Marhisdata werd geconfronteerd met de vraag of de eerste naam van het schip JONGE TAMMO was, zoals in de koopakte uit 1810 staat vermeld, of JONGE TAMME, van welk schip vanaf 1798 een aantal zeetijdingen is gevonden. Een bericht van stranding in november 1800 werd teruggevonden in twee verschillende kranten, met daarbij een identieke tekst, behalve het verschil in scheepsnaam. Van de JONGE TAMME zijn daarna nog verscheidene berichten gevonden, o.a. met vermelding van gebouwd in Friesland, terwijl de boekhouder in 1801 Tamme Beth bleek te heten, wiens voornaam naar de naam van de kof duidt, waarbij het eerste deel van de naam, JONGE, betrekking zal hebben op een jongere generatie. Daarentegen wordt de naam JONGE TAMMO, gebouwd in Grouw, Friesland, nergens genoemd en duikt hij alleen nog op in de koopakte. Op grond van deze feiten is de naam JONGE TAMME aangehouden.

Het bouwjaar kon tot 1798 werden herleid. Het is echter zeer waarschijnlijk dat de kof in 1797, of vermoedelijk zelfs daarvoor, is gebouwd. Een van de verkopende aandeelhouders in 1810 is Mejuffrouw F. van der Boogh (geboren Trijntje E. van Eden). Zij moet de weduwe zijn van de op 29 december 1751 geboren en op 30 maart 1797 overleden Fredrik van der Boogh, nalatende vijf toen nog onvolwassen kinderen. Het is nauwelijks aannemelijk dat zij zelfstandig 1/12^e aandeel in het schip heeft genomen. Dat moet deel hebben uitgemaakt van de nalatenschap, hetgeen de datering van het schip tot 1797 of eerder terugvoert.

Kronieken

1798

GOC 180698
Texelsche en Vliesche lijsten.
Den 15de juni is te Texel binnengekomen de JONGE TAMME, kapt. J. Martens, van Petersburg.

1800

OHC 131100
De JONGE TAMME, kapt. J. Martens, naar Embden, zit op de hoek van Balgzand, heeft 3 ankers verloren, is lek, en heeft schuiten tot assistentie aangenomen.

HCO 141100
De JONGE TAMMO,  kapt. J. Martens, naar Embden, zit op de hoek van Balgzand, heeft 3 ankers verloren, is lek, en heeft schuiten tot assistentie aangenomen.

1801

LCO 020501
Advertentie. Verkoop bij strijkgeld:
1/32 part in het kofschip de JONGE TAMME genaamd, schipper Johannes Martens, boekhouder Tamme Beth en Zonen te Amsterdam.

1806

AC 030606
Advertentie. J. Beth en T. Beth, Hendriksz, makelaars, zullen op maandag den 16de juni 1806, ’s avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: Een extra welbezeild kofschip, genaamd de JONGE TAMME, schipper J. Martens, lang 107½ voet, wijd 22 voet, hol 11 en 6 elfde voet.
Breder bij den inventaris en bericht bij gemelde makelaars.

1808

AC 230308
Advertentie. Jan Tentye en Abraham Kistemaker, makelaars, zullen op maandag den 2de mei 1808, ’s avonds ten 6 uren, te Amsterdam, in het Nieuwezijds Heeren Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: Een extra welbezeild kofschip, genaamd de JONGE TAMME, zijnde in Friesland gemaakt, en in den jaren 1806 en 1807 extra zwaar vertimmerd, lang over steven 108 voet, wijd 23 voet, hol 12 voet en 6 duim. Alles breder bij den inventaris omschreven, en bericht bij voornoemde makelaars.

1814

Op 08-01-1814 wordt voor de LIEFDE door Jan IJsbrands Hoeksema uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Onne Elle Onnes.

RC 011114
Den 28 oktober arriveerde te Helvoetsluis het schip, dat gister in het gezicht was, is gevoerd door O.E. Onnes van Libau.
OHC 031114
Te Helvoet is binnen gekomen. O.E. Onnes van Libau

1815

RC 010415
Den 29 maart zeilden uit de Maas de Schepen de Goede Hoop, H.A. Bontekoe, naar Riga; de LIEFDE, O E. Onnes, naar…(niet vermeld)
LCO 120515
Amsterdan, 10 meiin 't Vlie zijn binnen gekomen, O. E. Onnes de LIEFDE, van Windau.

