Familiegegevens en opleiding
Reinder Harms Lutje Mulder werd geboren op 11 oktober 1822 te Nieuwe Schans als zoon van de Nederlands Hervormde Hindrik Jans Mulder en Detje Klaassens Kruizinga. Hij woonde te Rotterdam o.a. aan de Westerkade Wijk 15/1 nr. 6 (oud nr. 840). Hij was o.a. expert en leraar.
Hij was getrouwd met Janke van Rees geboren 04 juli 1825 te Groningen, Doopsgezind.
Hij overleed op 23 december 1892 te Rotterdam aan de Kruiskade005
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
R.H.Mulder was met vlagnummer R204 in de periode 1846 t/m 1892 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In het Jaarverslag 1887 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij voorlopig afstand heeft gedaan van zijn, volgens het Reglement. toekomende recht op uitkeering. Deze mededeling werd herhaald in het Jaarverslag van 1888058
In het Jaarverslag 1892 van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat vermeld dat hij in dat jaar is overleden058.
De schepen van de kapitein
In de Jaarverslagen van de Maatschappij staat kapitein R.H.Mulder met vlagnummer R204 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:
* 1849, 1851 van de kof “Maria Catharina” 52 last varend voor Boutmy & Co te Rotterdam
* 1855, 1858, 1859, 1862 t/m 1867
van de bark “Robertus Hendrikus” 398 last varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam
* 1874 van het fregat “Philips van Marnix” 753 last varend voor van Zeijlen & Decker
* 1877, 1878, 1880 t/m 1883, 1885 t/m 1888, 1890, 1891 geen vermelding van schip en reeder
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
Kapitein Schip Vertrek Aankomst
R.H.Mulder Robertus Hendrikus 07 juni 1864 22 maart 1865
Robertus Hendrikus 25 september 1866 07 september 1867
Bouma025 vermeldt R.H.Mulder als gezagvoerder gedurende:
* 1853 t/m 1856 van de bark “Robertus Hendrikus”, gebouwd in 1853 te Delfshaven, 540 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam. Het schip is in 1856 uitgebrand te Batavia;
* 1858 t/m 1870 van de bark “Robertus Hendrikus”, gebouwd in 1858 te Papendrecht, 754 ton o.m., varend voor Vaesen & Steinhaus te Rotterdam;
* 1871 t/m 1875 op het fregat “Philips van Marnix”, gebouwd in 1863 te Bolnes, 1516 ton o.m., varend voor van Zeylen & Dekker te Rotterdam.
Overige bijzonderheden
Dutch ship "Robertus Hendrikus", arrived at Albany on 29 September 1853, having left Hartlepool, England on 9 June 1853. Master = R. H. Mulder. Crew = 17. Tonnage = ?. Cargo = 500 tons of coals for the P. & O. Company. The master stated in the Boarding Report upon arrival that the vessel was bound for “Batavia” when it departed. 105
Van mevr.E. C.Huizer-Sibinga Mulder te Naarden kreeg ik op 27 juni 2004 een kopie van een brief dd 04 mei 1938 van de heer L.Smit te Alblasserdam aan mevr. N(eeltje) Mulder. Daarin wordt gerefereerd aan afbeeldingen door Spin van de “Robertus Hendrikus” (1853, 540 ton resp. 1858, 754 ton) beide in bezit van mevrouw Mulder. In die brief is sprake van een eventuele schenking aan het Maritiem Museum te Rotterdam.
Genoemd schrijven van mevr. Huizer bevat(slechte) zwart-wit kopieën van beide schepen met daarbij de volgende tekst door L.Smit:
“Spin 1855
1e. “Robertus Hendrikus” 285 Last. gebouwd op de scheepstimmerwerf van de Hoog te Delfshaven, 6 April 1853 te water gelaten. Kapitein R.H.Mulder (R204), Rederij Varssen(sic) & Steinhaus, Rotterdam.
In het laatst van 1856 aan de Javakust verbrand. Toeval was, dat ‘snachts 12 uur de verzekeringspolis was afgelopen, nog niet vernieuwd en het schip en lading ‘snachts om 11 uur d.a.v. verbrandde. Groote materieele en financieele schade, ook voor de kapitein als belangrijk deelhebber in het schip.
Het voorgestelde Kofschip (op de rechterzijde van het schilderij) is de schoener-kof “Maria Catherina”, groot 52 Last, gebouwd 1845 te Groningen van de Rederij Boutmij & Co te Rotterdam, gevoerd door Kapitein R.H.Mulder van 1845-1852.” (deze opmerking is in strijd met de opgave van Bouma025, die een kof “Maria Catharina” vermeldt, gebouwd in 1840 te Muiden, 156 ton o.m., van 1847 t/m 1853 varend onder kapitein H.L.Mulder voor Boutmij & Co te Rotterdam – zie aldaar)
“Spin 1859
2e Bark “Robertus Hendrikus” 397 Last of 753 Ton, gebouwd in 1858 op de scheepstimmerwerf van Jan Smit Czn te Papendrecht, 6 September 1858 te water gelaten. Kapitein R.H.Mulder, op 9 Maart 1869 te Rotterdam geveild voor f 40.600 (rood kopervast dubbeling metaal, Juni 1865.) De veiling was ter bepaling van de waarde en verdeeling der scheepsparten of aandeelen. Het schip bleef onder dezelfde Reederijvlag varen.
1869 – ’71 Kapt A.Sissingh R.206
1872 – ’79 “ W.Hageraats
Onder Kapitein Hageraats in 1879 (Juni) te Nerva gestrand en wrak (Zeetijdingen 18 Juni 1879).
Kapitein R.H.Mulder verliet 1871 zijn goede schip en nam het commando over de groote 3/m Clipper “Philip van Marnix”, groot 1516 ton, van de Reederij van van Zeylen & Decker te Rotterdam, werd in 1876 afgelost door Kapitein H.N.Prins.”