Inloggen
HENRIETTE ADRIANA - ID 16493


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1869-10-02 / 1881-00-00 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1869
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Schoener
Construction Data

Scheepsbouwer: A. van Linge Ezn, Veendam, Groningen, Netherlands
Delivery Date: 1869-09-10
Technical Data

Gross Tonnage: 63.00 lasts
Gross Tonnage 2: 119.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 24.28 Meters Registered
Beam: 4.35 Meters Registered
Draught: 2.54 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1869
Datum agenda: 1869-10-02
Register nr: 18690602
Scheepsnaam: HENRIETTE ADRIANA
Type: Schooner
Lasten: 63
Gebouwd in plaats: Veendam
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Martin & Co., E., & S., &H.
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Boer, H. H. de
Opmerkingen: 1872 - 126-datum besluit nieuwe zeebrief13-04-1872-52- schip ligt in :Rotterdam
Nr oude zeebrief : 1e zeebrief
Gebouwd te Veendam

Ship History Data

Date/Name Ship 1869-10-02 HENRIETTE ADRIANA
Manager: Firma E. & S. & C. St. Martin & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma E. & S. & C. St. Martin & Co., Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

August Ferdinant Theodoor Schuchard werd geboren in 1824 te Swinemunde/Swinoujscie (Polen) als zoon van Johan Carl August Friedrich Schuchard en Anna Christina Friederike Munch, wonend te Swinemunde.

Hij trouwt op 11 mei 1870 te Alblasserdam met Anna Katharina de Haan, geboren 1842 te Maartensdijk als dochter van Pieter de Haan, gemeenteontvanger te Alblasserdam, en Cornelia Verkerk. Zij overleed in 1900 te Alblasserdsam.

August overleed op 14 december 1898 te Alblasserdam.

Hij is in 1863 lid van de societeit “De Eendracht”te Alblasserdam064.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.F.Th. Schuchard was met vlagnummer R92 van 1865 t/m 1880 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekent dat hij wèl de vlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen uit de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als vlaglid heeft bedankt. Hij bleef wèl honorair lid058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.F.Schuchard met vlagnummer R92 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • * 1865 t/m 1867               fregat “Kortenaar”            530 last varend voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam
  • * 1874, 1877, 1878 geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt A.T. (twee initialen!) Schuchard als gezagvoerder gedurende:

  • * 1859 t.m 1861 op de bark “Catharina Maria”, gebouwd in 1846 op de werf van de Gebr. Pot te Elshout, 659 ton o.m., varend voor J.H. van Santen te Krimpen aan de Lek. Het schip werd in 1861 te Kaap de Goede Hoop afgekeurd en verkocht voor £ 700,-. (Zeetijdingen 05 juni 1861).
  • * 1863 van de bark “Alblasserwaard”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 738 ton o.m., varend voor F.H.von Lindern te Alblasserdam;
  • * 1864 t/m 1868 op het 3/m schip “Kortenaar”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 1020 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
  • * 1869 t/m 1872 op het fregat “Henriette Adriana”, gebouwd in 1869 op de werf van Jan Smit Cz te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
  • * 1874 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder;

*   1876 t/m 1877 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder.

 

Overige bijzonderheden

A.F.Schuchard vervoerde per 18 maart 1868 met de “Kortenaer” een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 juni 1868 na een reis van 99 dagen065.

August Ferdinand Schuchard was gezagvoerder op de bark “Catharina Maria” en zeilde op 24 maart 1859 ’s morgens 8 uur in de Indische Oceaan op 4o NBr. en 90o OL (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgerlijke Stand Rotterdam 1860 Deel C, folio 45, aktenr. 1808)062a.

 

Foto (nr.72) beschikbaar van kapitein A.F.Th.Schuchard047.

 

Zierikzeesche Courant 26 maart 1864

Op 22 maart 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Kortenaer”, kapt. A.F.Schuchard, komend van Batavia met bestemming naar Rotterdam. Als passagiers zijn binnengebracht de heer en mevrouw Ruters, 4 onderofficieren en 10 gepasporteerde militairen.

 

 

Datum vanaf: 1869
Kapitein: Schuchard, August Ferdinandtheodoor

Familiegegevens en opleiding

Pierre Francois van Overklift werd geboren op 03 april 1833 te Dordrecht als zoon van Pieter Willem Mijnlieff  van Overklift en Anna Henrietta Gaberel.

Hij trouwde op 09 mei 1860 te Rotterdam met Geertruida Bliek, geboren 09 november 1838 te Rotterdam als dochter van Pieter Jacobus Bliek en Maria Knuppe/Knoppe. Geertruida hertrouwde op 16 april 1896 te Haarlem met de apotheker Willem Gijsbert Keur, weduwnaar van Antje Hinderika Cremer. Willem Keur is overleden op 07 september 1899 te Haarlem. Geertruida overleed op 20 januari 1924 te ‘s Gravenhage. Pierre verdronk op 25 november 1887 in Oost-London, Z.Afrika.

