Inloggen
Gezagvoerder

Meppelder/Meppeler, Folkert Hendriks

Naam: Meppelder/Meppeler, Folkert Hendriks
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
LOUISA KROONPRINSES VAN ZWEDEN 1854 Bark Sailing Vessel 14779 Bekijk schip
JACOBUS MARTINUS 1852 Bark Sailing Vessel 16544 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Folkert Meppelder werd geboren op 25 februari 1829 te Groningen als zoon van de Nederlands Hervormde Hendrik Meppelder en Gepke Eddes. Hij woonde in Dordrecht en vestigde zich op 24 oktober 1859 te Rotterdam waar hij o.a. woonde aan de Rotterdamsche Dijk nr. 25. Hij keerde op 11 november 1860 (of 1868) terug naar Dordrecht. Hij vestigde zich rond 1877 opnieuw te Rotterdam, komende van Heenvliet.

Hij was gehuwd met Fokkelien Mooy geboren 16 februari 1832 te Groningen, Nederlands Hervormd. Hij werd na zijn koopvaardijperiode winkelier.

Hij overleed te Rotterdam aan de Hilledijk op 24 mei 1898005.

 

Folkert Hendriks Meppeler(!) werd geboren te Groningen op 25 oktober 1828 (zie datum hiervoor!) als zoon van koopvaardijkapitein Hendrik Meppeler en Gepke Eddes. Hij woonde in 1840 met zijn ouders aan de Nieuwe Haven nr. 419 te Dordrecht.

Hij trouwde met Tallegien(sic) Mooi, geboren in 1832 te Groningen.

In 1858 woonde het gezin met vrouw en kinderen in de Hooge Nieuwstraat te Dordrecht. De kinderen waren Gepke (1850), geboren te Groningen en Willemina Fokkelina (1852) en Hendrika (1856), beiden geboren te Dordrecht. Het gezin verhuist in 1859 naar Delfshaven.

Hij overleed op 25 mei 1898 te Dordrecht

Hij was in 1856 met nr. 398 lid van de Dordtse vrijmetselaarsloge La Flamboyante. Hij werd op 26 juli 1856 tevens lid van de loge “De Goede Hoop” in Kaapstad064

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

F.Meppelder was met vlagnummer R450 in de periode 1856 t/m 1870 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

F.Meppelder wonende te Delfshaven werd per 11 oktober 1850 lid van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” met vlagnummer 69 en bleef dit tot aan zijn overlijden op 25 mei 1898. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de kof “Concordia”.111 en 64a.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 09 februari 1851 de storting door kapitein Volkert Meppelder van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college.064b

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 3 juni 1898 staat de reglementair vastgestelde uitkering van f 200,- aan de weduwe van kapiteinF.Meppelder te Hillesluis(?).064b

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein F.Meppelder met vlagnummer R450 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1858, 1859, 1862 t/m 1866         van de bark “Jacobus Martinus”                   207 last            varend voor M.Kerdel te Schiedam

*    1867                                   van de bark “Louise Kroonprinses van Zweden”    298 last           varend voor G.Mauritz te Dordrecht

 

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat F.Meppelder als gezagvoerder064a:

*    1852 t/m 1855                       kof “Concordia”                              boekhouder G.Mauritz te Dordrecht

*    1856                                        brik “Hendrika Bertina”                 boekhouder Schröder & Co te Amsterdam

*    1857 t/m 1859                       brik “Hendrika Bertina”                 boekhouder M.Kerdel te Schiedam

*    1861                                        bark “Jacobus Martinus”                boekhouder M.Kerdel te Schiedam

*    1874                                        geen vermelding van een schip

 

Bouma025 vermeldt F.Meppelder als gezagvoerder gedurende:

*    1854 t/m 1856 van de kof “Concordia”, gebouwd in 1827 te Pekela, 143 ton o.m., varend voor G.Mauritz te Dordrecht, Deze vermelding staat onder Z. Meppelder, hetgeen een foutieve vóórletter moet zijn

*    1856 van de brik “Hendrika Bartina”, gebouwd in 1851 te Nieuwendam, 240 ton o.m., varend voor de Gebr. Schröder te Amsterdam;

*    1857 t/m 1867 van de bark “Jacobus Martinus”, gebouwd in 1852 te Schiedam, 391 ton o.m., varend voor M.Kerdel te Schiedam. Het schip werd in 1867 naar het buitenland verkocht;

*    1868 t/m 1869 van de bark “Louisa Kroonprinses van Zweden”, gebouwd in 1854 op de werf van Jan Schouten te Dordrecht, 564 ton o.m., varend voor G.Mauritz  te Dordrecht. Het schip werd in 1869 verkocht naar Duitsland.

 

Overige bijzonderheden

Ontleend aan van Blokland-Visser064:

Volgens monsterrol 1228 dd. 01 november 1844 in het Gemeentearchief van Dordrecht monsterde hij als ligtmatroos (15 jaar, wonend te Dordrecht) op de galjoot “Venila” (moet zijn de kof “Venelia”) onder gezag van zijn vader Hendrik Meppeler voor een reis met 8 man naar Belfast.

Op 11 oktober 1850 is hij kapitein op de kof “Concordia”, varend voor reder G.Mauritz te Dordrecht.

In de monsterrol nr. 1599 dd. 27 oktober 1853 in het Gemeentearchief van Dordrecht staat F.Meppelder, oud 26 jaar, wonend te Dordrecht, met een maandgage van f 65,- , geboekt als eerste stuurman op de bark “Jan Schouten” onder kapitein J.Coening Meijer, varend voor G.Schouten te Dordrecht en vertrekkend met 25 man naar Batavia.

Op 27 januari 1853 (monsterrol nr. 1599) was hij 1e stuurman voor een gage van f 65,- per maand op de bark “Jan Schouten” onder kapitein Joseph Coening Meyer voor een reis met 245 man naar Batavia.

In 1861 was hij gezagvoerder op de bark “Jacob Martinus”.

Per 28 augustus 1867 vertrok hij als gezagvoerder op de bark “Louise Kroonprinses van Zweden” voor een reis van Rotterdam naar Australië.064 en 071.