Inloggen
Gezagvoerder

Meyer/Meijer, Evert Jacob

Naam: Meyer/Meijer, Evert Jacob
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JONGE MARTINA ALETTA 0 Kof Sailing Vessel 12664 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Evert Jacob Meyer werd geboren te Lemmer op 25 oktober 1771.

Hij was ongehuwd.003

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

E.J.Meijer werd met vlagnummer 97 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 25 januari 1825 op voorspraak van P.Bakker. Een schip is niet genoemd. Toegevoegd is "overleden"002.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 18/25 januari 1825 werd Evert Jacob Meyer voorgedragen/benoemd als effectief lid. Hij was toen 51 jaar, woonde "aan de Lemmer" met als adres de heren de Vries & Co op de IJgracht bij de Foeliestraat te Amsterdam, werd voorgedragen door P.Bakker en kreeg vlagnummer 97023.

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 02 november 1826. "vrij van contr. trekkende en zonder vrouw noch kinderen met 1841"003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergaderingen dd 25 augustus 1836 en 29 september 1836 en de Algemene Vergadering van 25 oktober 1836 van Zeemanshoop staat het verzoek van E.J.Meyer om een uitkering, hetgeen werd toegestaan per 01 november 1836042 en 023.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 juni 1840 klaagt kapitein E.J.Meijer over de verhoging van de kapiteinsbijdrage met f 6,- en “verzoekt verschoond te worden van de contributie voor het voordurend regt zijnde weduwnaar zonder ingeval van overlijden tot trekking geregtigde na te laten.” Het Bestuur willigt zijn verzoek in.042.

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         97                        1825-1828     galjoot             De Jonge Martina Aletta                    de Vries & Co

                                      1829-1835     geen vermelding van schip en boekhouder

         56                        1836-1853     geen vermelding van schip en boekhouder

         19                            1854           geen vermelding van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt E.J.Meyer als gezagvoerder gedurende:

*    1818 t/m 1829 van de bark-galjoot “Jonge Martina Aletta”, geen bouwgegevens, varend voor de Vries & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1829 geveild.

 

Het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevat monsterrollen op naam van kapitein Evert Jacobs Meijer op de:

“Margaretha”, dd 07 juni 1816; 08 mei 1817;

“Jonge Martina Aletta”, dd 07 augustus 1818; 29 oktober 1819; 06 juli 1821; 27 juli 1822; 24 september 1823; 14 mei 1825 en 25 april 1827.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 27 november 1817 114

Amsterdam, 25 november. E.J. Meijer, van Stettin te Terschelling binnengekomen, gedestineerd naar Antwerpen, wegens lekkagie; is naar Harlingen opgezeild om te repareren.

 

Rotterdamsche Courant 08 februari 1820114

Amsterdam, 6 februari. Te Port-Mahon is gearriveerd E.J. Meijer van Amsterdam, en zeilklaar te Bordeaux F. Middendorf naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 10 november 1821114

Amsterdam, 8 november. Door de Vlielander loodsschipper H. de Wit is den 1 november, 3 mijlen Z. van Eijerland, in goede staat gepraaid kapt. E.J. Meijer (opm: voerende driemast kof DE JONGE MARTINA ALETTA), van Riga naar l’Orient (opm: Lorient).

 

Rotterdamsche Courant 12 januari 1822114

Amsterdam, 10 januari. Kapt. E.J. Meijer, voerende het Hollandse galjootschip MARTINA ALETTA, van Riga naar l’Orient (opm: Lorient) gedestineerd, en reeds den 11 oktober de Sond gepasseerd, meldt nu van Cherburg, van den 3 januari, dat hij gedurende al die tijd met storm en onweêr geworsteld heeft, en wel soms zo hevig, als hij het nimmer heeft bijgewoond, zijnde vier maal uit het Kanaal en zelfs eens van de hoogte van Heisant (opm: Ouessant) tot Douvres (opm: Dover) terug gestormd en thans de haven van Cherburg bereikt had, alwaar hij met nog wel 250 schepen lag, die allen op gunstige wind wachtten; zijn schip had, zo ver hij ontdekken kon, geen schade; doch zijn grootzeil en bezaan, benevens zijn groot stenge-stagzeil, waren door zwaar zeilen geborsten.