1816

Op 09-03-1816 wordt voor de LIEFDE door kapt. Onne Elle Onnes een zeebrief aangevraagd voor hemzelf

LCO 240416
Amsterdam, 22 april. Uit het Vlie gezeild O.E. Onnes de LIEFDE, H. Borchers die Hoffnung, T.E. Visser Amafis, J.J. Thevis Neptunus en G.H. Haverbult de Vriendschap, alle na de Oostzee
RC 020716
Helvoetsluis, den 28 juni: uitgezeild des avonds de LIEFDE, O.E. Onnes

1817

Op 01-05-1817 wordt voor de LIEFDE door Echenique & Co uit Amsterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Menzo Bakker

Op 25-10-1817 wordt voor de LIEFDE door Echenique & Co uit Amsterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Menzo Bakker

RC 111217
Amsterdam, 9 december. Volgens brief van kaptein M.W. Bakker, voerende het schip de LIEFDE, van Amsterdam naar Cette (opm: Sète) gedestineerd, in dato Wight den 4 december, was hij, na eerst in de Noordzee met aanhoudende tegenwinden en storm te hebben geworsteld, en zich van een Yarmouthse loods voorzien te hebben, den 30 november, met zeer slecht weer, in de Bogt van Wight, op lager wal bezet geraakt, waarop hij, om zich te redden, tussen Wight en het vaste land liep; en op de rede van St. Helens (opm: noord van Bembridge) ten anker kwam; hij had een anker en touw verloren, en zeilen gesneden; doch zich reeds weder in staat gesteld om bij de eerste gunstige wind de reis te vervolgen.

1818

RC 310118
Amsterdam, 29 januari. Kaptein Mense Bakker, voerden het schip de LIEFDE, van Amsterdam naar Cette (opm: Sète) gedestineerd, meldt van Kadix (opm: Cadiz), van den 6 januari, dat hij, na het uitstaan van aanhoudend slecht weer, den 31 december 1817, met verlies van een ankertouw en zeilen, en op een zeer lek schip, aldaar was binnengelopen; den 8 december was een man overboord geslagen, en een ander zwaar bezeerd geworden, en den 16 dito was door een stortzee de grote boom aan stukken geslagen, bij welks herstelling hij zich in het been gekapt had; hij zou de schade zo spoedig doenlijk repareren en alsdan de reis voortzetten.

1819

RC 010419
Vlissingen, 27 maart. Van den 24 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede aangekomen: de LIEFDE, M. Bakker, van Liverpool.

Op 22-04-1819 voor de LIEFDE door kapt. Menzo Bakker uit Amsterdam een zeebrief en een Turkse pas aangevraagd voor hemzelf.                                                                  

1820

Op 04-05-1820 wordt er een suppletie verstrekt op de Turkse pas van 22-04-1819 voor een reis via Cadix naar Marseille. De Turkse Pas was vermoedelijk gebaseerd geweest op Cadiz als verste bestemming. Nu moest het schip verder varen, waarvoor een extra premie moest worden betaald om dekking van een Turkse Pas te krijgen.

Geen scheepvaart berichten gevonden.

1821

RC 140421
Rotterdam, 13 april. Van Vlissingen wordt van den 10 gemeld:
Heden zijn voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de schepen de VRIENDSCHAP, kapt. E.E. de Vries, van Oleron; de DRIE GEZUSTERS, J. Sipkes, van Penzance, laatst van Croisie (opm: Le Croisic); DE JONGE WILLEM. J. Parlevliet, van Liverpool, en gisteren en heden de Schelde afgekomen en naar zee gezeild, L’ESPERANCE, A. van Geijt, TRIJPHONIA, J. Gauntlet en de JONGE LODEWIJK, J.J. Duintjer, naar Londen; de VROUW ANNA, H.H. Borgerding, naar de Marennes; de VROUW HENDRIKA, T.P. Kramer naar Oleron; de TWEE VRIENDEN, M. Mesdagh, de VROUW MARTHA, D.R. van Wijk, de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, de VROUW REINA, H. Koops, HENRIËTTE, G. Abrams, de GEZIENA, C. Taaij, de LIEFDE, M. Bakker en de JONGE NICOLAAS, J.C. Jansen, naar Liverpool.
RC 050621
Rotterdam, 4 juni. Sedert onze laatste zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de schepen de HOOP, K.Z. Schutt, van Callandsborg (opm: vermoedelijk Kalundborg); de VROUW ANNA, K.A. Bos, van Noirmoutier; de LIEFDE, M. Bakker, van de Marennes.

