Inloggen
CLARA HENRIETTE - ID 10512


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1826-11-29 / 1854-10-22 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1826
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Two masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: R.S. Haring Booij en Zonen, Werf De Schol, op het Bikkers-Eiland., Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Launch Date: 1826-06-17
Delivery Date: 1826-11-17
Technical Data

Net Tonnage: 292.00 Net tonnage
Net Tonnage 2: 157.00 lasts (commercial)
 
Configuration Changes

Datum 00-00-1835
Type:
Omschrijving: Rond 1835 is de twee mast brik vertuigt naar drie mast bark

Datum 00-00-1838
Type: Additional Ship Data
Omschrijving: In de koopakte van 1838 staat het schip (nieuwe naam HENDRIK WESTER) geregistreerd als bark.

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1826
Datum agenda: 1826-11-29
Register nr: 18260810
Scheepsnaam: CLARA HENRIETTE
Type: Brik
Lasten: 137
Gebouwd in provincie: Noord Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Nederlandsche Scheepsrederij
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Fuchs, J.B.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
157 volgens staat 1826

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1826-11-17 CLARA HENRIETTE
Manager: Nederlandsche Scheepsrederij, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Nederlandsche Scheepsrederij, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1838-09-10 HENDRIK WESTER
Manager: Firma Kranenborg & Zonen (Nanno Kranenborg), Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: Aangekocht voor NLG 28.002,-

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Eigenaren HENDRIK WESTER 1838:

Kranenborg & zoon, Amsterdam (1/2e part)

Jan Goedkoop, Amsterdam (1/2e part)

Ship Events Data

1838-08-06: ZP 300738 – 144
Schepen ter Verkoop: te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg op maandag 6 augustus: het gekoperd barkschip CLARA HENRIETTE, kapt. D. Grim.
ZP 070838 – 151
Verkoop van schepen te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ op maandag 6 augustus 1838: het gekoperd barkschip CLARA HENRIETTE, kapt. D. Grim: NLG. 28.000, in slag NLG 2, totaal NLG 28.002. Koper F. der Kinderen (opm: een makelaar, optredende voor zijn opdrachtgever koopman J. Goedkoop, Amsterdam)
1838-12-23: Damaged
Volgens bericht van Deal van 24 december 1838 had het aldaar de vorige dag zwaar uit het zuiden en zuid-zuid-westen gewaaid, waardoor het aldaar ter rede liggende schip (opm: bark) HENDRIK WESTER, kapt. H.D. van Wijck, van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia, anker en ketting verloren had.
1847-01-00: Collision
Konstantinopel, 28 januari 1847. De kapitein Prange van het Nederlandse schip HENDRIK WESTER, hier aangekomen, rapporteert, dat hij in de archipel hevig tegen een schip heeft gestoten, hetwelk hij gelooft dadelijk te zijn gezonken en waarvan twee man op zijn boord zijn overgesprongen. Dit schip was de ARISTOTELES, kapt. Coronelli, van Konstantinopel met een lading tarwe naar Marseille gedestineerd.
1854-10-00: Final Fate: Stranded

Van Anjer wordt ons medegedeeld, dat de op de 22e oktober aldaar gepasseerde schepen MASCHIEF (Amerikaans) en AURORA (Engels) berichtten, dat op de Alceste-klip in Straat Gaspar gestrand is het Nederlandse schip HENDRIK WESTER (opm: bark, bouwjaar 1826; kapt. R.J. Reijnders, zie JB 281054, 081154, 111154 en NRC 141254), komende van Whampoa en bestemd naar Bremen. Het schip was reddeloos, zijnde men bezig zo veel mogelijk op Poelo Leat te bergen. Men wachtte op hulp uit Batavia.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

J.B.Fuchs werd geboren te Amsterdam op 01 februari 1775.

Hij trouwde met Anna Elisabeth Haantjes, geboren te Wijk bij Duurstede op 03 maart 1776.

J.B.Fuchs overleed in 1837.003

 

Johannes Balthasar Fuchs uit Amsterdam werd op 21 februari 1787 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Scheepvaart te Amsterdam004-529/150. Volgens doopcedul nr.142 werd hij op 07 februari 1775 gedoopt als zoon van Johannes Daniel Fuchs uit Wezel en Helena Heyerman uit Amsterdam, beiden luthers. In de rapportage omtrent de vorderingen staat o.a.:

"leest slegt  schrijft reedelijk   verlof naar de Haag van 11 tot 15 may 1787   id 28 apl tot 3 may 1788   24 tot 27 septr 1788  met een prijs begiftigd 16 septr   Geplaatst ... op 'sLands schip van oorlog Alarm captn Abm van Braam  aan boord 25 may 1789   Naar 'sHage v. 5 tot 9 may 1789   terug 11 october 1791   Maakt het wel bij Mr Bangma ...  Als sous Luit op 't O.J.compt schip Regt door Zee Capt L.Runke   Aan boord 10 may 1792   19 september honorabele mentie(?) bij 't uitdeelen der prijzen   18 nov 1795 uyt Engeland terug ...  4 febr - Luitenant geworden & gepl. op de Waakzaamheid Cap L.van Nierop  9 apr. na boord   1798 14 maart verzoekt en bekomt zijn ontslag met goede attestatie".

Opm.:        1.     Volgens J.van Sluijs - Nederlandse bevelhebbers 17e-18e eeuw (NSM-G54c) was in februari 1789 de bevelhebber van de "Alarm" Aegidius van Braam. Als (geboorte-sterf?)data wordt opgegeven 30 juli 1758 en 17 mei 1822.

                           In "Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken deel 24 p.272, 1789 (NSM B/I/121) komt volgende citaat voor: "Met voorkennis van Zijne Doorl. Hoogheid den Heer Prins Erfstadhouder, is bij het Ed.Mog.Collegie ter Admiraliteit alhier, in dienst gesteld de volgende Fregatten ... Alarm van 20 stukken, kapt Aegidius van Braam".

  1. In de van Sluijslijsten (NSM) omtrent bevelhebbers en gezagvoerders uit de periode 1700-1800 komt geen van Nierop voor.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)   

J.B.Fuchs was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag" van 1827 t/m 1830 met vlagnummer 8 en met nummer 6 van 1832 t/m 1836008.

J.B.Fuchs werd met nr. 44 lid van Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop. Alleen vermeld dat zijn schip de "Henrietta Clasina" was002. In de Algemene Ledenvergadering van het college van 03 maart 1824 werd J.B.Fuchs als effectief lid aangenomen op voordracht van kapitein Wegener023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 augustus 1825.003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 mei 1837 staat een lijst van kapiteins die zijn overleden of die hebben bedankt voor het lidmaatschap. Jaartallen van overlijden of bedanken zijn niet vermeld. Overleden is J.B.Fuchs042.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        44                         1825-1830     fregat               Clara Henriette                                     Nederl.Scheepsreederij

                                      1831-1835     fregat               Henriette Clasina                                 idem

        23                              1836           fregat               Henriette Clasina                                 idem

 

Van Blokland-Visser noermt J.B.Fuchs in 1819 als gezagvoerder van de schoener “Constance”.

 

In het Amsterdamse Stadsarchief is in inventaris 5181/7150-1815-29 een akte van verkoop bij gerechtelijke executie dd Amsterdam 10, 17 en 24 april van de brik “Prudentie”, door de koper genaamd “Henriëtte Louisa” met als kapitein/verkoper de schipper Johan Gemberg. Het schip werd voor f 2.200,- aangekocht door Izaac Juda Levie Kanteman, koopman te Amsterdam en de kapirein werd Johannes Bathazar Fuchs te Amsterdam. De akte passeerde voor Mr. J.J.Hoffman, rechter bij de rechtbank van 1e aanleg te Amsterdam.

De executoriale verkoop bij vonnis van 16 februari 1815 op verzoek van Lemuel Goddard, victualie-koopman te Wapping bij Londen, wegens aan Johan Gemberg in augustus, september en oktober 1814 geleverde goederen ter waarde van GBP. 119/7.-, zijnde bij een koers van NLG. 10,25 per GBP = NLG. 1223,30, vermeerderd met 6% op jaarbasis. (bodemarij?)

Het schip lag onder beslag bij de werf Het Wapen van Amsterdam in de Groote Wittenburgerstraat over de Oosterkerk, van scheepsbouwmeester Philip Kerstingen.

Bijgevoegd rederij-ceduul Amsterdam, 29 meI 1815, voor zeebrief HENRIETTE LOUISA, ex-PRUDENTIE, eigenaren Isaac Juda Levie Kanteman en Dk. Haantjes.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Johannes Balthasar Fuchs op de:

“Vrouwe Agatha”, dd 25 april 1804;

“Henrietta Louisa”, dd 30 mei 1815;

“Jonge Henrietta”, dd 06 augustus 1816; 21 november 1817;

“Constantia”, dd 23 november 1818; “29 november 1820

“Clara Henriette”, dd 28 januari 1828; 07 mei 1829; 08 juli 1830; 25 november 1831;

“Henrietta Klasina”, dd 25 april 1834; 22 mei 1835; 18 augustus 1836.

 

Het Archief van de Waterschout011a bevat de volgende monsterrollen:

38-96        30 mei 1815, brik “Henriëtta & Louisa”, kapitein Johannes Balthazar Fuchs, bestemming St. Domingo, correspondent J.J.Hantema, 9 bemanningsleden i.c. stuurman, kok/jongen, bootsman, 4 matrozen en 2 jongens.

 

Bouma025 vermeldt J.B.Fuchs als kapitein gedurende:

*    1826 t/m 1831 op de brik “Clara Henriette” gebouwd in 1826 te Amsterdam, 292 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam;

*    1832 t/m 1837 op het 3/m schip “Henriette Klazina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 630 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Hendrikus Visser werd per 25 november 1831 vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart als ligtmatroos geplaatst op de “Klasina Henriette”onder kapitein J.L.Fuchs voor een reis van Amsterdam naar Batavia. Hij keerde op de school terug op 11 juli 1833004-532/1629. volgens een monsterrol dd 25 november 1831011 betreft het hier de “Henriette Clasina” onder kapitein J.B.Fuchs.

