Inloggen
MARGARETHA JOHANNA - ID 10012


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1838-05-11 / 1840-01-22 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1838
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: Jan Smit, Slikkerveer, Zuid-Holland, Netherlands
Launch Date: 1838-04-07
Delivery Date: 1838-05-04
Technical Data

Gross Tonnage: 329.00 lasts
Gross Tonnage 2: 623.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 37.41 Meters Registered
Beam: 7.11 Meters Registered
Depth: 5.27 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1838
Datum agenda: 1838-05-11
Register nr: 18380284
Scheepsnaam: MARGARETHA JOHANNA
Type: Fregat
Lasten: 329
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Schaak, T. van
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Sluis, M. (??)
Opmerkingen: Eerste zeebrief

Ship History Data

Date/Name Ship 1838-05-04 MARGARETHA JOHANNA
Manager: Thomas van Schaak, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Thomas van Schaak, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Ship Events Data

1840-01-22: Final Fate: Stranded

Op 22 januari 1840 is de MARGARETHA JOHANNA in de nabijheid van het gat van Texel gestrand en wrak geworden.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

M.Schou werd met vlagnummer 405 per 01 mei 1838 effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.N.Klint. Als zijn schip wordt vermeld de “Margaretha Johanna”. Toegevoegd is “bedankt” 002.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 24 april/01 mei 1838 werd als effectief lid voorgedragen/benoemd Marten Schou, oud 34 jaar, voerend het schip “Margaretha Johanna”, wonend op de Gelderse Kade nr. 44 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.N.Klint023.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 27 februari 1840 vragen enige opvarenden van de “Margaretha Johanna” onder kapitein Schou wegens schipbreuk om een uitkering. Ze krijgen een maand gage.042

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 28 januari 1840 wordt een ingekomen brief gemeld van de Hr. J.in ’t Veld, Burgemeester van Den Helder, waarin melding wordt gemaakt van de redding der manschappen van de “Margaretha Johanna” onder kapitein M.Schou op 22 januari j.l. “aldaar in de nabijheid verongelukt.”023

 

De schepen van de kapitein

Vermelding in de Amsterdfamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001:

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

        405                     1838-1853    fregat              Margaretha Johanna                           T.van Schaak

        147                     1854-1855    fregat              Margaretha Johanna                           idem

                                    1856-1864    geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt M.Schou als gezagvoerder gedurende:

  • * 1840 t/m 1856 van de bark ”Margaretha Johanna”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 643 ton o.m., varend voor T. van Schaak te Amsterdam.

 

M.Schou was in 1840 gezagvoerder van de “Margaretha Johanna” (450 last), te water gelaten op 16 juli 1840 op de werf “de Rave” van G.H.Baay, Grote Wittenburgerstraat te Amsterdam voor reder T.van Schaak027.

 

Overige bijzonderheden

Bremer094 vermeldt de stranding van de 3 master “Margaretha Johanna” op 22 januari 1840 in de Kleine Keeten, geladen met stukgoederen onder gezag van kapitein M.Schouwen (sic)

 

In de “Biografie van Cornelis Abrahamsz Jr” komt de volgende opmerkingen voor 080:

De “Urania” onder kapitein Cornelis Abrahamsz, zeilend in de Noorder Atlantische Oceaan op weg naar Nederland op 26 mei 1848:

Den 26 Mei zagen we een bark, welke we herkenden als de Johanna Margaretha Kapt. Schouw … Wij bleven … noch een paar dagen in elkanders nabijheid , … “080-p221

Voorts:

De “Urania” onder kapitein Cornelis Abrahamsz. zeilend in de (Noorder) Atlantische Oceaan op weg naar Nederland op 25 mei 1848:

“Den 25 Meij zagen wij een schip hetwelk de Hollandsche vlag ophad, wij heschen toen de onze ook en zagen vervolgens dat het ons inwachtte. Toen wij naderbij kwamen zagen wij aan de nommervlag dat het kapt. Schou was, voerende het schip Margaretha Johanna, toen wij elkander nog meer nabij waren, praaide vader zijn Ed. en daar het zeer mooi weder was, kwam zijn Ed. op vaders verzoek met de sloep aan boord en bleef bij ons thee drinken en vervolgens nog een uur aan boord. Dit was een aangename visite. Toen zijn Ed. met de sloep weder naar boord voer, gaf vader zijn Ed. een paar brieven mede daarwij dachten dat hij eerder in Holland zoude wezen dan wij.”

