Inloggen
JACOBA EN CHRISTINA - ID 14549


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1853-05-17 / 1885-10-27 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1853
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: wood, oak, sheathed with zinc
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Frédéric François Groen - Werf 'De Boot', aan de Groote Wittenburgerstraat, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Launch Date: 1852-12-01
Delivery Date: 1853-05-17
Technical Data

Net Tonnage: 453.00 tons (oude meting)
Net Tonnage 2: 240.00 lasts
 
Length 1: 36.70 Meters Registered
Beam: 5.43 Meters Registered
Depth: 5.12 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1853
Datum agenda: 1853-05-25
Register nr: 18530389
Scheepsnaam: JACOBA EN CHRISTINA
Type: Bark
Lasten: 240
Gebouwd in provincie: Noord Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Barneveld Kooij, G.W. van
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Berk, J.C.
Opmerkingen: Zb
(scheepsnaam controleren)

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1853-05-17 JACOBA EN CHRISTINA
Manager: Gerrit Willem van Barneveld Kooij, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1874-00-00 TRIPLEX
Manager: Firma Burlage & Schumacher, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Burlage & Schumacher, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1884-00-00 ONDERNEMING
Manager: Hermanus Isaac Rietveld, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Hermanus Isaac Rietveld, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

Bijlage bij eigendomsbewijs 26 van 1853, bark JACOBA EN CHRISTINA
eigenaren per medio mei 1853


G.W. van Barneveld Kooy, Amsterdam (boekhouder en 3/16e part)
P.H. Bicker, Amsterdam (2/16e part)
H. Krieger Schumer, Amsterdam (2/16e part)
L. Huysinga Jr., Amsterdam (1/16e part)
Jacob Swart, Amsterdam (1/16e part)
J.M.G. Graichen, Amsterdam (1/16e part)
Wed. J.D. Lulofs, geboren Taaks, Amsterdam (2/16e part)
A.L.C. Fabricius van Heukelom, Amsterdam (1/16e part)
J.C.N. Fabricius van Leijenburg, Amsterdam (1/16e part)
G.J. Graichen, Amsterdam (1/16e part)
J.L.M. Toll, Amsterdam (1/16e part)

Ship Events Data

1862-03-00: Damaged
Amsterdam, 13 maart 1862. Volgens brief van kapt. Jaski, voerende het schip JACOBA EN CHRISTINA, van Batavia in Texel binnen, had hij bij de Westereilanden (opm: Azoren) zware stormen doorgestaan. Door een stortzee was de krul van het galjoen, de logieskap en verschansing verloren gegaan en veel water in het logies gekomen. Op de Gronden (opm: aanloop van Het Kanaal rond de 100 vadem lijn) was in een storm, door een stortzee de lier, de kap van de grote boot, stuurboordssloep, enz. stuk geslagen, doch ofschoon tuigage en zeilen veel geleden hadden, was het schip dicht gebleven.
1870-07-17: Collision
Amsterdam, 25 juli 1870. Volgens alhier ontvangen telegram is het Nederlandse schip JACOBA EN CHRISTINA, kapt. Steevert q.q., de 8e dezer uit Texel naar Soerabaija vertrokken, de 24e daaropvolgende lek te Falmouth binnengelopen, zijnde de 17e dezer in aanzeiling geweest met een onbekend stoomschip.
1874-07-17: Sold at auction
Amsterdam, 17 juli 1874. Het Nederlandse barkschip JACOBA CHRISTINA, groot 453 tonnen, gebouwd in 1853, is verkocht aan de makelaar Ed.C.A. Koli.
1875-10-07: Collision
Elseneur, 7 oktober 1875. Het Nederlandse schip TRIPLEX, kapt. Van Wijk, van New York naar Danzig, is in aanzeiling geweest met het Noorse schip UNITA en heeft daarbij de fokkera en ankerstok gebroken, en meer andere schade bekomen.
1880-04-22: Grounded
Vlissingen, 22 april 1880. Het schip TRIPLEX, kapt. Van Wijk, naar Riga bestemd, is uitgaande in het Oostgat aan de grond geraakt. Verscheidene sleepboten zijn tot assistentie derwaarts vertrokken.
1882-10-03: Sprang a leak
Amsterdam, 8 oktober. 1882 Het Nederlandse schip TRIPLEX, kapt. R. Rab, van Gefle naar Cette is lek en wegens zwaar stormweer de 3e dezer te Brest binnengelopen.
1883-07-00: Sale/Verkoop
Amsterdam, 14 juli 1883. Het Nederlandse barkschip TRIPLEX groot 451 ton nieuwe meting, gebouwd in 1852, is door de makelaar J.J. van de Sande, uit de hand verkocht aan de heer H. Rietveld alhier.
1883-08-29: Sprang a leak
Stettin, 29 augustus 1883. De Nederlandse bark TRIPLEX, kapt. De Weerd, van Riga naar Amsterdam met hout, is zwaar lek te Swinemünde aangekomen, en moet lossen.
1885-06-12: Sprang a leak
Rotterdam, 12 juni 1885. Volgens een telegram uit Wisby is het schip ONDERNEMING, kapt. (H.J.) De Weerd, met hout naar Amsterdam bestemd, zwaar lek te Slite binnen gelopen.
1885-10-27: Final Fate: Broken up

WIN 301085
Amsterdam, 27 oktober 1885. Het Nederlands schip ONDERNEMING, kapitein H.J. de Weerd, is verkocht aan de heer J. Nuijs, te Alkmaar en is heden van hier naar Purmerend vertrokken om te worden gesloopt.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Johan Coenraad Berk werd geboren te Kampen op 18 februari 1821.