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.F. van Overklift was met vlagnummer R40 in de periode 1869 t/m 1883 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1883 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als vlaggelid heeft bedankt058.

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein P.F. van Overklift met vlagnummer R40 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

1874                      van het fregat “Anna”    590 last              varend voor J.H. van Santen te Krimpen a/d Lek

1877                      van het fregat “Anna”     1116 ton o.m.    varend voor Wed. J.H. van Santen te Krimpen a/d Lek

1878, 1880           van de bark “Marie”       749 ton o.m..     varend voor van Charante & Co te Rotterdam

1880 t/m 1883     van de bark “Marie”       714 ton o.m.      varend voor van Charante & Co te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt P.F. van Overklift als gezagvoerder gedurende:

*    1866 t/m 1868 op het 3/m schip “Sophia Amalia”, gebouwd in 1859 te Bolnes, 319 ton o.m., varend voor Batenburg & Co te Rotterdam;

*    1869/1870 op het 3/m schip “Noord Brabant”, gebouwd in 1856 te Delfshaven, 736 ton o.m., varend voor P. Rademakers & Co te Delfshaven. Het schip werd in 1870 afgekeurd in averij;

*    1871 op de bark “Madura”, gebouwd in 1853 te Lekkerkerk, 473 ton o.m., varend voor van Charante & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1871 verkocht naar Duitsland;

*    1873 van het fregat “Henriëtte Adriana”, gebouwd in 1869 te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;

1875 t/m 1878 op het fregat “Anna” ex Tanjore, gebouwd in 1862 te Medford, 1116 ton o.m., van 1875 t/m 1877 varend voor J.H.van Santen te Krimpen aande Lek en in 1878 voor Smit, Vroege en von Lindern eveneens te Krimpen aan de Lek. Het schip voer in 1879 voor J.Koning te Rotterdam onder de naam Betzy en Arnold. (Bouma spreekt hier van P.T. van Overklift, maar gezien de opgave in de Rotterdamse Jaarverslagen is dit fout).

*    1879 t/m 1887 op de bark “Marie”, gebouwd in 1863 te Alblasserdam, 714 ton o.m., varend voor van Charante & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In het dagboek van de Roever072 komt een verwijzing voor naar kapitein van Overklift en wel:

Atlantische Oceaan op weg naar Batavia, 16 augustus 1876.

“ … Één dag vóór dat de linie gepasseerd werd praaiden en passeerden wij het eerste en eenigst Ned. schip dat tot dusverre gezien was - zijnde het Fregatschip Anne Kapitein van Overklift.”.

 

“NRC. 22-04-1870. New York, 7 april 1870.

Het Nederlandse schip NOORD BRABANT, kapt. Van Overklift, hetwelk de 17e februari lek van Batavia te San Francisco arriveerde, is aldaar afgekeurd en zal morgen verkocht worden.”077

 

New York, 26 februari 1870

Het Nederlandse schip Noord Brabant, kapitein Van Overklift, de 17 dezer te San Francisco van Batavia aangekomen, had op 31° NB - 146° OL zware storm uit het ZW en hevige zeeën doorgestaan, waarbij het schip zwaar werkte en voortdurend onder water was. Op 23° NB - 152° OL bij aan houdende storm werd bevonden dat men suiker pompte. Op 34° NB - 155° OL nam de storm af. Het volk eiste, daar het schip zwaar lek was, de naastbij gelegen haven binnen te lopen. Op 35° NB - 161° OL opnieuw storm en op 26° NB - 163° OL had men een orkaan van het NW tot WNW. Dag en nacht moesten de pompen gaande gehouden worden om het schip boven water te houden, terwijl rails, zeilen, kop van het roer enz. verloren gingen en grote en bezaansmast braken.

De Noord Brabant, 736 ton, werd in 1856 gebouwd in Delfshaven voor de reder P. Rademakers & Co., Delfshaven.

In 1870 werd de driemaster afgekeurd in averij.

Bron: www.grotezeilvaart.nl

 

“REKENING en VERANTWOORDING van de Achtste en Uitrusting voor de Negende Reis van het Fregatschip “NOORD-BRABANT” Kapitein M.RADEMAKERS, thans gevoerd door P.F. VAN OVERKLIFT, vertrokken den 15 Mei 1868, van Hellevoetsluis via Cariff naar Singapore.”