Op 15-06-1821 wordt voor de JOSEPHUS door J. Segers uit Antwerpen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Menzo Bakker.

RC 300621
Rotterdam, 29 juni. Van Vlissingen wordt van den 25 gemeld: van den 22 tot den 25 zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen JOSEPHUS, M. Bakker, naar …(niet vermeld)
RC 090821
Rotterdam, 8 augustus. Men meldt van Vlissingen van den 4 augustus:
Sedert den 30 juli zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede binnengekomen de schepen; WEMELINA KRANENBURG, J.J. Prange, van Petersburg; de VROUW REINA, H. Koops, van de Marennes; de DORSET, J. Hart, van Londen; NEPTUNES, W.M. Kramer, van Noirmontier; de ALBION, J. Hurst, van Londen; BARTA JOHANNA, C. de Champ, van Havre-de-Grace; de LIEFDE, M. Bakker, van de Marennes ( opm: JOSEPHUS ex- DE LIEFDE, kapt. Menzo Bakker)
RC 130921
Rotterdam, 12 september. Van Vlissingen wordt van den 8 gemeld:
Van Antwerpen: de VENUS, R. Doreij, naar Guernsey; BONTJE JOHANNA, C.D.E. Kamp, naar Riga; JOSEPHUS, M. Bakker, naar …(niet vermeld)

1822

RC 020722
Rotterdam, 1 juli. Van Vlissingen meldt men den 26:
Sedert onze laatste zijn voor Antwerpen bestemd aldaar ter rede gekomen de LIEFDE, M.W. Bakker ( opm: De JOSEPHUSex-DE LIEFDE, kapt. Menzo Bakker), van Marennes.
RC 200722
Rotterdam, 19 juli. In Vlissingen meldt men van den 15 dezer, dat sedert onze laatste van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee zijngezeild de AREND, J. Pieterse, naar Glasgow; MARIA LOUISA, A.R. Berg, naar St. Ubes (opm: Setubal); CONCORDIA. J.D. Zijlstra, naar Cork; CHRISTINA VOS, N.A. Smaal, naar Londen; NEPTUNES (opm: kof NEPTHUNUS), W.M. Cramer, de JOSEPHUS, M. Bakker en ANNA PAULOWNA, H. Pothoff, naar Liverpool.
RC 310822
Rotterdam, 28 augustus. Van Vlissingen meldt men den 27 dezer:
Sedert onze vorige zijn, voor Antwerpen bestemd, op de rede aangekomen de schepen KLARA MARGARETHA (opm: kof CLARA MARGARETHA), P.D. Dik, ANNA PAWLONA (opm: kof ANNA PAULOWNA), H. Pothoff, de NOORDSTAR, E.G. Boekhout; de GOEDE HOOP, H.W. de Groot, en de VROUW HILKE, J.H. Kuiper, van Liverpool; de LIEFDE, M. Bakker ( opm: De JOSEPHUS ex-DE LIEFDE), kapt. Menzo Bakker), van de Marennes.
RC 210922
Rotterdam, 20 september. Van Vlissingen meldt men van den 17 dezer, dat sedert onze laatste, van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild zijn de schepen de VRIENDSCHAP, B.H. Smit, naar Londen, EUGÉNIA. E. Mazens, naar Guernsey; de EENDRAGT, H.T. Smit, naar …(opm: niet vermeld); de MARIA, J.H. Behrends, naar Lissabon; JOSEPHUS, M. Bakker, naar Liverpool.