Hij huwde met Maria Cornelia van Geyt, geboren te Den Haag op 08 maart 1819. Lid van Weldadig Zeemans Fonds op 28 december 1852. 003.

 

Volgens het Bevolkingsregister 1851-1853 (-1860) van Amsterdam woonde Johan Coernraad Berk, geboren op 18 februari 1821 te Kampen, gehuwd en Evangelisch Luthers op de Nieuwe Herengracht 67 te Amsterdam.

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Berk werd met nr.752 effectief lid van Zeemanshoop per 06 juli 1847 op voorspraak van A.van Oosterom. Zijn schip was de “Theodora Sara”002. Ten tijde van de inschrijving waren Berk en zijn vrouw 26 resp. 27 jaar. Ingeschreven staat 1 dochter Johanna Elisabeth Maria (1847). Toegevoegd staat “bedankt” 002a.

In de Algemene Vergaderingen van 29 juni/06 juli 1847 werd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop voorgedragen/benoemd Johan Coenraad Berk, oud 26 jaar, voerend de bark “Theodora en Sara”, wonend op de Overtoom te Amsterdam, op voordracht van kapitein A.van Oostrom.023.

J.C.Berk was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1847 t/m 1859 met de vlagnummers 752 (1847 t/m 1854) en 373 (1854 t/m 1859).

Hij werd op 28 december 1852 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.”Bedankt als doorl.deeln. 1859 naar O.I. vertrokken”003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 maart 1859 staat de mededeling van kapitein J.C.Berk dat hij zich op Java gaat vestigen en bedankt voor het effectieve lidmaatschap. Hij wil honorair lid worden en verzoekt tenslotte om in zijn huidige positie te worden hersteld, wanneer hij weer terug zou keren. Het Bestuur antwoord dat hij het honorair lidmaatschap kan aanvragen als hij zich in Indië heeft gevestigd. Zijn verzoek om eventueel in zijn rechten te worden hersteld, wordt afgewezeen.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 20 februari 1855 staat een: “Missive van het Koninklijk Nederlandsch Metereologisch Instituut te Utrecht dankzeggende voor het door Kapitein J.C.Berk ingezonden Journaal waaraan de meeste lof wordt gegeven.”. Het KNMI had een prijs ingesteld voor het best bijgehouden scheepsjournaal op het gebied van metereologie en hydrografie.

In de notulen van de Algemene Vergadering dd 26 april 1859 wordt vermeld een: “Brief van Kapt. J.C.Berk, berigtende dat hij zich op Java gaat vestigen en bedankende voor het Effectief lidmaatschap, doch verzoekende tot Honorair lid te worden overgeschreven, het 1e aangenomen voor berigt en het 2e betreft, dat hij zich in Oost-Indiën als Honorair lid bij den Correspondent kan aanmelden.”023.

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam                      naam    reder/boekhouder

         752              1848-1851            brik         Alida Willemina                 Wed.B.W.van Starckenborg van Straten

                                   1852                geen opgave van schip en boekhouder

                                  1853                 bark       Jacoba en Christina            G.W.van Barneveld Kooy

         373              1854-1858            bark       Jacoba en Christina            idem

 

De heer Scholten, Leusden, vatte de kapiteins, hun schepen, het aantal reizen en de deinstjaren samen die werden gevaren in dienst van de rederij van B.W.Starkenborgh van Straten. (september 2008)116

Naam    Schip      Periode   Aantal reizen        Diensttijd

J.C.Berk Theodora & Sara (2de)      1848-1852           1

                Alida Willemina  1848-1852           4

                                               5             4

 

Bouma025 vermeldt J.C.Berk als gezagvoerder gedurende:

*    1847 t/m 1848 van de bark “Theodora Sara”, gebouwd in 1837 te Amsterdam, 334 ton, varend voor de we. B.W. van Starckenborgh van Straten;

*    1849 t/m 1852 op de brik “Alida Willemina” ex Prins der Nederlanden, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 214 ton o.m., varend voor de wed. van Starckenborg van Straten te Amsterdam;

*    1853 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;

*    1854 t/m 1859 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” 109 staat vermeld:

Eind oktober 1853:

“gedurende de 2 vorige rijzen had mijn patroon behalve de Azia noch 2 schepen laten bouwen, zijnde de Julie Claire en de Jacoba Christina welke gevoerd werden, door de kapt. de Wijn de eerste en de laatste door Kapt. Berk … terwijl er nu weder een kiel gelegd was, voor een nieuw schip hetwelk de Willemina Clara zoude heten en waarom ik solliciteerde.”

