Inloggen
STAD ROTTERDAM (DE) - ID 10010


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1827-05-01 / 1839-12-00 | Reden uitgevlagd: Sloop, afgekeurd

Identification Data

Bouwjaar: 1827
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Fregat
Masten: Three masts
Material Hull: Wood
Dekken: 2
Construction Data

Hendrik Frater, scheepmaker, op zijn scheepstimmerwerf De Hoop aan de Schiedamsche Hooge Zeedijk, even buiten de Schiedamschepoort te Rotterdam

Scheepsbouwer: Hendrik Frater, scheepstimmerwerf De Hoop, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Date Laid Down: 1825-08-12
Launch Date: 1826-12-13
Delivery Date: 1827-03-24
Technical Data

Gross Tonnage: 249.00 lasts
 
Length 1: 32.00 Meters Registered
Beam: 6.66 Meters Registered
Depth: 4.98 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1827
Datum agenda: 1827-05-01
Register nr: 18270283
Scheepsnaam: STAD ROTTERDAM
Type: Fregat
Lasten: 249
Gebouwd in provincie: Zuid-Holland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Blankenheim, D.
Plaats: Rotterdam
Kapitein op moment van verzoek: Poort, C.
Opmerkingen: Eerste zeebrief
1827 Turksche pas naarBatavia & Canton/ 1828 naarBatavia

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1827-03-27 STAD ROTERDAM
Manager: D. Blankenheijm, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Reederij van Vier Schepen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

  • Reederij van Vier Schepen, te Rotterdam, onder directie van de heer A. van Hoboken van Rhoon en Pendrecht c.s., aldaar, tot welke rederij behoren de fregatschepen de STAD ROTTERDAM en de MAAS en de brikschepen de ROTTESTROOM en de NIJVERHEID.

Ship Events Data

1829-11-26: Damaged
Het schip de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Batavia naar Rotterdam, laatst van Deal, is de 26e november 1829 met een gebroken anker te Portsmouth binnengelopen.
1831-03-16: Damaged
Batavia, 16 maart 1831 De STAD ROTTERDAM, C. Poort naar Rotterdam gedestineerd, is na twee maanden in zee geweest te zijn masteloos alhier terug gekomen, een gedeelte der lading is beschadigd, het schip is ter reparatie op Onrust en zal in een maand weder gereed zijn.
1831-10-20: Stranded
Helvoetsluis, 20 oktober 1831. Het schip van kapitein C. Poort (opm. STAD ROTTERDAM) zat nog op de punt van Scheelhoek vast, en te Helvoetsluis is een schuit met een gedeelte van de lading aangekomen.
1839-12-00: Final Fate: Broken up

De zeebrief van het ex-fregat STAD ROTTERDAM, bouwjaar 1827, werd op 2 januari 1840 geroyeerd onder vermelding ‘schip is gesloopt’

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Cornelis Poort werd geboren/gedoopt te Rotterdam op 29 mei/05 juni 1791 als zoon van Leendert Poort en Elisabeth Kaar. Zijn ouders woonde toentertijd op de Singel over de Schildersteeg. Later verhuisde zij met de kleine Cornelis naar een woning buiten de Schiedamse Poort. Het echtpaar kregen in totaal tien kinderen.

De kindertijd van Cornelis was in Rotterdam en het is onbekend wanneer hij voor de eerste keer naar zee ging.

Gegevens zijn ontleend aan Rimkus005 maar voor het complete verhaal raadplege men de originele scriptie, waarin ook een overzicht van de diverse reizen met de gevoerde lading.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.Poort was met vlagnummer R16 in de periode 1819 t/m 1846 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

C.Poort was permanent commissaris van 1840-1841 en vice-voorzitter van de Maatschappij van 1841-1842058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

      In het Jaarverslag 1858 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat zijn weduwe, die een uitkering van het College genoot, in 1858 is overleden.

 

In de “Ingekomen Berigten  Gevoegd achter het Verslag over 1821” van het Rotterdamse College  staat het volgende:

“Het lid No.16 heeft berigt zelf te hebben ondervonden, dat er een klip of droogte op de kust van Amerika is, liggende op de Noorder Breedte van 30o52’en N.O. ten O. op het kompas circa 2¼ mijl van den Zuidhoek van het eiland Cumberland, in 8 à 9 vadems diepte van de wal, waarop hij met zijn schip was vastgezeild en had gestooten, welke grond in geene kaarten bekend was”058.

In het Jaarverslag 1827 van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart (Gemeentearchief Rotterdam J/126) staat vermeld dat aan kapitein C.Poort, “sedert verscheidene jaren blind” en geen lid van het college zijnde “een geschenk of onderstand” is verstrekt.

In het Jaarverslag 1831 van het College (Gemeentearchief van Rotterdam, J/126) staat de mededeling dat kapitein Cornelis Poort, vlagnummer 16, “in de straat van Madura gezien (heeft) twee Droogtens of Koraalbanken, dewelke hij meent bij weinig Zeevarenden bekend te kunnen zijn … deze droogtens waren, naar gissing 3 a 4 voeten boven het water verheven, en hebben eene lengte van omtrent 10 vademen.”058.

 

De schepen van de kapitein

Cornelis Poort maakte reizen in 1820 op “De Jonge Maria” en in 1827/1839 op de “Stad Rotterdam. Met het laatste schip gingen de reizen vooral naar het verre oosten (Ned. Oost-Indië en China)005.

 

Bouma025 vermeldt C.Poort als kapitein gedurende:

*    1829 t/m 1841 op het fregat “Stad Rotterdam”, gebouwd in 1826 op de werf “De Hoop” van Cornelis Frater en Zn te Rotterdam, 464 ton o.m., varend voor Kuyper, van Dam & Smeer te Rotterdam.

 

Overige bijzonderheden

Daar hij (Cornelis Poort) in 1820 lid was van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart, moet hij in dat jaar gezagvoerder zijn geweest. ‘Vreemd genoeg treffen we in 1824 een Cornelis Poort aan die 1e stuurman was op het driemastschip de “Drie Gezusters, gevoerd door kapitein Martinus Azon Jacometti”, maar wellicht was hij tijdelijk stuurman.