1823

DC 180223
Vlissingen, 13 februari. Sedert onze laatste zijn, zo uit onze haven als van de rede, naar Antwerpen de Schelde opgezeild: de JOSEPH, kapt. J.H. Arends, van Liverpool, met katoen en klipzout; de FANNY, kapt. P. Robin, van Batavia, met koffie en suiker; SARAH, kapt. P. Landberg, en the HERO, kapt. G. Romril, beide van Rio Janeiro, met koffie en huiden; HENRIETTE ELISABETH, kapt. J.C. Burmester, van Bordeaux, met stukgoederen; MAGNANIME, kapt. J. Sietzes, van Buenos Ayres, met huiden; de ONDERNEMINGSLUST, kapt. H. Gronewold, van Heiligenhafen, met raapzaad; FANCHON, kapt. H. Nieman, van Nantes, met wijn; de FLORA, kapt. J. Scheepers, van Cette, met wijn en brandewijn; la LAURE, kapt. J. Lavaux, van Bordeaux, met wijn en pruimen; JOSEPHUS, kapt. M. Bakker, van de Marennes, met zout.
DC 200523
Vlissingen, 8 mei. Van den 7 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen de VREDE, kapt. J. Caun (opm: hoeker VREEDE, kapt. J. Couw), van Vila Nova, met fruit; MERCURIUS (opm: brik MERCURIUS, thuishaven Antwerpen), kapt. R. Folkerts, van Zante, met krenten; de VRIENDEN, kapt. T. Nosten, van Port au Prince, met koffij; de DRIE VRIENDEN (opm: kof, thuishaven Oostende), kapt. A.R. de Groot, met wijn; BEATRIX ELISABETH (opm: bom), kapt. L. van der Wiel, van Boulogne en CHARLES PATRICK EDUARD (opm: bom), kapt. K.G. Ouwehand, van Rouaan, beide met stukgoedern; CHARLES RICHARD, kapt. J. Jansen, van Sant Jago, met suiker en koffij; CHRISTINA VET (opm: CHRISTINA VOS), kapt. N.A. Smaal, van Liverpool, met klipzout; JACOBA CATHARINA, kapt. A.E. Niehoff (opm: kof, kapt. Aeyke Entes Niehof), Cette (opm: Sète), met wijn en stukgoederen; de JUFVROUW JOHANNA (opm: kof), kapt. J.J. Tiddens, van Liverpool, met klipzout; MAAS EN IJSSELSTROOM (opm: smak), kapt. R. Rensel, van Bayonne, met wijn en stukgoederen; de VROUW ANNEGINA (opm: kof), kapt. R.W. Huisman; STAD EN LANDT (opm: kof STAD EN LANDE), kapt. F.F. Dijkstra; de VROUW ANNEGINA (opm: kof), kapt. H.J. Potjer, en JOSEPH (opm: kof JOSEPHUS, thuishaven Antwerpen), kapt. M. Bakker, deze vier van Liverpool, met klipzout en stukgoederen.
DC 120623
Vlissingen, 27 mei. Van den 27 dezer tot heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild MARGARETHA, kapt. B.H. Smith Jr, naar St. Ubes (opm: Setubal), en de VROUW ANNEGINA (opm: kof), kapt. H.J. Potjer, naar Liverpool, beide met ballast; TELEMACHUS (opm: brik TELEMAQUE, thuishaven Gent), kapt. J. Ruurds, naar Batavia, met stukgoederen; ISABELLE LOUISE, kapt. B. Arsten (opm: sloep ISABELLE EN LOUISE, thuishaven Antwerpen, kapt. Broder Arfsten), naar Bayonne, met haver; JOSEPHUS (opm: kof, thuishaven Antwerpen), kapt. M. Bakker, op avontuur, met ballast.
DC 240723
Vlissingen, 12 juli. Den 15 dito. Van den 12 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd op onze rede aangekomen CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal met klipzout, en de MARIA (opm: kof), kapt. J. Sikkes, met klipzout en stukgoederen, beide van Liverpool; JOSEPHUS (opm: kof, thuishaven Antwerpen), kapt. M. Bakker, van de Marennes met zout.
DC 300823
Vlissingen, 26 augustus. Van Antwerpen de NOORDSTAR, kapt. E.G. Boekhout naar Londen met boomschors; CLARISSA, kapt. Will. Ferrie naar Bayonne met vlas en linnen; de JONGE JOSEPHA (opm: kof, thuishaven Antwerpen), kapt. P. Sparboom naar Liverpool met ballast; de VROUW ANNEGINA (opm: kof), kapt. R.W. Huisman en de VROUW LUNEGINA (opm: smak VROUW LAMMEGINA), kapt. O.P. Smith beide naar Londen met boomschors; de VROUW GEZINA, kapt. B.H. Plukker, naar Dublin met boomschors; WILHELM EN JEANNE, kapt. G. Heyneker naar St. Martin met ballast; de VROUW ANNA, kapt. H.J. Kurst naar Bristol met boomschors; DECATUR, kapt. A. Hintz naar Kaap Deward (opm: vermoedelijk Kaap Edward), met ballast; de VROUW JACOBA (opm: kof), kapt. J.J. Rink naar Jersey met boomschors; PIETER EN MARIA (opm: kof, thuishaven Antwerpen), kapt. C.P. Eggers naar Londen met boomschors; BATO, kapt. H.C. Schut naar Leith, met boomschors; JOSEPHUS (opm: kof), kapt. M. Bakker naar Liverpool, met ballast.
DC 111123
Vlissingen, 4 november. Voor Antwerpen bestemd de MARIA (opm: kof), kapt. Jan Sikkes en le CHARLES, kapt. O.H. Arends, beide van Liverpool met klipzout; JOHANNA EN ANNA ALIDA (opm: kof), kapt. J.J. Kortrijk, van Riga met zaaizaad; DE HERSTELLING, kapt. J.R. Kuiper, van Havre-de-Grace, met stukgoederen; DE VROUW GEZINA (opm: kof GESINA), kapt. R.F. Taay, van Liverpool met klipzout; de JUFVROUW JOHANNA (opm: kof), kapt. J.J. Tiddens, van Liverpool met klipzout; WEMELINA KRANENBURG (opm: kof WEMELINA KRANENBORG), kapt. J.J. Prange, van Liverpool met klipzout l’ESPÉRANCE, kapt. Jean Hein en JOHANNA CORNELIA (opm: kof), kapt. A. Seeuwen, beide van Duinkerken met wijn en stukgoederen; JOSEPHUS (opm: kof, thuishaven Antwerpen), kapt. M. Bakker, de HOOP, kapt. E.G. Jonker, de VROUW MARTHA (opm: kof), kapt. D.R. van Wijk, THEODOOR VAN GENT (opm: waarschijnlijk kof THÉODORE, thuishaven Gent), kapt. E. den Duijts, en STAD EN LANDE (opm: kof), kapt. F.F. Dijkstra, alle vijf van Liverpool met klipzout.

