDERZEE, Dros naar Oldenburg.
NNO 170898
Bremerhaven, 14 augustus. Binnengekomen ZUIDERZEE, Dros van Memel.
WIN 030998
Harburg, 28 augustus. Aangekomen ZUIDERZEE, Dros van Bremen.
WIN 120998
Vlieland, 9 september. Binnengekomen ZUIDERZEE, Dros van Harburg.

1899

WIN 230399
Vlieland, uitgaande geankerd, 21 maart, ZUIDERZEE, Dros naar Hamburg.
WIN 310399
Cuxhaven, 28 maart. Aangekomen ZUIDERZEE, Dros van Vlieland.
WIN 200499
Hamburg, 15 april. Uitgezeild ZUIDERZEE, Dros naar (niet vermeld)
NVD 050599
Vlie, 4 mei. Binnengekomen ZUIDERZEE, Dros van Pillau.
NVD 230699
Papenburg, 19 juni. Aangekomen ZUIDERZEE, Dros van Memel.
NVD 050799
Papenburg, 27 juni. Uitgezeild ZUIDERZEE, Dros naar Koningsbergen.
NNO 110799
Pillau, 6 juli. Aangekomen ZUIDERZEE, Dros van Papenburg.
NVD 280799
Pillau, 24 juli. Uitgezeild ZUIDERZEE, Dros naar Papenburg.
NNO 100899
Papenburg, 6 augustus. Aangekomen ZUIDERZEE, Dros van Koningsbergen.
PGC 110899Papenburg, 8 augustus. Gisteren passeerde hier, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) komende, het Nederlandse schip ZUIDERZEE, kapt. Dros, bestemd naar Münster in Westfalen, met een lading hout. Dit is het eerste zeeschip dat door het Dortmund-Emskanaal, uit de Oostzee komende, direct tot Münster opvaart. Het schip laadt bij een diepgang van 1,50 meter 73 standaard hout of 180 ton cokes en beladen met 220 ton kolen heeft het een diepgang van 1,70 meter.
NNO 061099
Holtenau, 2 oktober. Gepasseerd ZUIDERZEE, Dros van Malmö naar Keulen.

1900

SV 270400
Delfzijl, 26 april. De tweemast aak ZUIDERZEE van G. Dros is verkocht aan P. Steenstra.
NNO 280400
Delfzijl, 26 april. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Borkum.
NNO 230500
Delfzijl, 22 mei. Vertrokken ZUIDERZEE, Steenstra van Emden naar Koningsbergen (Pruisen)
WIN 310500
Holtenau, 26 mei. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Duisberg naar Pillau.
NNO 060600
Pillau, 2 juni. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Emden.
NNO 260600
Memel, 19 juni. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Koningsbergen.
NVD 270700
Emden, 23 juli. Binnengekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Memel.
NVD 170800
Delfzijl, 15 augustus. Vertrokken ZUIDERZEE, Steenstra van Christiania.
NVD 290900
Emden, 25 september. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Frederiksstad.
NVD 051000
Delfzijl, 3 oktober. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Emden.

1901

Binnenvaart

1902

WIN 110402
Vlieland, 8 april. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Flensburg.
NNO 290402
Flensburg, 25 april. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Zaandam.
NNO 130502
Harburg, 9 mei. Binnengekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Altona.
NNO 010602
Frederikshaven, 28 mei. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Harburg naar Randers.
NNO 150602
Neufahrwasser, 10 juni. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Randers.
NNO 260602
Neufahrwasser, 21 juni. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Leuven.
NNO 110702
Delfzijl, 9 juli. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Danzig naar Leuven via Hansweert.
NNO 170802
Vlieland, 15 augustus. Zeilklaar ZUIDERZEE, Steenstra naar Hamburg.
NNO 260802
Flensburg, 23 augustus. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Zaandam.
NNO 020902
Flensburg, 29 augustus. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Harlingen.
NVD 171002
Oostmahorn, 14 oktober. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Muhlheim naar Helsingör, heeft de reis voortgezet.
PGC 221002
Cuxhaven, 20 oktober. De Nederlandse gaffelschoener ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, met een lading telegraafkabel van Mülheim am Rhein naar Elseneur, liep eergisteren op het Wittsand bij Neuwerk (opm: plaat in de Elbemond) aan de grond, kwam echter zonder hulp weer vlot en ligt thans geankerd op de rede.
PGC 23 oktober 1902
Cuxhaven, 21 oktober. De Nederlandse schoener ZUIDERZEE is in de haven gekomen. Het schip is zwaar beschadigd en zal worden nagezien.