In 1827 was hij kapitein op de “Stad Rotterdam” van de de Rotterdamse “Reederij van Vier Schepen”, waarbij reder A.van Hoboken bij betrokken was. Hij maakte met dit schip in 1827-1828 “de derde expeditie mee van de Nederlandsche Handel Maatschappij naar Canton. Op de heenreis had hij troepen aan boord en voor de terugreis een lading thee. Hij bleef tot 1839 gezagvoerder op dit schip en maakte diverse reizen naar Oost-Indië, sommige met wat moeilijkheden. Zo vertrok het schip op 14 juli 1835 vanuit Indië met een lading koffie, suiker, rotting en huiden. In de Indische Oceaan ontdekte men een lek dat, ondanks diverse maatregelen, zo erg werd dat besloten werd een haven voor reparatie aan te doen. Op 12 juli ankerde men te Mauritius. Het lek werd gedicht en per 05 augustus werd de reis aanvankelijk vrij rustig voortgezet. Maar op 25 augustus ontmoette men een hevige storm. Ook daarna in de Atlantische Oceaan was het weer raak en tijdens deze stormen werd flinke averij opgelopen. Met deze schade kwam het schip tenslotte op 06 december 1835 te Rotterdam aan. Tijdens het lossen van de lading werd opnieuw schade geleden door ijsgang in de haven. Gelukkig waren schip en lading verzekerd bij de Rotterdamse assuradeur “Maatschappij van Assurantie, discontering en Beleening der Stad Rotterdam”.

In 1839 maakte hij vermoedelijk zijn laatste reis, waarbij hij op de terugreis van Indië naar Nederland het zoontje van assistent-resident van Anjer G.van Meeteren als passagier aan boord had. Na zijn actieve zeemansleven kreeg hij een functie als expert bij de Assurentie Maatschappij te Rotterdam. Cornelis, die ongehuwd was gebleven, woonde rond 1851 met zijn moeder, zijn twee zusters en zijn broer Hermanus Poort en gezin, aan de Schiedamsedijk te Rotterdam. Hermanus was eveneens koopvaardijkapitein (zie aldaar). Hij verhuisde met zijn twee zusters naar de Mauritsstraat, waar zij in 1878 nog woonde . Hij overleed in dit huis op 11 februari 1879 en liet een zuiver vermogen na van ƒ 124.812,50, voornamelijk geïnversteerd in obligaties.005.

Gegevens zijn ontleend aan Rimkus005 maar voor het complete verhaal raadplege men de originele scriptie, waarin ook een overzicht van de diverse reizen met de gevoerde lading.

 

C.Poort verzorgde per 09 mei 1827 vanuit Hellevoetsluis met de “Stad Rotterdam” een troepentransport van 4 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 04 september 1827 na 118 dagen. Onderweg waren 2 militairen overleden.

Met hetzelfde schip vertrok hij op 18 oktober 1828 vanuit Hellevoetsluis met 1 officier en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 08 april 1829 na 172 dagen. Onderweg was 1 militair overleden065

 

“In de jaren 1816-1818 had Van Hoboken zijn vloot met drie schepen versterkt. De eerste was de brik Jonge Elisabeth, die in 1826 op de Indië-route zou worden ingezet. De tweede heette Jonge Maria: een brik die in 1819 de naam kreeg van de kof waarover Maarten Schaap lange tijd het commando had gevoerd en waarvan de 27-jarige Rotterdammer Cornelis Poort kapitein werd. De laatste van de drie was een schip van honderd last, dat hij Jonge Jacobus noemde.”069 – p.113.

 

“De door de NHM bevrachte Stad Rotterdam vertrok als eerste van de vier vaartuigen uit Rotterdam. Dat was op 9 mei 1827, met Batavia en Canton als bestemmingen. Het schip stond onder gezag van Cornelis Poort, die in 1819 (op jonge leeftijd) kapitein van de brik Jonge Maria was, daarna als stuurman reeds enkele malen voor Van Hoboken naar Java, China en Japan was geweest – hij was eerste stuurman op de Drie Gezusters toen dit schip in 1823 Decima bezocht – en die dus tot gezagvoerder van de Stad Rotterdam was bevorderd. De Stad Rotterdam was één van de vier schepen die in het kader van de ´Derde Expeditie´ door de NHM naar China werde gestuurd om thee te laden.069 - p.158.

 

Rotterdamsche Courant 17 juli 1819114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndrecht en Fredrik van Dam, makelaars te Rotterdam, als lasthebbenden van hunne Principalen, en geauthoriseerd door de Regtbank van Koophandel, en na gedane aangifte bij de Ontvanger der Registratie, zijn van mening, op dinsdag den derden augustus 1819, des namiddags ten vier uren, in het Logement genaamd Het Groot Hotel van Engeland, voorheen het Zwijnshoofd, op de Groote Markt, publiek te veilen: de gekoperde Brigantijn, genaamd de JONGE MARIA, laatst gevoerd door kapitein Cornelis Poort, lang over steven 76 voeten 4 duimen, wijd binnen de huid 21 voeten 8 duimen, hol van de bovenkant der kiel tot onder de watergangen 14 en 1 half voeten, alles Amsterdamse maat; met alle deszelfs rondhout, staande en lopend want, ankers, touwen, zeilen en verdere Scheeps-gereedschappen, zo als hetzelve thans is liggende in de Zalmhaven, aan de Scheepstimmerwerf van de Heren de Wed. Van Lange en Van Heyningen en kunnen aldaar daags vóór en op de dag van de veiling door een ieder worden bezigtigd. Iemand nader onderrigting begerende, spreke de gemelde makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 24 februari 1821114

Rotterdam, 23 februari. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 20 februari 1821:

Den 3 dezer is gepraaid op 49º43’ N.B. 20º W.L. het schip de JONGE MARIA (opm: brik, kapt. Cornelis Poort), van Havana (opm: Savannah) naar Rotterdam, met een nood-boegspriet en fokkemast, zonder zeil aan de grote steng, fok, vierkant grootzeil, met een groot noodzeil en zeer lek.

