Inloggen
Gezagvoerder

Kruize, Jan Hendrik

Naam: Kruize, Jan Hendrik
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
SELINA JOHANNA 1895 Schoener Sailing Vessel 5824 Bekijk schip
HENDERIKA HILLECHIENA 1870 Galjoot Sailing Vessel 18180 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jan Hendrik Kruize werd geboren op 19 augustus 1856 te Groningen als zoon van de schipper Jan Kruize en Tiessina Limborg.

Hij trouwde op 19 januari 1882 te Groningen als schipper met Sieke van der Land, geboren op 23 januari 1857 te Emden, Duitsland, als dochter van Lippe van der Land en Johanna Melles Oosinga. Sieke overleed op 06 april 1942 te Groningen, weduwe, 85 jaar.

Jan Hendrik overleed op 06 mei 1933 te Groningen, 76 jaar.

Burgerlijke Stand gegevens vermelden Jan Kruize als brandmeester in 1884, schipper in 1886, 1890,  zonder beroep in 1893,1933,  scheepsbevrachter in 1910, 1911.

 

 

 

  1. 44 in: “Zeemanscollege DE GRONINGER EENDRACHT. Gedenkboek 1830-1930”

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.H.Kruize was effectief lid van het Groninger zeemanscollege “De Groninger Eendracht” met vlagnummer 15 in 1884, met vlagnummer 26 in de periode 1889 t/m 1894, met vlagnummer 43 in de periode 1896 t/m 1899 en met vlagnummer 47 in de periode 1900 t/m 1904,

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

“De tegenwoordige voorziter de heer J.H.Kruize (dus 1930), in 1882 als zeevarend lid tot het College toegetreden, werd in 1901 benoemd tot lid van de jongenscommissie, waarop in 1902 zijn benoeming volgde als secretaris dier Commissie, welke functie ZEd. In december 1909 moest neerleggen in verband met zijn verkiezing tot voorzitter van het College”

De jongenscommissie hield zich bezig met het uitkering van toelagen aan jonge aspirant zeelieden

  1. 40-41 in:“Zeemanscollege DE GRONINGER EENDRACHT. Gedenkboek 1830-1930”

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.H.Kruize als gezagvoerder van/in:

*    1881 t/m 1883 van de tjalk “Unanimité”, gebouwd in 1880 te Martenshoek, 62 ton n.m., varend voor W.Bodewes te Martenshoek. Het schip is in 1883 te Kniepsand *Wyk auf Föhr) gestrand en verkocht;

*    1886 t/m 1889 van de galjoot “Cito”, gebouwd in 1870 te Foxhol, 83 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip voer in 1890 onder kapitein/eigenaar T.J.Venenga te Groningen en was herdoopt in “Wendelina Wicherdina”;

*    1890 t/m 1893 van de stalen koftjalk “Hendrika’, gebouwd in 1889 te Martenshoek, 88 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip voer in 1894 voor kapitein/eigenaar te Groningen en was herdoopt in “Roelfina”;

*    1895 t/m 1898 van de stalen 2/m schooner “Selina Johanna”. gebouwd in 1895 bij Verstockt te Martenshoek, 174 ton n.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen;

 

In de ledenlijst 1893 van het Groninger zeemanscollege in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart wordt J.K.Kruize met vlagnummer 26 vermeld als gevoerder van de “Hendrika”

 

Overige bijzonderheden

“Op 25 februari 1895 liet Gerardus Verstockt, scheepsbouwmeester te Martenshoek, in het Kadaster te Groningen inschrijven ‘…volbouwd en nieuw van de bijl te water gebragt een schoonerschip genaamd ‘Selina Johanna’ in eigendom toekomend en bevaren wordende door J.H.Kruize … ‘   Op 1 maart 1895 vond de proefvaart en oplevering plaats van de 2-mast gaffelschoener van kapitein/eigenaar Jan Hendrik Kruize uit Groningen. Het schip bleek een snelle zeiler en maakte niet alleen vele reizen op de West Europesche kust, doch werd regelmatig gesignaleerd in de Middellandsche Zee, alsmede het Caraíbische gebied en langs de Amerikaanse oostkust. Aanvankelijk bevoer reder Kruize het schip zelf als kapitein, doch in latere jaren zouden nog zeker vijf andere Groningers het gezag bekleden.”097-p.45 en 150.

