Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
M.van der Putte werd met vlagnummer 783 effectief lid van Zeemanshoop per 14 mei 1861 op voorspraak van J.S.Schol. Zijn schip is de "Marie Elise". Toegevoegd is "overleden"002. Ten tijde van de inschrijving was van der Putte 47 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat vermeld dat per 07/14 mei 1861 als lid voor de vlag werd ingeschreven Machiel van der Putte,oud 47 jaar, voerend de bark “Maria Elise” voor rekening van James Barge, wonend op het Damrak bij de Oudebrugsteeg nr. 174, op voordracht van kapitein J.S.Schol.023.
- van der Putte was met vlagnummer R304 in de periode 1851 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
783 1861 "overleden"
In de Jaarverslagen van de Maatschappi (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein M. van der Putte met vlagnummer R304 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851 van de bark “Hongkong” 137 last varend voor J.vroege te Alblasserdam
* 1855, 1858, 1859 van de bark “Maria Elisa” 396 last varend voor J.Barge te Amsterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
- van der Putte Maria Eliys 11 april 181860 01 maart 1861
Bouma025 vermeldt M. v/d Putte als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1853 van de bark “Hong Kong”, gebouwd in 1845 te Elshout, 260 ton o.m., varend voor J.Vroege te Alblasserdam;
* 1854 t/m 1861 van de bark “Maria Elise”, gebouwd in 1853 te Elshout, 754 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
Geen
Familiegegevens en opleiding
Thomas Schut werd geboren te Amsterdam op 18 februari 1815.
Hij was getrouwd met Tomke Schoon, geboren te Nermersyhl op 02 oktober 1815.003
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.Schut werd met vlagnummer 463 per 23 april 1839 als effectief lid ingeschreven van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein C.N.Gorter. Zijn schip was de “Maximiliaan Theodoor”. Toegevoegd is “hon.lid gew.” 002. Ten tijde van de inschrijving was kapitein Schut 22 jaar en ongehuwd002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 16/23 april 1839 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Thomas Schut, oud 22 jaar, voerend het fregat “Maximiliaan Theodoor”, “wonend op het water”, op voordracht van kapitein C.N.Gorter. Hij kreeg vlagnummer 463023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 22 mei 1866 staat het verzoek van kapitein T.Schut om zijn effectief lidmaatschap te mogen omzetten in een honorair lidmaatschap, hetgeen is toegestaan023.
Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 13 februari 1855. Toegevoegd is: “bedankt 1866. Hon. Lid geworden003.
T.Schut was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1839 t/m 1865 met de vlagnummers 463 (1839-1854) en 183 (1854-1866).
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 mei 1866 staat het verzoek van kapitein T.Schut om zijn effectieve lidmaatschap te mogen omzetten in een honorair lidmaatschap. Het Bestuur gaat accoord.042
De schepen van de kapitein
Vermelding in de Amsterdamsche Alamank voor Koophandel en Zeevaart.001:
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
463 1839 fregat Maximiliaan Theo B.W.van Straten
1840-1843 bark Theodora en Sara idem
1844 bark De Walvisch idem
1845 bark De Walvisch B.W.van Starkenborgh van Straten
1846-1853 bark De Walvisch Wed.B.W.van Starckenborgh van Straten
183 1854-1860 bark De Walvisch I dem
1861-1863 bark Maria Elize James Barge
1864-1865 geen vermelding van schip en boekhouder
De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116
Naam Schip Periode Aantal reizen Diensttijd
T.Schut Maximiliaan Theodoor 1839-1840 1
Theodora & Sara (2de) 1840-1843 4
Walvisch 1844-1861 11
16 22
Bouma025 vermeldt T.Schut als gezagvoerder gedurende:
-
* 1840 van het 3/mschip “Maximiliaan Theodoor”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 394 ton o.m., varend voor B.W. van Straten;
-
* 1841 t/m 1844 van de bark “Theodora Sara, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;
-
* 1845 t/m 1846 van het 3/mschip “Walvisch”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 800 ton o.m., varend voor B.W. van Straten te Amsterdam;
-
* 1847 t/m 1861 van hetzelfde schip maar nu varend voor de wed. van Straten te Amsterdam. Het schip werd in 1861 verkocht naar Engeland;
-
* 1862 t/m 1863 van de bark “Maria Elise”, gebouwd in 1853 te Elshout, 754 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam.