1824

RC 300924
Rotterdam, 29 september. Den 27 arriveerden te Helvoetsluis de schepen ENDEAVOUR, kapt. J. Finch, van Maldon; ACTIVE, kapt. J. Ladd, van Ipswich; JOSEPHUS, kapt. M. Bakker, van Londen.

1825

DC 250125
Hellevoetsluis, Den 23 dito. Gisteren namiddag zeilden in zee: Zr.Ms. brik van oorlog DE VALK, kapt.-luitenant van Es; INDUSTRY, kapt. D.J. Buising; ADMIRAAL BUIJSKES, kapt. W. Hodges; WILHELMINA, kapt. W. Verloop, JONGE ANTHONIJ, kapt. T. Azon Jacometti, en ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. K.P. Schenkel, alle naar Batavia; ATTALANTE, kapt. W. Zuidhof naar Madeira; COLUMBUS, kapt. J. de Gorter naar Suriname; JOSEPHUS, kapt. M. Bakker naar Genua.

1826

RC 020526
Amsterdam, 30 april. Scheepvaartberichten:
Het schip JOSEPHUS, kapt. M. Bakker, van Genua en Nissa (opm: Nice), is den 23 dezer te Texel binnengekomen, zijnde op de Texelse lijst van die dag verkeerd opgegeven als komende van Cette.

Op 06-06-1826 wordt voor de JOSEPHUS door J. Segers uit Antwerpen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Menzo Bakker.

