Inloggen
MAGDALENE - ID 3919


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1895-03-12 / 1906-04-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1856
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: George Thomas, Quincy (Mass.), U.S.A.
Launch Date: 1856-11-00
Delivery Date: 1856-12-16
Technical Data

Net Tonnage: 1138.35 Net tonnage
 
Length 1: 196.8 Feet (British) Registered
Beam: 32.2 Feet (British) Registered
Depth: 22.9 Feet (British) Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1895
Datum agenda: 1895-03-12
Register nr: 0
Scheepsnaam: MAGDALENE
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Bok, J.
Plaats: Amsterdam
Opmerkingen: voorlopige
uitreiking door Consul Bremen1895-03-12, uitreiking74-

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1856-12-16 MAGDALENE
Manager:
Eigenaar: Isaac Taylor, Boston (U.S.A.), U.S.A.
Shareholder:
Homeport / Flag: Boston (U.S.A.) / U.S.A.

Date/Name Ship 1857-01-14 MAGDALENE
Manager: D. H. Wätjen & Co, Bremen, Freie Hansestadt Bremen
Eigenaar: D. H. Wätjen & Co, Bremen, Freie Hansestadt Bremen
Shareholder:
Homeport / Flag: Bremen / Freie Hansestadt Bremen
Callsign: QBML

Date/Name Ship 1871-00-00 MAGDALENE
Manager: D. H. Wätjen & Co, Bremen, Germany
Eigenaar: D. H. Wätjen & Co, Bremen, Germany
Shareholder:
Homeport / Flag: Bremen / Germany
Callsign: QCPL

Date/Name Ship 1895-03-12 MAGDALENE
Manager: Firma E. J. Bok & Zonen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma E. J. Bok & Zonen, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Callsign: PJWD
Additional info: In Nederlandse krantenberichten wordt de naam van het schip – onjuist – als MAGDALENA opgegeven

Ship Events Data

1906-04-00: Laid up
NRC 12.04.1906 - Amsterdam, 11 april. De sedert augustus 1903 alhier in het Oosterdok liggende houten bark MAGDALENA, gebouwd in 1856 en eigendom van E.J. Bok & Zn alhier is, uit de hand verkocht naar Duinkerken om te worden gesloopt, en zal door de gisterenavond alhier aangekomen Franse sleepboot ATLAS derwaarts worden gesleept.
1906-05-00: Final Fate: Broken up

In Duinkerken gesloopt

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Harten von, Ferdinand

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Henke, H.

Datum vanaf: 1871
Kapitein: Probst

Datum vanaf: 1877
Kapitein: Meyer, C.

 

Familiegegevens en opleiding

Teunis Wijbrand Dekker werd geboren op 20 mei 1851 te Midsland (Terschelling) als zoon van kapitein Wijbrand Cornelis Dekker (zie aldaar).

Hij trouwde op 27 augustus 1874 met Anna Ages Schaap, geboren 24 augustus 1851 te Midsland en aldaar overleden op 19 september 1931.

Teunis Wijbrand overleed eveneens te Midsland op 14 augustus 1917.tresoar

 

Op de begraafplaats van Midlum is een witte grafsteen van Teunis Wijbrands Dekker (“in leven oud gezagvoerder”) en Anna A.Schaap. Aan de bovenzijde is een palmtak. Onderaan de steen staat Jé. 10 vers 8.

(juni 2009)

 

De schepen van de kapitein

Volgens Dekker en Roggen010 voer hij op de volgende schepen:

1883/'84-1886 "Stad Dockum", op 30 mei 1857 op scheepswerf King William te Amsterdam tewatergelaten als driemast clipper, fregat getuigd, 260 last (390 ton), voor rekening van de reders Posthuma en Goslings te Dokkum...

1886-1890 "President van Rijckevorsel (overgenomen van kapitein C.D.Swart (zie aldaar)). Barkschip van 716 ton, gebouwd in 1856 te Krimpen a.d. IJssel voor rekening van reder Hendrik Veder te Rotterdam...

1891-1895 ..."IJmuiden", bark 666 ton NM, in 1864 gebouwd voor rederij F.U.H.Reiger & Co te Amsterdam... (zie ook bij Reinder Dirks Swart).

