1838
Op 11 mei 1838 wordt eerste zeebrief verstrekt voor de MARGARETHA JOHANNA, aangevraagd door T. van Schaak, Amsterdam, voor kapt. M. Schou. Deze werd in 1840 geretourneerd met daarbij als opmerking ‘het schip verongelukt’
ZP 241238 – 270
Den 5 september lagen ter rede van Batavia de schepen BATAVIER, kapt. Scharper, ZEEMEEUW, kapt. Claus, GOED VERTROUWEN, kapt. Bakker, POLLUX, kapt. Kat, FLEVO, kapt. Amsberg, MARGARETHA JOHANNA, kapt. Schou, ROTTESTROOM, kapt. Kuiper, NICKERIE, kapt. Bunnemeijer, JAVAAN, kapt. Meijer, en CATHARINA JOHANNA, kapt. Schneebeke.
1839
ZP 010539 – 379
Schepen in lading naar:
Batavia: het gekoperd tweedeks fregatschip MARGARETHA JOHANNA, kapt. M. Schou, (Oosterdok). Adres bij Coopman & de Witt & Lenaertz, van Olivier & Comp, Hoyman & Schuurman en De Vries & Comp.
1840
AH 240140
Volgens bericht van het Nieuwediep, d.d. 22 januari, zat die middag ten 3 ure bij de uiterton op het vaste strand een Nederlands driemastschip. Hetzelve stootte geweldig. De equipage bevond zich in het want, waarvan 3 man, welke zich in de heksloep wilden redden, verdronken waren. De reddingsboot kon niet aan boord komen. Volgens later bericht sloeg de zee over het schip. (opm: fregat MARGARETHA JOHANNA, bouwjaar 1838, kapt. M. Schou. Zie voorts AH 250140, ZP 250140 [2x], AH 270140 en DC 280140. Nog in juli 1840 wordt een nieuw schip met deze naam op stapel gezet [zie ZP 160740])
AH 250140
Amsterdam, 24 januari. Volgens particulier bericht is de 22e januari bij de uiterton van het Schulpengat van Texel gestrand een groot Nederlands driemast-schip van Dordrechtse bouwaard (opm: in 1838 gebouwd in Slikkerveer). Het volk bevond zich in het want, van welke twee man, welke zich met de hekjol wilden redden, zijn verdronken. Hetzelve stootte geweldig. De reddingsboot kon niet bij hetzelve komen.
Volgens nader bericht is hetzelve de MARGARETHA JOHANNA, kapt. Schou, van Batavia naar Amsterdam. De zee sloeg over het schip heen. De equipage is eerst gisterenmiddag door de reddingsboot gered.
ZP 250140
Aangaande het verongelukken van het schip MARGARETHA JOHANNA, kapt. M. Schou, van Batavia naar Amsterdam, wordt volgens brief van het Nieuwe Diep van de 25ste januari het volgende gemeld:
Bovengemelde bodem kwam eergisteren ten 2 ure op het strand, hetgeen hoofdzakelijk moet toegeschreven worden aan het verdrijven der uiterste ton bij de alstoen heersende storm, alsmede doordien er geen loodsen buiten waren, ofschoon deze ’s morgens vroeg zeer goed naar zee hadden kunnen gaan, bij de stranding liet de kapt. dadelijk het anker vallen, vermits bij de eerste schok het roer was afgestoten, hierop zwaaide het schip op de wind en daar het anker niet hield sloeg hetzelve op de buitenbank en stootte geweldig, om half vier uren was de bezaansmast en stengen reeds over boord. Drie loodsschuiten gingen op het sein der vlag van de vuurtoren naar buiten, doch kon hetzelve uit hoofde der over het schip heen slaande branding niet naderen. Inmiddels was men aan het strand bezig de reddingboot langs de duinen naar de strandingplaats te brengen, men bracht dezelve te water, doch kon onmogelijk door de branding komen daar de vloed inliep was het verder onmogelijk iets tot redding der equipage aan te wenden, waarvan 3 man zich in de heksloep hadden trachten te redden, welke echter dadelijk tegen het schip verbrijzelde; een van hen gelukte het zich met een vanglijn aan boord te redden, doch de matrozen H.G. Mencken en E.G. Entje werden een prooi der golven, de zee sloeg tot over de mars heen en men zag de mensen zich alle daarin begeven. – Des avonds werd de commandant der artillerie met overleg van de burgemeester aangezocht om te trachten een lijn over het schip heen te schieten, waartoe HEd. dadelijk de hand leenden en ’s nachts alles in gereedheid deden brengen, om ’s morgens met de dageraad daarmede proeven te nemen en ofschoon de gedane proeven mislukt zijn, zo heeft men echter gezien dat deze maatregel zeer doelmatig is en het raadzaam is alle daartoe benodigdheden in gereedheid te hebben om bij zodanige gelegenheden daarvan gebruik te maken. De heer Bakker, zeilenmaker aan Den Helder liet hierop een zijner boten halen en daar het intussen middag was geworden, besloot men hetzelve nog eens met de reddingboot te beproeven, dat slaagde gelukkig, dezelve kwam langs de zijde van het schip en redden 12 personen, middelwijl was de boot van de heer Bakker te water gebracht en deze gelukte het 13 mensen van het wrak te halen, daarop haalde de reddingboot de laatste man, zo dat ten 2 uur de equipage gelukkig was gered. Van het schip zal weinig geborgen kunnen worden, dan dat wat misschien aan strand aanspoelt.
