Familiegegevens en opleiding

Peter Derks Nap werd geboren te Norden op 10 oktober 1792 te Norden. Hij was Luthers en woonde te Rotterdam o.a. aan de Hanh wijk 2 nr 114 en aan de Schiedamsch Singel wijk 15 nr 609.

Hij was gehuwd met de Lutherse Gerardina Weyers, geboren 15 maart 1792 te Norden.

Hij overleed te Rotterdam aan de Kruiskade wijk 14 nr. 781 op 14 december 1862⁰⁰⁵.

 

P.D.Nap was op 14 mei 1845 te Rotterdam getuige bij het huwelijk van (de latere) kapitein G.J.Hayen en Wilhelmina Martina Valentien.

Ontleend aan Rimkus⁰⁰⁵. Voor het volledige verslag verwijs ik naar de originele tekst.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.D.Nap was met vlagnummer R18 in de periode 1834 t/m 1862 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart⁰⁵⁸.

P.D.Nap was in 1844, 1853-1854 en 1857 “afwisselend commissaris” van de Maatschappij⁰⁵⁸.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de Jaarverslagen 1858 en 1859 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) is vermeld dat hij een uitkering kreeg van f50,- resp. f. 200 - vanwege ouderdom en/of behoeftigheid.

In het Jaarverslag 1862 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat de “trekkende kapitein” P.D.Nap in 1862 is overleden. Een trekkende kapitein was een lid van de Maatschappij die wegens gebreken of ouderdom niet meer kon werken en een uitkering kreeg.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College komt kapitein P.D.Nap als gezagvoerder voor in de ledenlijsten van⁰⁵⁸:

1849                      op het fregat “Madura”  388 last              varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

1851                      op de bark “Macassar”  226 last              varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

1855                      op het fregat “Diligentia”                            366 last              varend voor C.Vlierboom & Zonen te Rotterdam

1858                      op de bark “Josepha Louisa”                     324 last              varend voor G.S.Pieters & C^o te Rotterdam

1859                      geen schip vermeld.

 

P.D.Nap maakte de volgende reizen⁰⁰⁵:

Lynn                                                                  1834                   Hellevoetsluis - Lissabon        geen lading vermeld

Dolphijn                                                            1837                   Messina - Hellevoetsluis          vruchten

Sylph                                                                 1837                   Batavia - Hellevoetsluis           koffie

                               1838                Hellevoetsluis - op avontuur                            geen lading vermeld

                               1838                ? - Hellevoetsluis                                                geen lading vermeld

Boerhave                                                          1839                   Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis             geen lading vermeld

      ?                                                                   1840                   Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis             geen lading vermeld

                           1841                Batavia - Hellevoetsluis                                    geen lading vermeld

Madura                                                             1849                   Rotterdam - op avontuur         ballast

Macasser                                                          1852                   Akyab - Rotterdam  rijst

                           1852                Rotterdam - Akyab                                            ballast

Ad. Zoutman       1854                                   Rotterdam - Londen                    ballast

                           1855                Java - Rotterdam                                               koffie, suiker

Diligentia                                                           1855/56             Rotterdam - Rangoon - Rotterdam       heen: ballast; terug: rijst

Josepha Louisa    1858/59                             Rotterdam - Batavia - Rotterdam      heen: diversen; terug: koffie, suiker

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt P.D.Nap als gezagvoerder van/in:

Lynn wordt niet vermeld door Bouma.

*    1835 t/m 1837 op de 2-mast schoener “Dolphyn”, gebouwd in 1835, 101 ton o.m., varend voor van Rossem & van Oordt te Rotterdam;

*    1837/38 op de schoenerbrik “Sylph”, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 77 ton o.m., varend voor N.J.de Cock te Rotterdam;

*    1839 t/m 1841 op de bark “Boerhave”, gebouwd in 1839 te Rotterdam, 320 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zⁿ te Rotterdam;

*    1842 t/m 1850 op het fregat “Madura”, gebouwd in 1842 te Rotterdam, 720 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zⁿ te Rotterdam. Verongelukt bij Kaap de Goede Hoop. Bemanning gered.

Lloyd’s vermeldt⁰⁸⁷: “03 Jul 1850  MADURA  abandond, one lost.”;

*    1852 t/m 1853 op de bark “Macassar”, gebouwd in 1849 te Rotterdam, 428 ton o.m., varend voor C.Vlierboom & Zⁿ te Rotterdam.

Volgens van Sluijs⁰¹³ is de kiel van de “Boerhave” gelegd op 02 december 1837 en het schip is te water gelaten op 14 februari 1839 op de werf St.Joris te Rotterdam;

*    1855 op het fregat “Admiraal Zoutman”, gebouwd in 1837 te Rotterdam, 696 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam;

*    1856 op het fregat “Diligentia”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 705 ton o.m., varend voor C.& A.Vlierboom te Rotterdam

 

      bij de “Josepha Louisa” wordt geen kapitein Nap genoemd, maar van Sluijs⁰¹³ vermeldt in 1858/1859 P.D.Nap als kapitein van de bark “Josepha Louisa”, gebouwd in 1856/57 te Capelle aan de IJssel, 324 last/613 o.m. ton, met als reederij G.S.Pieters & C^o te Rotterdam.