1895-1896 ..."Magdalena", barkschip, 1138 ton, gebouwd op de werf Thomas te Quince (V.S.) in 1856

 

T.W.Dekker was in 1897 t/m 1899 gezagvoerder van het stalen schroefstoomschip “Alpha”, gebouwd in 1897 te Hartlepool, 2028 ton n.m., varend voor de Vrachtvaart Maatschappij “Bothnia” te Amsterdam.025

 

Bouma vermeldt T.W.Dekker als gezagvoerder gedurende

*   1883 t/m 1886 van het fregat “Stad Dokkum”, van stapel in 1855, in afbouw in 1856 op de werf “Koning William” te Amsterdam, gebouwd onder scheepsbouwmaaster A.v/d/ Hoog te Amsterdam, 390 ton, varend voor F.R.P.Victor te Amsterdam. Het schip was getuigd als 3-mast schoener. Het schip werd op 12 april 1886 te Amsterdam geveild voor f 4.000,- aan E.J.Bok & Zn en in 1887 gesloopt;

*   1887 van de bark “Lina en Johanna”, gebouwd in 1857 te Capelle aan de IJssel, 472 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*   1888 van het 3-mast schip “Martina Johanna” ex Antje, gebouwd in 1866 te Elshout, 856 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1888 op reis van New York naar Hull in zinkende staat verlaten;

*   1890 van het 3-mast schip “President van Rijckevorsel, gebouwd in 1856 te Krimpen aan de IJssel, 851 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*   1891 t/m 1895 van de bark ´IJmuiden”, op 09 april 1864 te Amsterdam te water gelaten, 756 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*   1895 t/m 1896 van het 3-mast schip “Magdalena”, gebouwd in 1856 te Quincy, Boston, 1250 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

1900 en later van het schroefstoomschip “Beta”, gebouwd in 1899 te Hartlepool, 1924 ton, varend voor de Maatschappij “Bothnia, B.J. van Hengel & E.J.Bok & Zn te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

"Kapitein Dekker maakte met zijn schepen "IJmuiden" en "Magdalena" meestal reizen op de Oostzee en naar Rusland. Vele door hem destijds meegebracht souvenirs getuigen van deze reizen: snuisterijen van zilver uit Rusland, bakken en tabakspotten uit Riga. Zijn vrouw, Anna Ages Schaap, voer als zovel zeemansvrouwen in die tijd, vaak mee, soms voor lange tijd. Ze stond er zelfs op het eiland om bekend, dat ze vele maanden van het jaar buitenslands vertoefde, varend en reizend. Door samenloop van omstandigheden heeft deze vrouw in een barre winter een tocht door de bossen van Finland gemaakt, in een slede getrokken door een koppel honden. Dit om de "Magdalena", het schip van haar man, te bereiken, die in een andere haven was binnengelopen dan oorspronkelijk werd verwacht."

Na deze periode als gezagvoerder op zeilschepen stapt kapitein Dekker over naar de stoomvaart. "Hij vaart nog enkele jaren als gezagvoerder op de schepen "Beta", "Gamma" en "Delta" van de rederij Bothnia te Amsterdam een voortzetting van de oude rederij E.J.Blok."

Teunis Wijbrand Dekker was een nauwe vriend van kapitein Rijnder Dirks Swart (zie ook aldaar). De laatste was stuurman onder Dekker op de "President van Rijckevorsel". "... ze blijven bij dezelfde rederij en lossen in latere jaren elkaar vaak af als gezagvoerder op de schepen van deze rederij" (de Amsterdamse rederij E.J.Blok & Zn.) "Als beiden in 1894 op de "President van Rijckevorsel" varen, gelukt het stuurman Swart om zijn kapitein, die door een zware stortzee overboord is geslagen, nog juist bij zijn haren te grijpen en hem weer aan dek te deponeren. De dag van die wonderbaarlijke redding is door beide zeelieden, ook later op Terschelling, nog vele malen bedronken en in dankbare herinnering bedacht".

De zoons van kapitein Dekker volgden de voetsporen van hun vader: “Wijbrand(Wiep), gezagvoerder: Halcyonlijn: Jan, hoofdmachinist bij de Verenigde Scheepvaart Mij en Age: gezagvoerder op het stoomschip “Nicolaas” van de Amsterdamse rederij Berghuis, met welk schip hij op 2 januarie 1920 verongelukt.010-p.107.

Het artikel bevat een portretfoto van Teunis Wijbrand Dekker.

