Inloggen
Gezagvoerder

Biorn/Bjørn, Nicolaas

Naam: Biorn/Bjørn, Nicolaas
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
VRIENDEN 1830 Fregat Sailing Vessel 8732 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

In het Bevolkingstregister 1850 van Amsterdam staat als zijn geboortedatum te Dordrecht 03 oktober 1801. Als adres staat opgegeven Lindegracht 209, religie Evangelisch Luthers. Hij woonde te Amsterdam vanaf 1852.098

Nicolaas Biorn werd op 18 september 1815 ingeschreven als leerling van de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam004(531/1228). Hij werd volgens doopceduul nr.1228 gedoopt op 11 oktober 1801 (vermoedelijk) te Dordrecht. Zijn vader was Benjamin Biorn uit Amsterdam, van geloof luthers, en Margaretha Pollius uit Amsterdam, eveneens luthers. Ten tijde van de inschrijving leefde de beide ouders en woonden in de Bloemstraat 176 te Amsterdam.

Bij de inschrijving was Nicolaas 14 jaar, 5 voet lang en ingeënt.

Vanaf 01 januari 1816 werd om de drie maanden rapportage over de vorderingen gemaakt:

“1 jan 1816  3/m rappt kt(kent) de voornaamste zeën enz ...

1 jan.1817  kt koppelkoersen ...

24 april 1818  door Do Lageri als ledemaat aangenomen

8 octob 1818 geplt als cajuitwachter op het schip Nephtunus captn Okke Olferts naar Surinamen

15 junij 1819       terug van de reis met goede attestatie

1 octob 1819 ... Kt Steenstra Douwes en is aan den almanak

17 novb 1819  Verzoekt en bekomt zijn ontslag en attestatie en certificaat vrijstelling van de nat.militie”.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.N.Biorn werd met nr.826 effectief lid van Zeemanshoop per 03 september 1850 op voorspraak van P.Kraaij. Zijn schip was “De Vrienden”002. Ten tijde van de inschrijving was Biorn 48 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop van 27 augustus 1850 werd als effectief lid voorgedragen/ingeschreven Nicolaas Biorn, oud 48 jaar, voerend de bark “Vrienden”, wonend aan de Noordermarkt 9 te Amsterdam, op voordracht van kapitein P.Kraaij.023.

N.Björn was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1850 t/m (wellicht) 1867 met de vlagnummers 826 (1850 t/m 1854) en 435 (1854 t/m 1867).

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 september 1865 vraagt N.Biorn om ondersteuning, maar die wordt geweigerd. In de vergadering van 28 november 1865 wordt hem een gratificatie van f 30, - uit de bussen toegekend. In de vergadering dd 25 januari 1866 bedankt hij het Bestuur voor de gratificatie “en zich aanbevelend voor eenige betrekking hem door Zeemanshoop te bezorgen.”042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 september 1866 wordt een verzoek om onderstand door N.Biorn afgewezen, maar in de vergadering dd 01 november 1866 krijgt hij een gratificatie van f 30,-.042.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 november 1865 staat een verzoek van kapitein N.Biorn om een uitkering. Deze wordt afgewezen “daar hij geen voortdurend deelnemer was.” Op 12 december 1865 staat een hernieuwde aanvrage, die weer wordt afgewezen. Maar hij krijgt een gratificatie van f 30,-. Hij bedankt hier voor op 30 januari 1866. In de notulen van 02 oktober 1866 staat een afwijzing van een verzoek om onderstand. In die van 13 november 1866 wederom een gratificatie van f 30,-.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer            jaren                type        scheepsnaam       naam reder/boekhouder

        826                1850-1851            bark       De Vrienden         L.Bienfait en Zn

                               1852-1853            geen opgave van schip en boekhouder

        435                1854-1867            geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt N.Bjørn als gezagvoerder gedurende:

*    1851 t/m 1852 van het 3/m schip “Vrienden”, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 390 ton o.m., varend voor L.Bienfait & Zn te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In de “Geschiedenis van het Amsterdamsche Handelshuis Louis Bienfait & Soon” samengesteld door A.W.Wichers Hoeth. Uitg. De Mercuur” Hilversum 1941, 332 pp.  en in de “Aanvullingen” op dit boek, 84 pp. 1943 staat op p. 40-41 een vermelding van de bark “De Vrienden” onder kapitein N.Biorn:

