Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
A.J.Maas was met vlagnummer R337 in de periode 1851 t/m 1858 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1858 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar, op grond van Artikel 37 van het Reglement (d.i. het niet voldoen aan de financiële verplichtingen) uit het College is gezet. In het Jaarverslag 1859 staat dat de weduwe van kapitein A.J.Maas een uitkering heeft gekregen van f 37,50 voor een periode van 9 maanden. (kennelijk is kapitein Maas in 1859 overleden en had zijn weduwe toch nog recht op een uitkering).058.
De schepen van de kapitein
.
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein A.J.Maas met vlagnummer R337 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1851, 1855 van de bark “Bulgersteijn” 305 last varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam
Bouma025 vermeldt A.J.Maas las gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1858 van de bark “Bulgersteyn”, gebouwd in 1852 te Lekkerkerk, 577 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam.
Overige bijzonderhed
Geen
Datum vanaf: |
1852 |
Kapitein: |
Maas, A.J. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geen
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
B.Verhagen was met vlagnummer R323 in de periode 1856 t/m 1874 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058
B.Verhagen was in 1869 afwisselend commissaris van de Maatschappij058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1858 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij een schadevergoeding heeft gekregen van f 100,- vermoedelijk vanwege een ongeluk met zijn schip058
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van het College staat kapitein B.Verhagen met vlagnummer R323 als gezagvoerde in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859 van de bark “Bulgersteyn” 365 last varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam
* 1862 t/m 1867 van de bark “Tollens” 378 last varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam
Bouma025 vermeldt B.Verhagen als gezagvoerder gedurende:
* 1856 t/m 1857 van het schip “Vondel”, type niet genoemd, gebouwd in 1855 te Lekkerkerk, 590 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam. Het schip is, gaande van Hartlepool naar Singapore, in een typhoon gezonken bij Paracellen. De bemanning werd, varend in een reddingsboot,, na 5 dagen gered door een Hamburger brik;
* 1859 t/m 1861 van de bark “Bulgersteyn”, gebouwd in 1852 te Lekkerkerk, 577 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam;
* 1862 t/m 1867 van de bark “Tollens”, gebouwd in 1856 te Hendrik Ido Ambacht, 711 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam;
* 1868 op hetzelfde schip maar nu varend voor J.H.van Santen te Krimpen aan de Lek.
Overige bijzonderheden
B.Verhagen vertrok op 27 mei 1861 van Hellevoetsluis met de “Tollens” en een detachement van 3 officieren en 25 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 17 september 1861 na een reis van 113 dagen. In St.George d’Elmina werden 125 Afrikaanse recruten aan boord genomen. Eén van hen overleed onderweg065.
Datum vanaf: |
1859 |
Kapitein: |
Verhagen, B. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Geboren te Hellevoetsluis in 1822.064
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
Een G.Geerling wonend te Dordrecht was met vlagnummer 31 in de periode 31 mei 1860 t/m zijn bedanken in 1863 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de bark “Neerlandsch Koningin”, groot 351 lasten en met als boekhouder J.R.Veder & Zoon te Rotterdam
G.Geerling was met vlagnummer R445 in de periode 1856 t/m 1873 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat G.Geerling als gezagvoerder064:
* 1861 geen vermelding van een schip
In de Jaarverslagen van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein G.Geerling met vlagnummer R445 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1858, 1859 van de bark “Neêrlands Koningin” 350 last voor J.R.Veder & Zoon te Rotterdam
* 1862 t/m 1866 van de bark “Bulgerstein” 305 last voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam
* 1867 geen vermelding van schip en boekhouder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
G.Geerling Neerlands Koningin 26 juni 1857 27 februari 1860
Bouma025 vermeldt G.Geerling als gezagvoerder gedurende:
** 1857 t/m 1860 van de bark “Neêrlands Koningin” ex Erfprinses van Oranje, gebouwd in 1840 te Capelle a/d IJssel, 664 ton o.m., varend voor J.R.Veder & Zn te Rotterdam. het schip werd in april 1860 afgekeurd te Soerabaja;
* 1862 t/m 1867 van de bark “Bulgersteyn”, gebouwd in 1852 te Lekkerkerk, 577 ton o.m., varend voor Pistorius & Bicker Caarten te Rotterdam;
* 1869 t/m 1872 op de bark “Haamstede”, gebouwd in 1855 te Zierikzee, 738 ton o.m., varend voor M.C. de Crane & Zn te Zierkzee.