 

Rotterdamsche Courant 06 maarty 1821114

Rotterdam, 5 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s Lists van den 27 februari en den 2 maart 1821:

Den 26 januari is gepraaid op 48º breedte 40º lengte, het schip de JONGE MARIA, van Havana naar Rotterdam, hebbende de fokkemast, de grote steng en de boegspriet verloren .

 

Rotterdamsche Courant 13 maart 1821114

Rotterdam, 12 maart. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 9 maart 1821:

Het schip de JONGE MARIA, Port (opm: brik, kapt. Cornelis Poort), van Savannah naar Rotterdam, is den 6 dezer, met verlies van de fokkemast, boten, zeilen, enz. te Cowes binnengelopen.

 

Rotterdamsche Courant 02 juni 1821114

Rotterdam, 1 juni. Uittreksel uit de Lloyd’s List van den 29 mei 1821:

Te Cowes is gearriveerd De Vink (opm: galjas GOEDE HOOP, kapt. Cornelis de Vink) van Rotterdam, om de lading in te nemen van het schip de JONGE MARIA, van Savannah, hetwelk afgekeurd is (opm: zie o.a. RC 130321; de brik werd ter plaatse gesloopt, waarbij o.a. koper, tuigage en inventaris, om zware invoerrechten te vermijden, naar Nederland werden vervoerd, waar deze werden verkocht, zie RC 270921).

 

RC 27 september 1821114

Advertentie. Nicolaus Montauban van Swijndregt, Hubertus Montauban van Swijndrecht en Fredrik van Dam, makelaars binnen Rotterdam, als last hebbende van hunne Meesters, zijn van mening, na gedane aangifte, ingevolge de wet, op dinsdag den 2 oktober 1821, des namiddags te vier uren, in het Logement genaamd het Badhuis, in de Boompjes, publiek te veilen en aan de meest daarvoor biedenden of eerstmijnenden te verkopen: de inventaris van het Brigantijnschip (opm: brik) genaamd de JONGE MARIA, bestaande in ankers, touwen, zeilen, rondhout, staande en lopend want, stuurmans-, bootsmans-, konstapels-, koks- en kajuitsgoed en verdere goederen meer, alsmede 219 bladen en enige vaten oud koper, en zulks bij kavelingen zo als de te veilene goederen daags vóór en op de dag der veiling door een ieder zullen kunnen worden bezigtigd, welke alsdan genummerd zullen zijn liggende in en voor een pakhuis op de Punt, Noordzijde.

Iemand nadere onderrigting begerende, spreke bovengemelde makelaars.

 

De Minister van Staat

’s Gravenhage, 28 juni 1821

 

Onderwerp: Verzoek om vrijstelling van inkomende regten op de scheeps-inventaris en koperen huid van het in Engeland gesloopte schip de JONGE MARIA, kapt. Cornelis Poort.

 

De Minister van Staat geeft de koning advies inzake onderstaand request aan Z.M. de Koning van D. & C. Blankenheim, Kooplieden en Scheepsreders te Rotterdam, waarbij zij te kennen geven dat het Nederlandse schip de JONGE MARIA, kapt. Cornelis Poort, van welk schip Requestanten zeggen de principale Reeders en Boekhouders te zijn, op de terugreize van Savannah naar Rotterdam met zodanige zware schade te Cowes in Engeland is binnen gelopen, dat men het nodig heeft gevonden hetzelve aldaar te slopen en de romp te verkopen. Doch dat de verkoop, te dier plaatse, van de inventaris, dat is van de ankers, zeilen, touwwerk en kajuitsgoederen, gelijk mede  van het koper waarmede dat schip is gedubbeld geweest, met zeer bezwarende inkomende regten zoude hebben gepaard gegaan, waarom men het raadzaam gevonden had alle die goederen naar Rotterdam te doen terugvoeren, ’t welk dan ook met het schip de GOEDE HOOP, kapt. Cornelis de Vink, zoude worden in ’t werk gesteld, verzoeken zij, Requestanten, Uwe Majesteit om hen uit aanmerking van het reeds door hen geleden verlies, een vrijstelling der inkomende regten voor de gezegde goederen te willen verlenen.

 

Op de ter requeste vermelde positiën heb ik alleen deze aanmerking te maken dat het voorzeide schip de JONGE MARIA in zo verre een Nederlands schip kan heten wijl het aan Nederlanders toebehoort doch niet is van Nederlandse constructie zijnde buitenslands gebouwd, en dat de, bij mijn Administratie bekende, eigenaren van die bodem niet zijn de Requestanten D. en C. Blankenheim, maar voor 6/8 Cornelis Jacobus Blankenheym, en voor de overige 2/8 Ferrier & Co, beide te Rotterdam woonachtig.

Wat betreft het verzoek zelve, om de inventaris en de koperen huid van gezegde, in Cowes gesloopte en verkochte schip, vrij van regten te mogen invoeren zo zie ik geen vrijheid hetzelve bij Uwe Majesteit te ondersteunen.

Een dergelijk geval heeft in de Jare 1817 plaats gevonden en Uwe Majesteits declinatoire dispositie (opm: afwijzing) ten gevolge gehad. Het was nauwelijks een request van J.J. Stijntjes te Veendam strekkende om van een op de Zweedse kust gestrand schip (opm: diens kof VROUW WILHELMINA) waarvan het wrak aldaar was verkocht, de daartoe behoord hebbende en niet in die verkoping begrepen ankers, zeilen, touwen toen alleen onder betaling van 1/5 der tabellen regten en derhalve tegen het regt op de wrakken en overblijfsels van gestrande schepen bij het tarief bepaald, te mogen invoeren.