 

 

Overige bijzonderheden

P.D.Nap verzorgde per 04 juni 1837 vanuit Hellevoetsluis met de “Sylph” een troepentransport van 1 officier en 30 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 15 september 1837 na 123 dagen. Onderweg waren 3 militairen gedesteerd⁰⁶⁵.

Per 05 april 1839 vertrok hij vanuit Hellevoetsluis met de “Sylph” en 1 officier en 30 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 11 juli 1839 na 93 dagen^065*.

Volgens www.mariendigitaal.nl bezit het Rotterdams scheepvaartmuseum een “Spin” van de “Boerhave” met als vlag R18. Inventarisnumme P.672.

 

 

Er is in de verschillende bronnen sprake van Muysson en Meysson. Het is niet zeker of het hier dezelfde personen betreft. De vaarperiode van beide namen sluiten aan, zie hierna.

Ook de hierna vermelde familiegegevens behoeven nader genealogisch onderzoek.

 

Familiegegevens en opleiding

Abram Muijsson werd geboren te Rotterdam op 03 november 1823 als zoon van Heijndrìk Meijsson en Antoinetta Walter.

Hij huwde op 06 juni 1849 te Rotterdam met Margaretha Alida Bosman, geboren op 17 november 1811 te Rotterdam als dochter van Johannes Bernardus Bosman en Johanna Maria Arnolds. Zij overleed te Rotterdam op 21 mei 1922 op een leeftijd van 110 jaar!

Abram overleed te Rotterdam op 21 juli 1888.

Ontleend aan een typoscript over Simon van der Woude, kapitein van de “Barsingerhorn”, samengesteld door H. van der Woude te Zuid-Laren, 2006.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.Muysson was met vlagnummer R351 in de periode 1869 t/m 1880 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Dat betekende dat hij wèl de Maatschappijvlag mocht voeren maar geen recht had op financiële tegemoetkomingen⁰⁵⁸.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1880 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar als vlaglid heeft bedankt⁰⁵⁸

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.Muysson met vlagnummer R351 als gezagvoerder in de ledenlijsten van⁰⁵⁸:

*    1874                       van de bark “Zephir”                                         309 last                 varend voor L.’t Hoen & C^o te Rotterdam

*    1877                       van de bark “Zephir”                                         585 ton n.m.         varend voor L.’t Hoen & C^o te Rotterdam

 

Bouma⁰²⁵ vermeldt A.Meysson als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1861 op de bark “Agatha Louisa”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 613 ton o.m., varend voor G.S.Pieters & C^o te Rotterdam;

*    1862 op hetzelfde schip, maar dan voor ’t Hoen, Hudig & C^o te Rotterdam;

*    1863 op hetzelfde schip maar dan voor L.’t Hoen & C^o te Rotterdam. Het schip werd in 1863 herdoopt in “Maria Louisa Antoinette”.

      Volgens van Sluijs⁰¹³ zou het schip in 1862 te Amsterdam in veiling zijn verkocht en te zijn hernoemd in “Maria Louisa Antoinette”.

*    1862 t/m 1871 op de bark “Maria Louisa Antoinetta” ex Agatha Louisa, (zie hiervoor) varend voor L.’t Hoen & C^o te Rotterdam. Het schip werd in 1872 verkocht aan H.Mulder & C^o te Barsingerhorn en herdoopt in “Barsingerhorn”

en A.Muysson van:

*    1872 t/m 1873 van de 3/msch “Zephir”, gebouwd in 1857 te Rotterdam, 585 ton o.m., varend voor L. ’t Hoen & C^o te Rotterdam;

*    1875 t/m 1878 van de 3/msch “Zephir”, gebouwd in 1857 te Rotterdam, 585 ton o.m., varend voor A. van Hoboken & Zⁿ te Rotterdam;

*    1879 t/m 1882 van hetzelfde schip maar nu varend voor J. van Herwaarden te Dordrecht. Het schip werd in 1882 gesloopt.

 

Overige bijzonderheden

In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door A.Muysson.¹⁰⁴.

In de monsterrol nr. 1599 dd. 27 oktober 1853 in het Gemeentearchief van Dordrecht staat A.Muijsson, oud 30 jaar, wonend te Rotterdam, met een maandgage van f 45,-, geboekt als gezagvoerder op de bark “Jan Schouten” onder kapitein J.Coening Meijer, varend voor G.Schouten te Dordrecht en vertrekkend met 25 man naar Batavia^.

 

De bark “Maria Louisa Antoinette” onder kapitein A.Muysson  vertrok op 04 april 1867 van San Francisco naar Liverpool. Vandaar naar Hongkong met aankomst op 12 februari 1868 “Cargo from S.F. reached L’pl.” Hazelhoff Roelfsema concludeert in ieder geval 1 ronding van Kaap Hoorn¹²¹

 

Familiegegevens en opleiding

Simon van der Woude werd geboren te Muntendam op 04 november 1839 als zoon van Haije Simons van der Woude en Saartje Jans Branbergen. Hij woonde te Veendam samen met bij zijn moeder van 1868 tot 1873 bij de broer van zijn moeder Roelf Jans Branbergen, wagenmaker.