1827

RC 090127
Rotterdam, 7 januari. Te Antwerpen zijn gearriveerd JOSEPHUS, kapt. Bakker en HOOP OP WELVAREN, kapt. Zuinings (opm: kof HOOP OP WELVAREN, kapt. K.H. Zuininga), van Bordeaux.
MCO 090127
Den 2 en 3 dezer zijn alhier ter rede gekomen: THE THISTLE, kapt. E. Thynne, van Hull naar Rotterdam gedestineerd, met stukgoederen; DE JOSEPHA, kapt. M. Bakker; DE HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, beide van Bordeaux, met stukgoederen.
RC 170427
Rotterdam, 16 april. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE TWEE GEBROEDERS, kapt. K.J. Potjewijd, naar Topsham; MEDUSA, kapt. F. Bunnemeijer, DE JONGE LUCIA, kapt. G.A. Segaert, DE AREND, kapt. H. Elbring, DE JONGE SOPHIE, kapt. J.F. Muijs, DE JONGE JOHANNA, kapt. W.J. Poel, DE EENDRAGT, kapt. J. Diilewijns, LA REINE CHERIE, kapt. J.C. Kuper, DE GOEDE HOOP, kapt. J. Wilker en MARIANNE, kapt. C. van der Weeg naar Londen; DE VROUW CATHARINA, kapt. M.J. Pesser, naar Hamburg; DE HOOP OP WELVAART, kapt. K.H. Zuininga, naar Douvres; DIANA, kapt. E.R. Huisman, naar Liverpool; PAULINA, kapt. J. Joossens, DE GOEDE HOOP, kapt. H.W. de Groot, JOSEPHUS, kapt. M. Bakker, THERESIA, kapt. L.J. Besseling en DE VROUW REINA, kapt. H. Koops, naar de Marennes.
RC 260527
Rotterdam, 25 mei. Te Antwerpen zijn gearriveerd VROUW MARIANNE, kapt. van der Weeg, van Londen; CATHARINA JOSEPHINA, kapt. Muntendam en JOSEPHUS, kapt. Bakker, van Marennes.
RC 160627
Rotterdam, 15 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DE AREND, kapt. H. Elbring, naar Sandwich; ROELINA, kapt. M.G. Lever, naar Londen; CATHERINA JOSEPHINE, kapt. P.J. Muntendam en JOSEPHUS, kapt. M. Bakker, naar de Marennes
RC 240727
Rotterdam, 23 juli. De 20^e, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE SNELHEID, kapt. H.P. de Jong, DE VROUW ANNA, kapt. H.K. Wijkmeijer en DE GOEDE HOOP, kapt. H.H. Pot, van Marennes.
Te Antwerpen zijn gearriveerd DE GOEDE HOOP, kapt. de Groot, REINA, kapt. Koops en JOSEPHUS, kapt. Bakker, van Marennes.
RC 280827
Rotterdam, 27 augustus. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild REINA, kapt. H. Koops,naar St. Martin; DE MARIA, kapt. R.E. de Boer, naar Lissabon; PAULINE, kapt. J. Joossens, naar Rio-Janeiro; DE JOSEPHUS, kapt. M. Bakker, naar Marennes
RC 150927
Rotterdam, 14 september. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild MAARTEN EN JAN, kapt. E.R. Kruis, naar ……; DE VIGILANTIE, kapt. H.J. Oortjes, naar Amsterdam; CLOTHILDE, kapt. H.J. Polter, naar Palermo; INTERPRIDE, kapt. J.C. Kleinod, naar Lissabon; DE VROUW HELENA, kapt. F. de Winter, naar Plymouth.
Te Antwerpen zijn gearriveerd ONDERTVINDING, kapt. Cornelis en ELIZA, kapt. Renke, van Londen; CONCORDIA, kapt. Ouwehand, van Bordeaux; MARIA, kapt. Borghers, van Licata; HOOP, kapt. Hazenoot, van Lissabon; TWEE GEBROEDERS, kapt. Potjewijd, GOEDE HOOP, kapt De Groot, JOSEPHUS, kapt. Bakker, MARGRITA, kapt. Dijkhuis en KAREL EN WILLEM, kapt. Schultje, van Marennes.