“Het schip was op 12 Oct. 1849 onder kapitein N.Biorn te Soerabaya begonnen voor Amsterdam te laden en arriveerde 24 November te Batavia, na veel storm te hebben gehad, die het lossen van goederen noodzakelijk maakte. De reparatie vond op het eiland Onrust plaats, waarna 20 Februari 1850 Batavia verlaten kon worden. Tot Mei/Juni heeft men met ontzettend slecht weer te kampen gehad, met als gevolg een enorme schade aan het schip, de zeilen enz., doch het rapport, aan de schadeafrekening toegevoegd, breekt hier plotseling midden in een zin af en wij weten alleen, dat het schip niettemin veilig binnen geloopen is, want in November is het wederom uitgevaren. De schade werd getaxeerd op f 51.471,52… De lading bestaande uit koffie, suiker, tin, bindrotting, was in haar geheel bestemd voor de Nederl. Handel Mij.: het schip werd door deskundigen voor de assurantie op f 16.000,- getaxeerd…..

….Zooals gezegd kon “de Vrienden” in November 1850 wederom uitvaren; het schip verliet 28 November onder kapitein Biorn de haven van Texel voor een reis in ballast naar Newport. Gesleept door een stoomboot en met een loods aan boord, kwam het den 5den December in de rivier van genoemde stad tegenover de sluis van het dok, doch kwam daar aan de grond te zitten; het water was weggeloopen en de “Vrienden” ging gevaarlijk hellen, daarbij hevig krakende. Den volgenden dag was er wederom water en kon het schip in het dok gebracht worden. Inspecties wezen uit, dat de ontlading noodzakelijk was, evenals het overbrengen van het schip in het droge dok te Bristol. Aldus geschiedde; na 5 inspecties werd het schip voor hersteld verklaard en kon op 21 Januari 1851 Bristol verlaten voor Newport, echter niet dan met behulp van een loods en twee stoomschepen. In Newport vond nog een 6e inspectie plaats, waarna het beschouwd werd wederom geheel zeewaardig te zijn. In het belang der averij was J.Boelen JRzn naar Newport gezonden, die bij brief van 22 Maart 1851 voor zijn bemoeienissen een bedrag van f 440,- in rekening bracht ….

In het Stadsarchief is in het Archief van de Waterschout (inventaris 38) is een monsterrol van het fregat “Louisa Prinses der Nederlanden” onder gezag van kapitein Everhardus Martinus Chevalier, gedateerd 10 juli 1837, van Amsterdam naar Dordrecht en vandaar naar Batavia. De correspondent is Uilenberg & Co. Het schip had een equipage van 17 man met o.a. 1ste stuurman N.Björn, 35 jaar, wonende te Amsterdam, maandgage f 70,- en onderstuurman J.A.Holm, 29 jaar, wonend te Amsterdam, maandgage f 50,-.

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout, 38-156 bevindt zich een stuk betreffende de nalatenschap van “Johan Lundgren, laatst gevaren hebbende als zeilemaker aan boord van het barkschip de Vrienden gevoerd door kapitein N.Biorn en gedurende eene reize naar de Indién overledden 17 februari 1850.”

 

NRC 22 januari 1850114

Amsterdam, 21 januari. Het schip DE VRIENDEN, kapt. Biorn, van Probolingo te Batavia aangekomen, was volgens brief van de kapitein van de 27e november lek en moest gedeeltelijk lossen om te repareren.marhisdata

 

NRC 23 februaria 1850114

Amsterdam, 22 februari. Aangaande het schip DE VRIENDEN, kapt. Biorn, van Probolingo lek te Batavia aangekomen, wordt volgens brief van de kapitein in dato 30 december gemeld, dat de lading gedeeltelijk te Batavia, gedeeltelijk te Onrust (opm: 5 mijl ten noordwesten van Tanjung Priok) was gelost. Met de reparatie was men in zo verre gevorderd, dat de kapitein hoopte in de loop van januari gereed te zijn om de lading weder in te nemen en de reis herwaarts aan te nemen.marhisdata