Begin februari 1859 aankomst te Den Helder met de “Wilhelmina & Clara”:

“Kapt Berk met de Jacoba Christina, die altijd gewoon was vlugger reizen te maken, en daardoor door de patroon ons altijd als voorbeeld was aangewezen, was nu deze keer 14 dagen voor mij van Batavia vertrokken, en kwam 2 dagen na mij binnen.”

 

 

Datum vanaf: 1853
Kapitein: Berk, Johan Coenraad

Familiegegevens en opleiding

Feije Pieters Jans Jaski ("volgens geboorte & trouwacte Feye Pieters Jaskie”) werd geboren te Schiermonnikoog op 16 juni 1811 en overleed in 1865.

Hij trouwde met Willemina Bart, geboren te Amsterdam 22 oktober 1815 en overleden in januari 1849. Hij trouwde voor een tweede maal met Petronella Elisabeth Kuipers, geboren te Dordrecht op 30 september 1819. Lid van het  Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 22 december 1840003.

 

Feije Pieter Jaski werd geboren te Schiermonnikoog op 16 juni 1811 als zoon van Jan Johannsz(Jansz) Jaski en Geertruida Feyes Visser.

Hij trouwde voor de eerste maal op 25 oktober 1839 te Amsterdam met Wilhelmina Bart, geboren op 22 oktober 1815 te Amsterdam als dochter van Jacob Jans Bart en Engeltje Simons Kraay. Zij kregen 5 kinderen, 3 zonen en 2 dochters. Wilhelmina Bart overleed op 02 februari 1849 te Amsterdam. Feye Pieter hertrouwde op 17 maart 1850 te Dordrecht met Petronella Elisabeth Kuipers, geboren op 30 september 1819 te Dordrecht. Het gezin woonde o.a. in de Regtboomstraat 353 te Amsterdam. Er werden uit dit huwelijk 2 zonen en 2 dochters geboren. Petronella overleed op 12 april 1887 te Amsterdam. Feije Pieter overleed op 29 juni 1865 op zee van Java naar Nederland aan boord van de bark “Jacoba en Christina” 046

 

Algemeen Handelsblad, 10 juli 1865114

 Heden ontving ik het voor mij en de mijnen hoogst smartelijk berigt, dat mijn geliefde Echtgenoot, FEIJE PIETERS JASKI, Gezagvoerder van het Barkschip Jacoba & Christina, op de reis van Java herwaarts, den 29 Junij jl. in den ouderdom van 54 jaren is overleden. Amsterdam, 6 Julij 1865.

P.E.Jaski, Kuipers.  Eenige kennisgeving”.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.P.J.Jaski (adres Haarlemmerdijk bij de Brouwersstraat) werd per 01 december 1840 met vlagnummer 568 en op voordracht van kapitein H.Rolff ingeschreven als effectief lid van het Amsterdams zeemanscollege “Zeemanshoop”. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de “Stad Utrecht”. Toegevoegd is de opmerking “overleden”002. Ten tijde van de inschrijving waren Jaski en zijn vrouw 29 resp. 21 jaar. Ingeschreven staat 1 zoon uit 1840002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 01/08 december 1840 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Feye Jans Pieters Jaski (vóórnaamvolgorde correct weergegeven), oud 30 jaar, voerend het fregat “Stad Utrecht”, wonende aan de Haarlemmerdijk bij de Brouwerstraat 58, op voorspraak van kapitein H.Rolff. Hij kreeg vlagnummer 568023.

 

F.P.J.Jaski wonend te Amsterdam was in de periode 07 december 1849 t/m zijn overlijden op 29 juni 1865 met vlagnummer 68 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart”. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de “Stad Utrecht”.111 en 064

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 03 augustus 1865 vraagt de wed. F.P.J.Jaski geb. Kuipers om de reglementaire uitkering welke haar in de vergadering van 31 augustus 1865 wordt toegekend ingaande 01 augustus 1865 voor haar en 3 kinderen.042

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 26 september 1865 staat vermeld dat per 01 augustus 1865 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. F.P.J.Jaski geb. Kuipers voor haar en 3 kinderen.023.

 

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 31 december 1849 de storting van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college.064b

 

De schepen van de kapitein

Hij was gezagvoerder op de "Stad Utrecht" (1841-1859) en de "Jacoba Christina" (1860-1865)046.

 

lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       568                        1841-1853     fregat               Stad Utrecht                                          Tra Kranen & Co

       240                        1854-1858     fregat               Stad Utrecht                                          idem

                                      1859-1864     bark                 Jacoba en Christina                             G.W.van Barneveld Kooij

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

F.P.J.Jaski                    Jacoba Christina                     08 december 1859                   21 februari 1861

                                      Jacoba Christina                     21 mei 1861                              12 maart 1862

                                      Jacoba (&) Christina              23 juni 1862                              13 mei 1863

                                      Jacoba & Christina                 01 juli 1863                               19 april 1864

                                      Jacoba & Christina                 27 juli 1864                               07 juli 1865

                                                                                                                                              thuis met kap. Sorgdrager qq

 

Bouma025 vermeldt kapitein F.P.J.Jaski als gezagvoerder van de volgende schepen:

*          het 3/m schip “Stad Utrecht” (gebouwd in 1836 te Amsterdam, 673 ton o.m.) van 1842 t/m 1858 varend voor Trakranen & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1859 gesloopt;

*          de bark “Jacoba en Christina” (gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m.) van 1860-1866, varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Op 11 maart 1844 wordt Adriaan Dirk Brinkhorst door de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam geplaatst op de "Stad Utrecht" onder kapitein Jaski voor een reis naar Batavia vanuit Amsterdam010(533-1926).