1903

NNO 040403
Oostmahorn, 31 maart. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Elmshorn naar Enkhuizen.
NVD 130503
Oostmahorn, 11 mei. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra van Werkendam naar Glückstadt.
NNO 270503
Cuxhaven, 22 mei. Vertrokken ZUIDERZEE, Steenstra naar Denemarken.
NVEC 060603
Holtenau, 2 juni. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Svendborg naar Hamburg.
NVEC 200603
Brunsbüttel, 16 juni. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Hamburg naar Koningsbergen.
NNO 260603
Pillau, 22 juni. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Hamburg.
NVEC 250703
Brunsbüttel, 20 juli. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Danzig naar Leuven.
NVEC 080803
Leuven, 1 augustus. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Danzig.
NVD 180803
Het schip ZUIDERZEE, schipper Steenstra, heeft op de Wester-Schelde de kluiverfok verloren.

1904

NVD 280404
Oostmahorn, 25 april. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Glückstadt.
NNO 090604
Delfzijl, 7 juni. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Herne naar Danzig.
NNO 280604
Neufahrwasser, 22 juni. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Delfzijl.
RN 090704
De ijzeren 2/mast aak ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, vertrok 7 juli van Neufahrwasser naar Sassnitz.
RN 150704
De ijzeren 2 mast aak ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, arriveerde 11 juli van Neufahrwasser te Sassnitz.
NNO 210704
Sassnitz, 15 juli. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Koningsbergen.
NNO 050804
Pillau, 31 juli. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Wilhelmshaven.
NNO 200804
Wilhelmshaven, 16 augustus. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Koningsbergen.
NNO 030904
Hamburg, 31 augustus. Binnengekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Wilhelmshaven.
NVD 080904
Brunsbüttel, 4 september. Gepasseerd ZUIDERZEE, P. Steenstra van Hamburg naar Odense.
NNO 170904
Odense, 12 september. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Hamburg.
PGC 081004
Hamburg, 6 oktober. De Nederlandse aak ZUIDERZEE, kapitein P. Steenstra, is in Kuhwarderhaven in aanvaring gekomen met de Oberlanderkaan No. 5755, waarbij deze schade bekwam aan dek en reling, terwijl de ZUIDERZEE ogenschijnlijk geen schade van betekenis beliep.
NVD 211004
Flensburg, 18 oktober. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Hamburg.
RN 291004
De ijzeren 2/mast aak ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, arriveerde 25 oktober van Flensburg te Warnemünde.
RN 011104
De ijzeren 2/mast aak ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, vertrok 2 oktober van Warnemünde naar Papenburg.
PGC 141104
Londen, 13 november. Volgens telegram uit Cuxhaven is de Nederlandse schoener ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, van Rostock naar Papenburg, met verlies van anker en ketting en schade aan het roer, bij Neuwerk aangekomen.
NRC 161104
Cuxhaven, 15 november. Het met rogge geladen Nederlandse schip ZUIDERZEE, dat nabij Neuwerk aan de grond geraakte en roerschade bekwam, is alhier aangekomen.
NRC 291104
Delfzijl, 28 november. Het alhier ter rede geankerd liggende Nederlandse aakschip ZUIDERZEE, schipper Steenstra, gekomen van Rostock met bestemming Papenburg, heeft in de Noordzee zware stormen doorstaan, waardoor de voorzeilen en één der zwaarden zijn weggeslagen.
NNO 091204
Papenburg, 6 december. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Rostock.
NVD 131204
Emden, 8 december. Binnengekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Papenburg.

