Inloggen
HENDERIKA HILLECHIENA - ID 18180


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1870-02-00 / 1897-04-04 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1870
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Galjoot
Masten: Two masts
Material Hull: Wood, oak, sheathed with copper
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Smit, Johannes Jans, Foxholsterbosch (Gem. Hoogezand), Groningen, Netherlands
Werfnummer:
Launch Date: 1869-10-16
Delivery Date: 1870-02-00
Technical Data

Net Tonnage: 100.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 24.60 Meters Registered
Beam: 5.80 Meters Registered
Depth: 2.76 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1879
Datum agenda: 1879-01-31
Register nr: 0
Scheepsnaam: HENDRIEKA HILLECHIEN
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Kladder, E.H.
Plaats: Groningen
Opmerkingen: zeebrief
1879-01-31, gunstige beschikking uitreiking zb111-1879-01-25

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1870-02-00 HENDRIKA HILLECHIEN
Manager: Evert Hendrikz. Kladder, Winsum, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Evert Hendrikz. Kladder, Winsum, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Winsum / Netherlands

Date/Name Ship 1885-02-00 CITO
Manager: Jan Hendrik Kruize, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Jan Hendrik Kruize, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands

Date/Name Ship 1889-02-02 WENDELINA WICHERDINA
Manager: G.P. ter Haseborg, Scheemda, Groningen, Netherlands
Eigenaar: G.P. ter Haseborg, Scheemda, Groningen, Netherlands
Shareholder: Firma Sijpkens & Stoop
Homeport / Flag: Scheemda / Netherlands

Ship Events Data

1881-12-09: Damaged
Rotterdam, 9 december 1881. Volgens telegram is het Nederlandse galjootschip HENDERIKA HILLECHIEN (opm: mogelijk HENDRIKA HILLECHIENA), kapt. Kladder, te huis behorende te Winsum, bestemd met een lading stokvis van Bergen naar hier, na 3 weken in zee geweest te zijn, met schade aan schip en tuig aldaar teruggekomen. De lading behoeft niet gelost te worden.
1887-06-01: Grounded
Londen 1 juni 1887. Het Nederlandse schip CITO, kapt. J.H. Kruize, van Engelholm naar Bristol, is bij Port Cawl aan de grond geraakt, doch ogenschijnlijk zonder schade weder vlot geworden en heeft de reis voortgezet.
1894-01-08: Damaged
Londen, 8 januari 1894. De kof WENDELINA WICHERDINA, kapt. F.J. Venema, bestemd naar Duinkerken, liep te Portsmouth binnen met verlies van kluiverboom en boegspriet.
1897-04-05: Final Fate:
SV 050497
IJmuiden, 5 april. Door de vissloep VL 174 schipper D. van Dorp is alhier aan gebracht de uit vier man bestaande equipage van het jl. dinsdag in de Noordzee in zinkende staat verlaten Nederlands kofschip WENDELINA WICHERDINA, thuis behorende te Groningen, bestemd van Newcastle naar Thisted met stukgoed. Sinds een tweetal dagen had het schip met storm en hoge zeeën te kampen gehad, waardóór het zwaar lek werd. De redding had plaats met hoge zee en stormweer en begon ’s middags 12 uur. De eerste pogingen werden gedaan door een reddinggordel aan een lijn te binden en tegen het in nood verkerende schip te laten drijven waarmede de stuurman werd gered; na herhaalde verdere pogingen daarmee had dit geen verder resultaat. Drie der bemanning der vissloep stelden toen zelf voor, (het was reeds half drie ‘s middags) om hunne boot over boord te zetten en hun eigen leven op het spel te zetten om nog een laatste poging te willen doen tot redding der nog drie overige schipbreukelingen. Gelukkig werd deze moedige daad met goeden uitslag bekroond en mochten zij het genoegen smaken te kwart over drieën weer langszijde der vissloep te zijn met de drie andere van een wissen dood geredden De kof was reeds ten vier uur geheel onder de golven bedolven. Hulde aan die helden, waarvan de namen zijn : stuurman J. Groeneveld, matroos D. Verkouten en matroos Y. Plukker allen uit Vlaardingen. De schipbreukelingen roemen ten zeerste de uitstekende behandeling aan boord der vissloep en prijzen ten hoogste de moedige daad door de drie mannen verricht.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Evert Hendriks Kladder werd geboren op 01 december 1816 te Obergum, gem. Winsum als zoon van de schipper Hindrik Kladder en Geessien Pieters Ellens.