P.Rademakers & Co te Delfshaven Juli 1868

Een nota, verkregen via de heer A.Bouman, januari 2009, a.p.bouwman@planet.nl  Bevat een opsomming van uitgaven uit de periode juli 1867-juli 1868

STICHTING MARITIEM-HISTORISCHE DATABANK

Op verzoek van de Heer M. van Overklift hebben enkele medewerkers van onze stichting een onderzoek ingesteld naar de schepen waarop zijn voorvader, de heer P.F. van Overklift, als kapitein heeft gevaren. Helaas zijn over de onderhavige periode nog geen schepen in de Databank ingevoerd, zodat nadere research nodig was. Onze voorlopige bevindingen zijn:

Kapitein P.F. van Overklift was in de periode 1869 t/m 1883 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen. Zijn vlagnummer was R40.

  1. SOPHIA AMALIA, driemast schoener

De 319 NRT (oude meting) grote schoener werd gebouwd bij A. Pot in Bolnes en ging op 4 maart 1859 tewater. In 1870 kreeg het schip de roepletters PSML.

De rederij was Batenburg & Co in Rotterdam.

De kapiteins hierop waren, voor zover kon worden nagegaan:

  1. van Veen 1859 – 1861

W.J. Lourens                                                                                                                                                                  1862 – ?

P.F. van Overklift                                                                                                                                                   1866 – 1868

J.P. Stoop                                                                                                                                                                 1868 – 1869

Onderweg van Newchang naar Hong Kong liep de SOPHIA AMALIA op 9 november 1869 in zinkende staat Swatow binnen. Het schip werd ter plaatse afgekeurd en op 28 november 1869 verkocht. Of sloop is gevolgd, dan wel dat het schip na reparatie weer in de vaart is gebracht is onbekend.

 

  1. NOORD BRABANT, driemast schip (geen nadere specificatie)

Het schip zou PNBG als roepletters krijgen.

Van dit schip, groot 736 NRT (oude meting), werd op 24 september 1855 bij scheepswerf H. de Hoog in Delfshaven de kiel gelegd. De tewaterlating vond plaats op 26 november 1856.

De opdrachtgever was P. Rademaker & Co in Dordrecht; een andere bron noemt als rederij P. Rademakers & Co uit Delfshaven.

De kapiteins op het schip waren, voor zover kon worden nagegaan:

H.R. Bok                                 1856 – ?

J.C.W. Loos                            1864

  1. Rademakers 1868

P.F. van Overklift                   1869 – 1870

 

Aan het einde van haar reis met een lading suiker van Batavia naar San Francisco liep de NOORD BRABANT op 17 februari 1870 lek binnen. Het schip werd ter plaatse afgekeurd en op 8 april 1870 verkocht.

NRC 22-04-1870

New York, 7 april 1870. Het Nederlandse schip NOORD BRABANT, kapt. Van Overklift, hetwelk de 17e februari lek van Batavia te San Francisco arriveerde, is aldaar afgekeurd en zal morgen verkocht worden.

NRC – geen datum.

New York, 26 februari 1870. Het Nederlandse schip NOORD BRABANT, kapitein Van Overklift, de 17 dezer te San Francisco van Batavia aangekomen, had op 31° N.B. 146° O.L. zware storm uit het Z.W. en hevige zeeën doorgestaan, waarbij het schip zwaar werkte en voortdurend onder water was. Op 23° N.B. 152° O.L. bij aan houdende storm werd bevonden dat men suiker pompte. Op 34° N.B. 155° O.L. nam de storm af. Het volk eiste, daar het schip zwaar lek was, de naastbij gelegen haven binnen te lopen. Op 35° N.B. 161° O.L. opnieuw storm en op 26° N.B. 163° O.L. had men een orkaan van het N.W. tot W.N.W. Dag en nacht moesten de pompen gaande gehouden worden om het schip boven water te houden, terwijl rails, zeilen, kop van het roer enz. verloren gingen en grote en bezaansmast braken.

 

  1. MADURA, driemast bark, ze kreeg in 1872 de roepletters PJVN.

Deze houten bark – 505 NRT oude meting, 472 NRT nieuwe meting – ging op 21 juli 1853 tewater bij scheepswerf Teunis van Duyvendijk in Lekkerkerk voor rekening van de bekende rederij W.C. Versluys in Rotterdam.

De afmetingen waren 34,70 x 8,60 x 5,60 m.

In 1868 kwam het schip in handen van Charente & Co in Rotterdam.

 

De kapiteins op het schip waren, voor zover we ze konden traceren:

  1. Drayer 1853 – ?

Jan Schagen van Leeuwen   1858 – ?

  1. van Bruggen 1862 – ?

M.F. van Kerkhof                                           1867 – ?

P.F. van Overklift                                            1871

 

In 1871 werd de MADURA verkocht aan J.C. Radmann & Sohn, Uckermünde; haar naam werd niet gewijzigd. Onder Duitse vlag kreeg de MADURA de roepletters JDGT.

In 1878 werd L. Amende uit Uckermünde de volgende en laatste eigenaar.