Cornelis de Lanoy werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart uit Amsterdam als ligtmatroos op 25 april 1834 geplaatst op de Henriette Clasina onder kapitein J.B.Fuchs voor een reis naar Batavia. Hij keerde terug op 14 april 1835004-53/1684).

 

In de “Hoofdzakelijke Inhoud van het Verslag van Directeuren der Nederlandsche Scheeps-Reederij gevestigd te Amsterdam” dd 30 maart 1827 (Nederlandsche Hermes 2(4): 37-42, 1827) wordt melding gemaakt van een aantal schepen:

“ … Wat de drie schepen betreft, welke werkelijk reeds naar zee zijn, deze zijn het Fregatschip De Handelmaatschappij, Kapit. P.H.Willers, het Brikschip Clara Henriette, Kapit J.B.Fuchs, en het kofschip Nederland, Kapit. T.K.Kleijn. … Alle deze schepen, behalve het kofschip Nederland, zijn door de Directie der Nederlandsche Handelmaatschappij, welke wij daar voor hiermede openlijk onzen welmeenenden dank betuigen, bevracht geworden; dezelve brengen gezamenlijk circa 700 man troepen naar onze Oost-Indische bezittingen over”.

 

J.B.Fuchs verzorgde per 05 januari 1827 vanuit Texel met de “Clara Henriette” een troepentransport van 5 officieren en 106 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 25 mei 1827, na een reis van 140 dagen.

Wederom met de “Clara Henriette” en ook weer van Texel vertrok hij op 25 oktober 1828 met 1 officier en 150 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 februari 1829 na 114 dagen , waarbij onderweg 1 militair was overleden.

Met hetzelfde schip en weer van Texel voer hij uit op 11 juni 1829 met 1 officier en 115 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 09 oktober 1829 na 120 dagen. Onderweg waren 4 militairen overleden.

En weer met de “Clara Henriette” vanuit Texel vertrok hij op 04 september 1830 met 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 31 december 1830 na 118 dagen.

Hij vertrok op 06 januari 1831 vanuit Texel nu met de “Henriette Klazina” en een contingent van 1 officier en 12 manschappen. In St.George d’Elmina werden 19 Afrikaanse recruten ingenomen. Hij arriveerde te Batavia op 01 juni 1832 na een reis van 147 dagen065.

 

Holland speelde in de 18e en het begin van de 19e eeuw een rol bij het transport van slaven uit Afrika. Het transport had voornamelijk plaats vanuit de (huidige Ghanese) stad St.George d’Elmina. Slavernij werd in andere Europese landen in het begin van de 19e eeuw afgeschaft maar Holland volgde pas veel later. Bij transport liep de reder de kans, dat zijn schip werd geconfiskeerd door bv. Engeland en Frankrijk en Holland bedacht iets nieuws, nl het ronselen van negers als recruten voor het Indische leger. “In de eerste maanden van 1831 besloot Willem de proef op de som te nemen en Elmina een nieuwe dimensie te geven: aan- en afvoerplaats voor negerrecruten.”. Het eerste schip wat negerrecruten transporteerde was de “Rotterdams Welvaren” onder kapitein Noordbeek, varend voor van Hoboken te Rotterdam. “Het tweede ‘recruteringsschip’ dat Nederland verliet was – op 1 januari 1832 – de Henriëtte Klazina van de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam. De meegereisde officier van dit schip berichtte uit Elmina dat de werving ‘veel zwarigheden’ ontmoette.”069 – p.208.

 

 

Nr. 6 30-7-1819 Schoenerschip ,,CONSTANCE,, 72 last

Transport griffier te Amsterdam 20-7-1819: van Dhr. Arnoldus v/d Berg / consul v/d Koning der Nederlanden te Portsmouth Aan: Gebr Castendijk 2/3 deel / Mattheus W. Rees te Dordrecht 1/3 deel voor f 3.000, -

Kapitein: J.B. Fuchs/Fichs / vlag Amsterdam nr. 6 / 23 / 44

1e reis Monsterrol te Dordrecht nr.30,  1-11-1819 met 17 man naar Port au Prince.

Niet door mij geverifieerde gegevens van Frank van Peperstraten te Lelystad.

 

Rotterdamsche Courant 28 september 1819114

In lading liggend te Rotterdam naar:

Port-au-Prince: het schip CONFIANTIA, kapt. J.B. Fuchs. ….

 

Rotterdamsche Courant 06 april 1820114

Amsterdam, 4 april. Te Port-au-Prince is gearriveerd J.B. Fuchs, van Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 23 mei 1820114

Amsterdam, 21 mei. Kapitein Johannes Balthazar Fuchs, voerende het schip (opm: brik) CONSTANTIA, dacht, volgens brief van Port-à-Prince, in dato 23 maart, in het laatst van april de reis van daar naar Amsterdam aan te nemen.

 

Rotterdamsche Courant 31 december 1822114

Rotterdam, 30 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 20 en 24 december:

Den 3 oktober is te Fayal (opm: Azoren) zeer lek binnengelopen het schip CONSTANTIA, Fuchs (opm: mogelijk het tot brik vertimmerd fregat la MADONNA DE FRUGLIANO, thuishaven Amsterdam), van Bahia naar Amsterdam; de lading is gelost en het schip is afgekeurd en verkocht….

 

 

Datum vanaf: 1826
Kapitein: Fuchs, Johannes Balthasar
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Willem Blom werd geboren te Texel op 07 september 1790.

.Hij huwde met Trijntje Aukers van Wijk, geboren te Texel op 20 februari 1790. Het echtpaar kreeg een zoon op 22 november 1823 en een zoon op 27 januari 1826.

Tevens de opgave van de echtgenote Leentje van der Wijk, geboren 25 maart 1810 en overleden op 26 augustus 1874. Gezien het verzoek om een uitkering in 1854 kennelijk zijn tweede vrouw.118

Willem overleed in 1854. Bij zijn overlijden werd als woonplaats Texel opgegeven. 003 en 118.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.Blom werd met nr.9 effectief lid van Zeemanshoop. Geen vermelding van aangiftedatum en referentie. Zijn schip was de “Helena”002.

Willem Blom was effectief lid/oprichter en in 1824 bestuurslid van het College Zeemanshoop019..

Hij werd per 22 mei 1826 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop. 003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 23 juni 1829 staat een bericht van W.Blom “dat hij op zijne terugreis uit de Oost Indien ’t Eiland Ascention heeft aangedaan dat hij met verwondering en genoegen heeft opgemerkt ’t gemelde Eiland thans bewoond wordt en tevens in alle deelen door ’t leveren van alle, voor de zeeman dienstige verversingen voor de terugkeerende schepen van veel nut kan zijn: dat ’t zelve eene genoegzame overvloed opleverd van water, groenten en verdere benodigheden.”042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 01 augustus 1854 verzoekt Helena van Wijk, de weduwe van kapitein W.Blom, om een uitkering, die haar in de vergadering van 28 september 1854 werd toegekend voor haar en 3 kinderen met ingang van 28 september 1854.042.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 12 september 1826 wordt een mededeling gedaan vanwege de scheepsbouwmeesters Jeremias Meijes & Zn, dat “op Zaturdag den 16e dezes van hunne werf het Witte Kruis zal van stapel lopen het nieuw gebouwd pinkschip de Prins van Oranje”023. (de eerste kapitein is W.Blom025)

In de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 26 mei 1829 is het volgende vermeld:

“Kapitein Willem Blom berigt daarop dat de Commandant van het eiland Lascension (Ascension?) hem verzocht had bekend te maken dat aldaar voor de Nederlandsche bodems ververschingen op de reis te bekomen zijn” 023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 10 oktober 1854 staat dat aan de weduwe van W.Blom per 01 augustus 1854 een uitkering is toegekend voor haar en 3 kinderen.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

          9               1825                      pink        Margaretha                         Charbon en Zn

                               1826-1830            fregat     De Prins van Oranje           Soc.van Scheepsbouw

                               1831-1832            brik         Clara Henriette                   Ned.Scheepsreederij

                               1833-1835            fregat     Helena                                  idem

         4                  1836-1848            fregat     Helena                                  idem

                               1849-1853            geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt W.Blom als kapitein gedurende:

*    1823 van het 3/mschip “Java Paket”, gebouwd in 1820 te Amsterdam, 260 ton o.m., varend voor C.Boyle te Amsterdam;

*    1825 t/m 1826 op de pink “Margarethe”, bouw- en tonnagegegevens ontbreken, varend voor Charbon & Zn te Amsterdam;

*    1827 t/m 1832 op het 3/m schip/pink “Prins van Oranje”, gebouwd in 1826 op de werf Het Witte Kruis van Jerem. Meijjes & Zn te Amsterdam, 570 ton o.m., varend voor de Soecieteit van Scheepsbouw etc. te Amsterdam;

*    1832/1833 op de brik “Clara Henriette”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 706 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam;

*    1834 t/m 1849 op het 3/m schip “Helena”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 770 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam.

 

Bremer094 vermeldt de stranding van het vrachtschip “Helena” op 04 september 1844 op de Haaksgronden, varend voor kapitein Blom

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Willem Blom als gezagvoerder van de:

“Java Paket”, dd 25 april 1822 en 23 april 1823;

“Margaretha”, dd 21 juni 1825

“Prins van Oranje”, dd 31 maart 1827, 18 juli 1828 en 10 augustus 1829;

“Klara Henrietta”, dd 26 oktober 1831;

“Helena|, dd 10 juli 1834, 04 juli 1835; 22 juli 1836; 14 juli 1837 en 29 september 1838.

 

Overige bijzonderheden

In het scheepsjournaal van “De Drie Gebroeders” kapt. S.IJParma op de rede van Soerabaja057:

14 maart 1839     “... ontvingen van het schip Helena kaptijn W.Blom 4 lijnen ...”.

Het fregat “Helena” onder gezag van Willem Blom en met 30 manschappen dateerde de monsterrol op 29 september 1838 met bestemming Batavia. De boekhouder was Nederlandsche Scheepsrederij011.

In het scheepsjournaal van “De Vrienden onder kapitein S.IJ.Parma “ op de rede van Batavia057:

08 december 1834              “... heedenmorgen vertrok van hier Capt Blom naar Amsterdam ...”.