Hij trouwde op 12 september 1840 te Winsum als schipper met Geertruid Jurjens de Boer , geboren te Ranum, gem. Winsum op 03 juli 1819 als dochter van de landbouwer Jurjen Klaassen de Boer en Hilje Heeres Wierda. Vader Hindrik werd nu verrmeld als “winkelier”. Geertruid overleed op 17 mei 1884 te Obergum, gem. Winsum op 17 mei 1884, 64 jaar.

Hij overleed te Obergum gem. Winsum op 29 maart 1888, 71 jaar

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.H.Kladder was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 17 in 1885.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt E.H.Kladder als gezagvoerder gedurende:

*    1871 t/m 1885 van de kof “Hendrika Hillechiena”, gebouwd in 1870 te Foxhol, 95 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Winsum. Het schip voer in 1886 onder kapitein/eigenaar J.H.Kruize te Groningen en was herdoopt in “Cito”.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1870
Kapitein: Kladder, Evert Hendrikz

Familiegegevens en opleiding

Jan Hendrik Kruize werd geboren op 19 augustus 1856 te Groningen als zoon van de schipper Jan Kruize en Tiessina Limborg.

Hij trouwde op 19 januari 1882 te Groningen als schipper met Sieke van der Land, geboren op 23 januari 1857 te Emden, Duitsland, als dochter van Lippe van der Land en Johanna Melles Oosinga. Sieke overleed op 06 april 1942 te Groningen, weduwe, 85 jaar.

Jan Hendrik overleed op 06 mei 1933 te Groningen, 76 jaar.

Burgerlijke Stand gegevens vermelden Jan Kruize als brandmeester in 1884, schipper in 1886, 1890,  zonder beroep in 1893,1933,  scheepsbevrachter in 1910, 1911.

 

 

 

  1. 44 in: “Zeemanscollege DE GRONINGER EENDRACHT. Gedenkboek 1830-1930”

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.Kruize was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 15 in 1884, met vlagnummer 26 in de periode 1889 t/m 1894, met vlagnummer 43 in de periode 1896 t/m 1899 en met vlagnummer 47 in de periode 1900 t/m 1904,

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

“De tegenwoordige voorziter de heer J.H.Kruize (dus 1930), in 1882 als zeevarend lid tot het College toegetreden, werd in 1901 benoemd tot lid van de jongenscommissie, waarop in 1902 zijn benoeming volgde als secretaris dier Commissie, welke functie ZEd. In december 1909 moest neerleggen in verband met zijn verkiezing tot voorzitter van het College”

De jongenscommissie hield zich bezig met het uitkering van toelagen aan jonge aspirant zeelieden

  1. 40-41 in:“Zeemanscollege DE GRONINGER EENDRACHT. Gedenkboek 1830-1930”

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.H.Kruize als gezagvoerder van/in:

*    1881 t/m 1883 van de tjalk “Unanimité”, gebouwd in 1880 te Martenshoek, 62 ton n.m., varend voor W.Bodewes te Martenshoek. Het schip is in 1883 te Kniepsand *Wyk auf Föhr) gestrand en verkocht;

*    1886 t/m 1889 van de galjoot “Cito”, gebouwd in 1870 te Foxhol, 83 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip voer in 1890 onder kapitein/eigenaar T.J.Venenga te Groningen en was herdoopt in “Wendelina Wicherdina”;

*    1890 t/m 1893 van de stalen koftjalk “Hendrika’, gebouwd in 1889 te Martenshoek, 88 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip voer in 1894 voor kapitein/eigenaar te Groningen en was herdoopt in “Roelfina”;