Onderweg met een lading Rohtreide (opm: onbekende soort lading) van Dieppe naar Philadelphia zonk de MADURA op 25 september 1883 – na te zijn lekgesprongen – in de positie 48º N.B. 10º W.L. De opvarenden werden door de Deense bark MALANTA gereed en op 4 oktober 1883 in Madeira geland.

 

  1. HENRIËTTE ADRIANA, clipper fregat

Van dit schip werd op 4 januari 1868 bij scheepsbouwer Jan Smit Czn in Alblasserdam de kiel gelegd, de tewaterlating vond plaats op 4 januari 1868 en het vertrek van de werf was op 29 april 1869.

De afmetingen waren 57 x 12 x 7 meter, het laadvermogen 795 last of 1505 ton, bij 1455 brt en  1378,2 nrt, oude meting. Haar roepletters waren NWSB.

De opdrachtgever was E. Suermondt & Zn & Co te Rotterdam.

De bouw- en uitrustingskosten, vrij in zee, bedroegen ƒ 245.000. De contractprijs (zonder tuig en zeilen) was ƒ 176.500 en de kostprijs voor de werf ƒ 166.744.

Op dit schip hebben de volgende kapteins gevaren:

A.F. Schuchard                      1869 – 1873

P.F. van Overklift                   1873 – 1874

A.F. Schuchard                      1874 – 1875

E.F. Bonjer                              1875 – 1876

A.F. Schuchard                      1876 – 1878

  1. Walters 1878 – 1879
  2. Bergwerf 1879 – 1881

E.F. Bonjer                              1881

 

Na op 29 maart 1881 Straat Sunda te zijn gepasseerd – op weg van Semarang naar Nederland – is nooit meer iets van schip en bemanning vernomen. Het schip moet in de Indische Oceaan zijn vergaan.

(uit: De Ouwe Werf, Bram Belder, 2005)

 

  1. ANNA, fregat

Dit fregat werd als TANJORE in 1874 vanuit de Ver. Staten aangekocht door J.H. van Santen te Krimpen a/d Lek. Het was in 1862 gebouwd door J.F. Foster in Medford, Oregon, voor T.B. Wales & Co uit Boston.

De afmetingen waren 52,83 x 10,84 x 6,95 meter, de nrt 1110 oude meting en het laadvermogen 590 last.

De roepletters waren NDHS.

 

Nadat Van Santen was overleden verkocht diens weduwe het schip in 1877 aan de scheepsbouwers J. Smit Czn, J. Vroege en F.H. von Lindern te Alblasserdam. De reden van die aankoop is niet duidelijk, maar speculerend zou men kunnen denken aan het feit dat de werven in die tijd nauwelijks nieuwbouworders bezaten, zodat een reparatieklus goed uit zou komen. Het fregat was inmiddels vijftien jaar oud, zodat het beste er wel af was.

Wat verder voor deze stelling pleit is, dat het schip door haar volgende eigenaar in het vervolg als bark werd omschreven, d.w.z. een gemakkelijker en dus goedkoper te onderhouden tuigplan had gekregen.

Die nieuwe eigenaar diende zich weldra aan in de heer J. Koning uit Rotterdam, die de ANNA op 6 augustus 1878 in Rotterdam voor ƒ 33.000 kocht. De nieuwe naam werd BETZY & ARNOLD.

Kapitein P.F. van Overklift  werd van 1874 tot 1878 gezagvoerder op dit schip.

Koning benoemde vervolgens T. Sipkes tot kapitein, die in 1879 en 1880 het commando voerde.

 

In het dagboek van de Roever073 komt een verwijzing voor naar kapitein van Overklift en wel:

Atlantische Oceaan op weg naar Batavia, 16 augustus 1876.

‘ … Één dag vóór dat de linie gepasseerd werd praaiden en passeerden wij het eerste en eenigst Ned. schip dat tot dusverre gezien was - zijnde het Fregatschip Anne Kapitein van Overklift’.

073      Johannes Gerrit de Roever. ‘De reizen van Johannes Gerrit de Roever 1841 – 1878’.

Typoscript 69 pp.

Het manuscript is eigendom van mevr. A. Jansen-de Roever te ’s Hertogenbosch, kleindochter van de auteur en is tevens aanwezig bij de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn.

Op 12 november 1880 werd de BETZY & ARNOLD – met behoud van naam – voor ƒ 26.000 naar Noorwegen verkocht. De nieuwe eigenaar werd S. Hansen in Christiania, het huidige Oslo.

In 1889 kwam de bark in handen van A/S Betzy & Arnold in Laurwig, manager Chr. Nielsen. De Noorse roepletters waren HDNW.

Terwijl het schip in ballast onderweg was van Christiania naar Canada werd het schip op 5 juni 1895 door de bemanning verlaten in de positie 50º N.B. 37º W.L. De opvarenden werden gered door het s.s. AUSTRIAN, dat hen op 12 juni in Quebec aan land zetten. De bestemming was Bay Verte geweest. Of hiermee de plaats van die naam in New Brunswick of in New Foundland is bedoeld is niet bekend.