Omdat de scheepsnaam ontbreekt en de naam Blom onder de gezagvoerders meer dan eens voorkomt013 is deze kapitein niet te identificeren. Wellicht is het dezelfde als de hiervoor genoemde kapitein Willem Blom

Foto van kapitein W.Blom (nr.9) beschikbaar047.

 

J.Mooij schilderde in 1829 het fregat “Prins van Oranje” varend bij Huisduinen. Het schip draagt een vlag met in het midden het nummer 9, ongetwijfeld van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop. Het schilderij bevindt zich in de collectie van het Ned. Scheepvaart Museum en een afdruk is opgenomen in de publicatie van van der Plas c.s.054.

 

Kapitein W.Blom verzorgde per 26 april 1827 vanuit Texel met de “Prins van Oranje”een troepentransport van 7 officieren en 237 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 02 augustus 1827 na 98 dagen. Onderweg waren 6 militairen overleden.

Hij verzorgde met hetzelfde schip op 02 september 1829 vanuit Texel een transport van 150 manschappen en arriveerde te Batavia op 21 december 1829 na 110 dagen.

Op 24 december 1831 vertrok hij uit Nieuwediep met de “Clara Henriette” met 1 officier en 12 manschappen. Te S. George d’Elmina werden 7 Afrikaanse recruten aan boord genoemn. Hij arriveerde te Batavia om 13 juni 1832 na 172 dagen. Onderweg was 1 militair overleden.

Op 05 augustus 1837 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Helena” en een contingent van 3 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 14 november 1837 na 101 dagen.

Met hetzelfde schip vertrok hij op 12 november 1838 vanuit Nieuwediep met 1 officier. De aankomstdatum is niet vermeld065.

 

Bataviasche Courant 04 augustus 1821114

Aangekomen te Samarang:….

….7 Juli Ned. brik ALERT, J. Kartien, van Sourabaija; Arabische brik JOSEPH, Said Oessin, van dito; Ned. schip FLORA, W. Blom, van Batavia met Zr.Ms. troepen.

 

Bataviasche Courant 06 oktober 1821114

Schepen Straat Sunda uitgezeild:

26 Sept. Amerikaans schip NEW LEADER, G. Frost, naar Calcutta; dito INDUS, S. Brown, naar Gibraltar.

30 Sept. Ned. schip FLORA, W. Blom, naar Amsterdam; Portugees schip CONDE DOSE TREOS D’MARCOS, J.J. Rapozo, naar Sumatra.

 

Bataviasche Courant 16 februari 1822114

Batavia, 15 februari. Met het laatste schip alhier van Kaap de Goede Hoop aangekomen, zijn ons geen couranten medegebracht.

De mondeling ontvangen berichten, lopende tot 16 december a.p. (opm: verleden jaar), melden, dat aldaar acht Nederlandse schepen in de Tafelbaai geankerd lagen. Onder deze bevonden zich ‘s Konings brik IRENE, kapt.luit. Lucas, en de schepen JAN EN CORNELIS, kapt. Duijff en de KOOPHANDEL kapt. Janssen. De beide eersten hadden de reis naar het vaderland reeds weder voortgezet.

De KOOPHANDEL had averij aan deszelfs roer.

De COLUMBUS kapt. Grevelink, was in goede staat aldaar aangekomen en zou tegen den 19 december de reis herwaarts weder aannemen.

Het Nederlandse schip FLORA (opm: fregat, kapt. W. Blom, zie RC 190222), van hier naar Amsterdam bestemd, is in het opzeilen der rede van de Kaap, bij het Robbeneiland, aan de grond geraakt en geheel verloren. De equipage en passagiers zijn allen gered, doch van de goederen en lading, bestaande in 5.000 pikols (opm: à 61,7613 kg) koffij, schijnt weinig geborgen te zijn.

Rotterdamsche Courant 19 februari 1822114

Amsterdam, 17 februari. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen J.H. Breukemeijer (opm: brik NORDLOH) en J. Duijff, van Batavia, laatst van de Kaap de Goede Hoop.

Kapt. Breukemeijer rapporteert, dat op het Robbeneiland, voor Kaap de Goede Hoop, is gestrand het schip FLORA, W. Blom, van Batavia naar Amsterdam; omtrent 480 balen koffij zijn door de kotter the DUKE OF GLOUCESTER geborgen.

De schooner JOHANNA SOPHIA is insgelijks gezonken; hetzelve was geladen met goederen enz. uit het gestrande schip FLORA.

 

Rotterdamsche Courant 24 september 1822114

Amsterdam, 22 september. Volgens brief van kapt. W. Blom, geschreven aan boord van het door hem gevoerd wordende fregatschip JAVA PAKET, van Amsterdam naar Batavia, welke brief door een Engels schip in Engeland aangebragt en van daar overgezonden is, was hij den 21 juli in goede staat zeilende op 6º48’ Z.B. 27º48’ lengte; de passagiers en de equipagie waren wel en het schip en de lading in zeer goede staat.

 

Bataviasche Courant 23 augustus 1826114

Den 16 augustus zijn ter rede van Batavia gearriveerd de schepen JAVA PACKET (opm: fregat JAVA PAKET), kapt. Charles Boyle, vertrokken van Amsterdam met 1 passagier en 100 man Zr.Ms. troepen op 21 april, en JONGE ADRIANA,  kapt. G.J. Meeuw, vertrokken van Rotterdam met 2 passagiers en Zr.Ms. troepen op 20 april.

 

 

 

Datum vanaf: 1831
Kapitein: Blom, Willem
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Harmen Blokziel werd geboren te Amsterdam op 14 november 1790.

Hij huwde met Maarte Zussen, geboren te Den Helder op 07 oktober 1798. Zij kregen een zoon op 17 augustus 1825; een zoon op 24 mei 1829 en een zoon op 05 mei 1831. Zij overleed op 21 juli 1875. 003 en 118.

Harm overleed op 28 januari 1863. Bij zijn overlijden is als woonplaats Den Helder vermeld.118.

 

In het boekje “Bijzondere mensen, bijzondere zerken” van J.T.Bremer & L.R.Deugd Helderse Historische Reeks, nr. 20, 2006 staat de vermelding van graf G.R.25 op de Algemene Begraafplaats te Den Helder met de volgende tekst:

“Hier rust / het stoffelijk overschot van / Harmen Blokziel / in leven oud koopvaardij / kapitein overleden 28 Januarij 1863 in den / ouderdom van 72 jaren “

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Blokziel werd met nr.363 effectief lid van Zeemanshoop per 25 juni 1833 op voorspraak van W.Blom. Zijn schip was de “Stad Amsterdam”002.

In de Algemene Vergaderingen van het College Zeemanshoop van 18/25 juni 1833 werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid Harmen Blokziel, oud 43 jaar, wonende te Amsterdam, voerende de brik Clara Henriette, op voordracht van kapitein W.Blom. Zijn vlagnummer werd 363023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 30 mei 1831 als “stuurman 2de klasse”. Blijkens de betalingsgegevens werd hij in 1832 gezagvoerder.003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van ‘Zeemanshoop dd 27 januari 1853 staat het verzoek van kapitein H.Blokziel om een uitkering “wegens ouderdom”, welk hem in de vergadering van 24 februari 1853 wordt toegekend voor 12 maanden ingaande 01 februari 1852. Verlenging voor weer 12 maanden per 10 januari 1854. Idem per 25 oktober 1855, mits overleggende een bewijs van zijn ziekte. Verzoek  om verlenging per 04 september 1856 en voor 12 maanden toegestaan per 25 september 1856. Idem per 30 juli 1857, mits overleggende bewijs van gedurige ongesteldheid. Idem per 03 juni 1858. In de vergadering dd 30 december 1858 vraagt zij wederom om onderstand, maar het Bestuur heeft de uitspraak aangehouden. In de vergadering dd 31 maart 1858 wordt een continuering toegestaan tot 01 juni 1859, maar wel onder de conditie dat een bewijs van zijn voortdurende ongesteldheid wordt overgelegd. Weer verlenging van 12 maanden per 30 juni 1859. Idem per 26 juli 1860. Idem per 27 juni 1861. Idem per 05 juni 1862.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 maart 1863 vraagt de wed. H.Blokziel geb. M.Zuijlen om de regelementaire uitkering welke haar in de vergadering van 28 mei 1863 met ingang van 01 februari 1863 wordt toegekend.042

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 22 maart 1853 staat de mededeling dat het Bestuur een uitkering heeft toegekend aan kapitein H.Blokziel, ingaande 01 februari 1853 en voorlopig voor 12 maanden. De uitkering voor 12 maanden werd gecontinueerd in de notulen van 17 januari 1854, 30 oktober 1855, 04 november 1856, 25 augustus 1857, 29 juni 1858. In de notulen van 15 februari 1859 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop is wederom een verzoek tot continuering maar “het verzoek is van de hand gewezen als zijnde de vroeger toegestane uitkeering nog niet geeindigd.”  In de notulen dd 26 april 1859 wordt de uitkering verlengd tot juni 1859. Op 02 augustus 1859 volgt een continuering voor 12 maanden. idem op 14 augustus 1860. Idem per 23 juli 1861. Idem per 17 juni 1862023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd. 16 juni 1863 staat vermeld dat per 01 februari 1863 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. H.Blokziel, geb. Zussen.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

        363                1833-1835            brik         Clara Henriette                   Nederl.Scheepsreederij

        250                    1836                brik         Clara Henriette                   idem

                                   1837                fregat     Henrietta Clasina                idem

                               1838-1846            fregat     De Stad Amsterdam           idem

                               1848-1851            fregat     De Stad Amsterdam           Soc. van Scheepsbouw

                               1852-1862            geen opgave van schip en boekhouder

                                   1862 “overleden”

 

Bouma025 vermeldt H.Blokziel als gezagvoerder gedurende:

*       1834 t/m 1837 van de brik “Clara Henriëtte”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 292 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheeps-Reederij te Amsterdam;

*       1838 van het fregat “Henriëtte Klazina”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 630 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheeps-Reederij te Amsterdam;

*       1839 t/m 1847 van het fregat “Stad Amsterdam”, gebouwd in 1835 te Amsterdam, 726 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheeps-Reederij te Amsterdam;

*       1848 t/m 1852 van hetzelfde schip maar nu varend voor P.Scheffer & Zn (Soc. v. Ned.Scheepsbouw & Scheepvaart) te Amsterdam.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Harmen Blokzijl als gezagvoerder van de “Clara Henrietta” dd 29 november 1833; 24 juni 1835 en 21 juli 1836.  De “Henrietta & Klazina dd 09 oktober 1837. de “Stad Amsterdaam” dd 15 september 1838.

