Inloggen
Gezagvoerder

Lange, Thomas

Naam: Lange, Thomas
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 2
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
VROUW CATRIENA 1829 Kof Sailing Vessel 10480 Bekijk schip
JONGE CAROLINA 1798 Kof Sailing Vessel 11954 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Thomas Lange werd geboren te Jevnagers in Denemarken op 10 december 1796 als zoon van een predikant

Hij huwde met Catharina Carstens, geboren te Amsterdam op 25 oktober 1799. Catharina overleed op 03 januari 1870.

Thomas overleed op 12 februari 1841 op de terugreis met zijn schip de “Stad Zwolle” vanuit Suriname naar Nederland.

 

Algemeen Handelsblad 23 maart 1841

 

Op 9 maart 1841 vertrok het schip uit (Stad Zwolle) Paramaribo, met een rijke lading aan suiker, koffie, rijst katoen, cacao en kwassiehout. Drie dagen later, 12 maart 1841 om vier uur 's morgens, viel Thomas Lange tijdens een storm uit de ra en verdrinkt. Lindeboom nam de leiding over; de "Stad Zwolle" kwam zonder Thomas Lange, maar wel met diens door Arons geschilderde portret enige tijd later verder behouden in het vaderland aan. Lange liet een jong gezin, met drie zoons en twee dochters, achter.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Th.Lange werd met vlagnummer 211 effectief lid van "Zeemanshoop" per 24 april 1827 op voorspraak van C.F.Jansen. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Catharina". Toegevoegd is "overleden"002.

In de Algemene Vergaderingen van 17/24 april 1827 van het college Zeemanshoop is Thomas Lange, oud 30 jaar, voerend galjoot “Catharina”, wonend op de Geldersche Kaay nr.36 en met adres bij Hr.Boekhout op de Geldersche Kaay, op voordracht van C.F.Jansen voorgedragen/benoemd als effectief lid. Zijn vlagnummer werd 211023

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 oktober 1836003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de  Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1841 wordt een onderstand toegestaan aan de wed. Lange-Carstens met ingang van 01 mei 1841.118

 

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 25 mei 1841 wordt aan de weduwe Th.Lange, geb. C.Carstens en aan haar 5 kinderen een uitkering toegekend met ingang van 01 mei 1841.023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        211                       1827-1830     galj.                  Catharina                                              Th.Lange

                                      1831-1833     sch.kof            Catharina                                              H.van der Vegte te Zwolle

                                      1834-1835     sch.kof            De Vrouw Catharina                           idem

        130                       1836-1837     sch.kof            De Vrouw Catharina                           idem

                                          1838           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1839-1840     galj.                  De Stad Zwolle                                     geen opgave

 

Bouma025 vermeldt Th.Lange als gezagvoerder gedurende:

*    1828 t/m 1838 van de schkof “Vrouw Catharina”, gebouwd in 1829, bouwplaats niet vermeld, 220 ton o.m., varend voor H.v/d Vegte te Zwolle. Het schip werd verlaten op 43oN/15oW. De bemanning werd gered;

*    1831 t/m 1836 van de kof “Catharina”, gebouwd in 1829, bouwlocatie niet vermeld, 195 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Zwolle;

*    1840 t/m 1841 op de bark-galjoot “Stad Zwolle”, gebouwd in 1839 te Zwolle, 240 ton o.m., rederij niet vermeld.

 

Overige bijzonderheden

Thomas Lange werd in 1796 in Jevnaker in Noorwegen geboren als predikantenzoon uit een regentengeslacht met bindingen met zeevaart en handel. Over zijn jeugdjaren in het kinderrijke gezin op de pastorie op het Noorse platteland en over de periode tot zijn vertrek naar Nederland in 1817 is vrijwel niets bekend.