*    1895 t/m 1898 van de stalen 2/m schooner “Selina Johanna”. gebouwd in 1895 bij Verstockt te Martenshoek, 174 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;

 

In de ledenlijst 1893 van het Groninger zeemanscollege in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart wordt J.K.Kruize met vlagnummer 26 vermeld als gevoerder van de “Hendrika”

 

Overige bijzonderheden

“Op 25 februari 1895 liet Gerardus Verstockt, scheepsbouwmeester te Martenshoek, in het Kadaster te Groningen inschrijven ‘…volbouwd en nieuw van de bijl te water gebragt een schoonerschip genaamd ‘Selina Johanna’ in eigendom toekomend en bevaren wordende door J.H.Kruize … ‘   Op 1 maart 1895 vond de proefvaart en oplevering plaats van de 2-mast gaffelschoener van kapitein/eigenaar Jan Hendrik Kruize uit Groningen. Het schip bleek een snelle zeiler en maakte niet alleen vele reizen op de West Europesche kust, doch werd regelmatig gesignaleerd in de Middellandsche Zee, alsmede het Caraíbische gebied en langs de Amerikaanse oostkust. Aanvankelijk bevoer reder Kruize het schip zelf als kapitein, doch in latere jaren zouden nog zeker vijf andere Groningers het gezag bekleden.”097-p.45 en 150.

 

In het boek WIE ZEE HOUDT WINT DE PRIJS. 150 jaar Koninklijk Zeemanscollege De Groninger Eendracht. door Hylke Speerstra, Uitgegeven door het Koninklijk Zeemanscollege “De Groninger Eendracht”, 1980101 staat op p.102 een herinnering van schoenerkapitein Jan Kruize: “Vader was rond de eeuwwisseling voorzitter van het Zeemanscollege “de Groninger Eendracht”. De schippers en hun vrouwen kwamen met glimmende koppen de zaal in bij café Huizinga aan de Grote Markt. … Een tweetal bestuursleden fungeerden op die dag van het Eendrachtsfeest als vlaggekapitein. Ik zie de schippers Reint Slangenburg en Rein Speelman bij alle kapiteinshuizen in de stad voorbij lopen … De twee mannen moesten controleren of ieder lid van “De Eendracht” wel de vlag had uitgestoken. Wie het had vergeten of om één of andere reden niet mee wilde doen, moest een boete betalen en kon zelfs als lid geroyeerd worden. Ik kan me niet herinneren dat iemand ooit vergat te vlaggen. Toch bleef de parade van de vlaggekapiteins lang traditie. … “

Een overeenkomstig verhaal staat in:

“De voorbije vloot. Verhalen en herinneringen van de laatste echte schippers” door Hylke Speerstra. Olympus 3de druk 2001, 301 pp. en wel in het stuk op p.234-241 net de titel “Naar Labrador”, Jan Kruize (1884) uit Zuidhorn.

En voorts:

“Toen stond het voor mij als een paal boven water dat ik zeeman zou worden, liefst kapitein op een eigen schip. Daarvoor had ik overigens ruime kansen, doordat mijn vader al enkele schepen had varen. Maar die kansen werden kleiner nadat mijn oom Lucas van der Land met z’n zoon plus nog een paar mannen op zee verongelukten. Onze familie heeft vier maanden gewacht op bericht. Toen wisten ze zeker dat ze gebleven warn. Nooit is meer een spaan teruggevonden van dat schip. M’n moeder, m’n tantes; ze waren er allemaal faliekant op tegen dat ik op m’n dertiende naar zee ging.