 

Overige bijzonderheden

“De Vrienden” op de rede van Batavia057:

 

28 november 1834             “... hedenmorgen Vertrok van Capt Blokzeil naar Amsterdam ...”.

De brik “Clara Henriëtta” onder gezag van Harmen Blokijl en met 17 manschappen dateerde de monsterrol op 29 november 1833 met bestemming Batavia via St.George Delmina. Boekhouder de Nederlandsche Scheepsreederij011.

 

Datum vanaf: 1834
Kapitein: Blokziel, Harmen
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Daniel Grim werd geboren te Amsterdam op 22 augustus 1810 als zoon van Daniel Grim en Jannetje Loopeker.

Hij trouwde op 09 januari 1840 te Amsterdam als koopvaardijkapitein met Christina Elisabeth van Otterlo, geboren te Amsterdam op 02 november 1808 als dochter van Sweerus van Otterlo en de koekbakster Isabella Christina Chavan. Christina overleed op 08 december 1891.

Daniel overleed in 1858 en bij zijn overlijden is als woonplaats Amsterdam vermeld.118.

In het Bevolkingsregister 1851 van Amsterdam wordt vermeld de koopvaardijkapitein Daniel Grim, geboren 22 augustus 1810 (of 1811) te Amsterdam, Nederlands Hervormd, wonend in Haarlemmer Houttuinen 60, in 1852 op het Kattenburgerplein vanaf 1866 op de Lindeboomsgang 441 bij de Prinsengracht alle te Amsterdam.

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.Grim werd met nr.419 lid van Zeemanshoop per 05 mei 1835 op voorspraak van H.Blokziel. Zijn schip was de "Susanna"002.

Op 18 april/05 mei 1835 werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop kapitein Daniël Grim, 25 jaar, voerend het schip “Susanna”, wonend bij Mevr. de Wed. D.Grim, O.Z.Voorburgwal naast de Illustre School te Amsterdam, op voordracht van H.Blokziel023.

 

D.Grim werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 23 mei 1843.003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 03 juni 1858 staat een aanvraag voor uitkering van de weduwe van kapitein D.Grim, geb. C.E. van Otterlo, welke haar in de vergadering van 24 juni 1858 voor haar en 1 kinde wordt toegekend ingaande 01 augustus 1858.042

In de Bestuursvergadering 24 juni 1858 vraagt de weduwe van D.Grim alsnog voor een maand gage vanwege de schipbreuk van haar man en deze wordt toegewezen.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 06 juli 1858 staat vermeld dat aan de weduwe van kapitein D.Grim geb. van Otterlo 1 maand gage is uitgekeerd. In de notulen dd 13 juli 1858 staat dat C.E.Grim geb. van Otterloo een uitkering krijgt per 01 augustus 1858 voor haar en 1 kind.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam                      naam reder/boekhouder

       419                             1835                       fregat               Susanna                               Nederl.Scheepsreederij

       306                             1836                       fregat               Susanna                               idem

                                           1837                       bark                  Clara Henriette                   idem

                                      1838-1839                 bark                  Susanna                               idem

                                           1840                       bark                  Straat Sunda                       Gebr.Henrichs & Co

                                      1841-1851                 bark                  Batavier                               idem

                                      1852-1853                 fregat               Amphitrite                           J.Luden

        97                         1854-1857                 fregat               Amphitrite                           J.Luden

 

Bouma025 vermeldt D.Grim als gezagvoerder gedurende:

*    1836 t/m 1837 op de bark “Suzanna”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam;

*    1838 t/m 1839 van de brik “Clara Henriëtte”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 292 ton o.m., varend voor de Nederl. Scheeps-Reederij te Amsterdam. Het schip werd in 1839 verkocht;

*    1839 op het 3/m schip “Suzanna”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, 300 ton o.m., varend voor de Nederlandsche Scheepsreederij te Amsterdam. Het schip voer in 1840 voor Kerkhoven & Coutinho te Amsterdam en was herdoopt in “Urania”;

*    1841 van de bark “Straat Sunda”, gebouwd in 1837 te Capelle aan de IJssel, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;

*    1842 t/m 1844 van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor de Gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam;

*    1853 t/m 1857 op het 3/m schip “Amphitrite”, op 23 juni 1840 op de werf ‘d Oranjeboom te Amsterdam te water gelaten met als scheepsbouwmeester de Graaf en Zn, 790 ton o.m., varend voor J.Luden te Amsterdamzie ook 013. In 1857 komende van Batavia gestrand bij Noordwijk. De lading verloren gegaan.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 09 mei 1837

Rotterdam, 8 mei. Kapt. C.W. Flens, voerende het schip DE VRIENDEN, van Batavia, Samarang. Soerabaya en Banjoewangi in Texel binnen, rapporteert, dan den 11 januari met hem van Banjoewangi zijn vertrokken de schepen SUSANNA, kapt. D. Grim, en de VIER GEBROEDERS, kapt. B.C. Jaski, beide mede naar Amsterdam.marhisdata

 

Handelsblad 21 december 1857 in de rubriek Scheepstijdingen

“Aangaande het schip Amphitrite, kapt. Grim, van Bat herwaarts gedestineerd, bij Noordwijk gestrand, wordt gemeld, dat het over de bank gestooten was; van de lading was een gedeelte der thee in eene bomschuit geborgen, terwijl men bezig was zooveel mogelijk te bergen”.

Verhandelingen en Berigten …056 (jg.1858, p.42)

             Vermelding van de Amphitrite onder kapitein Grim van Batavia naar Amsterdam met als lading “goederen”. en dan:

             “17 Dec. 1857 bij Noordwijk gestrand en totaal weg. Betrekkelijk weinig gered”.

 

Het NSM bezit een aquarel door J.Spin van het schip.

 

D.Grim verzorgde per 07 januari 1857 vanuit Nieuwediep met de “Amphitrite” een troepentransport van 5 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 05 mei 1857 na 118 dagen065.

 

 

Datum vanaf: 1837
Kapitein: Grim, Daniel
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Hindrik Deddes van Wijk werd geboren te Nieuwe Pekela op 15 december 1807 als zoon van de schipper/eigenaar en later landgebruiker Dedde Hindriks van Wijk en Anna Oosterveld.

Hindrik trouwde op 26 januari 1832 te Nieuwe Pekela als schipper met Hinderika Harms de Weerd geboren op 19 maart 1813 te Nieuwe Pekela als dochter van de schipper Harrm Harms de Weerd en Jantje Alberts Hubert. Hinderika overleed op 27 juni 1892 te Nieuwe Pekela, 79 jaar. weduwe.

Hendrik Deddes overleed op 04 december 1867 te Nieuwe Pekela, 59 jaar, rustend schipper.

 

In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Hindrik vermeld als schipper/scheepskapitein in 1832, 1833, 1837, 1844, 1847, 1849, 1852, 1857, 1860 en zonder beoep/rustend schipper in 1863, 1867.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.D.van Wijk (adres Kranenborgh & Zn) werd met vlagnummer 439 per 20 oktober 1838 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein H.F.Klein. Als zijn schip is genoemd de “Hendrik Wester”. Toegevoegd is “bedankt” 002. Ten tijde van de inschrijving was de man 31 en de vrouw 26 jaar. Ingeschreven staan drie zonen, geboren in 1833, 1837 en 1847, en twee dochters, geboren in 1839 en 1844002a

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 23/30 oktober 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Hendrik Deddes van Wijk, leeftijd niet vermeld, voerend de bark “Hendrik Wester”, wonend te PekelA en met als adres de heer Kranenborg en Zonen te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.F.Klein. Hij kreeg vlagnummer 439023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 januari 1840. Bedankt in 1860003.

 

H.D. van Wijk was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 1838 t/m 1854 met vlagnummer 439 en van 1854 t/m 1859 met vlagnummer 169.

 

H.D. van Wijk was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 36 in de periode 1852 (wellicht 1851) t/m 1867.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 20 januari 1846 wordt gemeld dat aan 14 manschappen van de “Twee Cornelissen” onder kapitein H.D. van Wijk ieder een maand gage is toegekend wegens schipbreuk.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 november 1858 wordt een maand gage toegekend aan kapitein H.O. van Wijk wegens schipbreuk.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 januari 1859 staat een verzoek om een uitkering door kapitein H.D. van Wijk welke wordt afgewezen. Een herhaald verzoek per 24 februari 1859 met weer een afwijzing.042.

In de notulen van de Algemene ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop (datum vergeten te noteren. Zal in 1846 zijn geweest -zie hierna) staat het verzoek van een 12-tal equipageleden van de “Twee Cornelissen” onder kapitein H.D.van Wijk om een ondersteuning vanwege de schipbreuk van hun schip. Een ieder krijgt 1 maand gage uitgekeerd.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

      439                       1838-1840    bark                Hendrik Wester                                   Kranenborg & Zn

                                     1841-1843    fregat              Maria                                                    Gebr.Hartsen

                                        1844          fregat              De Twee Cornelissen                         Jhr.P.Hartsen

                                     1845-1846    fregat              Maria                                                    idem

                                     1848-1853    fregat              Maria                                                    Gebr.Hartsen

      169                          1854          fregat              Maria                                                    idem

                                        1855          geen vermelding van schip en boekhouder

                                     1856-1858    bark                Batavier                                                D.Keus te Rotterdam

                                        1859          geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.D van Wijks als gezagvoerder gedurende:

*   1833 t/m 1834 van de kof “Concordia”, gebouwd in 1823, bouwlocatie niet vermeld, 81 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip is te Harlingen geregistreerd, 1 maal komend van Petersburg en 6 maal van Noorwegen;

*   1835 t/m 1838 van hetzelfde schip en eveneens varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela.