In dat jaar monsterde hij in Amsterdam aan als matroos op het grote hoekerschip "Willem den Eersten" voor een reis naar Batavia. Het schip vertrok eind maart 1818 met 'Z.M.Troepen', niet evenwel nadat er op het laatste moment nog een wisseling van kapitein had plaatsgevonden. Vier maanden later kwam het schip in Rio de Janeiro aan, waarheen het na een muiterij onder het detachement had moeten uitwijken. Dan ging het een tijdje goed met het schip. Het bereikte Batavia zonder verdere problemen, "overwinterde" in Batavia, en vertrok eind maart 1819 weer naar Amsterdam. Op 20 mei werd het schip door de bliksem getroffen en zwaar beschadigd. In die toestand kwam de "Willem den Eersten" op 26 juni aan de Kaap aan, waar getracht werd het schip te repareren. Het schip voer begin november weer uit, maar de volgende dag was het opnieuw lek en kwam terug. De "Willem den Eersten" werd op het strand gezet, de lading gelost en het schip verkocht. Kapitein Abes stierf aan de Kaap. Einde van de "Willem den Eersten". Niet een eenvoudige eerste verre reis voor de Noorse domineeszoon.

Hoe en wanneer Thomas in Nederland is teruggekomen, is niet bekend. We vinden hem pas weer in april 1822 toen hij als matroos boekte op het fregatschip "de Strever" onder kapitein Afflick voor een reis naar Paramaribo. Kapitein Afflick overleed tijdens deze reis in Paramaribo.

Daarna ging Thomas hogerop; hij werd stuurman op het brikschip de "Nordloh" naar Indië. Probleemloze reizen behalve dat de "Nordloh" op de derde reis (Thomas was opperstuurman) tussen de zandbanken bij Duinkerken vastliep.

Inmiddels was het 1827 en Thomas trouwde met de Amsterdamse Catharina Carstens. Ook kocht hij in dat jaar geheel met eigen geld een klein schip, de voormalige "Vlashandel", door hem "Catharina" genoemd. Daarmede maakte hij drie reizen naar het Oostzee gebied en een reis naar Noorwegen. Naast de kapitein waren er als regel zes of zeven bemanningsleden Na de vierde reis (de scheepsjongen verdronk), met tarwe, rogge en graan voor de Zuidelijke Nederlanden, verkocht hij in Antwerpen het schip voor hetzelfde bedrag waar hij het voor gekocht had: f. 5.500,-.Tot zo ver de voorgeschiedenis; daarna kwam Zwolle in het beeld.

 

Thomas Lange varende vanuit Zwolle met de "Vrouw Catharina" 

Op zoek naar een nieuw schip kwam hij in Zwolle terecht, waar al drie jaar op de werf van Pieter Van Goor een schip van ruim twee honderd ton op stapel stond. Van Goor had al op 11 maart 1825 aan de Staatsraad, Administrateur voor de Nationale Nijverheid, gevraagd om in aanmerking te mogen komen voor de premie zoals deze door Koning Willem I ter bevordering van de scheepsbouw was ingesteld. Een positieve reactie kwam al vijf dagen later. Maar het duurde wel tot 30 mei 1829 voor het schip te water werd gelaten. Van Goor kwam nu terug op de subsidieaanvrage. Een subsidie van ca 30% van de bouwkosten van het scheepshol werd uitgekeerd. Het kan zijn dat het moeilijk is geweest om kopers (en wellicht een kapitein) te vinden. Thomas Lange moet van dit schip gehoord hebben, al was er zijnerzijds geen enkele binding met Zwolle. De reders werden:

 

Johannes Ridderinkhof, houtkoper te Zwolle

voor 11/32ste deel

Evert Lindeboom, koopman te Heino

voor 11/32ste deel

Thomas Lange, schipper te Zwolle

voor 8/32ste deel

Hermannus van der Vegte, touwslager te Zwolle   

voor 2/32ste deel

 

Behalve Lange, een groep mensen behorende tot de kring waaruit in 1835 de Christelijke Afgescheiden Kerk is ontstaan. Een nieuwe wereld voor de zoon van een vrijzinnige dominee uit het verre Noorden. De Overijsselsche Courant juichte na een tewaterlating in aanwezigheid van de gouverneur van de provincie en de burgemeester van Zwolle: "Dit is het eerste schip, voor de vaart op buitenlandsche Zeeën bestemd, hetwelk immer op de werven dezer Stad is gebouwd, en wij bemerken hier in met genoegen den gunstige invloed, welke Zr. Majesteits maatregelen ter aanmoediging van den Scheepsbouw ook op de werven onzer Stad uitoefenen". Lange maakt zeventien reizen met de "Vrouw Catharina" zoals het schip genoemd werd. Lambert Jan Lindeboom, uit de familie van een van de voornaamste reders was vrijwel altijd van de partij als bemanningslid (eerst als scheepsjongen, later als stuurman). Mogelijk ook een vorm van controle door de familie. Er waren als regel tien bemanningsleden.