Vader stuurde me niettemin naar de zeevaartschool. Hij zag, nu hij aan de wal zat als bestuurslid van de Eendracht en als bevrachter, dat er een goed bestaan was op te bouwen in de kleine handelsvaart. Hij wist ook erg goed dat sommigen rijk werden. …

“Ondanks de tegenkantingen in de familie zag ik als dertienjarige kans naar zee te komen. Ik ging als koksmaatje mee met de Petronella van Wander Kramer. ’t Was een mooie tweemastschoener. Ik weet dat we op die eerste reis cichoreiwortels in hadden voor Rauma in Finland. Als koksmaatje was je natuurlijk weinig in tel aan boord. Ik weet hoe we door de Jammerbocht boven Jutland langs, naar het noorden koersten. Het moet 1897 of daaromtrent geweest zijn

 

NRC 13 oktober 1895

Mandal, 8 oktober. De gezagvoerder van de Nederlandse schoener SELINA JOHANNA, van Halmstadt met mijnstutten naar Blyth bestemd, te Mandal binnengelopen, rapporteert dat hij gisteren op 60 mijlen van Lindesnaes de Duitse brik MAX verlaten heeft aan getroffen. Kapt. Kruize liet zijn uit 5 koppen bestaande equipage twee man op de brik overzetten, die met behulp van de sleepboot RIJVINGEN het te Kleven binnenbrachten. De brik is dicht en heeft ogenschijnlijk geen schade. Er bevonden zich twee boten op dek, doch de scheepspapieren en uitrusting der equipage waren niet aanwezig. Het roer was, toen de bergers aan boord kwamen, vastgesjord en de zeilen waren beslagen.

 

NRC 17 oktober 1895

Christiansand, 11 oktober. De brik MAX, uit Rostock, door de Nederlandse schoener SELINA JOHANNA verlaten te Mandal binnengebracht, had, toen zij op 57º10’ N.B. en 03º32’ O.L. werd aangetroffen, 10 voet water bij de pompen. Met het stoomschip RYVINGER, die de brik binnensleepte, was acoord gemaakt voor 150 kronen.

 

NRC 06 november 1896

Delfzijl, 4 november. Het stoomschip DUNDEE, komende van Hamburg naar hier, is hedenavond in aanvaring geweest met het ijzeren schoenerschip SELINA JOHANNA, kapitein Kruize, van Emden naar Londen, dat ten anker lag op de rede bij Delfzijl. Het schip (opm: de schoener) is met averij aan de boegspriet en kluiverboom lek de haven binnengesleept.

 

Stalen 2-mastschoener “Selina Johanna”

 

 

Datum vanaf: 1885
Kapitein: Kruize, Jan Hendrik

Familiegegevens en opleiding

Franciscus Jacobus Venema is geboren te Groningen op 13 maart 1845 als zoon van Jacob Venema en Marchien Sobering.

Het gezin Venema verhuisde op 09 mei 1882 van Groningen naar Scheemda.

Franciscus trouwde te Groningen op 23 december 1869 met Klazina Valkema, geboren te Groningen op 08 oktober 1841 als dochter van Berent van Bolhuis Valkema en Anna Catharina Elisabeth Venema. Zij overleed te Groningen op 17 november 1914. Het echtpaar kreeg ca 1871 in Groningen een zoon Jacob, die op 26 mei 1904 in Groningen trouwde met Mathilde Beijer, geboren in Thisted, Denemarken ca. 1874 als dochter van Heinrich Eduard Beijer en Magdalena Cathrine Sand.

Franciscus trouwde voor de 2e maal in Groningen op 11 november 1915 met Annigje ten Cate, geboren op 02 februari 1854 in Sappemeer als dochter van de zilversmidsknecht Hindrik ten Cate en Grietje ten Cate. Annigje was de weduwe van Uge Bos. Annigje overleed op 11 april 1921 te Groningen.

Burgerlijke Stand gegevens vermeldem Franciscus Jacobus als schipper in 1869, 1871, als brugwachter in 1904, 1905, zonder beroep in 1915, 1920.

Franciscus staat in de huwelijksakte uit 1904 te Groningen van zoon Jacob gemeld als “werkhuisvader”.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.J.Venema was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 26 in de periode 1877 t/m 1879, met vlagnummer 31 in de periode 1890 t/m 1896 en met vlagnummer 17 in 1897.