1905

DMB 210205
Delfzijl, 18 februari. Gearriveerd ZUIDERZEE, Steenstra van Emden.
NVD 220605
IJmuiden, 20 juni. Vertrokken ZUIDERZEE, Steenstra naar Norden.
NVD 290605
Itzehoe, 22 juni. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Sliedrecht.
DMB 270705
Oostmahorn, 25 juli. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Hamburg.

1906

LC 120206
Harlingen, 9 februari. Gisteren geraakte op de zandbank de Tappert nabij Workum vast het aakschip ZUIDERZEE, schipper P. Steenstra, met een lading kunstmest van Rotterdam naar Groningen. Het schip is heden vlot gesleept door de sleepboot VOORWAATS en hier binnengebracht. Het schip heeft het stuurboordzwaard en het roer verloren; ook bekwam het lekkage, doordat het met het achterschip gestoten heeft.
NNO 141106
Delfzijl, 12 november. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Emden.
NNO 221106
Brunsbüttel, 17 november. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Ruhrort naar Kiel.
NNO 271106
Kiel, 22 november. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Essen.
NVD 291106
Brunsbüttel, 25 november. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Kiel naar Hamburg.
NVD 081206
Hamburg, 4 december. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar (niet vermeld)

1907

NNO 090307
Norderham, 5 maart. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Brake.
NNO 170397
Bremerhaven, 14 maart. Vertrokken ZUIDERZEE, Steenstra naar Friedrichsstadt.
NNO 030407
Tonningen, 27 maart. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Bremerhaven.
NVD 170407
Delfzijl, 15 april. Ter rede ZUIDERZEE, Steenstra van Hamburg naar Papenburg.
NNO 210407
Papenburg, 17 april. Gearriveerd ZUIDERZEE, Steenstra van Friedrichsstadt.
NNO 020507
Emden, 27 april. Vertrokken ZUIDERZEE, Steenstra naar Brunsbüttel.
NNO 310507
Delfzijl, 30 mei. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Herne.
NNO 110607
Brunsbüttel, 5 juni. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Herne naar Rendsburg.
DMB 020707
Delfzijl, 29 juni. Gearriveerd ZUIDERZEE, Steenstra van Brunsbüttel, per sleepboot SPES MEA.
DMB 030707
Delfzijl, 1 juli. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Munster.
DMB 260707
Delfzijl, 24 juli. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Munster naar Brunsbüttel.
NVEC 200807
Hamburg, 15 augustus. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Rendsburg.
DMB 110907
Delfzijl, 10 september. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Norden.

1908

NVD 010408
Oostmahorn, 30 maart. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Glückstadt.
NNO 120408
Hamburg, 9 april. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Glückstadt.
NNO 220408
Brunsbüttel, 16 april. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Hamburg naar Randers.
NNO 240508
Aarhus, 20 mei. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Randers naar Svendborg, met diverse stormschade.
RN 250508
Aarhus, 20 mei. De Nederlandse ijzeren 2/mast zeeaak ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, van Randers naar Svendborg, heeft bij Hjelm tijdens storm het bakboord zwaard verloren en de grote boom gebroken. Daar ook de ankerketting brak, is het schip hier binnengelopen.
NNO 050608
Holtenau, 1 juni. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Svendborg naar Delft.
NNO 290708
Vlieland, 27 juli. Zeilklaar ZUIDERZEE, Steenstra naar Holtenau.
NNO 070808
Holtenau, 3 augustus. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Zaandam.
NNO 130908
Brunsbüttel, 8 september. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Hamburg naar Flensburg.
NNO 230908
Flensburg, 19 september. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Kiel.
NNO 011008
Holtenau, 26 september. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Kiel naar Munster.