LC 280140
Helder, den 23 januari. Gisteren namiddag ten drie ure werd alhier bericht gebracht, dat op hoogte van het zogenaamde Falga, in de nabijheid van het zeegat, een schip gestrand was, hetwelk zich door storm en hoge zeeën in gevaar bevond en hetwelk nader is gebleken te zijn MARGARETHA JOHANNA (opm: fregat, bouwjaar 1838), kapitein M. Schou, van Batavia naar Amsterdam. Zo spoedig mogelijk trachtte men om de reddingsboot op het punt des gevaars te brengen. Twee malen en wel eens des middags ten 4 ure en des nachts ten half drie ure trachtte men de schipbreukelingen te bereiken en te redden, doch tevergeefs waren die edele pogingen; de toenemende storm en de ontzaggelijke branding noodzaakte den kloeken mensenvriend onverrichter zake strandwaarts te keren.Intussen was de nood, waarin de schipbreukelingen, die zich tot behoud van hun leven allen in de grote mast hadden moeten begeven, zich bevonden, groot, en was het angstgeschrei om hulp en redding hartverscheurend en bijna niet om aan te horen.Bij de bestaande onmogelijkheid, om door middel van reddingboot of ander vaartuig den gestranden bodem te bereiken, werd op voorstel van den scheeps- agent Taylor door welwillendheid van de commandanten der artillerie besloten te beproeven, om door middel van werpschoten een lijn aan boord van het gestrande vaartuig te brengen en daardoor de gelegenheid tot communicatie daar te stellen. Zeven werpen uit een mortier van 29 duim, waren vruchteloos en alzo werden ook deze edele en loffelijke pogingen der artillerie met geen gunstig gevolg bekroond.Spoedig daarna, werd alsnu de reddingboot bemand met den schipper Jan Dito een de bootslieden Nicolaas Hettering, Jan Steijn, Jacob Vermeulen, Johannes Schendelaar, Jacob Duit en Anne Arends van den Berg, te water gebracht, en bereikten deze moedige mannen niettegenstaande zij, door ene gevaarlijke branding heen te werken hadden, de noodlottige plaats van waar zij het geluk hadden met een gedeelte der equipage behouden aan het strand weder te keren. Inmiddels was door den heer J. Bakker aan den heer Opperstrandvonder tot redding van het overige gedeelte der ongelukkigen aangeboden dofschuit van Huisduinen op het strand aangekomen en even spoedig, was dezelve bemand door den schipper Carel Fredrik Ellmer en de bootslieden Harmen Zeeman, Martinus Stijl, Pieter Nannings, Maarten Sinjewel, Jan Bontes, Jurrien Schippers, Reindert Kruk en Bute, die, met terzijdestelling van alle gevaren het wrakke schip bereikten en almede het geluk hadden 13 behouden schipbreukelingen aan wal te brengen. Nu bleek het dat nog een jong schepeling in den nood was achtergebleven, doch ook deze werd door bovengemelde bemanning der reddingboot met dezelfde bereidwilligheid even spoedig gered en bij zijne metgezellen gebracht. Groot was de deelneming van die honderden mensen, die op het strand aanschouwers waren van dit akelige toneel, en groot het getal van de zodanigen, die tot redding van hunnen evenmens hunne bereidwilligheid aan den dag legden; maar ook hartelijk was het gejuich van dankbaarheid en blijdschap bij elke aankomst der alle lofverdienende mensenvrienden, met de door hun geredden, die allen op de meest in de nabijheid bevindende boerenwoning van den pachter Leendert van ’t Hoff gebracht, en aldaar met gulheid en deelneming ontvangen werden.
DC 280140
In den namiddag van de 22e dezer is in de nabijheid van het gat van Texel gestrand het driemastschip MARGARETHA JOHANNA, kapitein M. Schou, komende van Batavia. Met ongelofelijke inspanning van krachten is het gelukt de schepelingen te redden. Slechts twee, die onbedacht hebben willen beproeven om met de kleine hekjol de wal te bereiken, zijn met dit vaartuig omgeslagen en in de golven omgekomen.