De eerste reis, van Liverpool naar Dordrecht met zout, gaf al direct schade aan masten en zeilen. Op de tweede reis naar Riga, heen met ballast en terug met rogge en gerst, ging alles goed. Op de derde reis, weer terugkomende met zout uit Liverpool, kwam de "Vrouw Catharina" in aanvaring met de "Antigone" van kapitein Leefkens. Er was uiteraard nogal wat schade, maar de "Antigone" was er erger aan toe. Het schip strandde na de botsing uiteindelijk voor Blankenberge en werd prompt door Vlaamse kustbewoners geplunderd.

De volgende reizen, naar de Oostzee en Noorwegen, verliepen zonder incidenten. Voor de tiende reis werd een nieuw reisdoel gekozen: Suriname. Heen met stukgoed; de kolonie was voor veel elementaire zaken afhankelijk van invoer uit het moederland. Terug met suiker en katoen. Dan weer met dakpannen naar Riga, weer twee keer naar Suriname en dan ineens naar Genua en Livorno om marmer. Zwolle, waar hij ook ging wonen, bleef zijn thuisbasis. Makkelijke reizen.

In 1837 vertrok de "Vrouw Catharina" weer naar Suriname, waar het na een reis van 59 dagen aan kwam. Voor de terugreis werd het schip hoofdzakelijk beladen met suiker. Een week na het vertrek in januari 1838 uit Paramaribo kwam het schip in moeilijkheden, en wel in die mate dat het vier weken stuurloos in zwaar beschadigde toestand op de Atlantische Oceaan ronddobberde. Tenslotte werd het schip opgemerkt door een Amerikaans schip dat de bemanning redde. Einde van de "Vrouw Catharina".

De vier reizen van Lange samen met de twee reizen van het volgende schip naar Suriname in de periode 1832-1841 vergelijkende met de totale export uit Suriname in die periode blijkt dat Thomas Lange 2% van het totaal voor zijn rekening heeft genomen. Geen reden voor een postkoloniaal schuldgevoel bij zijn nakomelingen of voor de gemeente Zwolle.

 

Het goede schip de "Stad Zwolle"

De reders hadden hun vertrouwen in de scheepvaart en kapitein Lange niet verloren. Zij besloten een nieuw schip te laten bouwen; het eerste grote schip in Zwolle na de bouw van de "Vrouw Catharina". Ridderinkhof deed overigens niet meer mee. De verschillende reders bezaten de volgende parten:

 

Evert Lindeboom

voor 4/16de deel

Johannes Lindeboom, arts te Zwolle  

voor 4/16de deel

Willem Hendrik Wicherlink

voor 3/16de deel

Thomas Lange

voor 2/16de deel

Wolter Wagter Smitt

voor 1/16de deel

 

Thomas Lange had nu als enige buitenstaander nog een klein aandeel. Alle andere eigenaren, ook Smitt en Wicherlink, behoorden tot de Lindeboom familie. Een eikenhouten Lindeboomschip. Er is weer glorie bij de tewaterlating van het 272 ton grote schip; de stad bood een Zwolse vlag aan, G.H.van Senden maakte een lofdicht. Het kofschip de "Stad Zwolle" maakte zijn maiden-trip naar Paramaribo. Teruggaande viel de lichtmatroos Willem Blad overboord en verdronk.

De volgende reis gaat ook naar Suriname, weer met stukgoed en Lindeboom als stuurman.