De toenmalige Directeur Generaal van de Konvoijen en Licenten, in wiens handen Uwe Majesteit dit request had doen stellen bij App. van den 7 augustus 1817 heeft, bij zijn hierop uitgebragt rapport van den 13 daaraanvolgende No. 5 de bedenkingen ontwikkeld welke tegen dat verzoek te maken waren, met betoog dat zelfs dit faveur niet op de gezegde goederen kon worden toegepast, even min als de gehele vrijstelling van inkomende regten, welke men kort te voren, van hem Directeur Generaal voor die goederen, op grond van het 148 artikel in het 15e hoofdstuk der toenmalige Wet van den 3 oktober 1816, verzocht had, en waarin door hem Directeur Generaal was gedifficulteerd, terwijl de belanghebbenden die weigering hadden gebillijkt en toekenden dit gezegde hoofdstuk handelend over de gestrande en geborgen goederen, alleen betrekking hebbende tot stranding welke op de kusten van dit Rijk plaats hadden, op het gezegde verzoek van geen toepassing kon zijn.

Uwe Majesteit heeft, bij besluit van den 17 augustus 1817 No. 105 zich met dit declinatoir rapport gelieven te verenigen.

De thans door de Requestanten D. en C. Blankenheim aan Uwe Majesteit voorgedragen zaak is volkomen van dezelfde aard.

In de algemene Wet van den 12 mei 1819 is bij het 11e artikel behorend tot het 7e hoofdstuk, wegens gestrande en geborgen goederen, het voorzeide 148 artikel uit de vroegere Wet van den 3 oktober 1816 letterlijk overgenomen. De vrijstelling van inkomende regten voor de bedoelde objecten kan dus ook nu nog geen plaats hebben als voor zo ver de stranding op onze kusten voorgevallen zij, en de overige redenen welke in het gedachte rapport van den 13 augustus 1817 No. 5 tegen de verlangde vrijstelling, zo op grond van de geest en de letter der Wet, als in het belang van verscheiden takken der Nederlandse Nijverheid aangevoerd zijn, gelden evenzeer in het tegenwoordig geval.

Ik neem derhalve de vrijheid Uwe Majesteit te adviseren om in het bij de onderhavige Requeste gedaan verzoek te difficulteren.

Bron: N.A. Den Haag, toegang 2.08.01.07, bestanddeel 162

 

Het is onbekend of de koning uiteindelijk toch een gunst heeft verleend.

De GOEDE HOOP vertrok al op 20 mei naar Cowes (RC 220521) om de spullen op te halen, terwijl dit stuk van 28 juni is, en nog niet eens het K.B. Vermoedelijk waren de invoerrechten in Engeland hoger dan die in Nederland, zodat men de gok heeft genomen en de kosten gemaakt om de eigen galjas al vast naar Cowes te sturen. De datum van terugkeer van de GOEDE HOOP is niet gevonden. De verkoping vond begin oktober plaats.

 

Gegevens van Marhisdata, maart 2012.

 

 

Datum vanaf: 1827
Kapitein: Poort, Cornelis
College: Maatschappij "Tot Nut der Zeevaart", Rotterdam
Vlagnummer: 16
Overige informatie: 1827 - 1839

Algemene informatie

1827

Op 01-05-1827 wordt voor de STAD ROTTERDAM door D. Blankenheym uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Cornelis Poort.

RC 100527
Rotterdam, 9 mei. De 9e, des morgens, zeilden van Hellevoetsluis HESPERUS, kapt. H.P. Mulder, naar Dartmouth; de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, naar Batavia en Canton in China.
BC 060927
Te Batavia is gearriveerd den 23 september het schip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, met twee passagiers en Zr.Ms. troepen, den 9 mei vertrokken van Rotterdam.
BC 290927
Batavia, 28 september, Vertrokken STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort naar China.

1828

RC 100128
Rotterdam, 9 januari. Het schip de STAD ROTTERDAM, kapt. Cornelis Poort, is de 28e september 1827 laatstleden van Batavia naar China gezeild.
RC 080428
Rotterdam, 7 april. Kapt. Poort, voerende het schip de STAD ROTTERDAM, is de 30e november 1827 in goede staat te Canton aangekomen.
RC 120728
Rotterdam, 11 juli. De 11e dezer, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Canton (in China).

Op 18-09-1828 wordt voor de STAD ROTTERDAM door D. Blankenheym uit Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Poort.

RC 211028
Rotterdam, 20 oktober. De 18e, des morgens, zeilden MARIA, kapt. F. van den Bergh, de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort en de JONGE ELIZABETH, kapt. H. Bruhn, naar Batavia.

1829

RC 260329
Amsterdam, 24 maart. Het schip de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Rotterdam naar Batavia, laatst van Gibraltar, is de 22e januari gepraaid op 21 gr. breedte en 27 gr. lengte.
JC 090429
Den 7 april is te Batavia gearriveerd het schip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, met een passagier en Zr.Ms. troepen, den 20 oktober 1828 van Rotterdam vertrokken.
RC 031229
Amsterdam, 1 december. Het schip de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Batavia naar Rotterdam, laatst van Deal, is de 26e november met een gebroken anker te Portsmouth binnengelopen.
RC 031229
Rotterdam, 2 december. Kapt. J. Noord, te Helvoetsluis binnen, rapporteert dat hij in een zware storm, op de hoogte van de Singels, in een zinkende staat gezien heeft een driemastschip, waarvan Engelse vissers gerapporteerd hebben, dat op de spiegel stond de STAD ROTTERDAM. (opm: zie ook RC 051229)
RC 051229
Rotterdam, 4 december. Kapt. J. Noord, van Liverpool te Helvoetsluis binnengekomen en volgens de zeetijding van de 30e november een rapport gegeven hebbende, hetwelk deed vermoeden, dat het schip de STAD ROTTERDAM, kapt. Corn. Poort, op de hoogte van de Singels gezonken was, heeft nader opgegeven, dat het gerapporteerde ongeluk door hem gezien is op de 25e november, des morgens ten negen ure. Naardien nu het schip de STAD ROTTERDAM op de 26e november te Portsmouth is binnengelopen, zonder enig ander ongeval dan dat van een gebroken anker, kan men omtrent het lot van het schip volkomen gerust zijn.
RC 121229
Rotterdam, 11 december. Kapt. C. Poort, voerende het schip de STAD ROTTERDAM, van Batavia naar Rotterdam, te Cowes binnen, meldt van daar in dato 29 november, dat aan boord alles wel was.
RC 151229
Rotterdam, 14 december. De 12e, des namiddags, arriveerde te Helvoetsluis de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Batavia.