 

In Maart 1844 monsterde J.G.de Roever als lichtmatroos aan op het fregat “Stad Utrecht” onder kapitein F.P.J.Jaski om met dit schip naar Java te gaan. “Hij maakte de reis vandaar (d.i.Nieuwe Diep) naar Batavia (112 dagen), Tegal, terug naar Batavia en weder naar Amsterdam. Toen de “Stad Utrecht” in Januari 1845 in het Nieuwe Diep binnenkwam was het N.H.Kanaal dichtgevroren, zoodat de bemanning te N.D. werd afgemonsterd en per diligence naar Amsterdam gebracht.”

Uit: “Eenige voorvallen uit mijn zeemansloopbaan” door J.C.de Roever. Ons zeewezen, 32, p. 255, 1933.

In het dagboek van Johan Gerrit de Roever (1841-1878) wordt verslag gedaan van zijn reizen. Dit dagboek is in bezit van mevr. J.H.A.de Graaf-de Roever, Ravellaan 20, Heemstede terwijl een transcriptie zich bevindt bij de Vereniging Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn.

De volgende reizen werden door de Roever gemaakt op het fregat “Stad Utrecht” onder kapitein F.P.J.Jaski

  *          Amsterdam - Batavia - Tagal - Samarang - Batavia - Amsterdam.

                    02 maart 1844 - 23 januari 1845. Lichtmatroos, 19 jaar.

  *          Amsterdam - Batavia - Soerabaja - Passoeroeang - Batavia - Amsterdam

                    28 april 1845 - 12 april 1846. Zwaar lichtmatroos , 20 jaar.

 

F.P.J.Jaski verzorgde per 09 april 1843 vanuit Nieuwediep met de “Stad Utrecht” een troepentransport van 3 officieren en 120 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 26 juli 1843 na 108 dagen.

Per 22 mei 1845 vertrok hij vanuit Nieuwediep met de “Stad Utrecht”en een contingent van 3 officieren en 53 manschappen. Hij kwam te Batavia aan op 17 september 1845 na 118 dagen.

En per 25 februari 1858 vertrok hij wederom vanuit Nieuwediep met de “Stad Utrecht” en een troepentransport van 2 officieren en 125 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 16 juni 1858 na 111 dagen. Onderweg was 1 militair overleden065.

 

Hendrik Sweys begon een reis als 1ste stuurman van Texel op 22 mei 1845 per “Stad Utrecht” onder kapitein F.P.Jaski met een detachement geweermakers en enige passagiers. Het schip arriveerde te Batavia op 10 september 1845. Het vertrok op 01 oktober 1845 naar Soerabaja en kwam aan op de 11de Het schip zeilde door op 16 oktober 1845 naar Passaroeang en kwam daar aan op de 17de. Men vertrok op 09 november om te Batavia op 17 november 1845 aan te komen. Op 23 november aanvaardde men de terugreis en kwam op 20 maart 1846 aan te Nieuwediep.090

 

In de Harlinger Courant van half maart 1853 (geen datum op de fotokopie van de pagina) staat in de rubriek SCHEEPS-BERIGTEN het volgende096:

AMSTERDAM, 18 Maart. Volgens brief van kapt. Jaski, voerende het schip Stad Utrecht, in dato Sydney N.Z.W. 27 Dec., was hij toen aldaar bezig met het inladen der Ballast ten einde den 29 dito, de reis naar Batavia aan te nemen: twee matrozen waren gedeserteerd doch overigens alles wel aan boord.”

 

 

Datum vanaf: 1860
Kapitein: Jaski, Feije Pieters Jans

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.Gaaff werd met nr.741 lid van Zeemanshoop per 08 juni 1858 op voorspraak van F.Molenaar. Zijn schip was de "Amicitia"002.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop dd 01/08 juni 1858 staat vermeld dat tot effectief lid is voorgedragen/benoemd Dirk Gaaff, oud 35 jaar, voerend de bark “Amicitia”, voor rekening van  G.W. van Barneveld Kooy, op voordracht van kapitein F. Molenaar.023.