1909

DMB 130409
Oostmahorn, 10 april. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Glückstadt.
RN 240709
De zeeaak ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, arriveerde 19 juli van Rotterdam te Altona.
NVD 040809
Brunsbüttel, 1 augustus. Gepasseerd ZUIDERZEE, Steenstra van Hamburg naar Nykjöbing.
NVD 140909
Vlie, 13 september. Aangekomen ZUIDERZEE, Steenstra van Cuxhaven.
NVD 161009
Oostende, 13 oktober. Uitgezeild ZUIDERZEE, Steenstra naar Cherbourg.
PGC 301009
Londen, 29 oktober. Volgens een telegram uit Havre de Grace is er gerapporteerd dat de Nederlandse schoener ZUIDERZEE, kapt. P. Steenstra, van Calais naar Cherbourg bestemd, te Etretat (zuid van Fécamp) gestrand is. Van de uit 4 man bestaande equipage werden 3 door de kustwacht gered. De scheepsjongen verdronk. Er was geen lading aan boord.
PGC 011109
Het schip ZUIDERZEE zit op harde grond. Indien het weer goed blijft bestaat er een mogelijkheid dat het zal kunnen worden vlot gebracht. De lading bestaat uit krijgsmateriaal en stukgoed.
NRC 151109
Fécamp, 12 november. Het bij Etretat gestrande Nederlandse schip ZUIDERZEE kan niet worden vlot gebracht. De tweemast aak ZUIDERZEE, 160 ton bruto en 133 ton netto, werd in 1895 te Martenshoek van staal gebouwd.
NRC 161209
Havre, 13 december. Het Nederlandse schip ZUIDERZEE, ter hoogte van Etretat (ten noorden van Havre) gestrand, is in veiling verkocht. De ZUIDERZEE, 160 ton bruto en 133 ton netto, werd in 1895 te Martenshoek van staal gebouwd.
RN 221209
Le Havre, 17 december. Het wrak van het Nederlandse schip ZUIDERZEE heeft in publieke veiling FFR 750 en de inventaris FFR 357 opgebracht.