1830

RC 050630
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading, naar Batavia het Nederlands gekoperd fregatschip de STAD ROTTERDAM, kapt. Cornelis Poort; hebbende uitmuntende inrichting voor passagiers. Te bevragen ten kantore van Hudig en Blokhuijzen en Kuijper, Van Dam en Smeer.

Op 15-06-1830 wordt voor de STAD ROTTERDAM door D. Blankenheym uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Poort.

RC 150730
Rotterdam, 14 juli. De 14e, des morgens, zeilde van Helvoetsluis de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, naar Batavia.
RC 070830
Amsterdam, 5 augustus. De schepen de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Rotterdam naar Batavia en COLUMBUS, kapt. J.M. Jansen, van Rotterdam naar Suriname, zijn de 26e juli op de hoogte van Goudstaart gepraaid; aan boord was alles wel.
JC 131130
Batavia, 10 november. Heden zijn alhier gearriveerd de schepen FANNY, kapt. P. de Boer, de 22e juni van Antwerpen vertrokken, de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, de 14e juli van Rotterdam vertrokken.
JC 201130
Batavia, 17 november. Vertrokken de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort naar Soerabaja.
JC 251230
Soerabaja, 14 december. Vertrokken de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort naar Rotterdam.

1831

NIH 150331
Batavia, 27 februari. Binnengekomen de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort van Soerabaja. (opm. zie AH 060831)
JC 150331
Batavia, 4 maart. Vertrokken de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort naar het eiland Onrust. (opm. om te repareren)
JC 090431
Advertentie. Op de vendutie van den 12 april zal worden verkocht voor rekening van die, welke het mogen aangaan, circa 23.000 ponden beschadigde koffie, en 12 kisten en 16 kanaster beschadigde suiker, gelost uit het in averij liggende Nederlandse schip STAD ROTTERDAM.
JC 300431
Batavia, 28 april. Heden arriveerde alhier het schip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van het eiland Onrust (opm: het schip had schade en was daar hersteld).
JC 140531
Advertentie. Op de vendutie van dinsdag den 17 mei zal verkocht worden de gebroken fokkemast, enz. van het alhier in averij liggende schip STAD ROTTERDAM. (opm: de STAD ROTTERDAM is den 23 mei van Batavia naar Rotterdam vertrokken)
AH 140731
Volgens nader rapport van kapt. Bulsing, was het schip de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, niet te Batavia teruggekomen, zoals eerder is opgegeven, maar heeft gemelde kapitein hetzelve den 27 februari laatstleden bij Straat Sunda, tussen Amsterdam en Middelburg (opm: eilandjes in de Bocht van Batavia) gezien, tonende zijn Rotterdamse nummervlag, No. 16, hebbende zijn grote en bezaanmast gebroken, en koers stellende naar Batavia.
RC 310731
Amsterdam, 28 juli. Kapitein S.H. Veer (opm: schip ANNA CATHARINA), van Batavia te Amsterdam gearriveerd, heeft den 26 februari, tussen het eiland Onrust en Ontong Java, gepraaid Zr.Ms. oorlogskorvet POLLUX en ten zelve tijd gezien een Nederlands drie-mastschip, tonende de Rotterdamse vlag No. 16, zijnde die van kapt. Poort, voerende het schip de STAD ROTTERDAM, van Soerabaja naar Rotterdam; volgens rapport van de commanderende officier van Zr.Ms. korvet POLLUX had het genoemd schip de STAD ROTTERDAM de stengen verloren en enige schade aan de tuigage bekomen. Toen kapitein Veer het schip meer genaderd was, heeft hij alleen het verlies van de stengen kunnen onderkennen; beide schepen hielden koers naar de rede van Batavia.
AH 060831
Batavia, 16 maart. De STAD ROTTERDAM, C. Poort naar Rotterdam gedestineerd, is na twee maanden in zee geweest te zijn masteloos alhier terug gekomen, een gedeelte der lading is beschadigd, het schip is ter reparatie op Onrust en zal in een maand weder gereed zijn.
RC 201031
Het schip van kapitein C. Poort (opm. STAD ROTTERDAM) zat nog op de punt van Scheelhoek vast, en te Helvoetsluis is een schuit met een gedeelte van de lading aangekomen.
OHC 201031
Gearriveerd het schip de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort van Batavia, dezelve is tegen de punt van den Scheelhoek aan de grond geraakt, heeft 2 poonschuiten en 1 ijssloep tot assistentie zat den 18de oktober nog vast, na reeds een schuit met een gedeelte van de lading gelost te hebben.
OHC 221031
Het schip de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort van Batavia, is in den nacht van den 18de dezer, van de Scheelhoek af en in vlot water gekomen.
AH 251031
Cargalijst Rotterdam. STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort van Batavia met 4.895 balen koffie, 245 kisten en 396 kanasters suiker en 1.000 bossen bindrotting. N.H.M.
RC 291131
Publieke verkoping. D.H. Joosten, A. Korssendonk van Pesch en C.F. Wolters, makelaars te Rotterdam, als last hebbende van hunne meesters, zullen, ten overstaan van den heer griffier van de Rechtbank van koophandel, ten behoeve van assuradeuren, na gedane aangifte conform de wet, op woensdag den 7 december 1831, des voor middags ten elf ure, in het Huis der Notarissen, aan de Gelderschekade, verkopen, om contant geld: 1.852 balen Oost Indische koffie, alle min en meer door zeewater beschadigd, onlangs alhier aangebracht van Soerabaja aan de Nederlandsche Handel-Maatschappij, per het schip de STAD ROTTERDAM, kapitein C. Poort, en dat bij kavelingen, zoo als die zijn liggende, als nader bij notitie zal worden aangewezen. Nadere onderrichting bij bovengenoemde makelaars.
RC 151231
C. Rueb en C. Retemeijer Junior, makelaars te Rotterdam, gelast door hunne principalen, zullen, ten overstaan van den heer griffier van de Rechtbank van koophandel binnen deze Stad, op dinsdag den 20 december 1831 , des voor middags ten elf ure, in het openbaar, in het Huis der Notarissen, op de Gelderschekade , om contant geld, verkopen: 203 kisten en 137 krantjan Java suiker, door zeewater beschadigd alhier aangebracht per het Nederlandse schip de STAD ROTTERDAM, kapitein C. Poort, van Soerabaja; liggende als per notitie wordt aangewezen en daags vóór en op den dag van den verkoop te bezichtigen.

