Inloggen
Gezagvoerder

Lutje, Reinder Harms

Naam: Lutje, Reinder Harms
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
MAGDALENA 1808 Kof Sailing Vessel 11587 Bekijk schip
ANTHONIA FRANCINA 1831 Schoenerkof Sailing Vessel 10062 Bekijk schip
WILLEM VAN DEN BEY 1863 Brik Sailing Vessel 15855 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Reinder Harm Lutje werd geboren/gedoopt te Nieuweschans (Groningen) op 26 november/25 december 1808 als zoon van Harrm Reinders Lutje en Hillechien Folkerts...

Hij huwde te Nieuwe Schans op 10 feburari 1837 met Nomke Derks Muller , geboren te Nieuwe Beerta gem Nieuwe Schans op 6 februari 1809 als dochter van de logementhouder Derk Jans Muller en Engel Jurjens Poppens. Zij overleed te Nieuweschans op 27 maart 1884, 75 jaar.

Hij was de schoonvader van kapitein Poppe Andreas Rentema (zie aldaar).

Hij overleed te Nieuweschans op 21 september 1880, 71 jaar. 003 en allegroninger

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

R.H.Lutje, Kranenborg & Zn, werd met vlagnummer 413 effectief lid van "Zeemanshoop" per 12 juni 1838 op voorspraak van H.Mulder. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Antonia Francina"002. Ten tijde van de inschrijving was de man 30 jaar en de vrouw eveneens 30 jaar002a

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 05/12 juni 1838 werd als effectief lid ingeschreven Reinder Harms Lutje, oud 29 jaar, voerend de kof “Anthonia Fransina”, adres bij de heren Kranenborg & Zn te Amsterdam, op voordracht van kapitein H.Mulder023.

R.H.Lutje werd per 15 december 1838 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003

 

  1. Harms Lutje wonend te Nieuweschans was met vlagnummer 93 lid van het Dordtse zeemanscollege Tot Nut van Handel en Zeevaart in de periode 02 februari 1855 t/m zijn royement in 1876. Ten tijde van de inschrijving was hij gezagvoerder van de schoener “Christina” varend voor de Gebr. Heemskerk te Amsterdam 064a

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 25 april 1872 staat een verzoek om onderstand van kapitein R.H.Lutje, welk verzoek op 30 mei 1872 werd ingewilligd met ingang van 01 mei 1872 voorlopig voor 6 maanden.042.

In de vergadering dd 31 oktober 1872 wordt een continuering toegestaan tot 01 mei 1873 mits hij bewijs overlegd van zijn voortdurende ongesteldheid. Deze wordt in de vergadering dd 28 november 1872 overgelegd. Idem een verlenging voor 6 maanden op 30 oktober 1873. Op 27 november 1873 vraagt hij vrijstelling van het overleggen van een bewijs van voortdurende ongesteldheid hetgeen wordt afgewezen. Op 23 december 1873 legt hij alsnog een bewijs over. Idem een verlenging op 07 mei 1874 tot 01 mei 1875. Ook een attest op 28 mei 1874. Idem per 13 april 1875 tot 01 mei 1876. Op 27 april 1876 verlenging tot 01 mei 1877. Op 25 april 1878 verlenging tot 01 mei 1879. Op 24 april 1879 verlenging tot 01 mei 1880. Op 29 april 1880 verlenging tot 01 mei 1881.

042.

In de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 oktober 1880 wordt het overlijden gemeld van R.H.Lutje en dd 29 september 1881 staat het verzoek om de regelementaire uitkering door de wed. R.H.Lutje geb. Muller welke haar in de vergadering van 27 oktober 1881 wordt toegekend ingaande 01 november 1881.042

 

In een bijlage bij een Bestuursvergadering uit 1881 (Stadsarchief Amsterdam, 491-38) staat het resultaat van een nader onderzoek door Bestuurslid K.J. van Hemert inzake een ondersteuningsaanvrage door de wed. van Det.

“… de Heer J.P.Mink, die met hare toestand bekend is, mij heeft medegedeeld, dat zij met hare kinderen in behoeftigen toestand verkeert en door naayen in de behoeften van haar gezin tracht te voorzien.”

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van “Zeemanshoop” dd 25 juni 1872 staat vermeld dat per 01 mei 1872 voor 6 maanden een uitkering in de 1e klasse is uitgekeerd aan kapitein R.H.Lutje. De uitkering wordt verlengd tot 01 mei 1873 in de vergadering van 12 november 1872. Op 25 november 1873 staat: “Aanvrage om voortduring van onderstand van Kapt. R.H.Lutje, aan wien die voortduring is toegestaan, doch wegens zijne te laat ingekomene aanvrage, ingaande 1e October 1873.” In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 23 december 1873 staat vermeld: “Missive van Kapt.R.H.Lutje reclamerende over de ingang zijner uitkeering en verzoekende verschoond te blijven van het inleveren van een bewijs van voortdurende ongesteldheid, waarop besloten is bij het vorige besluit te persisteren.” Idem per 26 mei 1874, continuering tot 01 mei 1875 “onder voorbehoud van het overleggen van een bewijs van voortdurende ongesteldheid.” Idem per 18 mei 1875 “onder voorbehoud van het overleggen van een bewijs van voortdurende ongesteldheid.”023  Continueringen werden regelmatig aan diverse gezagvoerders toegekend, maar de genoemde voorwaarde van het leveren van een bewijs is vrij uitzonderlijk. Wellicht had het Bestuur enige twijfel over de ernst van de lichamelijke ongesteldheid.

Continuering voor 1 jaar per 23 mei 1876. Idem per 22 mei 1877. Idem per 21 mei 1878. Idem per 13 mei 1879.023.

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 22 november 1881 staat vermeld dat per 01 november 1881 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de wed. R.H.Lutje geb. Muller.023.

 

In het kasboek van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat op 14 april 1855 de storting door R. Harms Lutje van f 15,- als entreegeld voor lidmaatschap van het college.064b

 

In de notulen van de Bestuursvergadering van het Dordtse zeemanscollege “Tot Nut van Handel en Zeevaart” dd 07 december 1882 staat een opsomming van geroyeerde leden waaronder:

“Vlag 93 R.Harm Lutje. Verblijf onbekend. Niet betaald sedert 1872/73. Geroyeerd 1876.”064a

 

De schepen van de kapitein

In Ledenlijsten de Dortse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat  R.Harms Lutje als gezagvoerder064a:

*  1855 t/m 1858        schoener “Jacoba Christina”                   boekhouder Gebr. Heemskerk te Amsterdam

*  1859; 1861              schoener “Jacoba Christina”                   boekhouder van den Bey & co te Amsterdam

*  1874                         geen vermelding van een schip

 

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       413                        1838-1839     kof                   Antonia Francina                                 Gebr.Heemskerk

                                      1840-1846     sch.kof            Jan Jacob                                              idem

                                          1848           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1849-1851     sch.kof            Koning Willem                                     Ned.Kof-Scheepsreederij

                                          1852           sch.brik            Jacoba Christina                                  Gebr.Heemskerk

                                          1853           sch.brik            Jacoba Christina                                  idem

      153                        1854-1856     sch.brik            Jacoba Christina                                  idem

                                      1857-1861     sch.brik            Jacoba Christina                                  van den Bey & Co

                                          1862           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1863-1871     brik                   Willem van den Bey                           van den Beij & Co

                                      1872-1879     geen vermelding van schip en boekhouder

 

Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:

kapitein                        naam schip                              vertrek                                                   terugkomst

R.H.Lutje                    Jacoba Christina                     03 december 1860                               15 oktober 1861

                                      Willem van den Bey              geen melding                                        02 november 1863

                                      Willem van den Bey              01 januari 1864                                    14 juni 1864

                                      Willem van den Bey              17 juli 1864                                          25 maart 1865

                                      Willem van den Bey              24 april 1865                                        geen melding

                                      Willem van den Bey              30 november 1866                              geen melding

                                      Willem van den Bey              18 mei 1868                                          geen melding

 

Bouma025 vermeldt R.H.Lutje als gezagvoerder gedurende:

*    1839 t/m 1840 van de kof “Antonia Francina”, gebouwd in 1831, bouwplaats niet vermeld, 79 ton o.m., varend voor de Gebr. Heemskerk te Amsterdam;

*    1841 t/m 1848 van de sch.kof “Jan Jacob”, gebouwd in 1840 te Pekela, 117 ton o.m., varend voor de Gebr. Heemskerk te Amsterdam;

*    1850 t/m 1852 van de schkof “Koning Willem”, gebouwd in 1840 te Woudsend, 195 ton o.m., varend voor de Ned. Kofschip Reederij te Amsterdam. Het schip is op 04 januari 1852 wrak geslagen op Vlieland;

*    1853 t/m 1857 van de 2/mSch. “Jacoba Christina”, gebouwd in 1853 te Amsterdam, 183 ton o.m., varend voor de Gebr. Heemskerk te Amsterdam;

      Volgens de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 14 juni 1853 liep het schip op 21 juni 1853 van stapel op de werf Hollandia te Amsterdam;

*    1858 t/m 1862 van hetzelfde schip maar nu varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1863 voor Bouma & van Rijckevorsel te Amsterdam en was herdoopt in “Axim”;

*    1863 t/m 1872 van de brik “Willem v/d Bey”, gebouwd in 1863 te Hoogezand, 211 ton o.m., varend voor v/d Bey & Co te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

In een extract uit een journaal van de schoenerkof “Koning Willem”, kapitein Reinder Harms Lutje, is op 27 januari 1851 de kok overleden op reis van Nickerie naar Amsterdam op de hoogte van 46o51’NB/17o21’WL.115