 

  1. MARIE, bark

Deze bark werd in 1863 gebouwd door scheepsbouwmeester Jan Smit Czn te Alblasserdam voor rekening van Van Charante & Co in Rotterdam. De kiellegging vond op 19 juli 1862 plaats, de tewaterlating op 11 augustus 1863, en het vertrek van de werf op 1 oktober 1863.

De afmetingen waren 45,50 x 10,50 x 6,49 meter, de brt 714, het laadvermogen bedroeg 749 ton of 396 last; de in 1869 afgegeven roepletters waren PLJD.

De kostprijs van hout, rondhout, twee ijzeren masten, spijkers, werk (opm: breeuwsel), pek, teer, boten, smidswerk, enz bedroegen ƒ 97.606 (De Ouwe Werf, Bram Belder, 2005)

De kapiteins die op de MARIE onder Nederlandse vlag voeren waren achtereenvolgens:

H.G. Biesthorst                       1863 – 1871

M.F. van Kerkhof                  1871 – 1879

P.F. van Overklift                   1879 – 1887

 

Op 22 februari 1887 werd de MARIE in Rotterdam voor ƒ 7400 verkocht aan H.C. Hansen te Porsgrund, Noorwegen. De naam bleef gehandhaafd; de roepletters werden nu HPVB. Het schip werd opnieuw gemeten en dat gaf 721 / 694 ton als resultaat.

Op 26 april 1895 werd de MARIE in de Noord Atlantic door de bemanning verlaten in de positie 43º N.B. 32º W.L. Het schip was met een lading zout onderweg geweest van Liverpool naar Arichat op Cape Breton Island. De bemanning werd gered en op 3 mei 1895 in New York geland.

Recapitulerend heeft kapitein P.F. van Overklift als gezagvoerder gevaren op:

SOPHIA AMALIA                                                                                                                                                1866 – 1868

NOORD BRABANT                                                                                                                                             1869 – 1870

MADURA                                                                                                                                                                             1871

HENRIËTTE ADRIANA                                                                                                                                      1873 – 1874

ANNA                                                                                                                                                                       1874 – 1878

MARIE                                                                                                                                                                     1879 – 1887

 

 

Datum vanaf: 1873
Kapitein: Overklift, Pierre Francois van

Familiegegevens en opleiding

August Ferdinant Theodoor Schuchard werd geboren in 1824 te Swinemunde/Swinoujscie (Polen) als zoon van Johan Carl August Friedrich Schuchard en Anna Christina Friederike Munch, wonend te Swinemunde.

Hij trouwt op 11 mei 1870 te Alblasserdam met Anna Katharina de Haan, geboren 1842 te Maartensdijk als dochter van Pieter de Haan, gemeenteontvanger te Alblasserdam, en Cornelia Verkerk. Zij overleed in 1900 te Alblasserdsam.

August overleed op 14 december 1898 te Alblasserdam.

Hij is in 1863 lid van de societeit “De Eendracht”te Alblasserdam064.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.F.Th. Schuchard was met vlagnummer R92 van 1865 t/m 1880 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekent dat hij wèl de vlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen uit de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als vlaglid heeft bedankt. Hij bleef wèl honorair lid058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.F.Schuchard met vlagnummer R92 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • * 1865 t/m 1867               fregat “Kortenaar”            530 last varend voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam
  • * 1874, 1877, 1878 geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt A.T. (twee initialen!) Schuchard als gezagvoerder gedurende:

  • * 1859 t.m 1861 op de bark “Catharina Maria”, gebouwd in 1846 op de werf van de Gebr. Pot te Elshout, 659 ton o.m., varend voor J.H. van Santen te Krimpen aan de Lek. Het schip werd in 1861 te Kaap de Goede Hoop afgekeurd en verkocht voor £ 700,-. (Zeetijdingen 05 juni 1861).
  • * 1863 van de bark “Alblasserwaard”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 738 ton o.m., varend voor F.H.von Lindern te Alblasserdam;
  • * 1864 t/m 1868 op het 3/m schip “Kortenaar”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 1020 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
  • * 1869 t/m 1872 op het fregat “Henriette Adriana”, gebouwd in 1869 op de werf van Jan Smit Cz te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
  • * 1874 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder;

*   1876 t/m 1877 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder.

 

Overige bijzonderheden

A.F.Schuchard vervoerde per 18 maart 1868 met de “Kortenaer” een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 juni 1868 na een reis van 99 dagen065.

August Ferdinand Schuchard was gezagvoerder op de bark “Catharina Maria” en zeilde op 24 maart 1859 ’s morgens 8 uur in de Indische Oceaan op 4o NBr. en 90o OL (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgerlijke Stand Rotterdam 1860 Deel C, folio 45, aktenr. 1808)062a.