 

T.W.Dekker was van 1885-1888 kapitein op het houten fregat “Martina Johanna”, in 1866/67 gebouwd door de Gebr. B.Pot te Elshout als “Antje”, 756 9856) ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam. Het schip is in 1888 op een reis van New York naar Bristol met lekkage Falmouth binnengelopen en op een volgende reis van New York naar Hull datzelfde jaar in zinkende staat verlaten op de Atlantische Oceaan052

 

 

De “MAGDALENA” was een houten driemast bark, gebouwd in 1856 door Thomas in Quincy, een plaats bij Boston in Massachusetts, aan de Quincy Bay.

De afmetingen waren 198.8 x 39.3 x 22.9 voet en het schip mat 1195 ton, resp. 1082 nieuwe register ton. Hoe die metingen in die tijd werden verricht weet ik niet.

De roepletters waren QCLP. Bij registratie werd een codering ingevoerd

 

Het schip werd op 20 januari 1895 in Bremerhaven voor 19000 mark aangekocht door E.J. Bok & Zoon in Amsterdam en de naam bleef ongewijzigd, ofschoon in de officiële lijst met roepnamen van de Ned. Koopvaardij de naam wordt geschreven als MAGDALENE. roepletters PJWD. De verkoper was Rederi D.H. Wätjes & Co in Bremen. Als afmetingen werd toen genoteerd op 56,70 x 10,70 x 7,01 meter.

De bark werd in augustus 1903 opgelegd in het Oosterdok te Amsterdam en op 11 april 1906 van Amsterdam naar Duinkerken gesleept door de Franse sleepboot ATLAS. Het vertrok op 12 April van IJmuiden en arriveerde op 13 april te Duinkerken waar het schip in dat jaar werd gesloopt.

Voorgaande gegevens werden me verstrekt door G.J.Mulder te Capelle aan de IJssel, die ze weer ontleende aan nagelaten gegevens van wijlen Luc Heyboer.

 

In krantenberichten zijn tot nu toe de volgende gegevens gevonden:

 

Povinciale Groninger Courant 19 oktober 1896

Helsingfors (opm: Helsinki), 11 oktober. De Nederlandse bark LINA EN JOHANNA, kapt. F. Dobbinga, van Hernösand naar Amsterdam, is hier de 8e oktober wegens tegenwind en verlies van zeilen binnengelopen en bij Sveaborg ten anker gegaan. Zodra het schip voorzien is van enige nieuwe zeilen en de wind gunstig is, zal de reis worden voortgezet.

 

Provinciale Groninger Courant 22 maart 1897

Amsterdam, 19 maart. Het Nederlandse schip (opm: bark) LINA EN JOHANNA, laatst bevaren door kapt. F. Dobbinga, is verkocht en wordt naar St. Maartensbrug (opm: bij Schagen, N.H.) gebracht om aldaar te worden gesloopt.

 

Provinciale Groninger Courant 18 mei 1900

Kroonstad, 15 mei. De scheepvaart is voor alle schepen geopend; de Nederlandse schepen MAGDALENA, NEERLANDS VLAG en YMUIDEN zijn ter rede gekomen.

 

Provinciale Groninger Courant 18 oktober 1901

Reval (opm: Tallinn), 16 oktober. De Nederlandse bark GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, is na op het strand te hebben gezeten, van West Hartlepool te Kroonstad lek binnengebracht

 

Provinciale Groninger Courant 28 oktober 1901

Reval (opm: Tallinn), 21 oktober. De Nederlandse bark GEORGE WASHINGTON` werd door de bergingstomer NEPTUN vlot gesleept.

 

Provinciale Groninger Courant 12 december1901

Amsterdam, 11 december. Het Nederlandse barkschip GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, zal te Kotka overwinteren. (opm: zie PGC 181001 en 281001)

 

NRC 12 april 1906

Amsterdam, 11 april. De sedert augustus 1903 alhier in het Oosterdok liggende houten bark MAGDALENA, gebouwd in 1856 en eigendom van E.J. Bok & Zn alhier is, uit de hand verkocht naar Duinkerken om te worden gesloopt, en zal door de gisterenavond alhier aangekomen Franse sleepboot ATLAS derwaarts worden gesleept.

Provinciale Groninger Courant 18 oktober 1901

Reval (opm: Tallinn), 16 oktober. De Nederlandse bark GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, is na op het strand te hebben gezeten, van West Hartlepool te Kroonstad lek binnengebracht.