Hij trouwde te Barsingerhorn op 14 januari 1873 met Anna Cornelia Petronella Bood, geboren te Barsingerhorn op 10 januari 1850 als dochter van Cornelis Jacobsz Bood, koopman, schipper en Christina Kwast. Het gezin woonde te Den Helder o.a. in Wijk O nr. 393 en later Wijk K nr. 221. Anna overleed te Den Helder op 08 januari 1909.

Simon overleed te Den Helder op 23 juni 1913.

Simon wordt genoemd als geldschieter aan de visafslag, bestuurslid in 1893 van het zeemanscollege`”Goede Bedoeling” te Den Helder.

 

Simon van der Woude verhuisde op 03 februari 1873 van Veendam naar Den Helder Anna Bood en volgde op 11 februari 1873 vanuit Barsingerhorn.

Ontleend aan een stamreeks van van der Woude door H van der Woude te Zuidlaren, 2006

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

S.H. van der Woude was met vlagnummer 19 in de periode 1877 t/m 1879 en in de periode 1880 t/m 1893 met vlagnummer 3 effectief lid van het Helderse zeemanscollege de “Goede Bedoeling”.

Het lidmaatschap kan zijn gestimuleerd door zijn schoonvader

Hij was in de periode 1883 t/m 1884 pernningmeester, in 1887 secretaris en van 1888 t/m 1894 commissaris van de “Goede Bedoeling”

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt S.H.v.d. Woude als gezagvoerder gedurende:

*   1876 t/m 1886 op de bark “Barsingerhorn”, ex Maria Louisa Antoinette, ex Josepha Louisa, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, varend voor H.Mulder & C^o te Barsingerhorn.

*   1886 t/m 1893 op hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Nieuwediep. Het schip werd in 1893 verkocht voor de sloop. Hij kocht het schip op 26 januari 1886 te Den Helder voor f. 5575,-.

 

De bark “Barsingerhorn” werd in 1857 gebouwd als “Josepha Louisa” te Capelle aan de IJssel voor G.S.Pieters & C^o te Rotterdam en mat 613 ton.

1862 verkocht aan ’t Hoen, Hudig & C^o te Rotterdam

1863 bezit van ’t Hoen & C^o te Rotterdam en herdoopt in “Maria Louisa Antoinette”.

1871 2 mei verkocht aan H.Mulder & C^o te Barsingerhorn en herdoopt in “Barsingerhorn”.

1873 verkocht aan D.Spaan(s) & C^o te Barsingerhorn

1886 26 januari geveild te Den Helder voor f 5575,-, aan S.H. van der Woude te Nieuwediep en in 1893 verkocht voor de sloop.

Gegevens van Noorder Scheepvaartmuseum te Groninger via H. van der Woude te Zuid-Laren, 2006.

 

Overige bijzonderheden

Simon werd in 1871 gezagvoerder en voer in de periode 1871-1890 op Zuid-Finland vooral in verband met houttransport. Hij leed in november 1871 tijdens een sneeuwjacht met de “Barsingerhorn” een niet ernstige schipbreuk vlak voor de ZW-kust van Finland. Zijn schip kon nog op eigen kracht van een klip vrijkomen, en is na controle in de Finse haven van Porkkala op eigen kracht teruggevaren naar de thuishaven. Hij maakte zeker 20 houtreizen naar Finland naar verschillende havens, zoals Porkala, Helsink, Ekenäs, Borga, Kotka, e.a.

Een uitgebreide verhandeling over de reizen van de “Barsingerhorn” met zijn kapitein Simon van der Woude werd samengesteld door Drs. Peter Starmans te Kerava, Finland en is in bezit van Hans van der Woude. De verhandeling bevat ook uitgebreide biografische bijzondeheden van de kapitein. De titel is “Simon, de trouwe Finlandvaarder.” Ik weet niet of dit typoscript op bv. het CBG is gedeponeerd.

Ontleend aan een stamreeks van van der Woude door H van der Woude te Zuid-Laren, 2006, hansvdwoude@planet.nl

 

 

Uit “Nieuwedieper Courant” van 23 januari 1886

 

 

Hierbij nog een vervolg op de info Barsingerhorn. Zie de bijlage, 2de alinea. De heer S.H. Van der Woude is dus de vroegere kapitein van het schip die het in januari 1886 heeft gekocht van de vorige eigenaar D. Spaans en Co in Barsingerhorn. Het noopt tot bijstellen van Bouma, want die zegt dat het schip in 1887 door kapitein S.H. van der Woude werd gekocht.

 

Zie ook:

"Simon, de trouwe Finlandvaarder", door Peter Starmans, in "Noorderlicht", 12 (4), December 2006/Januari 2007, van de Nederlandse Vereniging in Finland.