 

D.Gaaff was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1858 t/m (minstens) 1873 met vlagnummer 741.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        741                       1858-1860     bark                 Amicitia                                                 G.W.van Barneveld Kooy

                                      1861-1864     bark                 Gelderland                                            idem

                                      1865-1869     bark                 Jacoba en Christina                             idem

                                      1870-1873     fregat               Nehalennia                                           F.F.Groen

 

Bouma025 vermeldt D.Gaaff als gezagvoerder gedurende:

*    1859 t/m 1860 van de bark “Amicitia”, gebouwd in 1849 te Amsterdam, 328 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam. Het schip voer in 1861 voor Harmens & Co te Harlingen en was herdooopt in “Macassar”;

*    1862 t/m 1865 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;

*    1866 t/m 1870 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;

*    1871 t/m 1872 van het 3/mschip “Nehalennia”, ex Vicksburg, gebouwd in 1863 te Bath (Maine), 1355 ton o.m., varend voor F.F.Groen te Amsterdam.

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

D.Gaaff                       Amicitia                                    21 september 1858                              18 maart 1861

                                      Gelderland                               05 september 1861                              07 augustus 1862

                                      Gelderland                               21 november 1862                              31 oktober 1863

                                      Gelderland                               03 mei 1864                                          28 februari 1865

                                      Jacoba Christina                     21 februari 1866                                  18 december 1866

                                      Jacoba Christina                     18 maart 1868                                      28 januari 1869

 

Overige bijzonderheden

D.Gaaff vertrok per 20 februari 1866 van Nieuwediep met de “Jacoba en Christina”  en 1 landmachtofficier. Hij arriveerde te Batavia op 14 juni 1866 na een reis van 114 dagen065.

 

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” staat de vermelding109:

Amsterdam Mei 1865:

      “In de maand Mei was het juist Vijftig jaren geleden dat Mr. Barneveld Kooij in deze stad was gekomen, en wel toen als Kweekeling in de Kweekschool voor de Zeevaart, en daar zijn Ed, zoowel als zijne Echtgenoot nochal van feestvieren hielden zoo wenschte hij dit feestelijk te vieren, en daartoe moest ook medewerken dat hij ons Kapiteins die voor hem voeren wilde verblijden. … Later werden we allen, Kapt.Trappen uitgezonderd, die reeds naar zee was, in wiens plaats Kapt. Gaaf binnen was, met onze vrouwen genodigd op eene Partij in eene der zalen van het park, … “.

 

 

Datum vanaf: 1865
Kapitein: Gaaf(F), Dirk

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.J.W.Steevert werd met vlagnummer 874 per 09 januari 1872 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein P.Buijs Jr. Als zijn schip is genoemd de “Waterloo” 002. Ten tijde van de inschrijving was Steevert 38 jaar002a.

In de notulen van de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 02/09 januari 1872 wordt als effectief lid voor de vlag voorgedragen/benoemd J.J.W.Steevert, oud 38 jaar, voerend het fregat “Waterloo”, voor rekening van G.W. van Barneveld Kooy, op voordracht van kapitein C.Abrahamsz.023.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

       874                      1872-1877    fregat              Waterloo                                              G.W.van Barneveld Kooy

                                     1878-1880    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.J.W.Steevert als gezagvoerder gedurende:

  • * 1871 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;
  • * 1873 t/m 1878 van het fregat “Waterloo, op 13 juni 1865 te Amsterdam te water gelaten023, 756 ton o.m., varend voor G.W. van Barneveld Kooy te Amsterdam. Het schip is in 1878 op Madura gestrand.

 

Overige bijzonderheden

In een notitie van de Waterschout te Amsterdam dd 26 juni 1878 wordt omtrent dat de “Waterloo” onder kapitein J.J.W.Steevert gemeld: “is op reis van Soerabaya naar Banjoewangi ik verneem nabij Hertenbeesten eiland op een rif geloopen en wrak geworden en vermoed dat genoemd Gezagvoerder nog op Java vertoefd.” (Ingekomen stukken bij de Amsterdamse Waterschout. Archief 391 nr. 5, Rijksarchief te Haarlem)

 

 

Datum vanaf: 1870
Kapitein: Steevert, J.I.W.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

P.J.Mulder werd met vlagnummer 829 effectief lid van Zeemanshoop per 15 augustus 1865 op voordracht van C.Abrahamsz. Zijn schip was de "Gelderland"002. Ten tijde van de inschrijving was Mulder 38 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van 08/15 augustus 1865  van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd tot effectief lid voorgedragen/benoemd Pieter Jan Mulder, oud 38 jaar, voerend de bark “Gelderland”, voor rekening van  G.W. van Barneveld Kooij te Amsterdam, wonend op de hoek Langestraat en Korsjespoortsteeg S.S.72, op voordracht van kapitein C.Abrahamsz.023.

 

P.J.Mulder was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1865 t/m 1876 met vlagnummer 829.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        829                       1865-1870     bark                 Gelderland                                            G.W.van Barneveld Kooy

                                      1871-1873     bark                 Jacoba en Christina                             idem

                                      1874-1876     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

Kapitein                                                Schip                                     Vertrek                                    Aankomst

P.J.Mulder                                            Gelderland                            05 januari 1867                      15 juni 1868

                                                               Gelderland                            17 april 1868                           geen melding

 

Bouma025 vermeldt P.J.Mulder alsgezagvoerder gedurende:

*    1866 t/m 1871 van de bark “Gelderland”, van stapel gelopen op 01 december 1849 te Amsterdam023, 460 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam;

*    1872 t/m 1874 van de bark “Jacoba & Christina”, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor G.W.van Barneveld Kooy te Amsterdam. Het schip voer in 1875 voor Burlage & Schumacher te Amsterdam en was herdoopt in “Triplex”.