 

In het boek WIE ZEE HOUDT WINT DE PRIJS. 150 jaar Koninklijk Zeemanscollege De Groninger Eendracht. door Hylke Speerstra, Uitgegeven door het Koninklijk Zeemanscollege “De Groninger Eendracht”, 1980101 staat op p.102 een herinnering van schoenerkapitein Jan Kruize: “Vader was rond de eeuwwisseling voorzitter van het Zeemanscollege “de Groninger Eendracht”. De schippers en hun vrouwen kwamen met glimmende koppen de zaal in bij café Huizinga aan de Grote Markt. … Een tweetal bestuursleden fungeerden op die dag van het Eendrachtsfeest als vlaggekapitein. Ik zie de schippers Reint Slangenburg en Rein Speelman bij alle kapiteinshuizen in de stad voorbij lopen … De twee mannen moesten controleren of ieder lid van “De Eendracht” wel de vlag had uitgestoken. Wie het had vergeten of om één of andere reden niet mee wilde doen, moest een boete betalen en kon zelfs als lid geroyeerd worden. Ik kan me niet herinneren dat iemand ooit vergat te vlaggen. Toch bleef de parade van de vlaggekapiteins lang traditie. … “

Een overeenkomstig verhaal staat in:

“De voorbije vloot. Verhalen en herinneringen van de laatste echte schippers” door Hylke Speerstra. Olympus 3de druk 2001, 301 pp. en wel in het stuk op p.234-241 net de titel “Naar Labrador”, Jan Kruize (1884) uit Zuidhorn.

En voorts:

“Toen stond het voor mij als een paal boven water dat ik zeeman zou worden, liefst kapitein op een eigen schip. Daarvoor had ik overigens ruime kansen, doordat mijn vader al enkele schepen had varen. Maar die kansen werden kleiner nadat mijn oom Lucas van der Land met z’n zoon plus nog een paar mannen op zee verongelukten. Onze familie heeft vier maanden gewacht op bericht. Toen wisten ze zeker dat ze gebleven warn. Nooit is meer een spaan teruggevonden van dat schip. M’n moeder, m’n tantes; ze waren er allemaal faliekant op tegen dat ik op m’n dertiende naar zee ging.

Vader stuurde me niettemin naar de zeevaartschool. Hij zag, nu hij aan de wal zat als bestuurslid van de Eendracht en als bevrachter, dat er een goed bestaan was op te bouwen in de kleine handelsvaart. Hij wist ook erg goed dat sommigen rijk werden. …

“Ondanks de tegenkantingen in de familie zag ik als dertienjarige kans naar zee te komen. Ik ging als koksmaatje mee met de Petronella van Wander Kramer. ’t Was een mooie tweemastschoener. Ik weet dat we op die eerste reis cichoreiwortels in hadden voor Rauma in Finland. Als koksmaatje was je natuurlijk weinig in tel aan boord. Ik weet hoe we door de Jammerbocht boven Jutland langs, naar het noorden koersten. Het moet 1897 of daaromtrent geweest zijn

 

NRC 13 oktober 1895

Mandal, 8 oktober. De gezagvoerder van de Nederlandse schoener SELINA JOHANNA, van Halmstadt met mijnstutten naar Blyth bestemd, te Mandal binnengelopen, rapporteert dat hij gisteren op 60 mijlen van Lindesnaes de Duitse brik MAX verlaten heeft aan getroffen. Kapt. Kruize liet zijn uit 5 koppen bestaande equipage twee man op de brik overzetten, die met behulp van de sleepboot RIJVINGEN het te Kleven binnenbrachten. De brik is dicht en heeft ogenschijnlijk geen schade. Er bevonden zich twee boten op dek, doch de scheepspapieren en uitrusting der equipage waren niet aanwezig. Het roer was, toen de bergers aan boord kwamen, vastgesjord en de zeilen waren beslagen.

 

NRC 17 oktober 1895

Christiansand, 11 oktober. De brik MAX, uit Rostock, door de Nederlandse schoener SELINA JOHANNA verlaten te Mandal binnengebracht, had, toen zij op 57º10’ N.B. en 03º32’ O.L. werd aangetroffen, 10 voet water bij de pompen. Met het stoomschip RYVINGER, die de brik binnensleepte, was acoord gemaakt voor 150 kronen.

 

NRC 06 november 1896

Delfzijl, 4 november. Het stoomschip DUNDEE, komende van Hamburg naar hier, is hedenavond in aanvaring geweest met het ijzeren schoenerschip SELINA JOHANNA, kapitein Kruize, van Emden naar Londen, dat ten anker lag op de rede bij Delfzijl. Het schip (opm: de schoener) is met averij aan de boegspriet en kluiverboom lek de haven binnengesleept.

 

Stalen 2-mastschoener “Selina Johanna”