 

NRC 04 januari 1902

Amsterdam, 3 januari. Van het Nederlandse schip GEORGE WASHINGTON, kapt. F. Dobbinga, 22 november (1902) van Methil naar Bremen vertrokken, is sedert niets meer vernomen. Men vermoedt, dat het schip in de Noordzee is vergaan en de uit 16 man bestaande equipage is omgekomen. De bemanning bestond uit de volgende Nederlanders:

  1. Dobbinga, kapitein, R. Jonker, 1e stuurman, C. Koen, 2e stuurman, H. Duif, kok, J. Mulder, zeilmaker, J. Buitenweg, D. de Boer, F. van Dok, T. Visser, matrozen. De overigen waren vreemdelingen.

 

 

Datum vanaf: 1895
Kapitein: Dekker, Teunis Wijbrand

Familiegegevens en opleiding

Thomas Wielema werd geboren te Schiermonnikoog op 07 april 1848 als zoon van Ruurd Melles Albertus Wielema en Maaike Tammes Meyer.

Hij trouwde te Schiermonnikoog op 14 december 1876 als kapitein met Elsje Carst/Karst, geboren te Schiermonnikoog op 14 februari 1852 als dochter van Jan Eises Carst en Lambertha Feyes Coerkamp. Zij overleed te Schiermonnikoog op 13 november 1893.

Thomas overleed te Groningen op 20 april 1922.

Hij ligt begraven op het kerkhof van Schiermonnikoog in rij 0706. Het graf is ion eigendom.117.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

T.R.Wielema was met vlagnummer 5 in de periode 1890 t/m 1919 lid van het Schiermonnikoger zeemanscollege “De Herkenning”. Vermelding van ledenlijsten stoppen in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart in 1919 en het is dus waarschijnlijk dat kapitein Wiebes tot een later jaar lid is gebleven.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

T.R.Wielema was gezagvoerder gedurende:

*         1889 t/m 1891 van de bark “Anna Margaretha”, ex Haamstede, gebouwd in 1855 te Zierikzee, 753 ton, varend voor W.H. de Wolf te Amsterdam. Het schip is in 1891 uit de hand verkocht voor f 10.000,- aan E.J.Bok & Zonen te Amsterdam (Sweys);

*         1891 t/m 1894 op de bark “Anna Margaretha” ex Haamstede, gebouwd in 1855 te Zierikzee, 753 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*         1895 t/m 1897 op de bark “Neerlands Vlag” ex-Pieter Adolf, gebouwd in 1864 bij E.S.Moseley te Newburyport, 771 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*         1897 t/m 1902 op het fregat “Magdalena”, gebouwd in 1856 te Quincy/Boston, 1250 ton, varend voor E.J.Bok & Zn te Amsterdam;

*         1903 t/m 1905 van de bark “Mathilde” ex Bougiena, ex Pillau, gebouwd in 1863 te Pillau, 430 ton, varend voor E.Dik te Groningen. Het schip werd in 1905 voor f 2325,- verkocht aan E.H.Dik te Groningen;

*         1906 t/m 1907 van hetzelfde schip maar nu varend voor E.H.Dik te Groningen. Het schip werd in 1907 verkocht naar Boulogne sur Mer voor Fr. 7.000,-.

 

Een portret van de bark “Magdalena” staat op p. 181 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het origineel is in het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen.

Een portret van de bark “Neerlands Vlag” staat afgebeeld op p. 1999 van het boek Het Schiermonnikoger Zeemanscollege en Pensioenfonds door Ron R. van Staveren c.s., Schiermonnikoog 2009, 444 pp. Het origineel is in bezit van ?

 

Overige bijzonderheden

Een portret van Thomas Ruurd Wielema is onderdeel van een groepsfoto op p.44 in: De laatste reis van het zeilschip GEORGE WASHINGTON door Douwe M.Homan. Uitgeverij ‘tHeer en Feer te Schiermonnikoog. 2005, 94 pp.

 

De Dorpsbode 40(20):1986.Bijdrage 44 meldt dat Thomas Wielema vanaf 1907 verder leefde als “rustend burger”.

In het kasboek 1898-1927 van het pensioenfonds “Goede Voorzorg” staat in 1899 de ontvangst van f 5,- van T.A.Wielema. Wellicht betreft het hier contributiebetaling en slaat de notering op T.R. Wielema.

 

De “MAGDALENA” was een houten driemast bark, gebouwd in 1856 door Thomas in Quincy, een plaats bij Boston in Massachusetts, aan de Quincy Bay.