1832

RC 190732
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, het Nederlands gekoperd fregatschip STAD ROTTERDAM, kapt. Cornelis Poort, mede voor passagiers, waartoe zeer goed ingericht is, vertrek in de loop van augustus. Adres ten kantore van Hudig & Blokhuijzen en Kuijper, Van Dam & Smeer.

Op 23-07-1832 wordt voor de STAD ROTTERDAM door D. Blankenheym uit Rotterdam een zeebrief en Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Poort.

RC 060932
Rotterdam, 5 september. Vertrokken: den 4 september, des morgens, zeilden de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, de MAAS, kapt. J.C. Tevez en de HELD, kapt. B.C. ten Ham, naar Batavia.

1833

JC 240133
Batavia, 22 januari. Heden is alhier gearriveerd het schip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, de 6 september 1832 vertrokken van Rotterdam.
JC 120233
Soerabaja, 2 februari. Aangekomen het schip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort van Batavia den 29ste januari.
JC 160233
Soerabaja, 7 februari. Vertrokken het schip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort over Passaroeang naar Nederland.
RC 250733
Rotterdam, 24 juli. De 23e dezer, des morgens, arriveerde te Helvoetsluis STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Batavia.
RC 200833
Advertentie. Naar Batavia ligt in lading te Rotterdam, mede voor passagiers het Nederlands fregatschip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort. Adres ten kantoren van Hudig & Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam & Smeer.

Op 02-09-1833 wordt voor de STAD ROTTERDAM door D. Blankenheym uit Rotterdam een Turkse pas aangevraagd voor kapt. Cornelis Poort.

RC 240933
Rotterdam, 23 september. De 21e, des morgens, zeilden van Helvoetsluis de TREKVOGEL, kapt. H.T. de Jong, naar Liverpool en de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, naar Batavia.
RC 261033
Advertentie. Openbare vrijwillige verkoping. De notarissen Nozeman en Van der Loot, residerende te Rotterdam, als last hebbende van derzelver principalen, zijn voornemens op woensdag de 13e november 1833, des namiddags ten 4 ure, in het lokaal der publieke verkopingen, op de Gelderschekade, aldaar, in het openbaar te veilen en te verkopen:

  • 3/304 aandelen in de Reederij van Vier Schepen, te Rotterdam, onder directie van de heer A. van Hoboken van Rhoon en Pendrecht c.s., aldaar, tot welke rederij behoren de fregatschepen de STAD ROTTERDAM en de MAAS en de brikschepen de ROTTESTROOM en de NIJVERHEID.

    Nadere informatiën zijn te bekomen ten kantore van de voorschreve notarissen en de te veilen panden twee dagen vóór en op de voormiddag van de dag der veiling te zien, mits gemunieerd zijnde van permissie-biljetten, door één der gemelde notarissen getekend; blijvende dezelve en ook de voornoemde aandelen inmiddels uit de hand te koop.


1834

JC 220134
Te Batavia zijn aangekomen de volgende Nederlandse schepen: de 17e januari het fregat STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Rotterdam vertrokken de 21e september 1833.
JC 250134
Batavia, 24 januari. Vertrokken STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort naar Soerabaja.
JC 080234
Soerabaja, 30 januari. Vertrokken STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort over Passaroeang naar Rotterdam.
AH 130534
Binnengekomen: Batavia, 17 januari. STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Rotterdam.
DC 260734
Hellevoetsluis, 24 juli. Gisteren namiddag arriveerden uit zee: de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Batavia; IRIS, kapt. D.H.  Niemann, van Arendsburg.
AH 260734
Cargalijst Rotterdam. STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Soerabaja met 5.430 balen koffie, 705 kanaster suiker, 1.000 stuks huiden en 600 bossen bindrotting. N.H.M.
RC 260834
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading naar Batavia, mede voor passagiers. Het Nederlands fregatschip de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort. Adres ten kantoren van Hudig & Blokhuyzen en Kuyper, Van Dam & Smeer.

Op 11-09-1834 wordt voor de STAD ROTTERDAM door D. Blankenheym uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Cornelis Poort.

DC 071034
Hellevoetsluis, 3 oktober. Den 5 oktober. Gisteren namiddag zeilde naar zee: de HOOP, kapt. L. Berkhoff, naar Lissabon; nog zeilde naar zee: STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, naar Batavia; dezelve is onder de Goereesche haven ten anker gekomen.
AH 041134
Cowes, 29 oktober. Uitgezeild STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Rotterdam naar Batavia.
LCO 121134
Het schip de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Rotterdam naar Batavia, laatst van Cowes, is den 31 oktober aldaar uit zee terug gekomen.