Vertrek en aankomst van schepen in Amsterdam093
Naam Kapitein Naam van het Schip Vertrek Aankomst
T.Schut Walvisch 31 maart 1860 21 februari 1861
Maria Elise 24 mei 1861 25 juni 1862
Maria Elise 23 september 1862 niet vermeld
Maria Elise 30 augustus 1862 18 augustus 1863
Overige bijzonderheden
F.Schut vertrok op 29 januari 1857 vanuit Nieuwediep met de “Walvisch” en een contingent van 3 officieren en 140 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 mei 1857 na 116 dagen065.
In het tijdschrift “De Zee”, jg.1881, p.201-216 en 281-330 staat een uitvoerige briefwisseling tussen de reederij Brantjes te Purmerend resp. Permanente Commissie uit de Amsterdamsche Reederijen met de Nederlandsche Vereeniging van Assuradeuren. Hierin is sprake van twee experts van de vereeniging van Assuradeuren en wel de heren Th. Schut en C.Huijser van Reenen.
In het Commissie verslag van de “Enquete omtrent den Toestand van de Nederlandsche Koopvaardijvloot 1874-1875” staat een verslag van het interview op 03 augustus 1874 met Thomas Schut, expert van de Vereeniging van assuradeuren te Amsterdam. Hij verklaarde sedert 10 jaar in zijn huidige functie actief te zijn, terwijl hij vroeger kapitein was en 32 keer op Java was geweest. Als expert van genoemde Vereeniging bepaalde zijn werk zich in het algemeen tot de kennis van de deugdelijkheid en zeewaardigheid van een schip
Amsterrdamsche Courant 04 april 1844114
Aankondiging. Te Amsterdam ligt in lading naar Batavia, het extra snelzeilend tot den overvoer van passagiers bijzonder ruim en gemakkelijk ingerigt, opnieuw gekoperd (opm: van nieuw koperbeslag voorzien) Ned. fregatschip WALVISCH, kapt. Thomas Schut, varende een geëxamineerde scheepsdoctor, om in de loop van deze maand de vertrekken. (opm: bekort)
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.J.Westenenk werd met vlagnummer 909 per 15 maart 1853 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein L.M.Declisur. Als zijn schip is vermeld de “Alida Maria Adèle”. Toegevoegd is “Hon.Lid geworden” 002.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd. 08/15 maart 1853.werd als effectief lid voorgedragen/benoemd C.J.Westenenk (alleen initialen), oud 27 jaar, voerend de bark “Alida Maria & Adèle”, op voordracht van kapitein L.M.Delclisur.023.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 31 oktober 1861 staat de mededeling dat het Bestuur accoord gaat met de omzetting van het effectieve in het honoraire lidmaatschap.042-
In de notulen van de Algemene Ledenvergadering dd 10 september 1861 staat vermeld dat “… de Heer C.J.Westenenk aan het Collegie ten geschenke heeft aangeboden eenige atlassen en kaarten welke met de meeste dank zijn aangenomen.” 023.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 05 november 1861 staat de mededeling dat aan C.J.Westenemk is toegestaan om zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
909 1853 bark Alida Maria Adèle geen opgave
515 1854-1855 bark Alida Maria Adèle Wed.J.d'Arippe & Co
1856-1861 bark Kosmopoliet (Cosmopoliet) idem
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
C.J.Westenenk Cosmopoliet 22 juni 1860 18 juni 1861
Cosmopoliet 26 oktober 1861 05 januari 1863
Maria Elise 29 september 1863 06 september 1864
Maria Catharina 19 augustus 1866 14 april 1867
Bouma025 vermeldt C.J.Westenenk als gezagvoerder gedurende:
* 1854 t/m 1856 van de bark “Alida Maria” ex Rurik, gebouwd in 1850 te Libau, 359 ton o.m., varend voor de Wed. d’Arippe & Co te Amsterdam. (klopt dus niet met de Amsterdamse Almanak001).