1910

NRC 140110
Raad voor de Scheepvaart. De Raad deed heden de behandeling van de scheepsramp, bij Fécamp (Franse kust) overkomen op 29 oktober jl. aan het stalen klipper-aak-schip ZUIDERZEE, thuis behorende te Amsterdam. Het schip behoorde toe aan de kapt. P. Steenstra. Op 29 oktober is het bij Fécamp gestrand; de kok is bij de ramp om het leven gekomen.
Als getuige werd het eerst gehoord kapt. Steenstra, die meedeelde dat hij een dienstdiploma voor de grote zeilvaart bezit. Hij voer in ballast naar de Franse kust, en wel naar Cherbourg. Zijn schip was verzekerd voor NLG 10.000. Het schip had kort te voren zijn log verloren.
Het was stil weer, toen lichten vooruit waren gezien; de schipper leidde daaruit af dat hij in de nabijheid van Dieppe was, wat later onjuist is gebleken. Hij heeft niet op de kaart gekeken en kust gezien. Eerst is hij een vissersvaartuig gevolgd; toen hij dit kwijt raakte, is het anker uitgeworpen. Toen een bui uit het noordwesten kwam opzetten heeft schipper Steenstra niet uit de wal gehouden en gekoerst op een lichtje (waarvan hij de betekenis niet kende), totdat hij op het strand is geslagen. Op een pertinente vraag van de voorzitter, mr. Van der Zweep, of de directe oorzaak van de stranding was dat het schip te dicht op de zeer gevaarlijke kust zat, antwoordde de schipper ontkennend. Verschillende raadsleden hielden dit echter staande, en wezen er op dat hij niet de goede weg van Boulogne naar Cherbourg heeft gevolgd. Op de vraag waarom hij met zijn schip, dat niet veel meer was dan een binnenvaartuig, dit gevaarlijke vaarwater heeft opgezocht, antwoordde de schipper: „Om gewin te maken". Gewoonlijk voer hij op de Oostzee. Enige raadsheren constateerden dat niets dan bangheid de oorzaak is geweest van de ramp; de schipper had over stuurboord moeten gaan liggen en niet over bakboord met de ZW wind vóór. Bij de stranding is de bemanning aan land gesprongen; de 16-jarige kok sloeg over boord en is vier dagen later aangespoeld. De Raad besliste nu in de raadkamer dat het verdere onderzoek ook zal lopen over de vraag of de ramp, aan de ZUIDERZEE overkomen, is te wijten aan de ongeschiktheid van de schipper. Bij het verdere verhoor bleek dat de schipper de verplichting ontdoken heeft om zich te voorzien van een diploma van zeewaardigheid van zijn schip, alvorens uit te varen. Een zodanig diploma van de Germanischer Lloyd, dat vroeger voor het schip was afgegeven, is later ingetrokken. Daarna werd gehoord de matroos Woudstra.
NRC 150110
Raad voor de Scheepvaart. In de zaak van de stranding van het aak-schip ZUIDERZEE, waarbij een zestienjarige kok omkwam, gisteren in ons Avondblad gemeld, verklaarde de matroos Woudstra, door de Raad gehoord, dat hij zich omtrent koersen en anderszins weinig wist te herinneren. Toen de schipper koerste op het lichtje waarvan men de betekenis niet kende, vermoedde getuige dat de schipper, het onvermijdelijke van een stranding inziende, op dat punt aanhield omdat hij er de nabijheid van mensen vermoedde. Wegens het niet verschijnen van de derde opgeroepen getuige werd het onderzoek hierna gesloten.De Raad zal op een nader te bepalen datum uitspraak doen.
NRC 270110
Raad voor de Scheepvaart. Vervolgens (opm: eerste deel zie NRC 140110) zette de Raad het onderzoek voort naar de scheepsramp, overkomen aan het schoenerschip ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, op 28 oktober jl. gestrand op de Franse kust.
De voorzitter, mr. Van der Zweep, wees er de kapitein op, dat de vorige keer het onderzoek liep over de vraag of het ongeval te wijten was aan ongeschiktheid. Nu echter zal dat lopen over de vraag of het ongeval was te wijten aan een daad of nalatigheid. Bij bevinding daarvan zou de kapitein een disciplinaire straf kunnen belopen van ten hoogste twee jaar. De kapitein heeft intussen met couranten-uitknipsels aangetoond dat het die 28e oktober boos weer was en voegt aan die gegevens nu nog een afzonderlijk artikeltje over het weer van die datum toe. De in de vorige zitting (19 dezer) ontbrekende getuige wordt nu gehoord, het is de 17-jarige M.L. Rakelboom. Hij was nog maar kort op zee geweest. Jong