 

Overige bijzonderheden

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” wordt het volgende gemeld080:

  1. juni 1857 te Amsterdam:

      “mijn gewezenen Stuurman (F.Molenaar) (had) het bevel gekregen over de Amicitia  zoo kreeg ik een andre zijnde P.J.Mulder, en als 2e eene Witting, beide mij onbekend. … “.06 oktober 1859 te Amsterdam. Aanmonstering op de “Wilhelmina Clara”:

06 oktober 1859 te Amsterdam. Aanmonstering op de “Wilhelmina Clara”:

      “Ik had nu als Opperstuurman P.J.Mulder, die de laatste reis met mij op de Azia gedaan had, de 2e stuurman was P.J.Sorgdrager”.

22 april 1861 te Amsterdam met de “Wilhelmina & Clara”:

      ” Ik  … monsterde den 22e April Hebbende als opperstuurman P.J.Mulder en 2e Stuurman P.J.Sorgdrager en als docter J.H.Schoot … “.

08 mei 1862 met de “Wilhelmina & Clara” te Amsterdam:

      “Den 8e Mei monsterde ik met het schip “Wilhelmina & Clara hebbende als opperstuurman weder P.Mulder  en als Doctor H.Wiegersma … “.

08 mei 1863 te Amsterdam bij begin van reis met “Wilhelmina en Clara”:

      “Den 8e Mei (1863) monsterde ik weder voor eene nieuwe reis naar O.I. (met de “Wilhelmina & Clara) en kreeg als Opperstuurman P.Mulder als 2e W.J.K.A. van Attenhoven … “.

27 mei 1864 te Amsterdam voor de uitreis met de “Wilhelmina en Clara”:

      “Den 27e Mei (1864) monsterde ik met het schip Wilhelmina & Clara, en had als Opperstuurman weder Mulder, en als 2e Attenhoven, … “

Amsterdam Mei 1865:

      “In de maand Mei was het juist Vijftig jaren geleden dat Mr. Barneveld Kooij in deze stad was gekomen, en wel toen als Kweekeling in de Kweekschool voor de Zeevaart, en daar zijn Ed, zoowel als zijne Echtgenoot nochal van feestvieren hielden zoo wenschte hij dit feestelijk te vieren, en daartoe moest ook medewerken dat hij ons Kapiteins die voor hem voeren wilde verblijden. Mij daardoor dat hij mij het bestuur over het nieuwe Schip Waterloo opdroeg … en Stuurman Mulder die zes reizen met mij gedaan had, als Kapitein op de Jacoba Christina aan te stellen. Wij hadden bij die gelegenheid eene feestelijke avond aan boord van de Wilhelmina Clara, … “

 

 

Datum vanaf: 1872
Kapitein: Mulder, Pieter Jan

Familiegegevens en opleiding

Harm van Wijk werd geboren op 24 januari 1837 te Nieuwe Pekela als zoon van schipper Hindrik Deddes van Wijk en Hinderika Harms de Weerd.

Harm trouwde op 12 november 1863 te Nieuwe Pekela als schipper met Hinderika Enjetta de Boer, geboren te Nieuwe Pekela als dochter van Jurjen Jurjens de Boer en Zwaantje Harrms Koster. Hinderika overleed op 31 januari 1865 te Nieuwe Pekela, 23 jaar.

Harm hertrouwde op 23 februari 1871 te Oude Pekela als schipper met Catharina Lukens, geboren te Grootegast als dochter van de kasssier Harm Wolters Lukens en Meiltje Jans Greven. Catharina overleed op 09 november 1920 te Nieuwe Pekela, 79 jaar, weduwe.

Harm overleed op 20 mei 1913 te Nieuwe Pekela, 76 jaar, zonder beroep.

 

Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen vermelden Harm als schipper in 1863, 1865, 1871, 1872, 1875, 1876, 1877, 1879, 1882, als zeeman in 1890 en zonder beroep in 1908, 1909, 1913.

 

Lidmaatschap van zeemanscollege(s)

Harm H. van Wijk was effectief lid van het zeemanscollege “Voorzorg” te Nieuwe Pekela met vlagnummer 92 in de periode 1865 t/m 1913.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.H. van Wijk als gezagvoerder gedurende:

*   1863 t/m 1873 van de galjoot “Zeemeeuw”, gebouwd in 1857 te Pekela, 159 ton o.m., varend voor J.C.Masker te Veendam. Gestrand bij Thisted. Bemanning gered;

*   1875 van de 2-mastschoener “Catharina”, gebouwd in 1861 te Hoogezand, 175 ton o.m., varend voor J.A.Hooites te Hoogezand. Het schip is in 1875 gezonken tussen Gotland en Dagö;

*   1875 t/m 1882 van de bark “Triplex” ex Jacoba & Christina, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor Burlage & Schumacher te Amsterdam.