*   1839 t/m 1841 van de bark “Hendrik Wester”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;

*   1842 t/m 1845 van het tweedeks fregarschip “Maria”, gebouwd in 1839 te Amsterdam door scheepsbouwmeester Jan Nuveen op de werf St. Jago in de Groote Bikkerstraat, 600 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam;

*   1845 van het fregat “Twee Cornelissen”, gebouwd in 1832 te Amsterdam, 600 ton o.m., varend voor P.Hartsen te Amsterdam. Komend van Batavia bij Eastbourne gestrand;

NRC 02 januari 1846

Eastbourne, 28 december 1845. De TWEE CORNELISSEN, kapt. Van Wijk (opm: fregat, bouwjaar 1832; kapt. H.W. van Wijk), van Batavia naar Amsterdam, is deze morgen dicht bij Pevensey-Sluice (opm: ten noordoosten van Eastbourne) op de kust geworpen en zal naar alle waarschijnlijkheid geheel verloren zijn. De equipage is, met uitzondering van één man, gered geworden.

*   1847 t/m 1855 van het 3-mastschip “Maria”, gebouwd in 1839 te Amsterdam, 600 ton o.m., varend voor de Gebr. Hartsen te Amsterdam. Het schip voer in 1856 voor W.L.van Coevorden te Amsterdam en was herdoopt in “Louise Wilhelmina;

*   1857 t/m 1859 van de bark “Batavier”, gebouwd in 1841 te Alblasserdam, 628 ton o.m., varend voor D.Keus te Rotterdam.

 

Van de ondergang van het freat “Twee Cornelissen” werd 15 jaar later een portret gemaakt door de scheepsschilder Jacob Spin,

“Het Engelse dagblad The Times bracht op 29 december 1845 een bericht over de ondergang van het fregat. De Rotterdamsche Courant nam dit later over: ‘Gisteren morgen omstreeks één ure gedurende eenen hevigen storm en bergen-hooge zee, strandde op de kust van Pevensey een Nederlandse Oostindiëvaarder, de naam onbekend. Het gelukte 18 man der equipage, uit 32 of 33 personen bestaande, met hunne eigen boot behouden te landen en uit hunnen opgave bleek dat het schip, met eene korstbare lading koffij, suiker en indigo, van Batavia naar Amsterdam bestemd was . De krant meldde dat men het meest beducht was voor het lot van de gezagvoerder, die aan zijne verpligting getrouw, met den tweeden stuurman en 12 of 13 man van het scheepsvolk aan boord bleef;doch niet voor des Zondags in den voormiddag kon hun eenige hulp worden toegebragt. Hun toestand gedurende dien schrikwekkende nacht op zulk eene plek, met eenen storm uit het zuidwesten, terwijl de golven onophoudelijk het schip overdekten, was allerijselijkst. Om tien uut op zondagochtend ging er eene te Pevensey te huis behorende pleizierboot, Rebecca genaamd, door twee loodsen, Pierce en Wood, alsmede de kustwachters Oliver, Warnell en Fleming, bemand, tot redding de ongelukkigen af”

Ook de Arnhemsche Courant van 06 januari 1846 besteedde aandacht aan de ramp

Portret van de : Twee Cornelissen” en een beschriving van de ramp wordt vermeld in Een Terschellinger zeilvaartkapitein´door Bram Oosterwijk, Coolgem Media, 2016, pp122-124

 

Zie ook de krantenberichten hierna.

Monsterrollen op site van het Noordelijk Scheepvaart Museum te Groningen vermelden Hindrik Deddes van Wijk op:

11 februari 1826, schip “Concordia”, schipper Dedde Hindriks van Wijk uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman, kok en 2 matrozen waaronder Hindrik Deddes van Wijk.

05 maart 1827, kof “Concordia”, schipper Dedde H. van Wijk uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Hindrik Deddes van Wijk uit Nieuwe Pekela, kok en 2 matrozen.

01 maart 1828, kof “Concordia”, schipper Dedde H. van Wijk uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Hindrik Deddes van Wijk uit Nieuwe Pekela, kok, matroos en een lichtmatroos

10 maart 1830, schipper Dedde H. van Wijk uit Nieuwe Pekela. Voorts stuurman Hindrik Deddes van Wijk uit Nieuwe Pekela, kok en 2 matrozen

 

Overige bijzonderheden

Jaarverslag 2009 Kapiteinshuis Pekela. Stichting Westers

Melding van schenking van :

Scheepsportret door Jacob Spin driemastvolschip Maria, 600 ton, gebouwd op de werf St.Jago te Amsterdam in 1839, met vlag 169 van Zeemanshoop. Onderschrift: “Maria Kapitn H.D. van Wijk vertrekkende van de Rheede van Batavia 1843”. H.D. van Wijk vertrok 20 september 1842 uit Amsterdam naar Batavia en was terug 09 juli 1843.

Schenking door hr. en mevr Rittersma-Mul, Steenwijk.

De stuurman staat aan het roer, een paar matrozen zijn langszij nog bezig de romp te schilderen. De Maria is voorzien van een wit boegbeeld, een halffiguur van een vrouw met kralensnoer. (zie rechtsboven op de tekening)

 

 

Het Jaarbericht 2013 van het Kapiteinshuis geeft bijzonderheden van de “Maria”.

“De Maria vertrok op 16 september 1842 vanuit Den Helder en kwam drie en een halve maand later, op 31 december, in Batavia aan. Er was één passagier aan boord, E.T.den Sander. Ruim twee maand later, op 12 maart 1843, vertrok de Maria weer naar patria, zoals twee berichten in de Javasche Courant van 15 maart 1843 melden: “Laatstleden Zondag morgen (12 maart 1843) heeft de heer J.van der Vinne, laatst Directeur der Middelen en Domeinen, met het Ned. schip Maria, gevoerd door kapitein Van Wijk, de reize naar het vaderland aangenomen. Een groot aantal ingezetenen, waaronder de meesten zijner voormalige ambtenaren, hadden zich in den vroegen morgen op de zogenaamde waterplaats alhier vereenigd, ten einde ZEdG uitgeleide te doen en het laatste vaarwel toe te roepen. De heer Van der Vinne was voor dit laatste bewijs van vriendschap en genegenheid zigtbaar aangedaan. De Maria is, door een voordeeligen wind begunstigd, vertrokken, en was in den namiddag reeds geheel uit het gezigt verdwenen.”

Dit bericht vermeldt verder, dat zijn ambtenarenals blijk van hoogachting en erkentelijkheid, de heer Van der Vinne een”zilveren beker, met toepasselijk omschrift en van hunne namen voorzien” hadden aangeboden.

Het andere bericht noemt ook de andere passagiers, majoor der infanterie Biddaers, J.Romswinckel, mej. Van derVlist en zes gepasporteerde militairen

D “voordeeligen wind” bleef kennelijk uit de goede hoek waaien, want de Maria kwam reeds drie maan na het vertrek uit Batavia via Passaroean op 30 juni 1843 te Tezel aan, een prestatie die veel opzien baarde.

 

Zeepost 28 december 1838 – 273

Volgens bericht van Deal van 24 december had het aldaar de vorige dag zwaar uit het zuiden en zuid-zuid-westen gewaaid, waardoor het aldaar ter rede liggende schip (opm: bark) HENDRIK WESTER, kapt. H.D. van Wijck, van Amsterdam naar de Kaap de Goede Hoop en Batavia, anker en ketting verloren had.

 

ZeePost 10 juni 1839 – 412

Het schip (opm: bark) HENDRIK WESTER, kapt. H.D. van Wijk, van Amsterdam naar Batavia, was de 3e april nog aan de Kaap de Goede Hoop liggende.

 

ZeePost 18 september 1839 – 498

De 29e mei lagen ter rede van Batavia de schepen OUD ALBLAS, kapt. Strumphler, PALEMBANG, kapt. Van der Hucht, JACOBA MAURINA, kapt. De Haas, de RHYN, kapt. Brandlicht, CLAUDIUS CIVILUS, kapt. Broen, HENDRIK WESTER, kapt. Van Wijk en REGENT, kapt. Nordlohne…..

 

ZeePost 21 september 1839 – 501

De 5e juni lagen ter rede van Batavia: Zr.Ms. korvet VAN SPEYK, kapt. Van der Straten, de schepen: WILLEM DE EERSTE, kapt. Poppen, BLANCA, kapt. Ten Ham, MINERVA, kapt. Maizen, HENRIËTTE CLASINA, kapt. Hofman, REGENT, kapt. Nordlohne, JACOBA MAURINA, kapt. De Haas, HENDRIK WESTER, kapt. Van Wijk, VERONICA, kapt. Doeksen, EENDRAGT, kapt. Gieseke, VIRGINIA ET GABRIELLA, kapt. … en GEORGE WASHINGTON, kapt. Probst.

Volgens brief van Batavia van de 5e juni zouden vandaar vertrekken de schepen MINERVA, kapt. Matzen, 6/7 juni naar Amsterdam en HENDRIK WESTER, kapt. Van Wijk naar Padang, ook lagen daar in lading de schepen VERONICA, kapt. Doeksen en REGENT, kapt. Nordlohne naar Amsterdam, ISABELLA, kapt. Dinning voor Nederland, JAMES MORAN, kapt. Fergusen voor Cowes, PLATINA, kapt. Willbunch voor Londen en OCCIDENTEN, kapt. Grass voor Stockholm.

 

Javasche Courant 01 juli 1840

….Van Batavia vertrokken schepen:

De 28e juni: fregat DILIGENCE, kapt. H. Bos, naar Soerabaija; brik TWEE GEZUSTERS, kapt. G. Batten, naar Soerabaija met passagiers; bark HENDRIK WESTER, kapt. H.D. van Wijk, naar Soerabaija. De 29e juni: bark ANNA AUGUSTINA, kapt. G.T. Muller, naar Soerabaija met een passagier. De 30e juni: bark CHERIBON PACKET, kapt. J.H. Laws, naar de Golf van Perzië met vijf passagiers; bark JOHANNA FREDERIKA, kapt. Lim Goanhing, naar Tagal met een passagier, fregat MADORA, kapt. L.O. Ago, naar Samarang; fregat PALEMBANG, kapt. A. Orts, naar Samarang; schoener SOENGOAN, kapt. Lim Kiauwkong, naar Soerabaija…..

 

Provinciale Groninger Courant 17 augustus 1841

Het schip MARIA, kapt. Van Wijk, van Amsterdam naar Batavia, is de 12e juni gepraaid op 16в9' ZB en 32в1' WL.