 

Foto (nr.72) beschikbaar van kapitein A.F.Th.Schuchard047.

 

Zierikzeesche Courant 26 maart 1864

Op 22 maart 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Kortenaer”, kapt. A.F.Schuchard, komend van Batavia met bestemming naar Rotterdam. Als passagiers zijn binnengebracht de heer en mevrouw Ruters, 4 onderofficieren en 10 gepasporteerde militairen.

 

 

Datum vanaf: 1874
Kapitein: Schuchard, August Ferdinandtheodoor

Familiegegevens en opleiding

Eduard Frederik Bonjer werd geboren op 15 februari 1827 te Emden. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Rivierstraat Wijk 15 nr. 851 (nieuw nr.3).

Hij was gehuwd met Geertrui Appel, geboren 16 december 1826 te Emden, Luthers005.

Hij overleed in 1881 bij Anjer in Nederlands Indië, nadat zijn schip de “Henriëtte Adriana” op 28 maart 1881 uit Anjer was vertrokken naar Rotterdam .Volgens een bericht in Zeetijdingen passeerde hij op 29 maart 1881 Straat Sunda. Het werd daarna vermist en nooit teruggevonden.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.F.Bonjer was met vlagnummer R413 in de periode 1854 t/m 1881 effectief lid van het Roterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1881 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat hij in 1881 is vermist en vermoedelijk overleden058.

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein E.F.Bonjer met vlagnummer R413 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1855, 1858, 1859 bark “Elshout” 334 last  van Vollenhoven te Rotterdam
  • 1862 bark “Nijverheid”                   334 last          C.G. van der Lee te Alblasserdam
  • 1863 t/m 1867 fregat “Maria & Elisabeth”   718 last  voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam
  • 1874, 1877, 1878, 1880

fregat “Henriette Adriana”           795 last  E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam

Hij was kapitein in 1855 t/m 1862 op de bark “Elshout” met als reeder Jan van Vollenhoven te Rotterdam, van 1862 tot 1869 op het fregat “Maria Elisabeth” van Jan Smit Cz en van 1869 t/m 1881 op het fregat ”Henrietta Adriana” eveneens van Jan Smit Cn.

Bouma025 vermeldt E.F.Bonjer als gezagvoerder gedurende:

  • 1859 t/m 1860 van de bark “Den Elshout”, gebouwd in 1844 aan de Elshout, 629 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
  • 1861 op hetzelfde schip maar nu voor rederij J.Holzapfel te Amsterdam;
  • 1861 t/m 1863 op de bark “Nijverheid”, gebouwd in 1851 te Kinderdijk, 670 ton o.m., varend voor C.G. van der Lee te Alblasserdam
  • 1864 t/m 1874 op het fregat “Maria Elisabeth”, gebouwd in 1863 te Alblasserdam, 1300 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
  • 1875 op het fregat “Henriette Adriana”, gebouwd in 1869 te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
  • 1876 t/m 1879 op het fregat “Maria Elisabeth” (zie hiervoor) Het schip werd in 1879 te Mauritius “geabandoneerd”;
  • 1881 op het fregat “Henriette Adriana (zie hiervoor). Het schip werd in 1881 vermist nadat het op 29 maart Straat Sunda passeerde op weg naar Rotterdam (zie Zeetijdingen 01 november 1881).

 

Overige bijzonderheden

26 september 1859 (van Batavia naar Tegal): “... Praaiden het Rotterdammer Barkschip den Elshout kap E.S.Bonjer van Japan naar Batavia ...”.053 (reis Amsterdam-Batavia/Tegal/Batavia-Gronden. Maart 1859-februari 1860)

 

Datum vanaf: 1875
Kapitein: Bonjer, Eduard Frederich

Familiegegevens en opleiding

August Ferdinant Theodoor Schuchard werd geboren in 1824 te Swinemunde/Swinoujscie (Polen) als zoon van Johan Carl August Friedrich Schuchard en Anna Christina Friederike Munch, wonend te Swinemunde.

Hij trouwt op 11 mei 1870 te Alblasserdam met Anna Katharina de Haan, geboren 1842 te Maartensdijk als dochter van Pieter de Haan, gemeenteontvanger te Alblasserdam, en Cornelia Verkerk. Zij overleed in 1900 te Alblasserdsam.

August overleed op 14 december 1898 te Alblasserdam.