 

Als initialen geven de ledenlijsten in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart T.J. en in die van Sweijs F.J.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt F.J.Venema als gezagvoerder gedurende:

*   1870 t/m 1875 van de schkof “Lubbegiena”, gebouwd in 1859 te Sappemeer, 91 ton o.m., varend voor H.E. de Jonge te Groningen;

*   1876 t/m 1879 van de koftjalk “Jonge Jacob”, gebouwd in 1875, bouwlocatie niet vermeld, 69 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;

*   1890 t/m 1897 van de galjoot “Wendelina Wicherdina” ex Cito, ex Hendrika Hillechiena, gebouwd in 1870 te Foxhol, 83 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;

*   1897 t/m 1898 van de ijzeren galjoot “Mathilda”, gebouwd in 1897, bouwlocatie niet vermeld, 109 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Scheemda. Het schip is in 1898 gestrand op Wight en het wrak werd verkocht.

 

In de ledenlijst van “De Groninger Eendracht” opgenomen in de almanak van het College uit Veendam in 1892/1893 wordt F.J.Venema met vlagnummer 31 vermeld als kapitein van de “Wendelina Wichardina”

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1889
Kapitein: Venema, Franciscus Jacobus

Monsterrollen

Opgemaakt Harlingen
Datum: 1876-03-21
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: HENDRIKA HILLECHIEN
Schipper: Kladder, E.H.
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

1869

PGC 191069
Foxholsterbosch, 16 oktober. Heden is van de werf van de Gebr. Smit alhier met goed gevolg van stapel gelopen het nieuw gebouwd tjalkschip HINDERIKA HILLECHINA, groot 100 zeetonnen, voor rekening van en gevoerd zullende worden door kapt. E. Kladder, van Winsum.

1870

Op 07-02-1870 wordt voor de HENDRIKA HILLECHIEN door kapt. eigenaar E.H. Kladder uit Winsum een eerste zeebrief aangevraagd voor zichzelf.


1872

DT 130872
Vlie, 10 augustus. Binnen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Riga.

1873

DT 010473
Vlie, 29 maart. Uitgezeild HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder naar Stockholm.

OHC 280573
Texel, 27 mei. Binnengekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Norrköbing.
DT 050773
Vlie, 3 juli. Uitgezeild HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder naar Stockholm.
ST 270973
Zoutkamp, 22 september. Binnengekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Riga.
 

1874

NRC 100374
Groningen, 7 maart. Aangaande het vermoedelijk verongelukken van het te Pekela thuis behorende schip MARIA JANTINA, kapt. De Boer, van hier naar Gloucester, waarvan reeds vroeger in ons blad melding werd gemaakt, bericht kapt. Kladder, voerende het schip HENDRIKA HILLECHIENA, van hier te Swansea binnen, dat hij genoemd schip met de gehele bemanning heeft zien verongelukken, doch dat het hem wegens het noodweer onmogelijk was geweest hulp te verlenen.
PGC 170374
Swansea, 12 maart. Kapt. Kladder van het schip HENDRIKA HILLECHIEN, hier van Groningen aangekomen, meldt, dat het bericht volgens de Shipping and Mercantile Gazette

omtrent het vergaan van de MARIA JANTINA, kapt. De Boer, onjuist is, hebbende de kapitein het schip slechts gepraaid. Verscheidene scheepstoebehoren, waarschijnlijk van de MARIA JANTINA, zijn hier opgevist en ongetwijfeld is dit schip buiten het Kanaal (opm: Bristol Channel) verongelukt.
DT 010874
Vlie, 30 juli. Binnengekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Helsingfors.
DT 290874
Vlie, 27 augustus. Uitgezeild HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder naar Stockholm.

1875

ST 230175
Texel, 22 januari. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Leith.
ST 050475
Texel, 3 april. Uitgezeild HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder naar Stockholm.

1876

DT 121276
Tessel, 9 december. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Trömso.

1877

ST 151077
Zoutkamp, 11 oktober. Binnengekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Newcastle.