Volgens Verhoeff (info Verhoeff, mei 2005) werd dit schip in 1850 te Libau gebouwd als “Alida Maria Adèle” en in 1856 herdoopt in “Alida Maria”. Het schip werd in 1860 verkocht;
* 1857 t/m 1863 van de bark “Cosmopoliet”, gebouwd in 1856 te Libau, 448 ton o.m., varend voor de wed. J.d’Arippe & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1863 verkocht naar Noorwegen en herdoopt in “Venskabet”;
* 1864 van de bark “Maria Elise”, gebouwd in 1853 te Elshout, 754 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam;
* 1865 t/m 1866 van de bark “Maria Agnes” ex Cornelia Margaretha, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 604 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam. Het schip is gezonken op de Portugese kust. De opvarenden zijn gered;
* 1867 t/m 1868 van de bark “Maria Catharina”, gebouwd in 1857 te Kinderdijk, 755 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam.
Overige bijzonderheden
In het kader van de discussie over de invoering van de Tuchtwet in Nederlands Indië werd in 1865 een memorie aangeboden “aan zijn Excellentie den Gouverneur Generaal van Nederlandsch-Indië over de Wettelijke bepalingen omtrent de handhaving der orde en tucht aan boord der koopvaardijschepen binnen Nederlandsch-Indië.” Deze memorie werd ondertekend door C.J.Westenenk.104.
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was C.J.Westenenk van de bark “Alida Maria”.104.
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein C.J.Westenenk in 1865/1865 als gezagvoerder van de bark “Maria Agnes”(ex Cornelia Margaretha), op 06 september 1853 op stapel gezet bij W.C.Hoogendijk te Capelle aan de IJssel en aldaar op 23 september 1854 te water gelaten, 604 ton n.m., varend voor James Barge te Amsterdam.
Handelsblad 28 maart 1866 in de rubriek Scheepstijdingen
Amsterdam 27 Maart. Volgens een heden hier ontvangen telegraphische depèche, is het schip Maria Agnes, kapt.Westenenk, op 20 dezer bij Margate lek geworden en gezonken, passagiers en volk gered”.
Handelsblad 29 maart 1866 in de rubriek Scheepstijdingen:
“Amsterdam 29 Maart Aangaande het verongelukkken van de Maria Agnes, kapt.Westenenk, verneemt men nog, dat dit heeft plaatsgevonden aan de Portugesche kust, op 42o N.B. 14o .W.L en dat de passagiers en het volk werden opgenomen aan boord van de Waterspride”.
De bark “Alida Maria & Adela” onder kapitein C.J.Westenenk was op 08 november 1853 te Rio de Janeiro en op 04 januari 1854 in Valparaiso, dus via Kaap Hoorn. Via Callao en Chincha (guano) ging het dezelfde weg terug met op 14 september 1854 te Cowes.121
Familiegegevens en opleiding
Hij overleed in 1879 te Aden als gevoleg van een zonnesteek (zie hierna)
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
T.D.van Deursen werd met vlagnummer 773 effectief lid van Zeemanshoop per 24 juli 1860 op voorspraak van A.Blom. Zijn schip was de "Maria Agnes"002. Ten tijde van de inschrijving was van Deursen 38 jaar002a.