1828

RC 050428
Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild AURORA, kapt. A.J. de Boer, naar St. Andero en MARIA MATHILDA, kapt. C. van der Hoeven, naar Rio-Janeiro; DE JONGE FERDINAND, kapt. J.J. Doesken en DE JONGE RENTES, kapt. W.R. Huisman, naar Cork; DE LEEUW, kapt. J. Jansen, naar St. Jago en REINIERA, kapt. C. Meugens, naar de Havannah; DE VRIENDSCHAP, kapt. R.E. Roelfsema; DE JACOBA, kapt. E.M. de Jong en DE COMMERCIE, kapt. J. Duriez, naar Topsham; MARGARETHA, kapt. H.K. Dijkhuis, naar Kadix; DE VROUW REINA, kapt. H. Koops, THERESIA, kapt. L.J. Besseling, JOSEPHUS, kapt. M. Bakker, DE GEZINA, kapt. R.F. Taaij, DE HEMMINA, kapt. S.F. Taaij, DE GOEDE HOOP, kapt. H.W. de Groot en DE HARMONIE, kapt. C.J. Reus, naar de Marennes
RC 190628
Rotterdam, 18 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild NEPTUNES, kapt. F. van der Steen, PROVIDENTIA, kapt. J. Potter en CATHARINA, kapt. J. van der Schuijt, naar Londen; DE JONGE RENTE, kapt. W.K. Huisman, THERESIA, kapt. L.J. Besseling en PAULINE, kapt. J. Joosens, naar Liverpool; DE RIBBLE, kapt. J.C. Beekman, naar Batavia; DE JONGE ANTJE, kapt. E. Lewis en JACOBA, kapt. A.K. de Groot, naar Bremen; DE JONGE RYN, kapt. N.K. Rezins, naar Nantes; DE JONGE CAMILLE, kapt. W.S. Bakker, NEPTUNES, kapt. M.D. Jeltes, naar ….. ; KAREL EN HENDRIK, kapt. G.C. Langhoff, DE HARMONIE, kapt. M.H. Schiebe, naar de Oostzee; DE VROUW ALBERDINA, kapt. J. Maak, naar Hamburg; DE VROUW JANTINA, kapt. G.G. Smit en DE TREKVOGEL, kapt. A.G. Sap, naar Dantzig; JOSEPHUS, kapt. M. Bakker en DE HERSTELLING, kapt. Z. Jans, naar Marennes.
RC 290728
Rotterdam, 28 juli. Te Antwerpen zijn gearriveerd JOSEPHUS, kapt. Bakker, van Marennes

Op 11-08-1828 wordt voor de JOSEPHUS door J. Segers uit Antwerpen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Menzo Bakker

RC 201128
Rotterdam, 19 november. Te Antwerpen zijn gearriveerd VRIENDSCHAP, kapt. Bielly, van Londen; MARIA, kapt. Lange, FORTUNA, kapt. Jongbloed, JONGE GEBINA, kapt. Nagel, UDONIA, kapt. Van der Molen, van Riga; FENNEGINA, kapt. Puister, van Koningsbergen; BROEDERLIEFDE, kapt. Karst en HERMINA, kapt. Hazewinkel, van Havre; ANTWERPS PACKET, kapt. Rieke, van Hull; CATHARINA, kapt. Pot, Dartmouth; REINA, kapt. Koops, EENDRAGT, kapt. Dillewyns en JOSEPHUS , kapt. Bakker, van Liverpool.

1829

Op 23-02-1829 wordt voor de JOSEPHUS door J. Segers uit Antwerpen een zeebrief aangevraagd voor kapt. Adam H. Solter.

RC 110629
Rotterdam, 10 juni. Te Antwerpen zijn gearriveerd HENDRIKA JOHANNA, kapt. Jonker, van Memel; JOSEPHUS, kapt. Solter, van Liverpool en ASINA, kapt. Kaper (opm: waarschijnlijk: Kuyper), van Noirmontier.

Op 31-08-1829 wordt voor de JACOBUS door J.F. Witteveen uit Antwerpen een zeebrief aangevraagd voor kapt. S.W. de Vries.

1830

RC 260830
Rotterdam, 25 augustus. De 23^e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE HOOP, kapt. P.J. de Boer, van Koningsbergen; ITOWA, kapt. C.G. Reimers, van Reval; JOHANNA,  kapt. S. Evers, JACOBUS, kapt. S.W. de Fries en DE VROUW CAROLINA, kapt. H.C. Duwel, van Riga.
DC 280830
Dordrecht, 27 augustus. Aan deze stad zijn gearriveerd de schepen JACOBUS, kapt. Schelts W. de Fries, van Riga met hout, en HELON, kapt. John Nicol, van Bristol met ijzer en blik.
RC 280930
Rotterdam, 27 september. De 25^e dezer, des namiddags, arriveerde DE VROUW ANNA, kapt. H.K. Wykmeyer, van Koningsbergen.
De 26^e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis DE VROUW NEELTJE, kapt. K. Parrel, van Drontheim.
De 27^e, des morgens, zeilden JACOBUS, kapt. S.W. de Vries, naar de Oost Zee.