1835

AH 280335
De STAD ROTTERDAM, C. Poort, van Rotterdam naar Batavia, is 15 januari gepraaid op 35° Z.B. 24° W.L.
JC 110435
Te Batavia zijn aangekomen: De 9e april het Nederlandse schip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, de 10e oktober 1834 vertrokken van Rotterdam, en is vertrokken het Nederlandse schip JOEDOEL BARIE,  thans hernaamd  BARON VAN DER CAPELLEN, kapt. Said Akil bin Alie, met drie passagiers naar Soerabaija.
JC 220435
Batavia, 17 april. Uitgezeild STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort naar Soerabaja.
JC 130535
Soerabaja, 2 mei. Binnengekomen STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Batavia 17 april.
JC 030635
Soerabaja, 26 mei. Uitgezeild Ned. schip STAD ROTTERDAM, C. Poort, over Samarang en Batavia naar Rotterdam, passagiers, de heren J.J. Reijneke , A. Visser, van Gaasbeek, J.H Oosthoek en familie.
JC 100635
Samarang, 29 mei. Aangekomen het Nederlands schip STAD ROTTERDAM, C. Poort, van Soerabaja den 26sten mei, passagiers, de heren Visscher, van Gaasbeek, Oosthoek.
JC 170635
Batavia, 14 juni. Uitgezeild het Nederlands schip STAD ROTTERDAM, C Poort naar Rotterdam.
AH 300935
Binnengekomen: Batavia, 9 juni. De STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Soerabaya.
AH 011235
De STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Batavia naar Rotterdam, is 12 oktober gepraaid op 02º B. 23º L. (onvolledige coördinaten; breedte onbekend, waarschijnlijk WL) door de GUNGA, kapt. M. Kinney, van Calcutta te Liverpool aangekomen.
RC 081235
Rotterdam, 7 december. De 4e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis ALETTE, kapt. F.B. Nepperus, van Marseille en de 5e, des namiddags, de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Batavia.

1836

RC 240336
Advertentie. Te Rotterdam ligt in lading: Naar Batavia, het nieuw gekoperd fregatschip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, met goede inrichtingen voor passagiers, om de 15e april aanstaande te vertrekken. Adres ten kantoren van Hudig en Kuyper, Van Dam en Smeer.
DC 280436
Hellevoetsluis, 25 april. Heden morgen zeilden naar zee: STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, en ANJER, kapt. J.C. Jansen, beiden naar Batavia.
JC 100836
Batavia, 6 augustus. Heden is alhier aangekomen het Nederlandse schip de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Rotterdam vertrokken de 25e april.
JC 310836
Soerabaja, 24 augustus. Aangekomen de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, over Passaroeang en Batavia naar Nederland.
JC 051036
Batavia, 30 september. Aangekomen de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Passaroeang den 21 september.
JC 121036
Straat Sunda, 8 oktober. De STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Batavia den 6 oktober, naar Rotterdam.

1837

RC 040237
Rotterdam, 3 februari. De Javasche Couranten tot den 8 oktober behelzen o.a het volgende: Van Batavia gezeild de Nederlandse schepen DE HOOP VAN ALBLASSERDAM, JAVAAN, de ONDERNEMING, de VROUW JOHANNA ELIZABETH, JEANNETTE PHILIPPINE, KORTENAER, MACASSER en ELIZABETH naar Soerabaya en de STAD ROTTERDAM naar Rotterdam.
RC 140237
Rotterdam, 13 februari. Den 10 dezer arriveerde te Helvoetsluis STAD ROTTERDAM, C. Poort, van Batavia.
AH 160237
Cargalijst Rotterdam. STAD ROTTERDAM, C. Poort, van Batavia met 4.903 balen koffie, 899 kanasters suiker en 1.200 bossen bindrotting. N.H.M.
RC 010437
Te Rotterdam in lading ligt naar: Batavia: Het fregatschip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, met goede inrichtingen voor passagiers, om den 25 te vertrekken.

Op 08-04-1837 wordt voor de STAD ROTTERDAM door D. Blankenheym uit Rotterdam een zeebrief aangevraagd voor kapt. Cornelis Poort.

RC 270537
Rotterdam, 26 mei. Den 24 dezer zeilden van Helvoetsluis STAD ROTTERDAM, C. Poort, en WIJNHANDEL, M.M. Versluys, naar Batavia.
JC 041037
Batavia, 2 oktober. Heden zijn hier aangekomen het schip BATAVIA, kapt. J.A. Pronk, met elf passagiers, de 8e juni vertrokken van Rotterdam, het schip JOHANNA CORNELIA, kapt. H.T. Horneman, de 7e juni vertrokken van Rotterdam, het schip STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, de 25e mei vertrokken van Rotterdam.
JC 111037
Batavia, 7 oktober. Vertrokken STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, naar Soerabaja.
JC 251037
Soerabaja, 17 oktober. Aangekomen STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Batavia den 7 oktober.
JC 151137
Samarang, 5 november. Aangekomen STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, van Passaroeang den 1ste november.
JC 291137
Advertentie. Het brieven pakket per het schip STAD ROTTERDAM, kapitein C. Poort, naar Rotterdam zal morgen middag ten een ure, en het pakket voor het schip PETRUS, kapt. E.H. Trip, naar Amsterdam op donderdag middag ten een ure worden gesloten. De postmeester. Batavia, 28 november 1837.

