Inloggen
Gezagvoerder

Maasdijk, Wilhelmus

Naam: Maasdijk, Wilhelmus
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
BATAVIER 1876 Fregat Sailing Vessel 10697 Bekijk schip
NESTOR 1867 Fregat Steamship 16339 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

W.Maasdijk was met vlagnummer R42 in de periode 1878 t/m 1885 lid voor de vlag van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart. Hij was dus wèl gerechtigd om de Maatschappijvlag te voeren, maar kon geen financiële aanspraken doen gelden058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van de Maatschappij (Maritiem Museum, Rotterdam) staat kapitein W.Maasdijk met vlagnummer R42 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1878, 1880, 1881             van het fregat “Batavier”         1616 ton n.m.    varend voor Lt. Smit te Kinderdijk

*    1882, 1883                        geen vermelding van schip en boekhouder

 

Kapitein W.Maasdijk was in 1876 de eerste gezagvoerder van de clipper "Batavier" (1616 ton), gebouwd op de werf van L.Smit Fopz 026(39/314).

 

Bouma025 vermeldt W.Maasdijk als gezagvoerder gedurende:

*    1874 t/m 1876 van het ijzeren 3/m schip “Nestor”, gebouwd in 1867 te Kinderdijk, 1579 ton o.m., varend voor L.Smit te Kinderdijk. De machine ie uitgenomen (kennelijk had het schip hiervoor enig stoomvermogen);

*    1877 t/m 1882 van het ijzeren fregat “Batavier”, gebouwd in 1876 te Kinderdijk, 1780 ton n.m., varend voor L.Smit te Kinderdijk.

 

Overige bijzonderheden

Voor de Raad van Tucht bij de koopvaardij werd in 1876 een klacht behandeld van een passagier Catoire tegen de kapitein W.Maasdijk van het fregat “Nestor”, varend van Batavia naar Nieuwediep,  betreffende zijn gedrag ten opzichte van drie meereizende krankzinnige passagiers. Het schip kwam op 15 juni 1876 te Nieuwediep aan met als eindbestemming Amsterdam.

“Gedurende het eerste en grootste gedeelte van de reis waren er nauwelijks problemen. De krankzinnigen gedroegen zich zoals dat van een passsagier mocht worden verwacht.” Volgens Catoire ontstonden er moeilijkheden, toen er aan de krankzinnige passagier Rovers drankgebruik werd toegestaan. Het optreden van de kapitein werd door Catoire afgekeurd. Voorts meende deze dat de kapitein de krankzinnige Smits op onmenselijke wijze had behandeld door hem in een geïmproviseerde dwangbuis vast te binden. Ook de voedselverstrekking aan de krankzinnige passagiers zou volgens hem volstrekt verwerpelijk zijn geweest.

De Raad riep een serie getuigen op en constateerde dat alle aantijgingen niet werden bevestigd. Erger nog, de gedragingen van de krankzinnige Rovers werden niet veroorzaakt door overmatig drankgebruik, maar door “voortdurende plagerijen van vader en zoon Catoire. … De door Catoire tegen kapitein Maasdijk ingediende klachten werden volkomen ongegrond verklaard.” 104.