 

In de ledenlijst van het college “Voorzorg” in de “Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart” staan in de jaarberichten uit 1881 t/m 1920 ook de schepen vermeld. Harm H. van Wijk voer in 1881 t/m 1884 de “Triplex”.

 

De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt geeft geen relevante gegevens voor een Harm H.van Wijk uit 1837

 

Overige bijzonderheden

In het tijdschrift “De Zee”, Jg.1, 1879 (aanwezig in het NSM) staat op de pp.177-189 en 217-227 artikelen onder de titel “Arbitrale uitspraak inzake ‘lenspompen, afwijking van koers en oorzaak van stranding’ van het galjootschip Z., Kapt. W.” (Er zijn alleen initialen van schip en kapitein gegeven die m.b.v. Bouma zijn gelocaliseerd.)

De kapitein doet een beroep op de verzekeringsmaatschappij “De Onderlinge Verzekerings-Maatschappij E.” om zijn aandeel in het schip zijnde f 2000,- uit te betalen. Het schip vertrok in October uit Riga met bestemming Oporto, deed onderwg de rede van Elseneur aan en strandde rond 6 november (geen jaar vermeld) op bank Bragen bij Jutland in het Skagerrak. Het schip ging totaal verloren maar de bemanning werd gered. De verzekeringsmaatschappij wenste niet uit te betalen. Het schip zou al bij vertrek in slechte staat zijn geweest en last hebben gehad van lekkage. Voorts zou de stranding het gevolg zijn geweest van nautische fouten van de gezagvoerder. De arbitragecommissie buigt zich over deze zaak en komt met een meerderheidsstandpunt, zijnde dat de verzekering moet uit betalen. Eén van de commissieleden is het daar niet mee eens en ondertekent de uitspraak niet.

Het artikel geeft zeer uitgebreid de argumenten van beide partijen weer en ook de uiteindelijke uitspraak is in zijn geheel vermeld.

 

 

Datum vanaf: 1874
Kapitein: Wijk, Harm Hindrikz van

Familiegegevens en opleiding

Reinder Pietersz Rab werd geboren te West-Terschelling op 18 augustus 1834 als zoon van Pieter Maartensz Rab en Antje Claas Molenaar.

Hij trouwde te Terschelling op 17 juni 1858 met Cornelia Jans de Boer, geboren op 28 juli 1836 te Terschelling als dochter van Jan Cornelisz de Boer en Antje Eelkes Koop. Zij overleed te Haarlem op 10 maart 1926 namiddags 10 uur in het Ripperdapark 31.

Reinder staat in diverse akten vermeld als zeeman, kapitein en slager. Het laatste beroep oefende hij uit op Terschelling na zijn zeemansloopbaan.

Reinder overleed (als Rijnder Pieters Rab) te West Terschelling op 06 december 1914. oud 80 jaar en gehuwd.

In het Bevolkingsregister 188-1917 te Den Helder staat vermeld:

Reinder Rab, geboren 18 augustus 1834 te Terschelling, Nederd.Hervormd, van beroep kapitein, gevestigd op 02 juni 1881 in huis N112, komend van Terschelling, op 07 augustus 1882 weer vertrokken naar Terschelling.

Tevens zijn vrouw Cornelia de Boer, geboren op 28 juli 1836 te Terschelling, Nederd.Hervormd, overige gevens als haar echtgenoot.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.Rab was met vlagnummer 25 in de periode 1877 t/m 1894 lid van het Helderse zeemanscollege “Goede Bedoeling”.

 

R.Rab was met vlagnummer 64 in de periode 1874-1881 lid eerste klasse van het Harlinger zeemanscollege "Zeemansvoorzorg". Hij werd niet in de Registers van het College ingeschreven. De gegevens werden ontleend aan de ledenlijsten van het College in "Sweijs"034.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Het Register van Uitgaande Stukken van het College bevat brieven uit 1877/78/79/80 geadresseerd aan R.Rab te Terschelling033

 

De schepen van de kapitein

lid van het college Zeemansvoorzorg te Harlingen036

vlagnummer   periode     type          naam van het schip                                                boekhouder/reder

    H64            1874-1879 bark          Frederik & Theodorus (ex Generaal Michiels)   Burlage & Schumacher te Amsterdam

                            1879 - "aangezeild te Almeria op strand gezet en afgekeurd 9 April (1879)

 

Bremer094 vermeldt de stranding van de brik “Hercules”, op 09 augustus 1870 op de dijk (in de buurt van het Marsdiep) varend onder kapitein Rapp.

 

Bouma025 vermeldt R.Rab als gezagvoerder gedurende:

*   1870 van de brik “Hercules”, gebouwd in 1851 te Dordrecht, 165 ton o.m., varend voor L.J.v/d Sande te Amsterdam. Het schip is in 1870 gestrand en verkocht;

*   1872 t/m 1879 van de bark “Frederik & Theodorus”, ex Generaal Michiels, gebouwd in 1850 te Capelle aan de IJssel, 393 ton o.m., varend voor Burlage & Schumacher te Amsterdam. Aangezeild, te Almeria op het strand gezet en verkocht;

*   1883 van de bark “Triplex” ex Jacoba & Christina, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor Burlage & Schumacher te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1882
Kapitein: Rab, Reinder

Familiegegevens en opleiding

Hendrik de Weerd werd geboren ca. te Hoogkerk als zoon van de schoenmaker Jan Jans de Weerd en Aaltje Alberts Klein.