1838


AB 140438
Helvoetsluis, 12 april. Gearriveerd de STAD ROTTERDAM, C. Poort van Batavia.
AH 160438
Cargalijst Rotterdam. STAD ROTTERDAM, C. Poort van Batavia met 923 kanaster suiker, 5.003 balen koffie, 900 bundels bindrotting. N.H.M. 50 picols sapanhout Order.
RC 090638
In lading naar: Batavia, mede voor passagiers, het gekoperd fregatschip STAD ROTTERDAM, kapitein C. Poort; vertrekt 28 dezer.
AB 030738
Helvoetsluis, 1 juli. Uitgezeild  STAD ROTTERDAM, C. Poort naar Batavia.
AH 180738
Gepraaid bij de Sorlings de bark WIJNHANDEL, kapt. J. Smidt en de bark STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort beiden van Rotterdam naar Batavia.
JC 031138
Batavia, 31 oktober. Heden zijn hier aan gekomen de Nederlandse schoener CATHARINA CORNELIA, kapt. G. Taylor, met een passagier, vertrokken van China de 27e september, en de bark de STAD ROTTERDAM, kapt. C. Poort, met een passagier, vertrokken van Rotterdam de 1e juli.
JC 071138
Batavia. Passage naar Rotterdam met het snelzeilend en voor den overvoer van passagiers bijzonder goed ingericht Nederlands schip STAD ROTTERDAM, kapitein C. Poort, zullende van hier vertrekken in het laatst der volgende maand, adres bij Reijnst & Vinju.
JC 071138
Batavia, 6 november. Vertrokken STAD ROTTERDAM, C. Poort naar Soerabaja.
JC 281138
Soerabaja, 16 november. Aangekomen STAD ROTTERDAM, C. Poort van Batavia den 6 november.
JC 121238
Soerabaja, 5 december. Vertrokken STAD ROTTERDAM, C. Poort over Samarang naar Nederland.
JC 191238
Samarang, 9 december. Aangekomen STAD ROTTERDAM, C. Poort van Soerabaja den 5 december.

1839

JC 160139
Postkantoor Batavia. Brievenpakketten geopend voor de schepen de STAD ROTTERDAM, kapitein C. Poort, naar Rotterdam, en de INDIAAN, kapitein Christensen, naar Padang, welke op morgen middag ten één uur zullen worden gesloten. Batavia, 15 januari 1839
JC 160139
Batavia, 12 januari. Binnengekomen STAD ROTTERDAM, C. Poort van Pekalongan den 2de januari.
PGC 050339
Onder de berichten van Batavia van 10 november komt voor dat daar aldaar nog liggende waren de schepen STAD ROTTERDAM, kapt. Poort, om in het laatst van december en de WIJNHANDEL, kapt. Smit (vertrek niet bepaald) naar Rotterdam te vertrekken.
ZP 200439 – 370
Van Batavia zouden vertrekken de schepen CAROLINA EN JOHANNA, kapt. Matsen naar Amsterdam en PHENOMENE, kapt. Van Deynum naar Rotterdam, beide 5 december (volgens annonce van het postkantoor aldaar); ook zouden in het laatst van december vertrekken de schepen RHOON EN PENDRECHT, kapt. Schaap, MENADO, kapt. Charlau, STAD ROTTERDAM, kapt. Poort en de MAAS, kapt. Van Velthoven, alle vier naar Rotterdam.
PGC 250639
Het schip de STAD ROTTERDAM, kapt. Poort, van Pekalongang naar Rotterdam, was op 17 juni op de hoogte van Plymouth. De equipage was door scheurbuik aangetast.
RC 220639
Helvoet, 21 juni. Binnengekomen STAD ROTTERDAM, C. Poort van Batavia.
AH 240639
Cargalijst Rotterdam. STAD ROTTERDAM, C. Poort van Batavia met 1.142 kanasters suiker, 4.612 zakken koffie, 350 picols tin, 500 stuks koehuiden en 1.000 bossen bindrotting. N.H.M.
DC 081039
Advertentie: Hubertus Montauban van Swijndregt, Fredrik van Dam en François Nicolaus Montauban van Swijndregt, makelaars te Rotterdam, zijn van mening op dinsdag 22 oktober 1839, des namiddags ten 4 ure, in het locaal op de hoek der Scheepmakershaven en Bierstraat, wijk A, n°. 458, publiek te veilen: het hol van het Nederlands gekoperd tweedeks Barkschip STAD ROTTERDAM, laatst gevoerd door kapt. C. Poort, volgens meetbrief lang 32 ellen, wijd 6,60 ellen, hol 5,03 ellen, en alzo groot 249 lasten, benevens deszelfs scheepsgereedschappen, bestaande in rondhout, ankers, kettingen, touwen, zeilen, geschut enz. zo als alles genummerd zal zijn liggende ter plaatse als nader zal worden opgegeven, zullende de veiling geschieden eerst van de gehele massa en daarna van elke kaveling afzonderlijk. (opm: de zeebrief van het ex-fregat, bouwjaar 1827, werd op 2 januari 1840 geroyeerd onder vermelding ‘schip is gesloopt’)

Akten

ARCHIEF Nat.Archief-Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.212 __________________________________________________
Bijlbrief
Naam schip: de STAD ROTTERDAM

Plaats en datum acte bijlbrief, Rotterdam, 24 maart 1827

Soort schip fregat

Bouwwerf / verkoper Hendrik Frater, scheepmaker, op zijn scheepstimmerwerf De Hoop aan de Schiedamsche Hooge Zeedijk, even buiten de Schiedamschepoort te Rotterdam

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Reederij van Vier Schepen, Rotterdam, opgericht door Anthony van Hoboken

Te voeren door kapt. Cornelis Poort

Groot volgens meetbrief 708 tonnen

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen lang 32 m., breed 6,66 m., hol 4,98 m.

Kiellegging 12 augustus 1825

Tewaterlating geheel volbouwd, 13 december 1826

Plaats en datum van registratie Rotterdam, 24 maart 1827

Nummer van registratie deel 1, folio 21, verso, afd. 7.

Notaris Dammes Ledeboer, vrederechter te Rotterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld)

Bijzonderheden






Researcher/datum research ML/230107

Naam STAD ROTTERDAM (de)
Archiefinstelling Nationaal Archief Den Haag
Jaar 1827
Toegang 3.03.56
Inventaris 65

Bronnen

Jaar: 1827
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
N.A. Den Haag archiefnummer Rott.3.03.56.65.212
AB = Avondbode
AH = Algemeen Handelsblad
BC = Bataviasche Courant
DC = Dordtsche Courant
JC = Javasche Courant
NIH = Nederlandsch Indisch Handelsblad
OHC = Opregte Haarlemsche Courant
PGC = Provinciale Groninger Courant
RC = Rotterdamsche Courant
ZP = Zeepost