1878

DT 250578
Vlissingen, 21 mei. Uitgezeild HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder op avontuur.

1879

ST 220279
Zoutkamp, 20 februari. Uitgezeild HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder naar Clouchester.
DVF 210679
St. Ubes, 8 juni. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Aveiro.
ST 300679
Maassluis, 27 juni. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van St. Ubes.

1880

DVF 100680
Newcastle, 4 juni. Binnengekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Nerva.
DVF 281080
Kopenhagen, 21 oktober. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Stettin.
DT 271180
Delfzijl, 24 november. Binnengekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Stettin naar Leer.
ST 081280
Delfzijl, 5 december. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Leer.

1881

DT 080181
Oostmahorn, 5 januari. Uitgezeild HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder naar Clouchester.
DVF 260281
Sharpness, 21 februari. Vertrokken HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder naar Brugge.
DVF 050581
Bayonne, 28 april. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Londen.
DVF 210581
Bayonne, 14 mei. Uitgezeild HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder naar Riga.
DVF 140781
Bolderaa, 8 juli. Aangekomen HENDERIKA HILLECHIENA, E.H. Kladder van Nederland.
DT 090881
Maassluis, 6 augustus. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Riga.
ST 270881
Zoutkamp, 24 augustus. Binnengekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Rotterdam.
DT 140981
Oostmahorn, 10 september. Uitgezeild HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder naar Londen.
DVF 031181
Bergen, vóór 23 oktober. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Londen.
NRC 101281
Rotterdam, 9 december. Volgens telegram is het Nederlandse galjootschip HENDERIKA HILLECHIEN (opm: mogelijk HENDRIKA HILLECHIENA), kapt. Kladder, te huis behorende te Winsum, bestemd met een lading stokvis van Bergen naar hier, na 3 weken in zee geweest te zijn, met schade aan schip en tuig aldaar teruggekomen. De lading behoeft niet gelost te worden.

1882

DT 250182
Maassluis, 23 januari. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Bergen.
ST 130482
Maassluis, 10 april. Uitgezeild HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder naar Stockholm.
DVF 110582
Stockholm, 1 mei. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Rotterdam.
DVF 150682
Elseneur, 6 juni. Gepasseerd HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Umea naar Termonde.
DT 210682
Vlissingen, 19 juni. Binnengekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Umea.

1883

DVF 170283
Havre, 12 februari. Aangekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Poole naar Rouen.

1884

DT 061284
Delfzijl, 4 december. . Binnengekomen HENDRIKA HILLECHIEN, E.H. Kladder van Londen.

1885

Op 13-02-1885 wordt voor de CITO door J.H Kruize en J. v.d. Land uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor kapt. J.H. Kruize.


DVF 120385
Plymouth, 5 maart. Binnengekomen CITO, J.H. Kruize van Groningen naar Par.

DMB 290385
Hellevoetsluis, 27 maart. Gearriveerd CITO, J.H. Kruize van Par.
DVF 160485
Hellevoetsluis, 11 april. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Malmö.
DVF 140585
Te Gravesend, 9 mei, CITO, J.H. Kruize van Malmö.
DVF 130685
Gravesend, 6 juni. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Stralsund.
DVF 220985
Bayonne, 13 september. CITO, J.H. Kruize van Londen.
DVF 101085
Bij Portland, 4 oktober, CITO, J.H. Kruize van Bayonne naar Stettin.
DMB 101285
Nieuwe Waterweg, 8 december. Binnengekomen CITO, J.H. Kruize van Yarmouth.