Hendrik trouwde op 24 mei 1874 te Groningen als schipper met Tjitske van der Veer, geboren te Kollumerland als dochter van de schipper Jelle Hijlkes van der Veer en Jacobje Douwes Walda.

 

 

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.J.de Weerd als gezagvoerder gedurende:

*   1869 t/m 1874 van de galjoot “Anna”, ex Willemina, gebouwd in 1861 te Pekela, 147 ton o.m., varend voor J.J.Koerts te Pekela. Het schip is in 1874 gestrand bij Granton;

*   1881 t/m 1884 van de brik “Onderneming” ex Felicitas, gebouwd in 1857 te Danzig, 189 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip werd in 1884 verkocht;

*   1884 t/m 1882 van de bark “Triplex” ex Jacoba & Christina, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 453 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip werd door dezelfde reeder in 1885 herdoopt in “Onderneming”;

*   1884 t/m 1885 van de bark “Onderneming” ex Triplex, ex Jacoba & Christina, gebouwd in 1852 te Amsterdam, 452 ton o.m., varend voor H.Rietveld te Amsterdam. Het schip werd in 1885 gesloopt.

 

Overige bijzonderheden

De Harlinger Courant dd 04 december 1874 bevat in de rubriek Scheepstijdingen het volgende bericht.096:

Leith 30 Nov. Het Nederl. schip Anna, kapt. H.J. de Weerd van Harlingen komende, is in de afgeloopen nacht bij Granton op strand geraakt en zal vermoedelijk wrak worden. volk gered.”

 

 

Datum vanaf: 1883
Kapitein: Weerd, Hendrik Janz de

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer Amst.198.3181-1853.26

DVD XII – 6467, 6468
BIJLBRIEF
Naam schip JACOBA EN CHRISTINA

plaats en datum acte bijlbrief, Amsterdam, 17 mei 1853

type schip bark

bouwwerf/verkoper Frédéric François Groen, scheepsbouwmeester, werf de Boot, in de Groote Wittenburgerstraat, Amsterdam

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper G.W. van Barneveld Kooy, Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 453 tonnen of 240 lasten (meetbrief 21 april 1853)

tuigage / aantal dekken twee dekken

afmetingen 36,70 x 5,43 x 5,12 meter

kiellegging

tewaterlating 1 december 1852

plaats / datum registratie Amsterdam, 17 mei 1853

nummer van registratie deel 64, folio 192, recto, vak 3.

notaris verklaring voor burgmeester en wethouders van Amsterdam

prijs NLG

bijzonderheden






researcher/datum research: ML / 010508

Naam JACOBA EN CHRISTINA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1853
Toegang 198
Inventaris 3181

Noord-Hollands Archief, Haarlem Archiefnummer AMS.198.3171.1853.26
foto IMG 9328 - 9331

CEDULE

Naam schip JACOBA EN CHRISTINA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 21 mei 1853

type schip bark

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper zie bijlage

te voeren door kapt. J.C. Berk

grootte in tonnen 240 lasten of 453 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 21 mei 1853

nummer registratie deel 64, folio 196, verso, vak 4

notaris Arrondissements Rechtbank, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de in de bijlage vermelde eigenaren en ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1838-1868.
De eed wordt afgelegd door Johan Carl von Gebauer, Amsterdam, voor en namens de in de bijlage vermelde eigenaren.

researcher/datum research: ML / 160217







Bijlage bij eigendomsbewijs 26 van 1853, bark JACOBA EN CHRISTINA
eigenaren per medio mei 1853

G.W. van Barneveld Kooy, Amsterdam (boekhouder en 3/16e part)
P.H. Bicker, Amsterdam (2/16e part)
H. Krieger Schumer, Amsterdam (2/16e part)
L. Huysinga Jr., Amsterdam (1/16e part)
Jacob Swart, Amsterdam (1/16e part)
J.M.G. Graichen, Amsterdam (1/16e part)
Wed. J.D. Lulofs, geboren Taaks, Amsterdam (2/16e part)
A.L.C. Fabricius van Heukelom, Amsterdam (1/16e part)
J.C.N. Fabricius van Leijenburg, Amsterdam (1/16e part)
G.J. Graichen, Amsterdam (1/16e part)
J.L.M. Toll, Amsterdam (1/16e part)

ML / 160217

Naam JACOBA EN CHRISTINA
Archiefinstelling Noord-Hollands Archief, Haarlem
Jaar 1853
Toegang 198
Inventaris 3171

Bronnen

Jaar: 1853
Bron: Noord-Hollands Archief/Haarlem
Omschrijving: BIJLBRIEF Amst.198.3181-1853.26
CEDULE AMS.198.3171.1853.26
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk