wellicht Th.Wettre

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma⁰²⁵ vermeldt J.H.Wettre als gezagvoerder gedurende:

*   1897 t/m 1898 van het ijzeren schroefstoomschip “Bussum” ex Falcon, gebouwd in 1883 te Sunderland, 1160 ton n.m., varend voor de Stoomvaart Maatschaapij “Oostzee” (A.& W. Vinke) te Amsterdam. Het schip strandde bij Duinkerken en geraakte wrak.

     Het ss “Bussum” werd gebouwd in 1883 bij Kish, Boold & C^o te Sunderland, mat 1160 Brt en voer voor de Stoomvaart Maatschappij “Oostzee” te Amsterdam⁰⁷².

 

Overige bijzonderheden

De gegevens wellicht samen te voegen met die van T. Wettre, vanwege de aanduiding in het verslag van de Tuchtraad ( zie hierna).

 

Het ss “Bussum” strandde op 26 maart 1898 tengevolge van een machinedefect tijdens zwaar weer bij Duinkerken en ging verloren. De bemanning werd gered door de Franse sleepboot PROGRES. het schip was op weg van Porsgrund naar Duinkerken met een lading hout.⁰⁷²

 

In het tijdschrift “De Zee”, Jg. 1898, p. 340-344 staat de behandeling door de Raad van Tucht voor de Koopvaardij van de schipbreuk van het ss “Bussum” onder kapitein Th. Wettre. Op grond van diverse rapportages en getuigenverklaringen komt de Raad tot het volgende verslag van de gebeurtenissen:

Het schip vertrok op zondag 20 maart 1898 met een lading hout van Portgrund naar Duinkerken. Op 23 maart werd zonder bijzonderheden het Maasvuurschip gepeild. Er woei een frisse koelte en het was dik van regen en mist. “Ongeveer op de hoogte van de Hinder heeft het schip slagzij over bakboord gekregen. Het is bijgedraaid tussen de Hinder en Noord-Foreland … is toen eerst recht komen te liggen … en spoedig daarna over stuurboord slagzij gekregen nog al erg, van 20^o tot 25^o.” Het schip zeilde desalniettemin door en passeerde Calais. Er kwam een loods aan boord en men nam een sleeptros van een sleepboot aan boord. Inmiddels was er zware storm en hoge zee, en de sleeptros brak. Men liet het anker vallen. Op de 25^ste bleef de storm aanhouden en op de 26^ste brak de ankerketting. Het schip stoomde onmiddellijk volle kracht vooruit. Bij het passeren van een voor anker liggende Deense stoomboot werd diens ankerketting kapotgevaren. “Kort daarna kwam het schip op het strand ten W. van de pier” De noodvlag werd gehesen en via een te hulp komende sleepboot ging de equipage over en kwam in Duinkerken aan wal. De volgende dag is men er in geslaagd de lading te lossen.

De Raad kwam tot de conclusie dat de kapitein op een juiste wijze heeft gehandeld en dat hem geen blaam trof inzake de stranding. Er werden geen tuchtmaatregelen tegen hem voorgesteld.