Inloggen
Gezagvoerder

Parlevliet, Jacob Jacobsz

Naam: Parlevliet, Jacob Jacobsz
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
ZAANSTROOM 1895 General Cargo schip Steamship 7426 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Jacob Jacobsz Parlevliet werd geboren te Katwijk op 06 mei 1840 als zoon van Jacob Jacobsz Parlevliet en Ariaantje Teunisd. van Duijvenbooden.

Hij trouwde te Katwijk in 1864 met Annetje Jansd. Hakker

Jacob overleed te Wassenaar op 12 juli 1929.

In het Notarieel Archief van Katwijk uit 1894 en 1896 wordt hij vermeld als scheepsgezagvoerder wonende te Nieuwer Amstel.054-124

 

De schepen van de kapitein

Jacob Parlevliet was kapitein van 1886-1892 op de Amstelstroom, van 1892-1896 op de IJstroom, in 1897-1898 op de Zaanstroom (van de Hollandsche Stoomboot Maatschappij) en van 1901-1905 op de Pro Patria. De publicatie bevat een afbeelding van het s.s. Amstelstroom054-124.

 

Bouma025 vermeldt J.Parlevliet als kapitein gedurende:

*    1891 t/m 1897 op het schroefstoomschip “IJstroom”, gebouwd in 1879, 820 ton n.m., 125 pk, varend voor de Hollandsche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam. Het schip zonk in 1897 op de Noordzee na een aanvaring;

*    1899 op het stalen schroefstoomschip “Zaanstroom”, gebouwd in 1895 te Amsterdam 990 ton, varend voor Hollandsche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam;

*    in 1900 (maar Bouma gaat in de vermelding van kapiteins niet verder dan 1900) op het schroefstoomschip “Pro Patria” ex Columba, gebouwd in 1873, 1034 ton n.m. varend voor de Hollandsche Stoomboot Maatschappij.

      Bouma noemt F. en niet J.Parlevliet als gezagvoerder van het schroefstoomschip “Amstelstroom”, gebouwd in 1885, 843 ton n.m., 140 pk.. Zijn reederij was de Hollandsche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam.

*    1900 en later van het ijzeren schroefstoomschip “Pro Patria” ex Columba, gebouwd in 1873 te Sunderland, 1034 ton o.m., varend voor de Hollandsche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam;

 

Overige bijzonderheden

      Het ss “IJstroom” zonk op 06 juni 1897 om 2.40 uur v.m. op 24 mijl van Galloper L.V. op 52o04’NB/02o30’OL na aanvaring met het Britse ss BITTERN; 2 man kwamen om. De “IJstroom” was op weg van Amsterdam naar Londen.

      Het ss “IJstroom” werd gebouwd in 1879 bij de Nederlandsche Stoomboot Maatschappij te Rotterdam, mat 754 Brt en voer voor de Hollandsche Stoomboot Maatschappij te Amsterdam072.

 

De Raad voor Tucht van de koopvaardij deed op 29 oktober 1897 uitspraak tegen kapitein J.Parlevliet, gezagvoerder van het ss “IJstroom”. “Op 5 juni 1897 vertrok  … het stoomschip ‘IJstroom’ van IJmuiden met Londen als haven van bestemming. Naast een lading stukgoed waren er ook 16 passagiers aan boord. De bemanning bestond uit niet minder dan 23 koppen.”

Tijdesn betrekkelijk rustig en helder weer werd het schip aangevaren door het Engelse schip “Bittern”. De “IJstroom” was zo zwaar beschadigd, dat de kapitein opriep om over te springen op het Engelse schip. “Hij voegde als eerste de daad bij het woord, zonder zich over het lot van de vele opvarenden en passagiers te bekommeren. Hij sprong over, terwijl nog achtentwintig van de opvarenden zich op de ‘IJstroom’ bevonden.” De aanvaring vond plaats drie uur in de ochtend en het grootste deel van bemanning en passagiers lagen nog in hun kooi. De kapitein verklaarde later dat hij was over gesprongen omdat hij bang was dat zijn schip snel zou zinken en dat hij vanaf de “Bittern” het reddingswerk beter zou kunnen leiden. Tijdens die reddingswerkzaamheden kon niet worden voorkomen dat een aantal opvarenden verdronken.

“De Raad oordeelde … dat de kapitein zijn schip weliswaar te vroeg had verlaten, maar dat deze handeling niet als een daad van nalatigheid van de gezagvoerder in de zin van de Tuchtwet kon worden opgevat … Wel was het te vroeg van boord gaan volgend de Raad aan te merken als een ‘misdraging’ ten aanzien van scheepsvolk en passagiers … “ Maar daar er geen formele klacht tegen hem was ingediend ging de kapitein tuchtrechtelijk vrij uit. In de uitspraak klonk duidelijk door dat zijn gedrag echter moreel werd afgekeurd. 104.

Deze tuchtzaak wordt ook behandeld in het tijdschrift “De Zee”, Jg.1898, p. 8 t/m 13.