De afmetingen waren 198.8 x 39.3 x 22.9 voet en het schip mat 1195 ton, resp. 1082 nieuwe register ton. Hoe die metingen in die tijd werden verricht weet ik niet.

De roepletters waren QCLP. Bij registratie werd een codering ingevoerd

 

Het schip werd op 20 januari 1895 in Bremerhaven voor 19000 mark aangekocht door E.J. Bok & Zoon in Amsterdam en de naam bleef ongewijzigd, ofschoon in de officiële lijst met roepnamen van de Ned. Koopvaardij de naam wordt geschreven als MAGDALENE. roepletters PJWD. De verkoper was Rederi D.H. Wätjes & Co in Bremen. Als afmetingen werd toen genoteerd op 56,70 x 10,70 x 7,01 meter.

De bark werd in augustus 1903 opgelegd in het Oosterdok te Amsterdam en op 11 april 1906 van Amsterdam naar Duinkerken gesleept door de Franse sleepboot ATLAS. Het vertrok op 12 April van IJmuiden en arriveerde op 13 april te Duinkerken waar het schip in dat jaar werd gesloopt.

Voorgaande gegevens werden me verstrekt door G.J.Mulder te Capelle aan de IJssel, die ze weer ontleende aan nagelaten gegevens van wijlen Luc Heyboer.

 

Provinciale Groninger Courant 14 december 1895

Bremerhaven, 10 december. Het Nederlandse barkschip NEERLANDS VLAG, kapt. T.R. Wielema, heeft bij het binnenkomen bij de Hoheweg vuurtoren (opm: Wezermonding) beide ankers verloren en is naar Nordenham opgesleept.

 

Provinciale Groninger Courant 21 april 1903

Delfzijl, 18 april. De hier opgelegde Nederlandse driemastschoener MATHILDE, ex-BOUGIENA, laatst gevoerd door kapt. Venema en in het voorjaar aangekocht door de heer E. Dik te Groningen, zal worden bevaren door kapt. T.R. Wielema.

 

 

 

 

 

Provinciale Groninger Courant 18 mei 1900

Kroonstad, 15 mei. De scheepvaart is voor alle schepen geopend; de Nederlandse schepen MAGDALENA, NEERLANDS VLAG en YMUIDEN zijn ter rede gekomen.

 

NRC 12 april 1906

Amsterdam, 11 april. De sedert augustus 1903 alhier in het Oosterdok liggende houten bark MAGDALENA, gebouwd in 1856 en eigendom van E.J. Bok & Zn alhier is, uit de hand verkocht naar Duinkerken om te worden gesloopt, en zal door de gisterenavond alhier aangekomen Franse sleepboot ATLAS derwaarts worden gesleept.

 

 

Datum vanaf: 1897
Kapitein: Wielema, Thomas Ruurd
College: De Herkenning, Schiermonnikoog
Vlagnummer: 5
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 19??
Kapitein: Swart, R.

Algemene informatie

De officiële verkoop van Isaac Taylor aan de rederij en handelsfirma D.H. Wätjen & Co vond plaats op 14.01.1857. De koopprijs bedroeg DLR 78000.
Op 16.12.1856 was de MAGDALENE reeds onder deze naam opgenomen in het Scheepsregister te Boston, V.S, een duidelijke indicatie dat de onderhandelingen tussen verkoper (als opdrachtgever aan de werf) en koper reeds tijdens de bouw moeten hebben plaatsgevonden.
De Flaggenattest volgde 12.2.1857.
Op 08.06.1857 werd het schip in Bremen in het Scheepsregister ingeschreven.
In de koopakte wordt als eerste kapitein Ferdinand von Harten genoemd. Mogelijk heeft hij het schip naar New Orleans gebracht, vanwaar kapitein H. Henke de MAGDALENE naar huis zou varen. (P.P.W.)

De naam MAGDALENE dankt het schip aan de in 1843 geboren oudste dochter van Christian Heinrich Wätjen (1813-1887), zoon van de oprichter van de firma Diedrich Heinrich Wätjen (1785-1858). Dit was van de rederij reeds het tweede schip van die naam. De eerste werd in 1847 door Johann Lange in Vegesack gebouwd en in mei 1856 naar Genua verkocht. Na verkoop van de onderhavige MAGDALENE kocht men uit de vaart de in 1891 bij Ramage & Ferguson in Leith gebouwde TRADE WINDS, die ook weer de naam MAGDALENE kreeg. (P.P.W.)