1886

DVF 250386
Nieuwe Waterweg, 19 maart. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Denemarken.
DVF 290486
Kallundborg, geen datum. Aangekomen CITO, J.H. Kruize van Rotterdam, is 19 april naar Zweden vertrokken.
DVF 180586
Gotenburg, 10 mei. Aangekomen CITO, J.H. Kruize van Groningen.
DVF 100686
Delfzijl, 5 juni. Vertrokken CITO, J.H. Kruize naar Stockholm.
DVF 290686
Stockton, 21 juni. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Middlesbro.
DVF 100786
Pillau, 4 juli. Aangekomen CITO, J.H. Kruize van Middlesbro.
DVF 100886
Kopenhagen, 31 juli. Aangekomen CITO, J.H. Kruize van Koningsbergen.
DVF 110986
Gravesend, 6 september. Aangekomen CITO, J.H. Kruize van Malmö.
DVF 281086
Nieuwe Waterweg, 25 oktober. Binnengekomen CITO, J.H. Kruize van Hamburg.
DVF 271186
Delfzijl, 22 november. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Dover.

1887

DVF 030387
Delfzijl, 27 februari. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Rochester.
DVF 310387
Londen, 25 maart. Zeilklaar CITO, J.H. Kruize naar Elseneur.
DVF 050587
Elseneur, 27 april. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Kastrup.
DVF 280587
Portland, 21 mei. Gepasseerd CITO, J.H. Kruize van Engelholm naar Bristol.
DVF 070687
Londen 1 juni. Het Nederlandse schip CITO, kapt. J.H. Kruize, van Engelholm naar Bristol, is bij Port Cawl aan de grond geraakt, doch ogenschijnlijk zonder schade weder vlot geworden en heeft de reis voortgezet.
DVF 300687
Par, 23 juni. Binnengekomen CITO, J.H. Kruize van Sharpness.
DVF 090887
Shields, 1 augustus. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Bergen.
DVF 061087
Gravesend, 30 september. Aangekomen CITO, J.H. Kruize van Rotterdam.
DVF 031187
Bayonne, 26 oktober. Gearriveerd CITO, J.H. Kruize van Londen.

1888

DVF 180288
Delfzijl, 14 februari. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Rouen.
DVF 130388
Rouen, 5 maart. Aangekomen CITO, J.H. Kruize van Groningen.
DVF 190488
Delfzijl, 14 april. Gearriveerd CITO, J.H. Kruize van Londen.
DVF 150588
Delfzijl, 11 mei. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Shields.
DVF 090688
Delfzijl, 5 juni. Binnengekomen CITO, J.H. Kruize van Wisbeach.
DVF 210788
Delfzijl, 16 juli. Vertrokken CITO, J.H. Kruize naar Yarmouth.
DVF 150988
Larvik, 5 september. Uitgezeild CITO, J.H. Kruize naar Amsterdam.
DVF 301088
Flensburg, 22 oktober. Aangekomen CITO, J.H. Kruize van Amsterdam.

1889

Op 25-02-1889 wordt voor de WENDELINA WICHERDINA, liggende te Schiedam, door S. Sijpkens uit Scheemda een zeebrief aangevraagd voor kapt. F.J. Venema


DVF 250789
Elseneur, 19 juli. Ter rede WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Sundswall naar Newcastle.
DT 150889
Delfzijl, 13 augustus. Binnen WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Shields.
DT 060989
Delfzijl, 4 september. Uitgezeild WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Newcastle.
DVF 281189
Delfzijl, 22 november. Binnengekomen WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Yarmouth.

1890

DT 070290
Delfzijl, 5 februari. Uitgezeild WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Yarmouth.
DVF 030490
Newcastle, 26 maart. Zeilklaar WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Emden.
DVF 030690
Delfzijl, 29 mei. Binnengekomen WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Drammen.
DT 260690
Delfzijl, 24 juni. Uitgezeild WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema op avontuur.

1891

DT 020391
Delfzijl, 26 februari. Uitgezeild WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Gloucester.

1892

DT 110292
Delfzijl, 9 februari. Vertrokken WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Ipswich.
DT 220792
Delfzijl, 20 juli. Uitgezeild WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Yarmouth.
DT 291092
Delfzijl, 27 oktober. Vertrokken WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Southampton.
DMP 011292
Delfzijl, 29 november. Binnen WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Frankrijk.

1893

Op 28-01-1893 wordt voor de WENDELINA WICHERDINA door kapt./ eigenaar F.J. Venema uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.