In: Anna Abrahams. Journaal eener Oostindiesche Reis. De belevenissen van een tienjarig meisje in 1847 en 1848.

Geannoteerde uitgave door de stichting Terra Incognita te Amsterdam. 1993. 72 pp.

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Schou, Marten
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: MARGARETHA JOHANNA, aquarel gemaakt in 1839, kapitein Martin Schou (vlagnummer 405)
Collectie: Nederlands Scheepvaart Museum - Amsterdam
Vervaardiger: Spin, Jacob
Onderwerp: Zeeopname
Algemene informatie

1838

Op 11 mei 1838 wordt eerste zeebrief verstrekt voor de MARGARETHA JOHANNA, aangevraagd door T. van Schaak, Amsterdam, voor kapt. M. Schou. Deze werd in 1840 geretourneerd met daarbij als opmerking ‘het schip verongelukt’

ZP 241238 – 270
Den 5 september lagen ter rede van Batavia de schepen BATAVIER, kapt. Scharper, ZEEMEEUW, kapt. Claus, GOED VERTROUWEN, kapt. Bakker, POLLUX, kapt. Kat, FLEVO, kapt. Amsberg, MARGARETHA JOHANNA, kapt. Schou, ROTTESTROOM, kapt. Kuiper, NICKERIE, kapt. Bunnemeijer, JAVAAN, kapt. Meijer, en CATHARINA JOHANNA, kapt. Schneebeke.

1839

ZP 010539 – 379
Schepen in lading naar:
Batavia: het gekoperd tweedeks fregatschip MARGARETHA JOHANNA, kapt. M. Schou, (Oosterdok). Adres bij Coopman & de Witt & Lenaertz, van Olivier & Comp, Hoyman & Schuurman en De Vries & Comp.