In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 17/24 juli 1860 staat vermeld dat als effectief lid is voorgedragen/benoemd Tjerk Dirk van Deursen, oud 38 jaar, voerend de bark “Maria Agnes”, voor rekening van James Barge, op voordracht van kapitein A.Blom;
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 september 1886 staat een verzoek om onderstand van de wed. T.D. van Deursen. Op 28 oktober 1886 wordt haar een gratificatie uit de bussen van f 25,- toegekend. Idem per 28 september 1887. Idem per 06 september 1888. Op 02 februari 1893 krijgt de wed. T.D. van Deursen een gratificatie van f 12,50. Op 02 maart 1893 vraagt het Bestuur aan de wed. van Deursen of zijn onderstand heeft gevraagd van de Doopsgezinde Gemeente en zo ja waarom die is geweigerd. Op 01 juni 1893 krijgt zij weer f 12,50. Idem per 04 oktober 1894. Op 07 maart 1895 wordt gemeld een “brief van de weduwe T.D. van Deursen, berichtende dat ze alhier op een hofje plaatst is, tevens verzoekende haar aan eenige meubelen te helpen.” Haar wordt f 20,- gegeven maar tevens wordt gesteld dat zij voortaan geen ondersteuning meer zal krijgen. 042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 28 oktober 1886 (Stadsarchief Amsterdam, 491-40) is een brief van de wed. T.D. van Deursen dd Haarlem, 26 september 1886. “Mijn man stierf zven jaren geleden aan de gevolgen van een zonnensteek, terwijl hij met zijn schip te Aden lag.” Met nog twee kinderen van de vier thuis leeft zij thans in kommervolle omstandigheden en vraagt hulp. Als bijlage bij deze brief is een overzicht van zijn betalingen in de diverse rangen en wel als 2de stuurman van 11 maart 1847-26 april 1850, als 1ste stuurman van 6 augustus 1850-15 april 1860 en als gezagvoerder van 14 juli 1860-21 mei 1872. De meeste van deze reizen duurden rond een jaar, waaruit is te concluderen dat het grote Atlantische vaart ging.042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering van 02 maart 1893 (Stadsarchief, Amsterdam, 491-43) staat een rapportage inzake een vezoek tot ondersteuning van de wed. T.D. van Deursen. Zij verkeert in een treurige toestand. Zij woont op de da Costakade 95 te Amsterdam met 2 zonen. Van 1886-1888 woonde zij te Haarlem. Aanvankelijk kreeg zij f 25,- per jaar wat in 1889 werd teruggebracht naar f 12,50, omdat zij ook onderstand kreeg van f 3, per week van de Doopsgezinde Gemeente. Deze instelling wilde haar in het armenhuis plaatsen maar dat weigerde zij, waarna de uitkering van de kerk ophield. De situatie is nu zo bedroevend dat er wordt aanbevolen haar voortaan f 50,- per jaar te geven.042.
In de Bijlagen van de Bestuursvergadering dd 07 maart 1895 is een brief van de wed. van Deursen dd 21 februari 1895. Zij deelt mede dat zij is geplaatst op het Doopsgezinde Rijperhofje op de Gedempte Rozengracht 120. Zij vraagt om een extra gratificatie voor de aanschaf van wat meubilair.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 30 november 1886 staat vermeld dat aan de wed. T.D. van Deursen een gratificatie is toegekend van f 25,-. Idem op 01 november 1887 met een bedankje op 13 december. Idem op 09 oktober 1888 met een bedankje op 06 november. Een gratificatie van f 12,50 per 02 maart 1893. In de notulen van 06 april 1893 wordt gemeld dat een commissie zich zal informeren over de toestand van de wed. T.D. van Deursen en derhalve wordt een beslissing over financiële steun aangehouden. Een gratificatie van f 12,50 per 01 november 1894. 023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 06 juni 1895 staat een: “Brief van de Weduwe T.D. van Deursen berichtende dat zij alhier op een hofje is geplaatst tevens verzoekende haar aan eenige meubelen te helpen. f 20,- uit de bussen toegestaan”. 023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
773 1860-1863 bark Maria Agnes J.Barge
1864 bark Maria Elize idem
1865-1876 fregat Maria Elize idem
1877-1878 geen opgave van schip en boekhouder
Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein T.D.van Deursen van 1861-1864 als gezagvoerder van de bark “Maria Agnes”(ex Cornelia Margaretha), op 06 september 1853 op stapel gezet bij W.C.Hoogendijk te Capelle aan de IJssel en aldaar op 23 september 1854 te water gelaten, 604 ton n.m., varend voor James Barge te Amsterdam
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
T.D. van Deursen Maria Agnes 14 juli 1860 06 augustus 1861
Maria Agnes 17 december 1861 geen melding
Maria Agnes 13 augustus 1863 31 juli 1864
Maria Elize 10 april 1865 22 maart 1866
Maria Elise 13 juli 1866 05 augustus 1867
Maria Elize 10 oktober 1867 30 december 1868
Bouma025 vermeldt T.D. van Deursen als gezagvoerder gedurende:
* 1861 t/m 1864 van de bark “Maria Agnes” ex Cornelia Margaretha, gebouwd in 1854 te Capelle aan de IJssel, 604 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam;
* 1865 t/m 1877 van de bark “Maria Elise”, gebouwd in 1853 te Elshout, 754 ton o.m., varend voor James Barge te Amsterdam. Het schip werd in 1877 verkocht te Singapore.
Overige bijzonderheden
Geen
|