“Jacob Spin heeft het schip zo indrukwekkend mogelijk weergegeven; in volle lengte en vol getuigd vult de “Haamstede” bijna het gehele vlak”. Het schip draagt de nummervlag R29 van kapitein de Boer067.
Overige bijzonderheden
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
G.Geerling is op 7 oktober 1842 (Monsterrol 1142 in het Gemeentearchief van Dordrecht) matroos onder kapitein Pieter Hendriks Hazewinkel op het fregat “Bernard Hertog van Saksen Weimar,, 500 last/(1840) gebouwd op de werf van Barend van Limmen en met als reder Hendrik Brunner te Dordrecht.
In 1860 is hij kapitein op de bark “Koningin der Nederlanden” met als reder J.R. Veder te Rotterdam.(Bouma noemt wel sc`hepen met deze naam, maar niet met J.R.Veder als reder. Ook komt er geen Geerling in de lijst van gezagvoerders voor)
Zierikzeesche Courant 09 april 1864
Op 08 februari 1864 is te St. Helena gearriveerd de bark “Bulgersteijn”, kapt. C. Geerling
Datum vanaf: |
1862 |
Kapitein: |
Geerling, G. |
Overige informatie: |
0 |
Familiegegevens en opleiding
Johannes van Wijngaarden werd geboren op 23 september 1817 te Dordrecht als zoon van Adriaan Arnold van Wijngaarden en Anna van der Kloet.
Hij trouwde in 1870 met Maria Well, geboren in 1826 en weduwe van Edwin Potter.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.H.van Wijngaarden werd met vlagnummer 951 per 24 januari 1854 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein R.Grivel. Als zijn schip werd vermeld de “Rembrandt van Rhijn”. Toegevoegd is “bedankt” 002. (de inschrijving vond plaats juist tijdens de hernummering, zodat van Wijngaarden met het nieuwe nummer 557 in de Almanakken is opgenomen).
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 17/24 januari 1854 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd J.H.van Wijngaarden (alleen initialen), oud 35 jaar, voerend de bark “Rembrandt van Rhijn”, met als adres de heer J.Scheurleer Jz te Amsterdam, op voordracht van kapitein R.Grivel. Zijn vlagnummer werd 951 en per 01 mei 1854 nummer 557. Hij was alleen lid voor de vlag023.
J.H. van Wijngaarden was met vlagnummer R365 in de periode 1853 t/m 1855 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Johannes Hendrik van Wijngaarden, wonend te Dordrecht was in de periode 01 september 1859 t/m zijn overlijden op 18 januari 1889 met vlagnummer 104 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Ten tijde van de inschrijving had hij geen schip. 64a
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1855 van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in 1855 voor het lidmaatschap heeft bedankt058
In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 22 oktober 1889 wordt het overlijden gemeld van J.H. van Wijngaarden.064a.