Hij is in 1863 lid van de societeit “De Eendracht”te Alblasserdam064.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.F.Th. Schuchard was met vlagnummer R92 van 1865 t/m 1880 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dit betekent dat hij wèl de vlag mocht voeren, maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen uit de Maatschappij058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als vlaglid heeft bedankt. Hij bleef wèl honorair lid058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.F.Schuchard met vlagnummer R92 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • * 1865 t/m 1867               fregat “Kortenaar”            530 last varend voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam
  • * 1874, 1877, 1878 geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt A.T. (twee initialen!) Schuchard als gezagvoerder gedurende:

  • * 1859 t.m 1861 op de bark “Catharina Maria”, gebouwd in 1846 op de werf van de Gebr. Pot te Elshout, 659 ton o.m., varend voor J.H. van Santen te Krimpen aan de Lek. Het schip werd in 1861 te Kaap de Goede Hoop afgekeurd en verkocht voor £ 700,-. (Zeetijdingen 05 juni 1861).
  • * 1863 van de bark “Alblasserwaard”, gebouwd in 1855 te Alblasserdam, 738 ton o.m., varend voor F.H.von Lindern te Alblasserdam;
  • * 1864 t/m 1868 op het 3/m schip “Kortenaar”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 1020 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
  • * 1869 t/m 1872 op het fregat “Henriette Adriana”, gebouwd in 1869 op de werf van Jan Smit Cz te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
  • * 1874 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder;

*   1876 t/m 1877 op hetzelfde schip en voor dezelfde reder.

 

Overige bijzonderheden

A.F.Schuchard vervoerde per 18 maart 1868 met de “Kortenaer” een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 juni 1868 na een reis van 99 dagen065.

August Ferdinand Schuchard was gezagvoerder op de bark “Catharina Maria” en zeilde op 24 maart 1859 ’s morgens 8 uur in de Indische Oceaan op 4o NBr. en 90o OL (Bron: Gemeentearchief van Rotterdam, Burgerlijke Stand Rotterdam 1860 Deel C, folio 45, aktenr. 1808)062a.

 

Foto (nr.72) beschikbaar van kapitein A.F.Th.Schuchard047.

 

Zierikzeesche Courant 26 maart 1864

Op 22 maart 1864 is te Brouwershaven binnengekomen de “Kortenaer”, kapt. A.F.Schuchard, komend van Batavia met bestemming naar Rotterdam. Als passagiers zijn binnengebracht de heer en mevrouw Ruters, 4 onderofficieren en 10 gepasporteerde militairen.

 

 

Datum vanaf: 1876
Kapitein: Schuchard, August Ferdinandtheodoor

Familiegegevens en opleiding

Pieter Walters werd geboren op 09 september 1829 te Rotterdam als zoon van de Nederlands Hervormde Philippus Walters, blikslager, en Jannetje Barendina Kerkhoven, besteedster. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Westzeedijk Wijk 15/16 nr. 53. Hij behaalde op 28 juli 1860 het diploma 1e stuurman voor de grote vaart.

Hij trouwde op 19 november 1856 te Rotterdam met Dorothea Wilhelmina Krak, geboren 14 november 1829 te Rotterdam als dochter van de Lutherse Hermanus Ernst Krak, boekbinder, en Geertrui Kattenkamp.

Hij overleed op 29 juni 1912 te Rotterdam aan de Schiebroekselaan 48b005

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.Walters was met vlagnummer R177 in de periode 1864 t/m 1880 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein P.Walters met vlagnummer R177 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*   1864 t/m 1867  bark “Mary & Hillegonda”     398 last            voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam

*   1874                   fregat “Kortenaer”                   513 last            voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam

*   1877, 1878        fregat “Henriëtte Adriana”     1378 ton o.m. voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt P.Walters als gezagvoerder gedurende:

*   1865 t/m 1872 van de bark “Mary & Hillegonda”, gebouwd in 1856 te Alblasserdam, 754 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1872 verkocht naar Noorwegen;

*   1873 t/m 1877 op het 3/m schip “Kortenaar”, gebouwd in 1857 te Alblasserdam, 1020 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam

*   1878 van het fregat “Henriëtte Adriana”, gebouwd in 1869 te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

P.Walters vertrok per 09 juli 1864 van Brouwershaven met de “Mary en Hillegonda” en een detachement van 3 officieren en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 13 oktober 1864 na een reis van 96 dagen. Onderweg was 1 soldaat overleden.

Op 08 oktober 1865 vertrok hij van Brouwershaven met de “Mary en Hillegonda” en een detachement van 5 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 07 januari 1866 na een reis van 91 dagen.

Op 30 september 1866 vertrok hij van Brouwershaven met de “Mary en Hillegonda” en een detachement van 4 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 30 december 1866 na een reis van 91 dagen.

Op 15 oktober 1867 vertrok hij van Brouwershaven met de “Mary en Hillegonda” en een detachement van 7 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 04 februari 1868 na een reis van 112 dagen. Onderweg was 1 militair overleden.

Op 14 januari 1869 vertrok hij van Brouwershaven met de “Mary en Hillegonda” met een detachement van 6 officieren en 173 manschappen.. Hij arriveerde te Batavia op 14 augustus 1869 na en reis van 212 dagen. Onderweg waren 1 officier en 9 manschappen overleden, 4 op zee en 5 in Rio de Janeiro065.