Op haar eerste reis voor de nieuwe eigenaars liep het schip op 20 mei 1857 te Bremerhaven binnen met een lading van 3700 balen katoen uit New Orleans.
Tot 1869 zou het schip in totaal 27 trans-atlantische reizen maken. De ladingen bestonden voornamelijk uit tabak naar Bremen en katoen naar Liverpool of Bremen, maar ook wel graan, meel, oliekoeken, walvisolie en koffie voor Londen of Antwerpen. Op de uitreis naar de Verenigde Staten bestond de lading uit Carrara-marmer vanuit Livorno (2x), zwavel uit Girgenti in Sicilië (3x), en maar liefst tien keer met emigranten naar New York.
Vanaf 1869 vervoerde de bark echter uitsluitend petroleum. In 1872 maakte de MAGDALENE nog weer een reis met emigranten, de laatste, en bracht toen maar liefst 569 emigranten naar hun nieuwe vaderland.

Tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 werd door de rederij de lading petroleum als Amerikaans eigendom opgegeven. Dit verhinderde de Franse kanonneerboot d’ESTAING echter niet om de MAGDALENE op 17 oktober 1870 bij de ingang van het Kanaal te kapen en naar de oorlogshaven Brest te slepen. Kaptein Henke belandde met tien man van de bemanning in krijgsgevangenschap in St. Malo, de tweede stuurman werd met negen andere leden van de bemanning in Granville geïnterneerd en alleen de eerste stuurman bleef met vier matrozen op het schip in Brest achter.
Na afloop van de oorlog kocht de rederij het schip voor FRS 150500 van de Franse staat terug. Kapitein Probst werd naar Brest gezonden om het schip naar Bremen terug te zeilen. Op 11 augustus 1871 schreef C.H. Wätjen: Ik ben erg blij dat wij dat goede schip terughebben. Als schadevergoeding aan de rederij keerde de Duitse staat 81000 mark uit.

Op 5 april 1872 hervatte de MAGDALENE de petroleumvaart, slechts onderbroken door een eenmalige lading Kentucky-tabak, die naar Genua werd gebracht in het kader van de afwikkeling van een zaak met de Italiaanse regering. Uiteraard werd na lossing in Sicilië voor de uitreis weer zwavel geladen naar New York.
Van 1872 tot 1893 heeft het schip in totaal 50 ladingen petroleum naar Europese havens vervoerd, steeds tussen 7500 en 8000 blikken per reis. Hiervan ging het schip 35 keer naar Bremen resp. de petroleumhaven Geestemünde, negen keer naar Hamburg, en zes keer was de bestemming Dublin, Bristol, Antwerpen, Rotterdam of Aarhus. Het laden en lossen ging steeds zeer snel. De uitreis ging in ballast, of men nam emballage en een enkele keer portland cement mee. In 1893-1894 werden nog drie ladingen tabak naar Bremen gebracht.
(H.W.)

Op 20 januari 1895 werd de MAGDALENE in Bremerhaven voor 19000 mark verkocht aan E.J. Bok & Zoon, Amsterdam.
Gegevens: 198.8 x 39.3 x 22.9 voet, 1195 ton / 1082 NRT. (L.C.H.)

De MAGDALENA werd in augustus 1903 opgelegd in het Oosterdok te Amsterdam.
Op 11 april 1906 van Amsterdam naar Duinkerken gesleept door de Franse sleepboot ATLAS.
Op 12 april vertrokken van IJmuiden en 13 april aangekomen te Duinkerken waar het schip in dat jaar werd gesloopt.

In Nederlandse krantenberichten wordt de naam van het schip – onjuist – als MAGDALENA opgegeven:

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Bronnen:
Officiële lijst met roepnamen van de Nederlandse Koopvaardij
Het boek van Hans Wätjen: Weißes W im blauen Feld. Die bremische Reederei und Überseehandlung D. H. Wätjen & Co. 1821 – 1921. Wolfsburg 1983. (H.W.)
Bremisches Schiffsregister Band 8 S. 42
Schiffsnebenbuch Band XII, S. 505 ff.
NRC, PGC
Dr. P.M. Pawlik, Bremen (P.P.W.)
L.C. Heijboer (L.C.H.)
S. Parma (S.P.)