aan boord, had hij niets te doen dan op order van de schipper. Van het ongeval weet hij weinig te zeggen, dan dat hij naar de kaarten heeft zien kijken. Naar de barometer had hij niet gekeken. Het schip was voor anker gegaan, wijl zwaar weer in aantocht was. Van het kompas heeft hij geen kennis, dus ook niet van het richten van het schip. Wel weet hij dat van de twee kompassen een is weggeslagen. Ook weet hij dat de kok overboord sloeg en verdronk; maar hoe dat zo kwam, weet hij niet. De voorzitter wijst er de schipper op, dat hij theoretisch niet voor deze reis was onderlegd, allerminst met zulk een bemanning. De kapitein antwoordt, dat hij op informatie was gegaan, omtrent de jongens. Door een van de leden gevraagd of hij reddingvesten aan boord had, antwoordt hij: 3 vooruit en 2 boeien.
De jongen, door een van de leden instantelijk gevraagd of de kapitein op het ogenblik van stranding hem zei: „Trek je reddingvest aan", antwoordt van ja. De kapitein op zijn beurt nadrukkelijk gevraagd of hij de jongen dat gezegd had, verklaart van neen. „Dus, jongen, jij liegt !" Als een van de raadsleden de kapitein doet opmerken, dat „Veritas" het schip niet zeewaardig vond, wijl aan de samenstellende delen nogal iets ontbrak, antwoordt de kapitein, dat vakmensen herhaaldelijk het schip stabiel hebben verklaard.
Aangaande het ongeval van de kok verklaart getuige nog dat hij bij de eerste stoot overboord sloeg. Tegen het ogenblik van de stranding kon de stuurman het wiel niet houden. Hij was een betrouwbaar zeeman; maar bij het getuigenverhoor was hij wat zenuwachtig. Tegenover de vorige getuige houdt de schipper vol, dat de schoot stuk was en hij het schip niet kon vóór krijgen. Een van de leden houdt de kapitein, toen hij zich beriep op de huurder die hem seinde binnendoor te gaan, voor dat hij zonder certificaat een reis aanging die hij nooit gemaakt heeft, dus de Nederlandse Wet ontdook en mensenlevens in de waagschaal stelde. U bent kapitein en verantwoordelijk voor uw schip. Een huurder heeft daar niets mee te maken. U bent uitgegaan van Vlissingen, wetende dat men u zou kunnen belasten naar Cherbourg te gaan."
De kapitein verantwoordt zich met te zeggen, dat de kleine schippers niet allen kennis hebben of krijgen van de wet. Hij voer, doch onder Hollandse vlag, voor een bouwondernemer te Hamburg, die het schip gecharterd had. Op advies was hij van Vlissingen naar Oostende gegaan, om dus van een buitenlandse haven uit zee te kiezen naar Cherbourg. Het charter luidde echter van Vlissingen naar Cherbourg.
Een van de andere leden van de Raad trekt zich in het bijzonder het treurige lot van de kok aan en werpt de kapitein harde woorden toe, doelende op slecht zeemanschap. Spreker, zinspelende op zijn ervaring, zegt: „Ik heb het 35 jaar gedaan; maar dat is geen zuivere koffie!" De Raad zal later uitspraak doen.
NRC 040210
Raad voor de Scheepvaart. De Raad heeft gisteren uitspraak gedaan inzake de scheepsramp, overkomen aan het stalen klipper-aakschip ZUIDERZEE, toebehorende aan P. Steenstra, die tevens schipper was. Het schip, dat op reis was van Vlissingen naar Boulogne, is op 28 oktober bij Fécamp op de Franse kust gestrand, waarbij de 16-jarige kok verdronk. In het vonnis wordt gememoreerd dat de schipper de verplichting om, alvorens uit te zeilen, zich een bewijs van zeewaardigheid voor het vaartuig te verschaffen ontdoken heeft; en dat bewijzen van zeewaardigheid welke vroeger voor het schip uitgereikt zijn, later werden ingetrokken. De Raad constateert voorts dat gebleken is, dat noch schip, noch schipper, noch bemanning berekend waren voor een reis door het gevaarlijke Engelse Kanaal en dat de schipper zich voor deze moeilijke reis niet voldoende theoretisch en praktisch heeft voorbereid. De ramp is te wijten aan de grote roekeloosheid en de nalatige zorgeloosheid van schipper Steenstra, die, behalve zijn schip, ook het leven van de bemanning aan het toeval heeft overgelaten. Dienvolgens ontneemt de Raad aan schipper Steenstra de bevoegdheid om te varen als gezagvoerder of stuurman op een schip als bedoeld in art. 5 van de Schepenwet voor de tijd van 2 jaar.