DMP 240393
Delfzijl, 21 maart. Vertrokken WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Ipswich.
DT 050993
Nieuwe Waterweg, 3 september. Binnengekomen WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Boulogne.

1894

PGC 100194
Londen, 8 januari. De kof WENDELINA WICHERDINA, kapt. F.J. Venema, bestemd naar Duinkerken, liep te Portsmouth binnen met verlies van kluiverboom en boegspriet.
PGC 110194
Portsmouth, 6 januari. Kapt. F.J. Venema, gezagvoerder van het kofschip WENDELINA WICHERDINA, hier binnengelopen, met een lading lijnkoeken naar Duinkerken bestemd, rapporteert de lichten van de haven van Duinkerken in het gezicht gehad te hebben, doch door tegenwind te zijn weggedreven tot Dungeness, waar hij een anker en ketting verloor. De kluiverboom en boegspriet zijn gebroken.
AH 230294
Duinkerken, 20 februari. Vertrokken WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Berwick.
DT 190494
Delfzijl, 17 april. Aangekomen WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Berwick.
DMP 190594
Delfzijl, 17 mei. Uitgezeild WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Havre.
DT 060694
Delfzijl, 3 juni. Binnengekomen WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Havre.

1895

DT 190495
Delfzijl, 16 april. Uitgezeild WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Honfleur.
DT 170595
Delfzijl, 15 mei. Binnengekomen WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Honfleur.
DT 190995
Delfzijl, 17 september. Binnengekomen WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Frederikstad.

1896

DT 170996
Delfzijl, 15 september. Binnengekomen WENDELINA WICHERDIENA, F.J. Venema van Frederikstad.
DT 101096
Delfzijl, 8 oktober. Uitgeklaard WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Newcastle.
DT 061196
Delfzijl, 3 november. Gearriveerd WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema van Newcastle.

1897

DT 100397
Delfzijl, 8 maart. Uitgeklaard WENDELINA WICHERDINA, F.J. Venema naar Newcastle.
SV 050497
IJmuiden, 5 april. Door de vissloep VL 174 schipper D. van Dorp is alhier aan gebracht de uit vier man bestaande equipage van het jl. dinsdag in de Noordzee in zinkende staat verlaten Nederlands kofschip WENDELINA WICHERDINA, thuis behorende te Groningen, bestemd van Newcastle naar Thisted met stukgoed. Sinds een tweetal dagen had het schip met storm en hoge zeeën te kampen gehad, waardóór het zwaar lek werd. De redding had plaats met hoge zee en stormweer en begon ’s middags 12 uur. De eerste pogingen werden gedaan door een reddinggordel aan een lijn te binden en tegen het in nood verkerende schip te laten drijven waarmede de stuurman werd gered; na herhaalde verdere pogingen daarmee had dit geen verder resultaat. Drie der bemanning der vissloep stelden toen zelf voor, (het was reeds half drie ‘s middags) om hunne boot over boord te zetten en hun eigen leven op het spel te zetten om nog een laatste poging te willen doen tot redding der nog drie overige schipbreukelingen. Gelukkig werd deze moedige daad met goeden uitslag bekroond en mochten zij het genoegen smaken te kwart over drieën weer langszijde der vissloep te zijn met de drie andere van een wissen dood geredden De kof was reeds ten vier uur geheel onder de golven bedolven. Hulde aan die helden, waarvan de namen zijn : stuurman J. Groeneveld, matroos D. Verkouten en matroos Y. Plukker allen uit Vlaardingen. De schipbreukelingen roemen ten zeerste de uitstekende behandeling aan boord der vissloep en prijzen ten hoogste de moedige daad door de drie mannen verricht.

 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen

Jaar: 1870
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
Bureau Veritas via Internet
AH = Algemeen Handelsblad
DMB = De Maasbode
DMP = De Morgenpost
DT = De Tijd
DVF = Dagblad van Friesland
NRC = Nieuwe Rotterdamsche Courant
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
ST = De Standaard
SV = Scheepvaart