1840

AH 240140 
Volgens bericht van het Nieuwediep, d.d. 22 januari, zat die middag ten 3 ure bij de uiterton op het vaste strand een Nederlands driemastschip. Hetzelve stootte geweldig. De equipage bevond zich in het want, waarvan 3 man, welke zich in de heksloep wilden redden, verdronken waren. De reddingsboot kon niet aan boord komen. Volgens later bericht sloeg de zee over het schip. (opm: fregat MARGARETHA JOHANNA, bouwjaar 1838, kapt. M. Schou. Zie voorts AH 250140, ZP 250140 [2x], AH 270140 en DC 280140. Nog in juli 1840 wordt een nieuw schip met deze naam op stapel gezet [zie ZP 160740])
AH 250140
Amsterdam, 24 januari. Volgens particulier bericht is de 22e januari bij de uiterton van het Schulpengat van Texel gestrand een groot Nederlands driemast-schip van Dordrechtse bouwaard (opm: in 1838 gebouwd in Slikkerveer). Het volk bevond zich in het want, van welke twee man, welke zich met de hekjol wilden redden, zijn verdronken. Hetzelve stootte geweldig. De reddingsboot kon niet bij hetzelve komen.
Volgens nader bericht is hetzelve de MARGARETHA JOHANNA, kapt. Schou, van Batavia naar Amsterdam. De zee sloeg over het schip heen. De equipage is eerst gisterenmiddag door de reddingsboot gered.
ZP 250140
Aangaande het verongelukken van het schip MARGARETHA JOHANNA, kapt. M. Schou, van Batavia naar Amsterdam, wordt volgens brief van het Nieuwe Diep van de 25ste januari het volgende gemeld:
Bovengemelde bodem kwam eergisteren ten 2 ure op het strand, hetgeen hoofdzakelijk moet toegeschreven worden aan het verdrijven der uiterste ton bij de alstoen heersende storm, alsmede doordien er geen loodsen buiten waren, ofschoon deze ’s morgens vroeg zeer goed naar zee hadden kunnen gaan, bij de stranding liet de kapt. dadelijk het anker vallen, vermits bij de eerste schok het roer was afgestoten, hierop zwaaide het schip op de wind en daar het anker niet hield sloeg hetzelve op de buitenbank en stootte geweldig, om half vier uren was de bezaansmast en stengen reeds over boord. Drie loodsschuiten gingen op het sein der vlag van de vuurtoren naar buiten, doch kon hetzelve uit hoofde der over het schip heen slaande branding niet naderen. Inmiddels was men aan het strand bezig de reddingboot langs de duinen naar de strandingplaats te brengen, men bracht dezelve te water, doch kon onmogelijk door de branding komen daar de vloed inliep was het verder onmogelijk iets tot redding der equipage aan te wenden, waarvan 3 man zich in de heksloep hadden trachten te redden, welke echter dadelijk tegen het schip verbrijzelde; een van hen gelukte het zich met een vanglijn aan boord te redden, doch de matrozen H.G. Mencken en E.G. Entje werden een prooi der golven, de zee sloeg tot over de mars heen en men zag de mensen zich alle daarin begeven. – Des avonds werd de commandant der artillerie met overleg van de burgemeester aangezocht om te trachten een lijn over het schip heen te schieten, waartoe HEd. dadelijk de hand leenden en ’s nachts alles in gereedheid deden brengen, om ’s morgens met de dageraad daarmede proeven te nemen en ofschoon de gedane proeven mislukt zijn, zo heeft men echter gezien dat deze maatregel zeer doelmatig is en het raadzaam is alle daartoe benodigdheden in gereedheid te hebben om bij zodanige gelegenheden daarvan gebruik te maken. De heer Bakker, zeilenmaker aan Den Helder liet hierop een zijner boten halen en daar het intussen middag was geworden, besloot men hetzelve nog eens met de reddingboot te beproeven, dat slaagde gelukkig, dezelve kwam langs de zijde van het schip en redden 12 personen, middelwijl was de boot van de heer Bakker te water gebracht en deze gelukte het 13 mensen van het wrak te halen, daarop haalde de reddingboot de laatste man, zo dat ten 2 uur de equipage gelukkig was gered. Van het schip zal weinig geborgen kunnen worden, dan dat wat misschien aan strand aanspoelt.
LC 280140
Helder, den 23 januari. Gisteren namiddag ten drie ure werd alhier bericht gebracht, dat op hoogte van het zogenaamde Falga, in de nabijheid van het zeegat, een schip gestrand was, hetwelk zich door storm en hoge zeeën in gevaar bevond en hetwelk nader is gebleken te zijn MARGARETHA JOHANNA (opm: fregat, bouwjaar 1838), kapitein M. Schou, van Batavia naar Amsterdam. Zo spoedig mogelijk trachtte men om de reddingsboot op het punt des gevaars te brengen. Twee malen en wel eens des middags ten 4 ure en des nachts ten half drie ure trachtte men de schipbreukelingen te bereiken en te redden, doch tevergeefs waren die edele pogingen; de toenemende storm en de ontzaggelijke branding noodzaakte den kloeken mensenvriend onverrichter zake strandwaarts te keren.Intussen was de nood, waarin de schipbreukelingen, die zich tot behoud van hun leven allen in de grote mast hadden moeten begeven, zich bevonden, groot, en was het angstgeschrei om hulp en redding hartverscheurend en bijna niet om aan te horen.Bij de bestaande onmogelijkheid, om door middel van reddingboot of ander vaartuig den gestranden bodem te bereiken, werd op voorstel van den scheeps- agent Taylor door welwillendheid van de commandanten der artillerie besloten te beproeven, om door middel van werpschoten een lijn aan boord van het gestrande vaartuig te brengen en daardoor de gelegenheid tot communicatie daar te stellen. Zeven werpen uit een mortier van 29 duim, waren vruchteloos en alzo werden ook deze edele en loffelijke pogingen der artillerie met geen gunstig gevolg bekroond.Spoedig daarna, werd alsnu de reddingboot bemand met den schipper Jan Dito een de bootslieden Nicolaas Hettering, Jan Steijn, Jacob Vermeulen, Johannes Schendelaar, Jacob Duit en Anne Arends van den Berg, te water gebracht, en bereikten deze moedige mannen niettegenstaande zij, door ene gevaarlijke branding heen te werken hadden, de noodlottige plaats van waar zij het geluk hadden met een gedeelte der equipage behouden aan het strand weder te keren. Inmiddels was door den heer J. Bakker aan den heer Opperstrandvonder tot redding van het overige gedeelte der ongelukkigen aangeboden dofschuit van Huisduinen op het strand aangekomen en even spoedig, was dezelve bemand door den schipper Carel Fredrik Ellmer en de bootslieden Harmen Zeeman, Martinus Stijl, Pieter Nannings, Maarten Sinjewel, Jan Bontes, Jurrien Schippers, Reindert Kruk en Bute, die, met terzijdestelling van alle gevaren het wrakke schip bereikten en almede het geluk hadden 13 behouden schipbreukelingen aan wal te brengen. Nu bleek het dat nog een jong schepeling in den nood was achtergebleven, doch ook deze werd door bovengemelde bemanning der reddingboot met dezelfde bereidwilligheid even spoedig gered en bij zijne metgezellen gebracht. Groot was de deelneming van die honderden mensen, die op het strand aanschouwers waren van dit akelige toneel, en groot het getal van de zodanigen, die tot redding van hunnen evenmens hunne bereidwilligheid aan den dag legden; maar ook hartelijk was het gejuich van dankbaarheid en blijdschap bij elke aankomst der alle lofverdienende mensenvrienden, met de door hun geredden, die allen op de meest in de nabijheid bevindende boerenwoning van den pachter Leendert van ’t Hoff gebracht, en aldaar met gulheid en deelneming ontvangen werden.
DC 280140
In den namiddag van de 22e dezer is in de nabijheid van het gat van Texel gestrand het driemastschip MARGARETHA JOHANNA, kapitein M. Schou, komende van Batavia. Met ongelofelijke inspanning van krachten is het gelukt de schepelingen te redden. Slechts twee, die onbedacht hebben willen beproeven om met de kleine hekjol de wal te bereiken, zijn met dit vaartuig omgeslagen en in de golven omgekomen.