 

 

Datum vanaf: 1878
Kapitein: Walters, Pieter

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt M.Bergwerf als gezagvoerder gedurende:

*    1879 t/m 1880 van het fregat “Henriëtte Adriana”, gebouwd in 1869 te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1879
Kapitein: Bergwerf, M.

Familiegegevens en opleiding

Eduard Frederik Bonjer werd geboren op 15 februari 1827 te Emden. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Rivierstraat Wijk 15 nr. 851 (nieuw nr.3).

Hij was gehuwd met Geertrui Appel, geboren 16 december 1826 te Emden, Luthers005.

Hij overleed in 1881 bij Anjer in Nederlands Indië, nadat zijn schip de “Henriëtte Adriana” op 28 maart 1881 uit Anjer was vertrokken naar Rotterdam .Volgens een bericht in Zeetijdingen passeerde hij op 29 maart 1881 Straat Sunda. Het werd daarna vermist en nooit teruggevonden.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.F.Bonjer was met vlagnummer R413 in de periode 1854 t/m 1881 effectief lid van het Roterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1881 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat hij in 1881 is vermist en vermoedelijk overleden058.

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein E.F.Bonjer met vlagnummer R413 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

  • 1855, 1858, 1859 bark “Elshout” 334 last  van Vollenhoven te Rotterdam
  • 1862 bark “Nijverheid”                   334 last          C.G. van der Lee te Alblasserdam
  • 1863 t/m 1867 fregat “Maria & Elisabeth”   718 last  voor E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam
  • 1874, 1877, 1878, 1880

fregat “Henriette Adriana”           795 last  E.Suermondt & Zonen & Co te Rotterdam

Hij was kapitein in 1855 t/m 1862 op de bark “Elshout” met als reeder Jan van Vollenhoven te Rotterdam, van 1862 tot 1869 op het fregat “Maria Elisabeth” van Jan Smit Cz en van 1869 t/m 1881 op het fregat ”Henrietta Adriana” eveneens van Jan Smit Cn.

Bouma025 vermeldt E.F.Bonjer als gezagvoerder gedurende:

  • 1859 t/m 1860 van de bark “Den Elshout”, gebouwd in 1844 aan de Elshout, 629 ton o.m., varend voor van Overzee & Co te Rotterdam;
  • 1861 op hetzelfde schip maar nu voor rederij J.Holzapfel te Amsterdam;
  • 1861 t/m 1863 op de bark “Nijverheid”, gebouwd in 1851 te Kinderdijk, 670 ton o.m., varend voor C.G. van der Lee te Alblasserdam
  • 1864 t/m 1874 op het fregat “Maria Elisabeth”, gebouwd in 1863 te Alblasserdam, 1300 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
  • 1875 op het fregat “Henriette Adriana”, gebouwd in 1869 te Alblasserdam, 1455 ton o.m., varend voor E.Suermondt & Zn & Co te Rotterdam;
  • 1876 t/m 1879 op het fregat “Maria Elisabeth” (zie hiervoor) Het schip werd in 1879 te Mauritius “geabandoneerd”;
  • 1881 op het fregat “Henriette Adriana (zie hiervoor). Het schip werd in 1881 vermist nadat het op 29 maart Straat Sunda passeerde op weg naar Rotterdam (zie Zeetijdingen 01 november 1881).

 

Overige bijzonderheden

26 september 1859 (van Batavia naar Tegal): “... Praaiden het Rotterdammer Barkschip den Elshout kap E.S.Bonjer van Japan naar Batavia ...”.053 (reis Amsterdam-Batavia/Tegal/Batavia-Gronden. Maart 1859-februari 1860)

 

Datum vanaf: 1881
Kapitein: Bonjer, Eduard Frederich

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

NA-Den Haag Archiefnummer Rott.3.03.17.01.3675.661
DVD VII – 2306, 2308
BIJLBRIEF
Naam schip HENRIETTE

plaats en datum acte Veendam, 10 september 1869

type schip schoener

bouwwerf/verkoper firma A. van Linge Ezn., negocianten en scheepsbouwers te Veendam

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper E.& S.& C. St. Martin & Co., Rotterdam

te voeren door kapt. H.H. de Boer

grootte in tonnen 119 tonnen of 63 lasten (meetbrief 7 september 1869)

tuigage / aantal dekken

afmetingen lang 24,28 m., breed 4,35 m., hol 2,54 m.

kiellegging

tewaterlating onlangs, mogelijk zomer 1869

plaats / datum registratie Zuidhoek (opm: waarschijnlijk Zuidbroek), 13 september 1869

nummer van registratie deel 30, folio 156, recto, vak 7

notaris bevestigende verklaring burgemeester van Veendam

prijs

Bijzonderheden:





researcher/datum research: ML / 150909

Naam HENRIETTE
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1869
Toegang 3.03.17.01
Inventaris 3675