In het kasboek van het Dordtse College dd 02 februari 1889 staat de de boeking van de uitkering aan O.W.P. van Tussenbroek “als uitvoerder van de uitersten wil van wijlen kapitein J.H. van Wijngaarden” van de regelementair toegestane f 200,-.064b
De schepen van de kapitein
In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat J. van Wijngaarden als gezagvoerder064a:
* 1861; 1874 geen vermelding van een schip
lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
557 1854-1857 bark Rembrandt van Rhijn toe Laer & Co
1858-1860 geen vermelding van schip en boekhouder
1861 bark Zeeploeg F.Haverkamp
1862-1863 brigt. Presto J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht
1864-1865 brik Henriëtte Susanna J.S.Vriesendorp te Dordrecht
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093
Naam kapitein Naam schip Vertrek Terugkomst
J.H. van Wijngaarden Henriëtte Susanna 11 0ktober 1865 09 november 1865
Bouma025 vermeldt J.H.van Wijngaarden als gezagvoerder gedurende:
* 1852 t/m 1853 van de 2/msch. “Arnoldina Catharina”, gebouwd in 1850 te Pillau, 161 ton o.m., varend voor A.van Lier te Rotterdam
* 1855 t/m 1858 op de bark “Rembrandt van Rhijn”, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 344 ton o.m., varend voor R.R.Toelaer & Co te Amsterdam;
* 1862 op het fregat “Zeeploeg” ex Zuidholland, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 520 ton o.m., varend voor F.Haverkamp te Amsterdam. Het schip werd in 1863 verkocht aan W.J.Hidde Bok te Den Helder en herdoopt in “Nieuwediep”;
* 1863 t/m 1864 op de schoenerbrik “Presto”, gebouwd in 1858 te Groningen, 219 ton o.m., varend voor Vriesendorp & Co te Dordrecht;
Zeetijdingen: 04 mei 1864 “Verongel. in de Golf van Mexico”;
* 1864 t/m 1867 op de brik “Henriette Suzanna”, ex Maassluis ex Anna, gebouwd in 1850 te Schiedam, 325 ton o.m., varend voor J.Vriesendorp & Zn te Dordrecht. In 1867 verkocht naar Antwerpen;
* 1868 t/m 1871 op de bark “Bulgersteyn”, gebouwd in 1852 te Lekkerkerk, 577 ton o.m., varend voor A.Sandberg & J.van Herwaarden te Dordrecht.
Zeetijdingen 20 mei 1871: “Gestooten en gezonken in Noorwegen”.
Overige bijzonderheden
In het dagboek van de Roever072 staat een verwijzing naar de “Bulgersteyn” van kapitein van Wijngaarden en wel:
Voor de wal bij Söderham,. Zweden.
“ … kwamen … voor de wal bij Sodeshamn (Söderhamn) nog steeds kruizende, bij Jungfrauland kwam een loods aan boord, werkten daarmede naar binnen tusschen ontelbare klippen en rotsen boven en onder water, waardoor het vaarwater op sommige plaatsen geen scheepslengte breed was en waar op een van die klippen nog de Ned. Bark Bulgersteijn zat, zijnde daarop kortelings verloren …”.
Ontleend aan van Blokland-Visser064:
MRD = monsterrol in het Gemeentearchief van Dordrecht
Op 09 november 1833 (MRD 652) monsterde Johannes Hendrik van Wijngaarden als lichtmatroos op het fregat “De Dordtenaar” en vertrok naar Batavia onder kapitein Hendrik Pieter Visser.
Op 11 juli 1836 (MRD 786) was hij lichtmatroos (op welk schip?) en vertrok naar Batavia.
Op 05 juli 1837 (MRD 827) was hij 4e stuurman op het fregat “Jacob Cats” onder kapitein Jacob van der Linden en vertrok naar Batavia.
Op 08 maart 1840 was hij 3e stuurman op hetzelfde schip maar dan onder kapitein Willem Derks.
Op 22 november 1859 was hij kapitein op de galjoot “Presto” te Dordrecht.
Op 14 september 1864 (MRD 2101)was hij gezagvoerder van de bark “Henriette Susanne” en vertrok met 11 man naar Frederikstad.
Op 21 mei 1867 (MRD 2261) was hij gezagvoerder van de bark “Bulgersteyn” en vertrok met 12 man naar Wyborg met als 1e stuurman Hendrik Derks Hazewinkel.
|