 

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1838 – no. 13

BIJLBRIEF Margaretha Johanna

plaats en datum acte Slikkerveer, 8 april 1838

type schip fregatschip

kapitein

Bouwwerf Jan Smit scheepsbouwmeester, wonende aan het Slikkerveer
onder Ridderkerk

Eigenaar Thomas van Schaak, Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 623 tonnen / 329 lasten

tuigage / aantal dekken 2 dekken

afmetingen 37,41 x 7,11 x 5,27 m hol

kiellegging

tewaterlating 7 april 1838

plaats / nr van registratie Amsterdam, deel 26 folio 290 verso vak 4

datum registratie 4 mei 1838

notaris

prijs

bijzonderheden meetbrief d.d. 17 april 1838 door scheepsmeter Du Moulin
kopervast
het schip moet nog afgebouwd worden

Naam MARGARETHA JOHANNA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1838
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1838.13

deel VII, foto 2 – 32
CEDULE

Naam schip MARGARETHA JOHANNA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 4 mei 1838

type schip fregat

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Thomas van Schaak, Amsterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt. Martinus Schou

grootte in tonnen 329 lasten of 623 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Slikkerveer onder Ridderkerk

plaats / datum registratie Amsterdam, 5 mei 1838

nummer registratie deel 26, folio 291, verso, vak 3

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de bijlbrief; het schip is gebouwd voor rekening van de hierboven genoemde eigenaar en ligt thans aan de scheepsbouwwerf te Slikkerveer.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Thomas van Schaak, voor zich zelf




researcher/datum research: ML / 020616

Naam MARGARETHA JOHANNA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1838
Toegang 5074
Inventaris 1418
Klik hier om de originele akte te bekijken

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: Gemeentearchief Amsterdam, archiefnummer 5074 – 1420 – 1838 – no. 13
N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07, zeebrieven, bestanddeel 104
AH = Algemeen Handelsblad
DC = Dordrechtsche Courant
LC = Leeuwarder Courant
ZP = Zeepost
Documentatie Stichting Nederlandse Kaap Hoorn-vaarders (SKHV), w.o. collectie Hoedemaker/Smit/Suyk