Op de heenreis werd Thomas Lange geportretteerd door de Surinaamse schilder Samuel Ferdinand Cornelis Arons, die als passagier terugkeerde van een schildersopleiding in Amsterdam. Op 9 maart 1841 vertrok het schip uit Paramaribo, met een rijke lading aan suiker, koffie, rijst katoen, cacao en kwassiehout. Drie dagen later, 12 maart 1841 om vier uur 's morgens, viel Thomas Lange tijdens een storm uit de ra en verdrinkt. Lindeboom nam de leiding over; de "Stad Zwolle" kwam zonder Thomas Lange, maar wel met diens door Arons geschilderde portret enige tijd later verder behouden in het vaderland aan. Lange liet een jong gezin, met drie zoons en twee dochters, achter. Twee zoons, Johan Jörgen en Hendrik Thomas, lieten zich niet afschrikken en gingen ook naar zee. Johan Jörgen, de oudste zoon genoemd naar zijn Noorse grootvader, bleef aan Zwolle gebonden. Van Hendrik Thomas, de jongste zoon, zijn voor wat Zwolle aangaat alleen twee reizen als kok met de "Provincie Overijssel" voor de Zwolsche Reederij Maatschappij van Zwolle naar Amsterdam bekend. Diens verdere loopbaan, in 1880 eindigende als kapitein op de grote clipper "Auguste" is voor dit Zwolse verhaal niet relevant en blijft dus verder buiten beschouwing.

Uit: www.zwolle.ehrhardt.nl

 

Amsterdamsche Courant 16 maart 1841

“Een ieder, welke eenige Zaken heeft uitstaande met wijlen kapitein THOMAS LANGE, gevoerd hebbende het Schip DE STAD ZWOLLE, wordt verzocht hiervan, ten spoedigste, opgave te doen ten kantore van J.W.BOEKHOUT, Geldersche Kade, No 62.”

 

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

05 oktober 1837         "... heden gearriveerd Captijn de Lange hebbende 59 dagen rijs".

 "De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

13 december 1837      " ... heden vertrok ... kaptijn Lange kof Catrina ... naar Amsterdam ...".

Monsterrol dd. 29 juli 1837 van de schonerkof de "Vrouwe Catharina" onder gezag van Thomas Lange met 9 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouder J.W.Boekhout011.

De “Vrouw Catharina” werd op de terugreis van Suriname in 1838 verlaten op 43N en 15W (d.i. op de hoogte van de Golf van Biskaje), waarbij de bemanning werd gered025.

De vermelding van de "Vrouw Catharina" in het Journaal van "De Drie Gebroeders" is de laatste van het schip in goede toestand.

 

E-mail M.Lindenborn dd 21 oktober 2005:

CATHARINA en de VROUW CATHARINA / kapt. Thomas Lange waren twee verschillende schepen.

GAA : Acte aan-/verkoop:

Op 26 maart 1827 koopt kapt.Thomas Lange in openbare veiling te Amsterdam voor eigen rekening het galjootschip VLASHANDEL, gebouwd te Makkum omstreeks 1816/1817, groot 150 ton en verdoopt het schip in CATHARINA.

RAB: Acte van aan-/verkoop:

In augustus 1828 verkoopt Thomas Lange te Antwerpen zijn schip CATHARINA

NAO: Reder Harmannus van der Vegte neemt voor slechts 2/32 deel in de nieuwe schoenerkof VROUW CATHARINA, waarn verder deelnemen genoemde Thomas Lange voor 8/32, Evert Lindeboom voor 11/32 en Johannes Ridderinkhof ook voor 11/32. Thomas Lange wordt kapitein, het schip wordt op 30 juni 1829 te water gelaten op de werf van P. van Goor te Zwolle.

NAO: Op reis met suiker en katoen van Paramaribo geraakt de VROUW CATHARINA bij de Azoren in zwaar weer in moeilijkheden en wordt op 16 februari 1838 door de opvarenden verlaten (gered door ander schip). De VROUW CATHARINA zinkt.

 

Provinciale Overijsselse Courant o2 juni 1829

“Zwolle 30 mei. Heden is, met bijzonder goed gevolg, van stapel gelopen het kofschip de Vrouw Katrina, groot ruim 300 nederlandse tonnen; gebouwd voor rekening van den heer J.Ridderinkhof, op de werf van de scheepstimmermansbaas Pieter van Goor alhier, en zullende gevoerd worden door den kapitein Thomas Lange.