 

NRC 02 januari 1846

Eastbourne, 28 december. De TWEE CORNELISSEN, kapt. Van Wijk, van Batavia naar Amsterdam, is deze morgen dicht bij Pevensey-Sluice op de kust geworpen en zal naar alle waarschijnlijkheid geheel verloren zijn. De equipage is, met uitzondering van één man, gered geworden.

 

NRC 03 januari 1846

Amsterdam, 2 januari. Aangaande het schip TWEE CORNELISSEN, kapt. Van Wijk, van Batavia naar herwaarts, bij Eastbourne gestrand, wordt volgens brief van Londen van de 30e december vermeld, dat volgens brief van de kapitein het grootste gedeelte der lading vermoedelijk geborgen zou kunnen worden.

AH 060146

Amsterdam, 5 januari. Aangaande het in Pevensey baai nabij Eastbourne verongelukte schip de TWEE CORNELISSEN verneemt men nader dat hetzelve thans aan stukken is geslagen en een gedeelte der lading langs het strand rondspoelt. Te Hastings en andere plaatsen had men enige kisten indigo gevist; een gedeelte van het wrak is nog zichtbaar. De in het want omgekomen passagier was Grönwald genaamd, een ziekelijk militair, die zijn leven in zijn vaderland dacht te zullen eindigen. De manschap der Engelse reddingboot had bij het aan land brengen der schepelingen veel menslievendheid en wonderen van onverschrokkenheid en volharding aan de dag gelegd. (opm: zie NRC 020146)

 

DC 060146

Eastbourne, 31 december. Het weder blijft zeer onstuimig en sedert zondag is het schip de TWEE CORNELISSEN (opm: zie NRC 020146) aan stukken geslagen en het grootste gedeelte der lading weggespoeld, en enige mijlen oostwaarts langs de kust aangedreven. Verscheidene kisten indigo zijn te Hastings en andere plaatsen geborgen; men veronderstelt, dat er nog enige balen koffie in het overig gebleven kleine gedeelte van het schip zitten; het hol is nog zichtbaar, en men maakt toebereidselen om het weinige, wat hetzelve nog bevat, te bergen.

 

DC 060146

Dover, 1 januari. Enige kisten indigo, welke men veronderstelt afkomstig te zijn van de lading van het schip de TWEE CORNELISSEN, zijn alhier aangebracht. Ook te Lydd zijn er enige aangedreven.

 

JC 040446

Omtrent het vergaan van de TWEE CORNELISSEN deelt de Monthly Times deswege mede:

De TWEE CORNELISSEN, een Nederlandse Oost-Indiëvaarder, inhebbende een kostbare lading koffie, indigo en suiker, is op de 28e december op de kust van Sussex in een hevige storm verongelukt. Het schip kwam van Batavia en was bestemd naar Amsterdam. Daar de zee met woedende kracht over het dek heensloeg, had het scheepsvolk de wijk genomen in de bezaansmast en werd van daar verlost door de manmoedige pogingen van enige onverschrokken varensgezellen, welke van Eastbourne in een reddingboot waren aangekomen om de bemanning van het zinkende schip te hulp te snellen. De enige, die op het wrak de dood gevonden heeft, is een zieke en hulpeloze soldaat, die men niet heeft vermogen te redden. (opm: zie NRC 020146).

 

Javasche Courant 02 oktober 1850

Te Batavia zijn gearriveerd:….

….29 september. Het Ned. schip MARIA, kapt. H.D. van Wijk, van Amsterdam de 16e juni…..

 

NRC 04 mei 1851

Rotterdam 3 mei. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht geworden de navolgende 44 schepen als:….

….Voor Amsterdam: KOOPHANDEL, kapt. H. de Boer; JOHANNA CATHARINA, kapt. D.C. Claus; MAXIMILIAAN THEODOOR, kapt. K. Latjes; THETIS, kapt. H.H. Rademaker; LUCIPARA’S, kapt. J. Kloppenburg; MARIA, kapt. H.D. van Wijk;….

 

NRC 30 juli 1854

Rotterdam, 29 juli. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 13 schepen, als:

Voor Amsterdam: MARIA, kapt. H.D. van Wijk, JOHANNA MARIA, kapt. J. de Jong, DIANA, kapt. P.H. Willers, CONSTANTIA, kapt. C.J. Kaleshoek, BENGALEN, kapt. T. Keus, en JOHANNA CHRISTINA, kapt. J.H. van Santen, de laatste drie van Rotterdam…..

 

NRC 21 september 1855

Advertentie. J. Corver, C.A. Schröder en A.W. Abrahamz, makelaars, zullen op maandag de 8e oktober 1855, des avonds ten zes ure, te Amsterdam in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, ten overstaan van de notarissen Commelin en Weyland, verkopen een extra ordinair welbezeild, gekoperd tweedeks fregatschip, varende onder Nederlandse vlag, genaamd MARIA, gevoerd door kapt. H.D. van Wijk, volgens Nederlandse meetbrief lang 37 ellen 75 duimen; wijd 6 ellen 43 duimen; hol 5 ellen 56 duimen en alzo gemeten op 600 tonnen of 317 lasten. Breder bij inventaris en bericht bij bovengenoemde makelaars.

 

Algemeen Handelsblad 09 oktober 1855

Verkoping van schepen, gehouden te Amsterdam op 8 oktober 1855 in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ: het gekoperd tweedeks fregatschip MARIA, kapt. H.D. van Wijk: NLG 35200, in slag 1800, koper H.J. Rietveld (opm: een makelaar handelende namens zijn opdrachtgever).

 

NRC 18 juli 1856

Door de Nederlandse Handel-Maatschappij zijn bevracht de volgende negen schepen, als: Voor Rotterdam: OLIVIER VAN NOORD, kapt. F. Guijt; JOHANNA EN GEERTRUIDA, kapt. P. Flens Jz.

Voor Amsterdam: SARA JOHANNA, kapt. J.L. ten Boekel; RABENHAUPT, kapt. J.T.S. Ruhl; WILLEM BARENDSZ, kapt. C. Jaski, VRIENDENTROUW, kapt. D. Grevelink; BATAVIER, kapt. H.D. van Wijk.

Voor Middelburg: DRIE VRIENDEN, kapt. L.P. Andreson.

Voor Schiedam: MARY GODDARD, kapt. N.N.

 

NRC 02 november 1858

Rotterdam, 1 november. Het alhier te huis behorende barkschip BATAVIER, kapt. H.D. van Wijk, is door de Nederlandsche Handel-Maatschappij bevracht ad NLG 65 per last voor suiker, te laden te Pekalongan en Cheribon naar Rotterdam.

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Wijk, Hindrik Deddes van

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Smit (adres Kranenborgh & Zn) werd met vlagnummer 575 per 16 maart 1841 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein H.M.Swart. Als zijn schip is vermeld de “Hendrik Wester”. Ten tijde van de inschrijving was Smit 23 jaar en ongehuwd. Toegevoegd is “bedankt” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 16/23 maart 1841 werd als effectief lid voorgesteld/benoemd Herman Smit, oud 23 jaar, voerend de bark “Hendrik Wester”, wonend in PekelA, met adres Jan Corver & Co te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.H.Brandt. Hij kreeg vlagnummer 576.023

(deze twee bronnen kloppen niet met elkaar. Heb ik bij overname een fout gemaakt? Nog controleren)

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                  jaren             type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       575                        1841-1843     bark                 Hendrik Wester                                    Kranenborg & Zn

                                      1844-1853     bark                 Prins Hendrik                                       idem

      244                         1854-1855     bark                 Prins Hendrik                                       idem

                                      1856-1857     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt H.Smit als gezagvoerder gedurende:

  • * 1842 t/m 1845 van de bark “Hendrik Wester”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;
  • * 1845 t/m 1856 van de bark “Prins Hendrik”, gebouwd in 1838 te Groningen, 381 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1841
Kapitein: Smit, Herman

Familiegegevens en opleiding

Jacob Prange werd geboren te Oude Pekela op 04 december 1819 als zoon van de zeeman Jan Jacobs Prang en Wemelina Kranenborg. Gezien latere akten op naam van Jacob is de familienaam in de akte foutief gespeld als Prang, zonder e op het einde.

Jacob huwde op 20 augustus 1847 te Midwolda als buitenvaarder met Alida Lammerts Tiktak, geboren te Oude Pekela op 02 juli 1821 als dochter van Lammert Klaassens Tiktak en Elijzabeth Klaassens Kuiper. Alida overleed op 11 september 1859 op zee.

Akte van Overlijden: 1860-sl, 13-02-1860 te Oude Pekela

Op heden den 12 mei 1859, aan boord van het Nederlandsche Barkschip Ottolena, zeilende op 2o18’ Noorder Breedte en 21o32’ westerlengte van Hartlepool naar Singapore, compareerden voor mij Jacob Jans Prange, gezagvoerder van genoemden bodem en volgens art. 60 van het Burgerlijk wetboek tot het uitoefenen van Ambtenaar van den Burgerlijke Stand, Arie Elleman, eerste Stuurman, gehuwd, wonende teNieuwediep, Jan We..?, timmerman, gehuwd, wonende te Alblasserdam, en Cornelis van Leeuwen, gehuwd, wonende te Rotterdam, alle schepelingen behoorende tot de Equipage volgens monsterrol van voormelde bodem, welke comparanten verklaren dat op den Elfden Mei achtienhonderden negenenvijftig des morgens drie een tweede ure, aan boord van het Barkschip “Ottolena”, zeilende op 3o19’  NBreedte en 21o39’WLengte is overleden Mejufvrouw Alida Lammerts Tiktak, dochter van wijlen Lammert Tiktak en Elizabeth Klaassens Kuiper, geboren Tweeden Julij achttienhonderdeneenentwintig, in leven wettige huisvrouw van Jacob Jans Prange, gezagvoerder van voormelde bodem, domicilie hebbende  gemeente Oudepekela…..”.

 

Na het overlijden van Alida Tiktak hertrouwde Jacob op 09 november 1860 te Oude Pekela als koopvaardijkapitein met Riena Borgesius, geboren te Oude Pekela op 10 juni 1824 als dochter van de stadsveenmeester Goedhardt Borgesius en Wendeltje Aapkens. Riena  overleed op 10 augustus 1863 op zee, oud 39 jaar en 2 maanden.