Na de Opstand der Belgen decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad nr. 73), dat van alle schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoorden de zeebrieven moesten worden ingetrokken. Onder deze 196 schepen bevond zich de JACOBUS, voor 2/3^e deel eigendom van de oorspronkelijk Friese J.F. Witteveen. Toen het schip begin december 1830 vanuit Dantzig in Dordrecht arriveerde werd de rederij met dit probleem geconfronteerd.

RC 071230
Rotterdam, 6 december. De 3^e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis NEPTUNUS, kapt. N.H. Herman, van Reval; CATHARINA ELIZABETH, kapt. N.H. Schmidt, van Pernau; JANTINA MARGRITA, kapt. P.H. Plokker, van Riga en CONCORDIA, kapt. B.J. de Boer, van Riga, als bijlegger; JONKVROUW ELIZABETH, kapt. W.K. de Wyk, van Dantzig en NIMPHIA, kapt. H.K. de Weerd, van Koningsbergen. De 4^e, des namiddags, arriveerden JACOBUS, kapt, J.W. de Fries, van Dantzig en DIANA, kapt. H. Albers, van Petersburg, als bijlegger.
DC 111230
Dordrecht, 10 december. Aan deze stad is gearriveerd het schip JACOBUS, kapt. S.W. de Vries, van Dantzig met hout.

1831

Nadat Witteveen de zetel van de rederij naar Lemmer had teruggebracht werd op 23 februari 1831 een Nederlandse zeebrief aangevraagd door J.F. Witteveen te Lemmer voor kapt. S.W. de Fries (in de Lijst met 196 schepen geschreven als S.W. de Vries). Over de aanvraag moest nader advies worden ingewonnen: besluit Z.M. 12 februari no. 4; belanghebbende moet zich verder adresseren. Kennelijk werden de autoriteiten alsnog (voorlopig) tevreden gesteld want op 9 maart 1831 werd de zeebrief alsnog verleend.
Reeds op 8 augustus 1831 werd deze zeebrief door de Gouverneur van de provincie Zuid-Holland naar Den Haag teruggezonden. Zeer bijzonder daarbij was, dat de zeebrief in Hellevoetsluis was ingetrokken. Er zijn drie mogelijke redenen voor deze uitzonderlijke handeling. a) Men had ontdekt dat de verhuizing van Antwerpen naar Lemmer feitelijk niet had plaatsgevonden, zodat het schip nog als Belg werd aangemerkt. b) Men wilde Witteveen een hak zetten omdat deze als zeer Napoleon gezind bekend had gestaan. c) Een combinatie van a en b. Een latere Nederlandse zeebrief is niet gevonden en de JACOBUS bleef in het vervolg op Antwerpen varen, zodat moet worden aangenomen dat dit vanaf augustus 1831 onder Belgische vlag gebeurde.

DC 300831
Aan deze stad (Dordrecht) zijn gearriveerd; de schepen de SNELHEID, kapt. H.P. de Jonge van Liverpool met zout; JACOBUS, kapt. S.W. de Fries van Riga.

1832

MCO 240432
Vlissingen, 21 april. Gisteren is alhier ter rede gekomen CORNELIA HENDRIKA, kapt. A. Seeuwen, van Duinkerken naar Rotterdam gedestineerd, met steenkolen, olie en krijt en moet quarantaine houden.
Sedert den 18 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen:
JACOBUS, kapt. S.W. de Vries, van Bordeaux, met wijn en brandewijn. (opm: na onder kapt. J. van Dyck nog twee reizen naar Setubal te hebben gemaakt arriveerde de Belgische ex-Zuid-Nederlandse kof, bouwjaar 1798 of eerder, op 7 augustus 1832 voor de laatste keer in Antwerpen; na lossing moet het schip zijn verkocht voor de sloop)