Groot was het het getal der aanschouwers, onder welke men met vreugde opmerkte Z.Exc. den Heer Gouverneur dezer provincie, met een aanzienlijk gevolg, den Edel Achtbaren Heer Burgemeester en verdere leden van de Rgering dezer stad.

Dit is het eerste schip, voor de vaart op de buitenlandse Zeeën bestemd, het welk op de werven dezer stad is gebouwd, en wij bemerken hier in met genoegen de gunstigen invloed, welke Zr. Majesteits maatregelen ter aanmoediging van de scheepsbouw ook op de werven onzer stad uitoefenen.

Naar het oordeel van deskundigen is dit schip uitmuntend getimmerd, en doet hetzelve den bouwmeester eere aan.. Wij hopen dat hier door den grond mag gelegd zijn tot meer gelijksoortige ondernemingen op onze werven, die daartoe in velerlei opzigt zoo bijzonder wel gelegen zijn ; - op dat alzoo de scheepsbouw evenals onze andere takken van nijverheid moge bloeijen, waar toe onder eene Vaderlijke Regering, de groote verbeteringen en uitbreidingen onzer middelen van communicatie te water en te lande, reeds tot stan gebragt en toegezegd, die Zwolle tot eene der belangrijksten punten van binnenlandsche communicatie verheffen, gewis krachtdadig zullen medewerken”

Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel

Typoscript 158 pp (p. 4)

In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.

 

Op 20 oktober 1829 werd de bijlbrief van het kofschip “de vrouw Catriena” gebouwd door Pieter van Goor te Zwolle geregistreerd bij notaris Willem Henrik Roijer openbaar notaris te Zwolle.

Het schip was op 6 juni voor f 10.500,- verkocht aan:

Johannes Ridderinkhof, koopman-houthandelaar te Zwolle                          11/32

Evert Lindeboom, koopman de Heino                                                             11/32

Thomas Lange, schipper te Zwolle                                                                    8/32

Hermannus van der Vegte, touwslager te Zwolle                                            2/32

Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel

Typoscript 158 pp (p. 5)

In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.

 

“23-7-1839 3-10-1839 Gebouwd voor rekening van E. Lindeboom, J.Lindeboom, H. van der Vegte J.Hz, W.H.Wicherlink, W.W.Smitt en T.Lange. Kosten f 16.000,-…..De Reederij cedul werd bij de Zwolse arron. rechtbank geregistreerd op 3-10-1839 no. 143.

Evert Lindeboom                                                                     4/16

Johannes Lindeboom                                                              4/16

Willem Hendrik Wicherlink                                                   2/16

Hermannus van der Vegte JHz, boekhouder                        3/16

Thomas Lange                                                                         2/16

Wolter Wagter Smitt                                                               1/16

Maar een deel overgenomen

 

“De eerste reis ging naar Suriname, waar suiker en katoen werd geladen. Lange had al eerder gevaren voor de zeereder H. van der Vegte. 1841-02-12 T.Lange omgekomen gezagvoerder van het galjootschip “De Stad Zwolle”

 

Handelsblad 27 juli 1839

ZWOLLE, 24 Julij. In den avond van gisteren is alhier, in tegenwoordigheid van den Ed. Achtb. Raad dezer stad, van Keppel’s werf, van stapel geloopen, het kofschip genaamd de Stad Zwolle, zijnde een barktuig met drie masten, lang 110 voet, groot 180 last, gebouwd door den scheepstimmerbaas P. van Goor, voor rekening van de reeders van der Vegte, Lindeboom en T.Lange, bestemd om te varen naar Suriname, en gevoerd door kapitein T.Lange. De Ed. Achtb. Regering heeft aan hetzelve eene fraaije vlag vereerd. De toevloed der aanschouwers was groot, echter is alles in de beste orde, en zonder ongelukken afgeloopen.

 

Provinciale Overijsselsche Courant 14 mei 1839 – advertentie

Bij N.Veltman Scheepsmakelaar en agent, ligt in lading op stuk Goederen van ZWOLLE, van den 1sten tot den 8sten Junij e.k., een welbemand en goed bezeild ZEESCHIP. Nadere inlichtingen behoevende gelieve men zich te vervoegen bij VAN REES en v.d. VEGTE, H.H.Z.

Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel

Typoscript 158 pp (p.8)

In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.