Aktenummer: 1863-s15, 24-11-1863 te Oude Pekela

Uit: “Met man en muis. Pekelder scheepsrampen in de 19e eeuw” door Bram Camerlingh (schrijversnaam van Dick Kuil), 2010. Gedrukt bij Unibook, particuliere uitgave.

Navolgende tekst is een wat vrije weergave van de originele overlijdensakte, die via het Ministerie van Marine in het register te Oude Pekela werd opgenomen.

Akte van overlijden. Op Dinsdag 11 aug. 1863 ’s morgens om 11 uur verschenen voor mij, ondergetekende, Jacob Jans Prange, wonende te Oude Pekela, schipper aan boord van het Nederlands te Alblasserdam thuis behorende barkschip “Batavia”, de personen van Aris Kors Liet, 30 jaren, geb. te Texel en wonende aldaar, eerste stuurman en Simon Groen, 48 jaren, geb. te Enkhuizen, wonende te Amsterdam, geneesheer-, heel- en verloskundige, die verklaarden dat op 10 aug. 1863 ’s nachts om half twaalf, in de Dampierstraat (kennelijk te Batavia), is overleden tengevolge van een ontijdige bevalling, de persoon van mejuffrouw Riena Borgesius, 39 jaren en twee maanden, geboren te Oude Pekela en aldaar wonende, gehuwd met Jacob Jans Prange aan boord van genoemd schip “Batavia”. (volgen de diverse handtekeningen gecontroleerd te Batavia).

 

Jacob huwde tenslotte voor een derde maal op 17 april 1866 te Oude Pekela als expert met Alagonda Geertruida Adriani, geboren 10 januari 1835 te Oude Pekela als dochter van de chirurgijn-vroedmeester Pieter Adriani en Albertje Borgesius. Alagonda overleed te Oude Pekela op 14 augustus 1917, 82 jaar, weduwe.

Jacob Prange overleed te Oude Pekela op 06 april 1874, 54 jaar en stond in de akte te boek als wijnhandelaar.

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermeldt Jacob Prange als buitenvaarder in 1847, als koopvaardijkapitein/schipper in 1850, 1859, 1860, 1863, als expert in 1866, als grossier in 1867, 1870,

en als wijnhandelaar in 1868, 1872, 1873, 1874

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

I.J.Prange (adres: Kranenborg & Zn) werd met vlagnummer 715 effectief lid van Zeemanshoop per 17 juni 1845 op voordracht van F.D.Sickens. Zijn schip was de "Hendrik Wester". Toegevoegd is "bedankt"002. Ten tijde van de inschrijving was Prange ongehuwd en 25 jaar. Hij is later (wanneer?) getrouwd met een vrouw van 24002a.

In de Algemene Vergaderingen van 10/17 juni 1845 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Jacob Jans Prang (sic), oud 25 jaar, voerend de bark “Hendrik Wester”, met als adres Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein F.D.Sickens.023.

Hij kreeg vlagnummer 715 dat bij de hernummering in 1856 werd gewijzigd in 342. Zijn totale lidmaatschapsperriode was 1845 t/m 1863.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 19 juni 1849 en bedankt in 1863003.

 

Jacob J.Prange was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” uit Oude Pekela met vlagnummer 1 in de periode 1861 t/m 1864.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Artikel 55 van het reglement van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop staat deelname in het Weldadig Zeemans Fonds toe als men met of onder vreemde vlag vaart mits men de verplichte storingen tijdig voldoet. In de Notulen van de Algemene Vergaderingen van het College dd. 02 april 1833 wordt vermeld dat dit artikel van toepassing is op de kapiteins W.Groen, J.C.Willems, D.J.Visser, H. Brandt, G.R.Engelsman en J.J.Prange023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        715                       1845-1846     bark                 Hendrik Wester                                    Kranenborg & Zn

                                      1848-1852     bark                 Rabenhaupt                                          Kranenborg & Zn, Nap & Co

                                           1853           bark                 Ottolina                                                 M.Lelsz te Kinderdijk

        342                       1854-1860     bark                 Ottolina                                                 idem

                                           1861           fregat               Batavia                                                  M.Lelsz te Alblasserdam

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093

J.J.Prange                                              Batavia           11 september 1861                              06 juli 1862

 

Bouma025 vermeldt J.J.Prange als gezagvoerder gedurende:

*    1846 t/m 1847 van de bark “Hendrik Wester”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam;

*    1849 t/m 1852 van de bark “Rabenhaupt”, gebouwd in 1840 te Groningen, 433 ton o.m., varend voor Kranenborg & Zn & C.M.Nap te Amsterdam;

*    1854 t/m 1860 van de bark “Ottolina”, gebouwdd in 1853 te Kinderdijk, 714 ton o.m., varend voor Murk Lels te Kinderdijk;

*    1861 t/m 1864 van de bark “Batavia”, gebouwd in 1861 te Krimpen aan de Lek, 756 ton o.m., varend voor Murk Lels te Alblasserdam.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:

26 februari 1838, schip “Hoop”, kapitein Willem Kiers Kok, lichtmatroos Jacob Jans Prange uit Oude Pekela.

 

Krantenberichten

Algemeen Handelsblad 28 deceember 1846114

Advertentie. H.J. Rietveld en P. Blom, makelaars, zullen op maandag de 28e december 1846, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads Herberg aan het IJ, ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte verkopen:

-    Vier tweeëndertigste aandelen (ieder 1/32 afzonderlijk) in het Nederlands gekoperd tweedeks barkschip KONING WILLEM II, gevoerd door kapt. A. Rocquette, groot volgens meetbrief 382 lasten.

-    Twee tweeëndertigste aandelen (mede ieder afzonderlijk) in het Nederlands gekoperd tweedeks barkschip GEERTRUIDA, laatst gevoerd door kapt. G. Blom, groot volgens meetbrief 242 lasten.

-    Een tweeëndertigste aandeel in het Nederlands barkschip HENDRIK WESTER, gevoerd door kapt. J.J. Praag, groot volgens meetbrief 157 lasten.

-    Een zestiende aandeel in het Nederlands gezinkt schoener kofschip ARJEN BROUWER, gevoerd door kapt. A.J. de Boer, groot volgens meetbrief 111 lasten.

Iemand nader onderricht begerende, spreke met bovengenoemde makelaars.

 

NRC 23 februari 1847114

Konstantinopel, 28 januari. De kapitein Prange van het Nederlandse schip HENDRIK WESTER, hier aangekomen, rapporteert, dat hij in de archipel hevig tegen een schip heeft gestoten, hetwelk hij gelooft dadelijk te zijn gezonken en waarvan twee man op zijn boord zijn overgesprongen. Dit schip was de ARISTOTELES, kapt. Coronelli, van Konstantinopel met een lading tarwe naar Marseille gedestineerd.

 

NRC 02 mei 1850114

Rotterdam, 1 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 37 schepen, als:…..Voor Amsterdam: …. RABENHAUPT, kapt. Prange….

 

Provinciale Groninger Courant 02 juli 1850114

Het schip RABENHAUPT, kapt. Prange, den 16 juni van het Nieuwe Diep naar Batavia vertrokken, bevond zich volgens brief van de gezagvoerder de 20 dito in het Engelse Kanaal bij Bevezier, equipage en passagiers genoten de besten welstand.

 

Dordrechtsche Courant 17 juni 1852114

Mauritius, 23 april. Het Nederlandse barkschip RABENHAUPT, kapt. Prange, van Singapore naar Cowes, is hier de 20e dezer lek met schade aan het tuig binnengelopen, hebbende op 68º O.L. hevige stormen doorgestaan.

Bij het vertrek der post komt er nog een Nederlands schip de haven inwerken, hetwelk men mede veronderstelt dat lek is; verdere bijzonderheden ontbreken nog.

 

NRC 16 oktober 1852114

Batavia, 23 augustus. Het schip JOHAN JACOB is op de reis herwaarts op het Prinsen-eiland totaal verongelukt. De REGINA heeft bij het vertrek van Tjillatjap gestoten, zal moeten lossen en repareren. De FOP SMIT zal gedeeltelijk met nieuw koper moeten worden voorzien. De PRINS VELDMAARSCHALK en de RABENHAUPT hebben zeeschade.

 

NRC 22 maart 1853114

Rotterdam, 21 maart. Door de Nederlandsche Handelmaatschappij zijn bevracht de volgende 25 schepen als:….

Voor Amsterdam: RABENHAUPT, kapt. Prange;….

 

NRC 21 mei 1853114

Kinderdijk, 19 mei. Heden is van de werf van de heren J. & K. Smit alhier met het beste gevolg te water gelaten het barkschip OTTOLINA, groot circa 370 gemeten lasten, voor rekening ener rederij onder directie van de heer Murk Lels te Alblasserdam, zullende worden gevoerd door kapt. J. Pranger…..

 

Algemeen Handelsblad 22 juli 1853114

Amsterdam, donderdag 21 juli. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 14 schepen, als:

Voor Amsterdam: MARGARETHA JOHANNA, kapt. M. Schou; ADMIRAAL JAN EVERTSEN, kapt. C.P. Kuyper; VAN DER WERF, kapt. P.C. Rogier; AMICITIA, kapt. D. Crap Hellingman; OTTOLINA, kapt. J.J. Prange, van Rotterdam; DRIE VRIENDEN, kapt. L.P. Anderson; LUCTOR ET EMERGO, kapt. S. Ouwehand, de beide laatsten van Middelburg…..

 

NRC 29 juni 1854114

Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 43 schepen, als:….Voor Schiedam: ALBLASSERDAM, kapt. P.G. Pott; OTTOLINA, kapt. J.J. Prange; ZALT-BOMMEL, kapt. C.J. Juta en VREDE, kapt. J.L. ter Bruggen, alle vier van Rotterdam.

 

NRC 17 mei 1856114

Rotterdam, 16 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 31 schepen, als:

Voor Rotterdam: …..OTTOLINA, kapt. J.J. Prange;…..

 

NRC 21 november 1858114

Deal, 18 november. Het Nederlandse schip (opm: bark) OTTOLINA, kapt. J.J. Pranger, van China te Londen aangekomen, heeft GBP 181.8/6 moeten betalen aan de logger die het schip in de morgen van 7 dezer een anker en ketting van Dover aan boord gebracht heeft. Men had GBP 350 gevraagd.

 

NRC 17mei 1859114

Rotterdam, 16 mei. Door de Nederlandsche Handel-Maatschappij zijn bevracht de navolgende 30 schepen:

Voor Rotterdam:…. OTTOLINA, kapt. J.J. Prange; ….

 

NRC 21 maart 1860114

Brouwershaven, 19 maart. Kapt. I.J. Prange, voerende het schip (opm: bark) OTTOLINA, van Java alhier binnen, rapporteert dat hij in de morgen van 16 maart, buiten de Hoofden (opm: Nauw van Calais), N-Voorland (opm: North Foreland) in peiling N.t.W, in aanzeiling is geweest met de Engelse schoener JANE, kapt. Beale, van Londen met guano naar Duinkerken bestemd. Bij deze aanzeiling zijn twee personen bij hem aan boord overgesprongen en alhier aangebracht, zijnde Samuel Marshalsen, stuurman, en Robert den Man, matroos, beiden van Weymouth. Volgens mening van die twee personen en de wachthebbende equipage zal de schoener gezonken zijn. Aan boord bevonden zich nog de kapitein en twee man.

 

Zierikzeesche Courant 21 maart 1860114

Brouwershaven, 20 maart. Binnengekomen de 17e dezer DUIVELAND, kapt. H. Hagers, van Rotterdam naar Batavia, gesleept per stoomboot ZUID-HOLLAND binnendoor van Hellevoetsluis.

De 18e dito OTTOLINA, kapt. J.J. Prange; PADANG, kapt. M.W. Zwart; BORNEO, kapt. D. van Amerongen qq, de laatsten van Batavia, allen naar Rotterdam.

 

NRC 23 juni 1861114

Krimpen aan de Lek, 22 juni. Heden is van de scheepstimmerwerf van de heren J. en K Smit alhier, met goed gevolg te water gelaten, het fregatschip (opm: bark) genaamd BATAVIA, groot circa 400 gemeten lasten, gebouwd voor rekening van een rederij onder directie van de heer M. Lels te Alblasserdam, bestemd voor de grote vaart en zullende worden gevoerd door kapt. J.J. Prange.

 

NRC 09 oktober 1863114

Batavia, 27 augustus. Vrachten. Door het late binnenkomen van de suikeroogst blijft de behoefte aan scheepsruimte nog beperkt. Bij de nog onbevrachte schepen kwamen enige arrivementen, waardoor de stemming wat verflauwde. Enkele bodems namen iets lagere charters aan, terwijl anderen offertes beneden NLG 100 voor suiker afsloegen. …. Onbevracht blijven nog: MAARTEN VAN ROSSUM, JANNETJE PAULINE CONSTANCE ELIONORE, CHRISTINA EN JEANNETTE, BATAVIA (kapt. Prange) en PRESIDENT PLATE.

 

NRC 30 oktober 1863114

Batavia, 14 september. Vrachten. De flauwere stemming nam toe door het arriveren van meerdere vrachtzoekende bodems, terwijl de langzame afvoer van de suikeroogsten geen dringende behoefte aan scheepsruimte deed ontstaan. Vele schepen prefereerden de huidige veiling van producten af te wachten in de hoop, dat de meerdere hoeveelheid ter afscheep ook wat meer vraag naar scheepsruimte zoude doen ontstaan. Intussen zijn de vrachten er niet op verbeterd. Sedert ons bericht van 27 augustus werd het volgende bevracht: het Nederlandse schip PRESIDENT PLATE laadt op de kust voor Rotterdam NLG 90 voor suiker en NLG 85 voor rijst. De Nederlandse INDIA is voor Rotterdam aangelegd. De Nederlandse DOLFIJN laadt te Soerabaija voor Hongkong tot geheime conditiën (vermoedelijk $ 0,40 voor rijst). De Nederlandse MARIA ADRIANA is voor $ 9000 gecharterd van Soerabaija naar Amoy en terug met 110 ligdagen. De Nederlandse BATAVIA, kapt. Prange, laadt suiker à NLG 90 naar Nederland. Heden is per telegraaf nog gecharterd het Nederlandse schip JOHANNA NLG 80 voor suiker van Samarang naar Rotterdam.

 

Dordrechtsche Courant 08 maart 1864114

Zeetijdingen……

…..Te Texel aangekomen, 5 maart, ZES GEZUSTERS, kapt. Rutgers, en TASMANIA, kapt. Jonker, beiden van Batavia; BATAVIA, kapt. Prange, en ETHA, kapt. Buschman, beiden van Banjoewangie.

 

NRC 12 april 1864114

Rotterdam, 11 april. Door de Nederlandsche Handel Maatschappij zijn bevracht de navolgende 24 schepen, als:

Voor Rotterdam: ….. BATAVIA, kapt. J.J. Prange; ….

 

 

Datum vanaf: 1845
Kapitein: Prange, Jacob Jans

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt R.J.Reinders als gezagvoerder gedurende:

*   1848 t/m 1854 van de bark “Hendrik Wester”, gebouwd in 1826 te Amsterdam, varend voor Kranenborg & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1854 in Straat Gaspar gestrand;

*   1861 t/m 1864 van de bark “Cornelis Anthonie”, gebouwd in 1857 te Bolnes, 644 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam;

*   1865 t/m 1866 van de bark “Huydekoper”, gebouwd in 1858 te Lekkerkerk, 755 ton o.m., varend voor van Zeylen & Decker te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” komt de volgende vermelding voor:

09 januari 1852 op de reede van Cilacap:

       “Ik vond hier op de reede De Hector Persille, de Zorgvliet, kapt Appel, de Hendrik Wester, kapt. Rijnders, De Tweeling Zusters, kapt. Karst en kapt. Dupain van de Koophandel.”

 

R.J.Reinders vertrok op 03 december 1862 van Brouwershaven met de “Cornelius Antonie”(sic) en 1 landmachtofficier plus een soldaat.`Hij arriveerde te Batavia op 14 april 1863 na een reis van 132 dagen065.

 

In de Harlinger Courant van begin maart 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat onder de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende096:

AMSTERDAM 3 Maart. Het schip Hendrik Wester, kapt. Reynders, van Bourgas herwaarts gedestineerd, is den 6 Februarij lek, met zware slagzijde, verstopte pompen en na een gedeelte der lading over boord geworpen te hebben, te Angostolt binnengeloopen, en had den 9 dito een aanvang gemaakt met lossen.”

 

Zierikzeesche Courant 16 maart 1864

Op 13 maart 1816 arriveerde te Brouwershaven de “Cornelis Anthonie”, kapt. R.J.Reijnders, komend van Passaroeang met bestemming Rotterdam.

 

 

Datum vanaf: 1847
Kapitein: Reinders, R.J.

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1826-11-22
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: CLARA HENRIETTE
Schipper: Fuchs, Johannes B
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: HENDRIK WESTER, kapitein Jacob Jans Prange
Collectie: particuliere collectie, niet gespecificeerd
Vervaardiger: Teupken Sr., Dirk Antoon (1801-1845)
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1826-37

BIJLBRIEF
Schip: CLARA HENRIËTTE

plaats en datum acte bijlbrief, Amsterdam, 16 november 1826

soort schip brik

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Haring Booy & Zonen, scheepsbouwers te Amsterdam, werf De Schol

eigenaar/aankoper Nederlandsche Scheepsrederij, Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen 157 lasten

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating 17 juni 1826

plaats en nummer van registratie Amsterdam, deel 12, folio 38, verso, case 6

datum van registratie 17 november 1826

notaris Burgemeester & Wethouders Amsterdam, 17november 1826, get. D.W. Elias


prijs (bij aan-/verkoop)

bijzonderheden: gebouwd in 1825 en 1826








researcher/datum research ML-2706

Naam CLARA HENRIËTTE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1826
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1826.37

deel VI, foto 015, 016
CEDULE

Naam schip CLARA HENRIETTE

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 23 november 1826

type schip brik

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Nederlandsche Scheepsrederij (directeuren Theodorus Johannes Kerkhoven, A. Horstman en W.O. Berg), Amsterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt. Johannes Balthazar Fuchs

grootte in tonnen 157 lasten

tuigage / aantal dekken twee masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 25 november 1826

nummer registratie deel 13, folio 47, verso, vak 2

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.




researcher/datum research: ML / 280715

Naam CLARA HENRIETTE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1826
Toegang 5074
Inventaris 1417
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1838.30
deel VII, foto 2 – 47
CEDULE

Naam schip voorheen genaamd CLARA HENRIETTE, thans door kopers genaamd HENDRIK WESTER

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 6 september 1838

type schip bark

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt. was kapt. D. Grim

eigenaar/koper firma Kranenborg & Zoon, Amsterdam (1/2e part) en Jan Goedkoop, Amsterdam (1/2e part, samen boekhouding voerende

te voeren door kapt. wordt kapt. Hendrik Deddes van Wijk

grootte in tonnen 157 lasten

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 10 september 1838

nummer registratie deel 36, folio 12, verso, vak 3

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopacte; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Wibrandus Kranenborg voor zijn firma Kranenborg & Zoon, en Jan Goedkoop.
De vorige zeebrief werd op 16 augustus 1838 ingeleverd bij de ontvanger te Amsterdam.


researcher/datum research: ML / 030616

Naam HENDRIK WESTER
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1838
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1838 – no. 30

KOOPBRIEF Clara Henriëtte

plaats en datum acte Amsterdam, 6 augustus 1838

type schip barkschip

kapitein Daniel Grim

verkoper Nederlandsche Scheepsreederij, Amsterdam

koper Jan Goedkoop, koopman te Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / nr van registratie

datum registratie

notaris Johannes Commelin, Amsterdam

prijs ƒ 28002

bijzonderheden

Naam CLARA HENRIËTTE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1838
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 1826
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: BIJLBRIEF Archiefnummer 5074/1419-1826-37

Jaar: 1826
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer AMS 5074.1417.1826.37

Jaar: 1838
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: KOOPBRIEF Archiefnummer 5074-1420-1838-no. 30

Jaar: 1838
Bron: ARCHIEF Gemeente Amsterdam
Omschrijving: CEDULE Archiefnummer AMS 5074.1417.1838.30
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk