Inloggen
JONGE CAROLINA - ID 11954


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1814-07-06 / 1830-10-28 | Reden uitgevlagd: Afscheiding Zuidelijke Nederlanden K.B. 28.10.1830

Identification Data

Bouwjaar: 1798
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Masten: Two masts
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Woudsend, Friesland, Netherlands (Batavian Republic 1795-1806)
Delivery Date: 1798-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 73.00 lasts
Net Tonnage 2: 207.00 Net tonnage
 
Length 1: 26.47 Meters Registered
Beam: 6.31 Meters Registered
Depth: 3.11 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1814
Datum agenda: 1814-07-06
Register nr: 18140884
Scheepsnaam: JONGE CAROLINA
Type: Kof
Lasten: 0
Gebouwd in provincie: Friesland
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: IJsbrandsz & Co., Lucas
Plaats: Makkum
Kapitein op moment van verzoek: Bleeker, Jacob Bootes
Opmerkingen: Eerste zeebrief
groot 56 commercielasten
enig eigenaar

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1798-00-00 CAROLINA
Manager: Mattheus Buitenwerf e.a., Groningen, Groningen, Netherlands (Batavian Republic 1795-1806)
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Groningen (province), Groningen, Netherlands (Batavian Republic 1795-1806)
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands (Batavian Republic 1795-1806)

Date/Name Ship 1814-07-06 JONGE CAROLINA
Manager: Lucas Rentenis IJsbrandsz, Makkum, Friesland, Netherlands
Eigenaar: Lucas Rentenis IJsbrandsz, Makkum, Friesland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Makkum / Netherlands

Date/Name Ship 1816-03-05 DE VLASHANDEL
Manager: Jakob Kramer, Ouder Amstel, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Jakob Kramer, Ouder Amstel, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs: NLG 10.750,-

Date/Name Ship 1820-06-12 DE VLASHANDEL
Manager: Thomas Hakenson, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1820-08-23 DE VLASHANDEL
Manager: Thomas Hakenson, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Partenrederij onder boekhouderschap van genoemde manager, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: Aankoopprijs: NLG 2.000,- (1/4 part)

Date/Name Ship 1827-03-26 CATHARINA
Manager: Thomas Lange, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Thomas Lange, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands
Additional info: Prijs: NLG 5.550,-

Date/Name Ship 1828-09-12 SOPHIA
Manager: J.M. Fredsberg, Antwerp, Netherlands
Eigenaar: J.M. Fredsberg, Antwerp, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Netherlands

Bezitters van parten (aandelen) in het schip

In notarisacte 168/1820 van J.A.Molster staat, dat Thomas Hakenson op 12 juni 1820 voor notaris Mr. Cornelis Willem Dekker te Amsterdam het kofschip de VLASHANDEL voor en ten behoeve van Jacob Kramer heeft verkocht). Mogelijk waren Coenraad van Hoorn Zytsema en Jan ter Meulen (crediteuren van Jacob Kramer) daarmee de eigenaren van het kofschip  de VLASHANDEL geworden. Onduidelijk of ook Thomas Hakenson een aandeel in het schip heeft.

Op 23 augustus 1820 voor notaris Pieter Berkman werd de acte gepasseerd tussen Thomas Hakenson te Amsterdam, als gemachtigde van Jacob Kramer (op reis zijnde) en verder van Coenraad van Hoorn Zytsema en Jan ter Meulen Jr., beide te Amsterdam en mede-crediteuren van Jacob Kramer en belast met de vereffening en liquidatie der boedel van deze Jacob Kramer, waarbij deze Thomas Hakenson verklaart verkocht te hebben aan Lambertus Bouman, assuradeur te Amsterdam een vierde part van het schip, thans genaamd de VLASHANDEL,  voor NLG. 2000,-

Eigenaren van de VLASHANDEL volgens cedule d.d. 16 oktober 1820:
Lambertus Bouman, Amsterdam, 1/4e part, boekhouder
Firma H.J. Rijnders, Amsterdam, 1/4e part
Pieter Bel, Amsterdam, 1/4e part
Jan ter Meulen, Amsterdam, 1/4e part

Ship Events Data

1819-04-05: Damaged
Op 5 april 1819 is de VLASHANDEL, kapt. F. Gierke, met een gescheurde mast Ilfracombe binnengelopen.
1823-05-10: Damaged
Op 10 april 1823 is de VLASHANDEL, kapt. F. Gierke, met stormschade (gebroken mastra en diverse gescheurde zeilen) Malaga binnengelopen.
1829-04-20: Final Fate: Sunk

De SOPHIA, kapt. H. Witt, is op 20 april 1829 in de haven van Boldera door het ijs gekraakt en gezonken

Gezagvoerders

Datum vanaf: 1798
Kapitein: Roelf Melles Schenkel
Overige informatie: 0

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Jacob Bootes Bleeker als gezagvoerder van de “ Beertje Lucas” dd 06 juni 1801 (vlag Papen.); “Jo. Carolina” dd 19 november 1814; 14 maart 1815; 10 juli 1815.

 

 

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Bleeker, Jacob Bootes
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Doeke Gerrits Doeksen werd geboren op Terschelling op 04 mei 1778. (niet op Tresoar gevonden)

Hij huwde met Jantjen Johannes Euwouts, geboren op Terschelling op 11 januari 1770. Zij overleed op 15 januari 1850.003.

 

Doeke Gerritsz Doekzen trouwde op 23 december 1798 te Oosterend met Jantje Johannes Ewouts, gedoopt te Midsland op 17 juni 1770 als kind van Johannes Roelofs Ewouts en Christina Meyers. Zij overleed als Jantje Johannes Ewouds op 05 januari 1850, dochter van Johannes Ewouds en Christina Jurjens Meyer.

Hij overleed op 06 mei 1865 op Terschelling als weduwnaar, oud 87 jaar (dus geboren ca. 1887)

 

Op het kerkhof van Hoorn op Terschelling is het graf van:

Jantje J.Ewoud, overleden 5 januari 1850 in den ouderdom van 80 jaren en van haar echtgenoot Doeke G.Doekzen oud koopvaardijkapt overleden 6 Mei 1865 in den ouderdom van 87 jaren

Juni 2009, referentie S.Parma

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.G.Doeksen wordt vermeld als lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blauwe Vlag" met vlagnummer 69 in 1827 t/m 1830 en vlagnummer 23 in 1832 t/m 1840008.

 

D.G.Doeksen werd met vlagnummer 107 effectief lid van “Zeemanshoop” per 01 maart 1825 op voorspraak van J.Sipkes Fz. Geen schip genoemd002.

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop van 22 februari/01 maart 1825 wordt Doeke Gerrits Doeksen voorgedragen/benoemd als effectief lid. Hij is dan 47 jaar, de voordracht geschiedde door Jan Sipkes Feikesz, hij woonde op Terschelling met als adres W.Leeuwrik op de Texelse Kaay te Amsterdam en zijn vlagnummer werd 108023.

D.G.Doeksen werd per 08 december 1827 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop.003

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 09 januari 1840  vraagt D.G.Doeksen op rond van de artikelen 60 en 92 om een uitkering. (Deze artikelen regelen uitkeringen aan deelnemers boven de 60). In de notulen dd 30 april 1840 is een beslissing aangehouden, omdat men geïnformeerd wil worden omtrent de “behoeftige omstandigheden.” In de notulen dd 25 juni 1840 staat dat nader onderzoek heeft uitgewezen dat kapitein Doeksen niet in behoeftige omstandigheden verkeert en dat de aanvraag derhalve wordt afgewezen.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 maart 1841 vraagt D.G.Doeksen uit Terschelling wederom om een uitkering maar het Bestuur blijft bij het besluit dd 25 juni 1840.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 oktober 1841 staat weer een verzoek van kapitein Doeksen van Terschelling “met attest van het plaatselijke bestuur van de waarheid van het in dien brief vermeld.” Het Bestuur besluit nader onderzoek te doen.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 november 1841 gaat het Bestuur accoord met een uitkering in de 1e klasse per 01 november 1841 en wel voor een jaar.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 december 1841 wordt aan kapitein D.G.Doeksen een ondersteuning toegestaan voor de duur van 12 maanden. In die van 08 november 1842 staat dat hem “het voortdurend regt op uitkeering is toegestaan, in plaats van de thans door hem genoten wordende tijdelijke uitkeering.”023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam              naam reder/boekhouder

         107                      1825-1830                 brik                   het Huis te Spijk         Wed.J.S.van de Poll

                                      1831-1833                 fregat               de Vriendschap          idem

                                           1834                       pink                  de Vriendschap          idem

                                           1835                       geen opgave van schip en boekhouder

           61                           1836                       geen opgave van schip en boekhouder

                                      1837-1838                 bark                  Veronica                      Gebr.Hendrichs en Co

                                      1839-1853                 geen opgave van schip en boekhouder

           20                      1854-1864                 geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt G.Doeksen als gezagvoerder van/in:

*    1816 t/m 1818 van de kof “Vlashandel”, geen vermelding van bouwgegevens, thuishaven en eigenaar;

 

Krantenberichten

Rotterdamsche Courant 27 april 1830

Amsterdam, 25 april. Kapt. D.G. Doeksen (opm: brik HET HUIS TER SPIJK), van Suriname, in Texel binnen, rapporteert de 20e dezer gepraaid te hebben, vier mijlen N.O. van Portland, een gekoperde Nederlandse schoener-kof, tonende de nommervlag 50, zijnde wit met groene banden.

 

Rotterdamsche Courant 29 april 1830

Amsterdam, 27 april. De schoenerkof, de 20e dezer door kapt. D.G. Doeksen, van Suriname in Texel binnen, gepraaid, is genaamd CLÉMENCE, kapt. R.R. de Haan, van Antwerpen naar Buenos Aires.

 

 

 

 

Bouma025 vermeldt D.G.Doeksen als gezagvoerder gedurende:

*    1826 van de brik “Huis te Speijk”, gebouwd in 1800, bouwlocatie niet vermeld, 192 ton o.m., varend voor de Wed. J.S.v/d Poll te Amsterdam(?);

*    1832 t/m 1836 op de pink “Vriendschap”, gebouwd in 1830, 406 ton o.m., varend voor de Wed. J.S.van der Pol te Amsterdam;

*    1838 t/m 1839 van de bark “Veronica”, gebouwd in 1837 te Alblasserdam, 560 ton o.m., varend voor de gebr. Hendrichs & Co te Amsterdam.

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Doeke Gerke/Gerrits Doeksen:

“Jonge Pieter”, dd 27 december 1813; 06 december 1814;

“Vlashandel”, 23 april 1816;

“Amstel”, dd 28 maart 1817; 20 februari 1818;

“Huis te Spijk”, dd 26 maart 1821; 22 maart 1822; 02 april 1823; 17 maart 1824; 25 maart 1825; 23 maart 1826; 05 april 1827; 24 maart 1828; 26 maart 1829; 20 oktober 1829; 07 mei 1830;

“Vriendschap”, dd 27 september 1831; 11 september 1832; 23 november 1833; 17 september 1834;

“Veronica”, dd 29 oktober 1838.

 

Overige bijzonderheden

Ligtmatroos Didericus van Ketwich werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart geplaatst op de "Vriendschap" onder kapitein D.G.Doeksen en wel op reizen van 23 november 1833 - 08 augustus 1834 naar Suriname en van 18 september 1834 - 30 september 1835 naar Batavia004-532/1677.

 

Rotterdamsche Courant 12 maart 1816114

Advertentie. J.H. de Witt, J.E. Lublink, F. der Kinderen en J.H. Schäffer, makelaars, zullen, ten overstaan van een daartoe bevoegd Beambte, op maandag den 18 maart 1816, des avonds ten 6 uren, te Amsterdam in het Nieuwezijds-Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extra ordinair welbezeild Kofschip, genaamd de JONGE PIETER, gevoerd door kaptein Doeke Gerrit Doekzen, lang over steven 96 voet, wijd, binnen zijn huid 21 voet, hol, in het ruim 11 en 1 half voet, alles Amsterdamse maat; breder bij de inventaris omschreven. Nader onderrigting te bekomen bij de voornoemde makelaars.

 

Rotterdamsche Courant 02 juli 1818114

Amsterdam, 30 juni. Den 27 mei lag te Madeira gereed om deszelfs reis te vervolgen het schip de AMSTEL, kaptein D.G. Doeksen, van Amsterdam naar Rio-Janeiro.

 

Rotterdamsche Courant 23 september 1819114

Amsterdam, 21 september. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen M. Spreeuw van Surinamen; dezelve ligt nog in het gat ten anker; kapitein Doeksen van Archangel, L.G. de Lange van Drontheim, H.H. Bleeker van Veere en M. Sanne van Dramme.

 

Rotterdamsche Courant 19 april 1821114

Amsterdam, 17 april.

….uitgezeild Zr.Ms. oorlogs-fregat MELAMPUS, kapt. A.W. de Man en J. Boele van Vlissingen, beide naar Batavia; H. Zoetlief naar Braziliën, P. Sturk en F.P. Madsen naar Demerarij, J.E. Schneebeke, T. Pieters, D.G. Doekse, J. van Dijl en T.J. Vlieger naar Surinamen; G.R. Engelman naar Triëst; H. Hollander naar Marseille; D.C. Brunger naar Oleron; P. Hansen naar Sables d’Olone; P.B. de Jong naar Plymouth, J.J. Arends naar Sheerness; D. Ouwerhand naar Hull; R.S. Visser en J.J. de Jong naar Londen en J. Matzen naar Ahrensdahl (opm: Arendal)…..

 

Rotterdamsche Courant 17 september 1822114

Amsterdam, 15 september. Volgens brief van Paramaribo, van den 25 juli, zouden, behalve de reeds als vertrokken opgegeven, den 31 juli van daar vertrekken de schepen l’AUGUSTE, kapt. J. Hulsen Jr; HARLINGEN, kapt. L.L. Buisman, en SOFIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, naar Amsterdam, en de HARMONIE kapt. F. Petersen, naar Middelburg; en 15 augustus de schepen de KOLONIST, L. Wildschut, en SPECULATION, Th. Pietersz, beide met suiker; PAULINA, H.J. Strijk, de SURINAAMSCHE VRIEND, T.C. Claus en HUIS TE SPIJK, D.G. Doeksen, met koffij, allen naar Amsterdam, en de VROUW GERARDA, C. Schultz, met koffij naar Rotterdam.

 

Rotterdamsche Courant 15 oktober 1822114

Amsterdam, 13 oktober. Het schip de SURINAAMSCHE VRIEND, kapt. T.C. Claus, in Texel binnen van Surinamen, is den 15 augustus van daar gezeild, tegelijk met de schepen SPECULATION, kapt. T. Pietersz, het HUIS TE SPIJK, kapt. D.G. Doeksen, en PAULINA, kapt. A.J. Struijk, en zou den 1 september gevolgd worden door het schip de KOLONIST, L. Wildschut, allen naar Amsterdam.

 

 

Datum vanaf: 1816
Kapitein: Doeksen/Doekzen, Doeke Gerrits(Gerke)
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1817
Kapitein: Boer, Dirk Nannings de
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Zeemanshoop? Zie hierna

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 14 februari 1826 wordt een rapportage behandeld omtrent de aanvrage om onderstand van Catharina Maria Roelofs, zijnde de weduwe van kapitein Johan Friedrich Gierke, “zich noemende Friedrich Gierke”. Deze wordt toegestaan in de 1e klasse voor haar en 2 kinderen met ingang van 01 februari 1826. Er is in de vergadering een discussie of de reeds verstrekte f20,- in mindering op de uitkering moet worden gebracht. Er wordt besloten om dit (om reglementaire redenen) wèl te doen maar tegelijkertijd een gratificatie van f 20,- toe te kennen.042.

 

De notulen van de Algemene Vergadering dd 16 augustus 1822 van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop" vermeldt de volgende mededeling:

"Wijders wierd voorgesteld om den geballoteerde Capitein Gierke, welke door het Honorair Lid den Heer van der Beij was voorgehangen tegenstrijdig der Wet andermaal mogen voorgehangen worden en is Goedgekeurd". En in de notulen van 23 augustus 1822 staat "... Capt.Gierken als Effectief ... gedeballoteerd"023. Een toegekend vlagnummer wordt niet vermeld, evenmin als de voorletter(s) van het voorgestelde lid. – zie hierna.

 

De schepen van de kapitein

Geen

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1820
Kapitein: Gierke, Johan Friedrich
Overige informatie: Fredrik Gierke: † 23.11.1825 a/b de VLASHANDEL.

Datum vanaf: 1825
Kapitein: Bijl, H.E.
Overige informatie: 0

Familiegegevens en opleiding

Thomas Lange werd geboren te Jevnagers in Denemarken op 10 december 1796 als zoon van een predikant

Hij huwde met Catharina Carstens, geboren te Amsterdam op 25 oktober 1799. Catharina overleed op 03 januari 1870.

Thomas overleed op 12 februari 1841 op de terugreis met zijn schip de “Stad Zwolle” vanuit Suriname naar Nederland.

 

Algemeen Handelsblad 23 maart 1841

 

Op 9 maart 1841 vertrok het schip uit (Stad Zwolle) Paramaribo, met een rijke lading aan suiker, koffie, rijst katoen, cacao en kwassiehout. Drie dagen later, 12 maart 1841 om vier uur 's morgens, viel Thomas Lange tijdens een storm uit de ra en verdrinkt. Lindeboom nam de leiding over; de "Stad Zwolle" kwam zonder Thomas Lange, maar wel met diens door Arons geschilderde portret enige tijd later verder behouden in het vaderland aan. Lange liet een jong gezin, met drie zoons en twee dochters, achter.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

Th.Lange werd met vlagnummer 211 effectief lid van "Zeemanshoop" per 24 april 1827 op voorspraak van C.F.Jansen. Ten tijde van de inschrijving was zijn schip de "Catharina". Toegevoegd is "overleden"002.

In de Algemene Vergaderingen van 17/24 april 1827 van het college Zeemanshoop is Thomas Lange, oud 30 jaar, voerend galjoot “Catharina”, wonend op de Geldersche Kaay nr.36 en met adres bij Hr.Boekhout op de Geldersche Kaay, op voordracht van C.F.Jansen voorgedragen/benoemd als effectief lid. Zijn vlagnummer werd 211023

Hij werd deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 15 oktober 1836003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de  Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 april 1841 wordt een onderstand toegestaan aan de wed. Lange-Carstens met ingang van 01 mei 1841.118

 

In de Algemene Vergadering van Zeemanshoop van 25 mei 1841 wordt aan de weduwe Th.Lange, geb. C.Carstens en aan haar 5 kinderen een uitkering toegekend met ingang van 01 mei 1841.023

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                   jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

        211                       1827-1830     galj.                  Catharina                                              Th.Lange

                                      1831-1833     sch.kof            Catharina                                              H.van der Vegte te Zwolle

                                      1834-1835     sch.kof            De Vrouw Catharina                           idem

        130                       1836-1837     sch.kof            De Vrouw Catharina                           idem

                                          1838           geen vermelding van schip en boekhouder

                                      1839-1840     galj.                  De Stad Zwolle                                     geen opgave

 

Bouma025 vermeldt Th.Lange als gezagvoerder gedurende:

*    1828 t/m 1838 van de schkof “Vrouw Catharina”, gebouwd in 1829, bouwplaats niet vermeld, 220 ton o.m., varend voor H.v/d Vegte te Zwolle. Het schip werd verlaten op 43oN/15oW. De bemanning werd gered;

*    1831 t/m 1836 van de kof “Catharina”, gebouwd in 1829, bouwlocatie niet vermeld, 195 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Zwolle;

*    1840 t/m 1841 op de bark-galjoot “Stad Zwolle”, gebouwd in 1839 te Zwolle, 240 ton o.m., rederij niet vermeld.

 

Overige bijzonderheden

Thomas Lange werd in 1796 in Jevnaker in Noorwegen geboren als predikantenzoon uit een regentengeslacht met bindingen met zeevaart en handel. Over zijn jeugdjaren in het kinderrijke gezin op de pastorie op het Noorse platteland en over de periode tot zijn vertrek naar Nederland in 1817 is vrijwel niets bekend.

In dat jaar monsterde hij in Amsterdam aan als matroos op het grote hoekerschip "Willem den Eersten" voor een reis naar Batavia. Het schip vertrok eind maart 1818 met 'Z.M.Troepen', niet evenwel nadat er op het laatste moment nog een wisseling van kapitein had plaatsgevonden. Vier maanden later kwam het schip in Rio de Janeiro aan, waarheen het na een muiterij onder het detachement had moeten uitwijken. Dan ging het een tijdje goed met het schip. Het bereikte Batavia zonder verdere problemen, "overwinterde" in Batavia, en vertrok eind maart 1819 weer naar Amsterdam. Op 20 mei werd het schip door de bliksem getroffen en zwaar beschadigd. In die toestand kwam de "Willem den Eersten" op 26 juni aan de Kaap aan, waar getracht werd het schip te repareren. Het schip voer begin november weer uit, maar de volgende dag was het opnieuw lek en kwam terug. De "Willem den Eersten" werd op het strand gezet, de lading gelost en het schip verkocht. Kapitein Abes stierf aan de Kaap. Einde van de "Willem den Eersten". Niet een eenvoudige eerste verre reis voor de Noorse domineeszoon.

Hoe en wanneer Thomas in Nederland is teruggekomen, is niet bekend. We vinden hem pas weer in april 1822 toen hij als matroos boekte op het fregatschip "de Strever" onder kapitein Afflick voor een reis naar Paramaribo. Kapitein Afflick overleed tijdens deze reis in Paramaribo.

Daarna ging Thomas hogerop; hij werd stuurman op het brikschip de "Nordloh" naar Indië. Probleemloze reizen behalve dat de "Nordloh" op de derde reis (Thomas was opperstuurman) tussen de zandbanken bij Duinkerken vastliep.

Inmiddels was het 1827 en Thomas trouwde met de Amsterdamse Catharina Carstens. Ook kocht hij in dat jaar geheel met eigen geld een klein schip, de voormalige "Vlashandel", door hem "Catharina" genoemd. Daarmede maakte hij drie reizen naar het Oostzee gebied en een reis naar Noorwegen. Naast de kapitein waren er als regel zes of zeven bemanningsleden Na de vierde reis (de scheepsjongen verdronk), met tarwe, rogge en graan voor de Zuidelijke Nederlanden, verkocht hij in Antwerpen het schip voor hetzelfde bedrag waar hij het voor gekocht had: f. 5.500,-.Tot zo ver de voorgeschiedenis; daarna kwam Zwolle in het beeld.

 

Thomas Lange varende vanuit Zwolle met de "Vrouw Catharina" 

Op zoek naar een nieuw schip kwam hij in Zwolle terecht, waar al drie jaar op de werf van Pieter Van Goor een schip van ruim twee honderd ton op stapel stond. Van Goor had al op 11 maart 1825 aan de Staatsraad, Administrateur voor de Nationale Nijverheid, gevraagd om in aanmerking te mogen komen voor de premie zoals deze door Koning Willem I ter bevordering van de scheepsbouw was ingesteld. Een positieve reactie kwam al vijf dagen later. Maar het duurde wel tot 30 mei 1829 voor het schip te water werd gelaten. Van Goor kwam nu terug op de subsidieaanvrage. Een subsidie van ca 30% van de bouwkosten van het scheepshol werd uitgekeerd. Het kan zijn dat het moeilijk is geweest om kopers (en wellicht een kapitein) te vinden. Thomas Lange moet van dit schip gehoord hebben, al was er zijnerzijds geen enkele binding met Zwolle. De reders werden:

 

Johannes Ridderinkhof, houtkoper te Zwolle

voor 11/32ste deel

Evert Lindeboom, koopman te Heino

voor 11/32ste deel

Thomas Lange, schipper te Zwolle

voor 8/32ste deel

Hermannus van der Vegte, touwslager te Zwolle   

voor 2/32ste deel

 

Behalve Lange, een groep mensen behorende tot de kring waaruit in 1835 de Christelijke Afgescheiden Kerk is ontstaan. Een nieuwe wereld voor de zoon van een vrijzinnige dominee uit het verre Noorden. De Overijsselsche Courant juichte na een tewaterlating in aanwezigheid van de gouverneur van de provincie en de burgemeester van Zwolle: "Dit is het eerste schip, voor de vaart op buitenlandsche Zeeën bestemd, hetwelk immer op de werven dezer Stad is gebouwd, en wij bemerken hier in met genoegen den gunstige invloed, welke Zr. Majesteits maatregelen ter aanmoediging van den Scheepsbouw ook op de werven onzer Stad uitoefenen". Lange maakt zeventien reizen met de "Vrouw Catharina" zoals het schip genoemd werd. Lambert Jan Lindeboom, uit de familie van een van de voornaamste reders was vrijwel altijd van de partij als bemanningslid (eerst als scheepsjongen, later als stuurman). Mogelijk ook een vorm van controle door de familie. Er waren als regel tien bemanningsleden.

De eerste reis, van Liverpool naar Dordrecht met zout, gaf al direct schade aan masten en zeilen. Op de tweede reis naar Riga, heen met ballast en terug met rogge en gerst, ging alles goed. Op de derde reis, weer terugkomende met zout uit Liverpool, kwam de "Vrouw Catharina" in aanvaring met de "Antigone" van kapitein Leefkens. Er was uiteraard nogal wat schade, maar de "Antigone" was er erger aan toe. Het schip strandde na de botsing uiteindelijk voor Blankenberge en werd prompt door Vlaamse kustbewoners geplunderd.

De volgende reizen, naar de Oostzee en Noorwegen, verliepen zonder incidenten. Voor de tiende reis werd een nieuw reisdoel gekozen: Suriname. Heen met stukgoed; de kolonie was voor veel elementaire zaken afhankelijk van invoer uit het moederland. Terug met suiker en katoen. Dan weer met dakpannen naar Riga, weer twee keer naar Suriname en dan ineens naar Genua en Livorno om marmer. Zwolle, waar hij ook ging wonen, bleef zijn thuisbasis. Makkelijke reizen.

In 1837 vertrok de "Vrouw Catharina" weer naar Suriname, waar het na een reis van 59 dagen aan kwam. Voor de terugreis werd het schip hoofdzakelijk beladen met suiker. Een week na het vertrek in januari 1838 uit Paramaribo kwam het schip in moeilijkheden, en wel in die mate dat het vier weken stuurloos in zwaar beschadigde toestand op de Atlantische Oceaan ronddobberde. Tenslotte werd het schip opgemerkt door een Amerikaans schip dat de bemanning redde. Einde van de "Vrouw Catharina".

De vier reizen van Lange samen met de twee reizen van het volgende schip naar Suriname in de periode 1832-1841 vergelijkende met de totale export uit Suriname in die periode blijkt dat Thomas Lange 2% van het totaal voor zijn rekening heeft genomen. Geen reden voor een postkoloniaal schuldgevoel bij zijn nakomelingen of voor de gemeente Zwolle.

 

Het goede schip de "Stad Zwolle"

De reders hadden hun vertrouwen in de scheepvaart en kapitein Lange niet verloren. Zij besloten een nieuw schip te laten bouwen; het eerste grote schip in Zwolle na de bouw van de "Vrouw Catharina". Ridderinkhof deed overigens niet meer mee. De verschillende reders bezaten de volgende parten:

 

Evert Lindeboom

voor 4/16de deel

Johannes Lindeboom, arts te Zwolle  

voor 4/16de deel

Willem Hendrik Wicherlink

voor 3/16de deel

Thomas Lange

voor 2/16de deel

Wolter Wagter Smitt

voor 1/16de deel

 

Thomas Lange had nu als enige buitenstaander nog een klein aandeel. Alle andere eigenaren, ook Smitt en Wicherlink, behoorden tot de Lindeboom familie. Een eikenhouten Lindeboomschip. Er is weer glorie bij de tewaterlating van het 272 ton grote schip; de stad bood een Zwolse vlag aan, G.H.van Senden maakte een lofdicht. Het kofschip de "Stad Zwolle" maakte zijn maiden-trip naar Paramaribo. Teruggaande viel de lichtmatroos Willem Blad overboord en verdronk.

De volgende reis gaat ook naar Suriname, weer met stukgoed en Lindeboom als stuurman.

Op de heenreis werd Thomas Lange geportretteerd door de Surinaamse schilder Samuel Ferdinand Cornelis Arons, die als passagier terugkeerde van een schildersopleiding in Amsterdam. Op 9 maart 1841 vertrok het schip uit Paramaribo, met een rijke lading aan suiker, koffie, rijst katoen, cacao en kwassiehout. Drie dagen later, 12 maart 1841 om vier uur 's morgens, viel Thomas Lange tijdens een storm uit de ra en verdrinkt. Lindeboom nam de leiding over; de "Stad Zwolle" kwam zonder Thomas Lange, maar wel met diens door Arons geschilderde portret enige tijd later verder behouden in het vaderland aan. Lange liet een jong gezin, met drie zoons en twee dochters, achter. Twee zoons, Johan Jörgen en Hendrik Thomas, lieten zich niet afschrikken en gingen ook naar zee. Johan Jörgen, de oudste zoon genoemd naar zijn Noorse grootvader, bleef aan Zwolle gebonden. Van Hendrik Thomas, de jongste zoon, zijn voor wat Zwolle aangaat alleen twee reizen als kok met de "Provincie Overijssel" voor de Zwolsche Reederij Maatschappij van Zwolle naar Amsterdam bekend. Diens verdere loopbaan, in 1880 eindigende als kapitein op de grote clipper "Auguste" is voor dit Zwolse verhaal niet relevant en blijft dus verder buiten beschouwing.

Uit: www.zwolle.ehrhardt.nl

 

Amsterdamsche Courant 16 maart 1841

“Een ieder, welke eenige Zaken heeft uitstaande met wijlen kapitein THOMAS LANGE, gevoerd hebbende het Schip DE STAD ZWOLLE, wordt verzocht hiervan, ten spoedigste, opgave te doen ten kantore van J.W.BOEKHOUT, Geldersche Kade, No 62.”

 

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

05 oktober 1837         "... heden gearriveerd Captijn de Lange hebbende 59 dagen rijs".

 "De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

13 december 1837      " ... heden vertrok ... kaptijn Lange kof Catrina ... naar Amsterdam ...".

Monsterrol dd. 29 juli 1837 van de schonerkof de "Vrouwe Catharina" onder gezag van Thomas Lange met 9 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouder J.W.Boekhout011.

De “Vrouw Catharina” werd op de terugreis van Suriname in 1838 verlaten op 43N en 15W (d.i. op de hoogte van de Golf van Biskaje), waarbij de bemanning werd gered025.

De vermelding van de "Vrouw Catharina" in het Journaal van "De Drie Gebroeders" is de laatste van het schip in goede toestand.

 

E-mail M.Lindenborn dd 21 oktober 2005:

CATHARINA en de VROUW CATHARINA / kapt. Thomas Lange waren twee verschillende schepen.

GAA : Acte aan-/verkoop:

Op 26 maart 1827 koopt kapt.Thomas Lange in openbare veiling te Amsterdam voor eigen rekening het galjootschip VLASHANDEL, gebouwd te Makkum omstreeks 1816/1817, groot 150 ton en verdoopt het schip in CATHARINA.

RAB: Acte van aan-/verkoop:

In augustus 1828 verkoopt Thomas Lange te Antwerpen zijn schip CATHARINA

NAO: Reder Harmannus van der Vegte neemt voor slechts 2/32 deel in de nieuwe schoenerkof VROUW CATHARINA, waarn verder deelnemen genoemde Thomas Lange voor 8/32, Evert Lindeboom voor 11/32 en Johannes Ridderinkhof ook voor 11/32. Thomas Lange wordt kapitein, het schip wordt op 30 juni 1829 te water gelaten op de werf van P. van Goor te Zwolle.

NAO: Op reis met suiker en katoen van Paramaribo geraakt de VROUW CATHARINA bij de Azoren in zwaar weer in moeilijkheden en wordt op 16 februari 1838 door de opvarenden verlaten (gered door ander schip). De VROUW CATHARINA zinkt.

 

Provinciale Overijsselse Courant o2 juni 1829

“Zwolle 30 mei. Heden is, met bijzonder goed gevolg, van stapel gelopen het kofschip de Vrouw Katrina, groot ruim 300 nederlandse tonnen; gebouwd voor rekening van den heer J.Ridderinkhof, op de werf van de scheepstimmermansbaas Pieter van Goor alhier, en zullende gevoerd worden door den kapitein Thomas Lange.

Groot was het het getal der aanschouwers, onder welke men met vreugde opmerkte Z.Exc. den Heer Gouverneur dezer provincie, met een aanzienlijk gevolg, den Edel Achtbaren Heer Burgemeester en verdere leden van de Rgering dezer stad.

Dit is het eerste schip, voor de vaart op de buitenlandse Zeeën bestemd, het welk op de werven dezer stad is gebouwd, en wij bemerken hier in met genoegen de gunstigen invloed, welke Zr. Majesteits maatregelen ter aanmoediging van de scheepsbouw ook op de werven onzer stad uitoefenen.

Naar het oordeel van deskundigen is dit schip uitmuntend getimmerd, en doet hetzelve den bouwmeester eere aan.. Wij hopen dat hier door den grond mag gelegd zijn tot meer gelijksoortige ondernemingen op onze werven, die daartoe in velerlei opzigt zoo bijzonder wel gelegen zijn ; - op dat alzoo de scheepsbouw evenals onze andere takken van nijverheid moge bloeijen, waar toe onder eene Vaderlijke Regering, de groote verbeteringen en uitbreidingen onzer middelen van communicatie te water en te lande, reeds tot stan gebragt en toegezegd, die Zwolle tot eene der belangrijksten punten van binnenlandsche communicatie verheffen, gewis krachtdadig zullen medewerken”

Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel

Typoscript 158 pp (p. 4)

In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.

 

Op 20 oktober 1829 werd de bijlbrief van het kofschip “de vrouw Catriena” gebouwd door Pieter van Goor te Zwolle geregistreerd bij notaris Willem Henrik Roijer openbaar notaris te Zwolle.

Het schip was op 6 juni voor f 10.500,- verkocht aan:

Johannes Ridderinkhof, koopman-houthandelaar te Zwolle                          11/32

Evert Lindeboom, koopman de Heino                                                             11/32

Thomas Lange, schipper te Zwolle                                                                    8/32

Hermannus van der Vegte, touwslager te Zwolle                                            2/32

Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel

Typoscript 158 pp (p. 5)

In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.

 

“23-7-1839 3-10-1839 Gebouwd voor rekening van E. Lindeboom, J.Lindeboom, H. van der Vegte J.Hz, W.H.Wicherlink, W.W.Smitt en T.Lange. Kosten f 16.000,-…..De Reederij cedul werd bij de Zwolse arron. rechtbank geregistreerd op 3-10-1839 no. 143.

Evert Lindeboom                                                                     4/16

Johannes Lindeboom                                                              4/16

Willem Hendrik Wicherlink                                                   2/16

Hermannus van der Vegte JHz, boekhouder                        3/16

Thomas Lange                                                                         2/16

Wolter Wagter Smitt                                                               1/16

Maar een deel overgenomen

 

“De eerste reis ging naar Suriname, waar suiker en katoen werd geladen. Lange had al eerder gevaren voor de zeereder H. van der Vegte. 1841-02-12 T.Lange omgekomen gezagvoerder van het galjootschip “De Stad Zwolle”

 

Handelsblad 27 juli 1839

ZWOLLE, 24 Julij. In den avond van gisteren is alhier, in tegenwoordigheid van den Ed. Achtb. Raad dezer stad, van Keppel’s werf, van stapel geloopen, het kofschip genaamd de Stad Zwolle, zijnde een barktuig met drie masten, lang 110 voet, groot 180 last, gebouwd door den scheepstimmerbaas P. van Goor, voor rekening van de reeders van der Vegte, Lindeboom en T.Lange, bestemd om te varen naar Suriname, en gevoerd door kapitein T.Lange. De Ed. Achtb. Regering heeft aan hetzelve eene fraaije vlag vereerd. De toevloed der aanschouwers was groot, echter is alles in de beste orde, en zonder ongelukken afgeloopen.

 

Provinciale Overijsselsche Courant 14 mei 1839 – advertentie

Bij N.Veltman Scheepsmakelaar en agent, ligt in lading op stuk Goederen van ZWOLLE, van den 1sten tot den 8sten Junij e.k., een welbemand en goed bezeild ZEESCHIP. Nadere inlichtingen behoevende gelieve men zich te vervoegen bij VAN REES en v.d. VEGTE, H.H.Z.

Ontleend aan “ZEEVAART ZWOLLE e.o.. Chronologieperiode 1731-1880”, door G. van Heel

Typoscript 158 pp (p.8)

In de bibliotheek van de Stichting Nederlandse Kaaphoornvaarders te Hoorn, Nr 546.

 

 

Datum vanaf: 1827
Kapitein: Lange, Thomas
Overige informatie: 0

Datum vanaf: 1828
Kapitein: Witt, H.
Overige informatie: 0

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1814-11-19
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: JONGE CAROLINA
Schipper: Bleeker, Jacob Bootes
Scheepstype: kof
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

De CAROLINA werd in 1798 in Woudsend voltooid en kwam in 1799 in de vaart. De bijlbrief is helaas niet gevonden. Kapt. Roelf Melles Schenkel was de eerste schipper. In maart 1806 was hij officieel woonachtig in Papenburg, alhoewel zijn gezin al vele jaren in Delfzijl woonde. Waarschijnlijk was zijn schip toen naar Papenburg uitgevlagd om zo gevrijwaard te blijven van aanhouding en confiscatie door de Engelsen, die tegenover het Frankrijk van Napoleon een boycot hadden ingesteld, terwijl het Koninkrijk Holland als een vazal van Frankrijk werd beschouwd. Mogelijk is de CAROLINA in 1808 na aankomst in Rotterdam als gevolg van een door de Engelsen aangehouden stringenter aanhouding- en kapingbeleid opgelegd, zoals dat in Amsterdam ook met veel schepen het geval was, zo ze al niet in het buitenland bleven liggen. Kapitein Schenkel vinden we in februari 1809 op de ALIDA, liggende in Aaalborg.

Een consortium onder leiding van negotiant en boekhouder Mattheus Buitenwerf, Groningen, moet vanaf de bouw eigenaar zijn geweest, waarbij schipper Schenkel ongetwijfeld een van de aandeelhouders was. Met de verkoop aan Lucas IJsbrandsz & Co in Makkum, waarschijnlijk tijdens de veiling van 13 juni 1810, zal kapt. Jacob Botes Bleeker zijn aangesteld, terwijl de scheepsnaam werd gewijzigd in JONGE CAROLINA.

1799

GRC 010199
Advertentie. De procureur J. Versteegh in qlte, gedenkt op woensdag den 23 januari 1799, ’s avonds te 6 uur, ten huize van de wed. J. van Bolhuis in de Unie, publiek bij strijkgeld te verkopen: Een 32ste portie in het nieuw kofschip de CAROLINA genaamd, zo door schipper R. Schenkel, onder directie van de koopman M. Buitenwerff zal worden bevaren.

1806

Monsterrol: 1806-7
Datum: 28-03-1806
Scheepsnaam: Carolina
Scheepstype: niet vermeld
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Groningen, Groninger Archieven (Fivelingo)

Achternaam Voornaam Rang Gage Woonplaats Leeftijd
Eilders Eildert koksmaat 13.04 Emden (D) niet vermeld
Eilkes Geert matroos 28.24 Greetsiel (D) niet vermeld
Ennes Jan Kok 32.59 Emden (D) niet vermeld
Schelts Ive J. stuurman 39.11 Rendsburg (D) niet vermeld
Schenkel Roelf kapitein niet vermeld Papenburg (D) niet vermeld
Sikkes Jacob matroos 28.24 Emden (D) niet vermeld
Stratingh Poppe kajuitwachter 4.35 Papenburg (D) niet vermeld
Weuringh Geert matroos 28.24 Weener (D) niet vermeld

1808

KC 071008
Brielle, 3 oktober. Uitgezeild de CAROLINA (opm: kof), kapt. Roelof Schenkel, naar Riga.

1810

GRC 120610
Advertentie. De procureurs J. Versteegh en zoon in qlte, gedenken op vrijdag den 13 juni 1810, ’s avonds te 7 uren, ten huize van de logementhouder L. van der Molen aan de Merkt te Groningen, publiek bij strijkgeld te verkopen: Een wel bezeild Kofschip, groot plus minus 110 roggelasten, genaamd CAROLINA, in den jare 1798 nieuw uitgehaald, lang over steven plus minus 95½ voeten, wijd over zijn berghouten 23 twee derde voeten, hol op zijn uitwatering 11¾ voeten Friese maat, met diens staand en lopend wand, ankers, touwen, zeilage en verdere annexen, zo door de kapitein Roelf Schenkel is bevaren, onder de directie van de heer M. Buitenwerf (opm: te Groningen), en laatst uit zee aangekomen, thans liggende te Rotterdam in ’t Salmgat bij de werf van de heer Frater, gelijk aldaar in ogenschijn kan worden genomen.

1814

Op 6 juli 1814 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de JONGE CAROLINA, aangevraagd door  Lucas IJsbrandsz & Co. te Makkum, enig eigenaar, voor Jacob Bootes Bleeker als kapitein.

LCO 261214
Sedert onze vorige is in Texel in zee gezeild de JONGE CAROLINA (opm: kof), kapt. J.B. Bleeker, naar Bordeaux.

1815

RC 090215
Amsterdam, 7 februari. Op de rivier van Bordeaux is, om het ijs te ontwijken, door de loods op den wal gezet, het schip (opm: kof) de JONGE CAROLINA, kapt. J. Bootes Bleeker, van Bordeaux naar Amsterdam gedestineerd, doch is daar weder afgebracht, zijnde onbeschadigd en dicht.

1816

Op 21 maart 1816 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd  door Jacob Kramer,  Amsterdam, voor Doeke Gerrits Doeksen als kapitein.

1817

Op 22 april 1817 werd een Turkse Pas voor reis naar Lissabon verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd  door Jacob Kramer,  Amsterdam, voor Dirk Nannings de Boer als kapitein. Voor deze combinatie werd op 23 april, een dag later, ook een nieuwe zeebrief verstrekt.
Deze zeebrief en Turkse Pas werden op 14 augustus 1818 door de Consul te Brest naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘andere kapitein aangesteld’, waarna op 24 augustus royement volgde.

RC 080517
Rotterdam, 7 mei. Heden zeilde uit de Put de VLASHANDEL (opm: kof), kapt. D.N. Nannings, naar Riga.

1818

Op 28 augustus 1818 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VLASHANDEL, voor een reis de Middellandse Zee, aangevraagd  door Jacob Kramer,  Amsterdam, voor Fredrik Giercke als kapitein.

1819

RC 130419
Londen, 9 april. Het schip de VLASHANDEL, Gierke, van Cette (opm: kof, kapt. Frederick Gierke, van Sète) naar Amsterdam, is den 5 dezer met een gescheurde mast te Ilfracombe binnengelopen.

1820

Op 18 oktober 1820 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door Lambertus Bouman, Amsterdam, voor Fredrik Gierke als nieuwe kapitein. Vermelding: Oude ZB 2488 d.d. 1817-04-23 vervallen, Oude kapt. D. Nanninga de Boer.

1821

Op 24 september 1821 werd een Turkse Pas, voor een reis naar Livorno en Savona, verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door Lambertus Bouman, Amsterdam, voor Fredrik Gierke als nieuwe kapitein.

LCO 141221
Amsterdam, 12 december. Arrivementen. Te Livorno den 22 november F. Gierke (opm. kof de VLASHANDEL), van hier; dezelve heeft de reis van Texel tot door de Straat (opm: van Gibraltar) in 15 dagen afgelegd, doch sedert met tegenwind en stilte moeten worstelen.

1822

RC 280522
Amsterdam, 26 mei. Volgens brief van kapt. F. Gierke, voerende het schip (opm: kof) de VLASHANDEL, den 22 van Port Maurice naar Amsterdam vertrokken, geschreven op 49º50’ breedte 40º30’ lengte west van Greenwich, met een brief van Plymouth van den 19 mei, had hij reeds enige dagen met oostelijke winden in de beste staat in het Kanaal gekruist.

Op 4 september 1822 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door Lambertus Bouman c.s., Amsterdam, voor Fredrik Gierke als kapitein.

RC 241222
Amsterdam, 22 december. Kapt. F. Gierke, voerende het schip (opm: kof) de VLASHANDEL, van Amsterdam te Genua gearriveerd, meldt van daar, in dato den 7 dezer, dat hij met gunstige wind tot buiten de Gronden (opm: het ondiepe gedeelte van de Atlantische Oceaan voor de ingang van Het Kanaal; ruwweg het gebied binnen de 100 vademlijn) gekomen zijnde, de wind toen Z.Z.W. tot W. veranderde, tot op 44º N.B. 10º30’ lengte (opm: W.L) gevorderd zijnde, woei het zo hard, dat hij Kaap Finisterre niet durfde naderen, maar om de Noord halsde; heeft vervolgens vier weken vreselijk slecht weer gehad, zodat hij geen zeil kon voeren en het schip gestadig onder water lag; verloor twee watervaten, kreeg enige schade aan zeilen en kwam eindelijk den 2 dezer te Genua, zonder verdere schade. Nauwelijks daar vertuid zijnde (opm: het schip ligt vóór achter twee ankers; vanaf het achterschip zijn trossen of draden kruislings op bolders of boeien uitgebracht, waarbij het oog weer aan boord is genomen; bij vertrek kan men vanaf het schip de draden eenvoudigweg laten slippen, en na het thuishieuwen van de ankers de ligplaats verlaten), begon het weder verschrikkelijk hard te waaien, vergezeld van zware donder en vreselijk hoge zee, die hem echter geen schade veroorzaakte; alleenlijk werd zijn stuurman door de bliksem ligt gekwetst. Kapitein Giercke dacht tegen half december de reis naar Livorno voort te zetten.

1823

RC 030623
Kapt. Fredrik Gierke, voerende het schip (opm: kof) de VLASHANDEL, van Livorno naar Amsterdam, meldt van Malaga van den 23 april, dat hij, den 8 vertrokken zijnde, dezelfde dag en volgende nacht op de hoogte van Genua een zware westelijke storm doorstond, bij Kaap Gate (opm: Cabo de Gata) zijn mastra brak, de kluiffok en het stagzeil die uit de netten waaiden, met de touwen van de roef moest kappen, doch dezelve weder kreeg, enig want over boord wierp, dewijl het schip zwaar werkte, de volgende dag te Malaga binnen liep, alwaar hij zijn schade hersteld had en voornemens was nog die nacht de reis voort te zetten.

1824

RC 060124
Rotterdam, 5 januari. Te Calais is gearriveerd de VOLHARDING, kapt. Schippers, van Bordeaux naar Antwerpen, en VROUW IKINA, kapt. Postema, van Amsterdam naar Bordeaux; te Genua is aangekomen VLASHANDEL, kapt. Gierke, van Amsterdam.

Op 28 oktober 1824 werd een Turkse Pas verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door Lambertus Bouman, Amsterdam, voor Fredrik Gierke als kapitein.

1825

RC 150125
Amsterdam, 13 januari. Den 9 dezer lagen in het Nieuwe Diep de volgende schepen, welke gedeeltelijk sedert de maand september op gunstige wind wachtten ( ! ), om naar zee te zeilen, als: DE GEZUSTERS, kapt. D.B. Lutjens, DE DRIE GEBROEDERS, kapt. A.C. Edeling en BETSY EN CAROLINA naar Batavia; AMPHITRITE, kapt. S. Mijnders, naar Kaap de Goede Hoop; ALEXANDER, kapt. M. Marcussen, en DE COURIER, kapt. P. Schakel, naar Rio de Janeiro; JACOBA ELISABETH JOHANNA, kapt. G.B. Bos, JOANNES ARNOLDUS, kapt. P.J. Kerkhoven, DE VRIENDSCHAP, kapt. J.K. de Jong, HENRIETTE, kapt. J.E. Schneebeeke, DE JONGE WILLEM, kapt. G, van Medevoort, MARIA, kapt. E.D. Dekker, NOORD-HOLLAND, kapt. H.K. Ruijl, DE GRAAF BULOUW, kapt. R. Maalsteed, DE KOLONIST, kapt. L. Wildschut, DE VIER GEZUSTERS, kapt. J. van Dijk, DE VRIENDSCHAP, kapt. Jan Visser, ARGYLE, kapt. D. Spreeuw, DE GOEDE VERWACHTING, kapt. J.B. Bodeman, ZORGVULDIGHEID, kapt. J. Hulsen, PAULINA, kapt. A.J. Struijk, MARIA, kapt. F.H. Zeijlstra, SOPHIA MARIA, kapt. G.L. Röperhoff, DE VROUW CORNELIA, kapt. D. Steenveld, GODEFRIDA, kapt. A. Hansen, ANNA MARIA, kapt. J.D. Haijnes, MARGARETHA JOHANNA, kapt. A.A. Herman, CONCORDIA, kapt. W. Groen, ANNA MARIA, kapt. R.T. Rinses, WILLEM DE EERSTE, kapt. J. Johannesen, HENRIETTE EN BETSY, kapt. J.E. de Boer, en SPECULATION, kapt. T. Pietersz, naar Suriname; DE PLANTER, kapt. C. Jessen, de ZEEMEEUW, kapt. A. Bakker, naar Demerary; DIANA, kapt. F. Bax, MARCO BOZARIS, kapt. P. Kraaij, de WELVAART, kapt. C. Koert, de NEDERLANDER, kapt. C. Hofker, naar Berbice; ALMELO, kapt. T. Smit, CURAÇAO CHARLOTTE, kapt. J. Buhring, naar St. Thomas; AURORA, kapt. A. Tomson, PHOENIX, kapt. D. Grim, naar St. Jago de Cuba; ACTIVO, kapt. H.G. Bergveld, COLUMBUS, kapt. L.H. Henrichsen, REINERA, kapt. R.S. Nannings, naar Havanna; BETSEY, kapt. J. Wallis, naar New Orleans; THE PIONEER, kapt. T. Greenleaf, naar Savannah; CHARLES AND HENRY, kapt. C. Craft, naar Charleston; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. M. Oosterbaan, naar New York; de COMMERCIE, kapt. F. IJsbrands, naar Smyrna; de VLASHANDEL, kapt. F. Gierke, naar Genua en Livorno; DE VROUW ANNA, kapt. J. Meijer, de HOOP, kapt. J.G. Patje, CONCORDIA, kapt. J.D. Zijlstra, DE HERSTELLING, kapt. B. de Jong, de ANTONIUS EN CORNELIA, kapt. O.P. Blom, naar Marseille; GEERTRUIDA JOHANNA, kapt. L.B. Kuijper, naar Cette; EXPERIMENT, kapt. F. Clausen, naar Gibraltar; MARIA, kapt. J.S. Kroon, naar Kadix; SHANNADOWH, kapt. A.M. Rose, FROIJ, kapt. D. Cummings, naar St. Ubes; SARA ELIZABET, kapt. S. Kullberg (voor Dordrecht), naar dito; GEPKE BROUWER, kapt. K.J. Musch, DE JONGE JAN, kapt. H.S. van der Zee, DE ONDERNEMING, kapt. G.B. Flik, GALATHEA, kapt. J.F. Gerdes, RESOLUTION, kapt. K. Parrel, naar Lissabon, de laatste voor Dordrecht; DE VROUW THEODORA, kapt. C. Bandix, naar Bilbao; LE PARFAIT ACCORD, kapt. D. Pereira, van Hamburg naar Bayonne; LA PROSPERITÉ, kapt. J.F. Delamare Bignon, van Rotterdam naar Rouaan; PIETER EN MARIA, kapt. C.P. Eggers, naar Bristol; WATERLOO, kapt. J. Thomson, van Clij naar Plymouth; DE BRABANDER, kapt. A.E. de Groot, ROSETTE, kapt. J.W. de Groot, BOREAS, kapt. L. Storm, naar Londen, de laatste van Brahestad; DE EENDRAGT, kapt. H. Zurmeijer, DE VROUW ALBERDINA, kapt. J.F. Zomer, DOLPHIN, kapt. R. Gowans, MARIA ELIZABET, kapt. D. Ouwehand, DE JONGE JAN, kapt. D. Kuijt, en DE TWEE GEBROEDERS, kapt. J. Mortier, naar Hull; RICHARD, kapt. T. Kase, naar Petersburg; HAABET, kapt. L.C. Sunde, naar Fredrikstad; ANNA SOPHIA, kapt. P. Telming, van Rouaan naar Hamburg; JEANNETTE, kapt. H. Rose, van Batavia naar Antwerpen.
RC 180625
Amsterdam, 16 juni. Het schip DE VLASHANDEL, kapt. F. Gierke, van Genua en de kust naar Amsterdam, is den 25 mei te Gibraltar binnengelopen en onder quarantaine gelegd.
RC 230625
Amsterdam, 21 juni. Kapt. F. Gierke, voerende het schip DE VLASHANDEL, van Genua en de kust naar Amsterdam, meldt van Gibraltar, van den 27 mei, dat hij den 20 dito, wegens westenwind en tegenstroom, aldaar in goede staat binnengelopen en, na drie dagen quarantaine te hebben gehouden, gereed was om dadelijk met een gunstige wind zijn reis te vervolgen.
RC 040825
Amsterdam, 2 augustus. Het schip de VLASHANDEL, kapt. F. Gierke, van Genua naar Amsterdam, was den 25 en het schip JULIANA, kapt. Muller, van Lissabon naar Hamburg, den 28 juli op de hoogte van Douvres; het laatste had elf weken reis.
AC 170825
Texel, 15 augustus. Door Alkmaar zijn langs het Noord-Hollandsche Kanaal gepasseerd:
Den 7 augustus de VLASHANDEL, kapt. F. Gierke, van Genua naar Amsterdam; LOUIZA EN AGATHA (opm: brik LOUISA AGATHA), kapt. H. Breekeling, van Amsterdam naar de kust van Guinea; 

Op 21 september 1825 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de VLASHANDEL, aangevraagd door Lambertus Bouman, Amsterdam, voor Fredrik Gierke als kapitein.
Voor deze combinatie werd op 15 oktober 1825 ook een Turkse Pas afgegeven.

RC 031225
Amsterdam, 1 december. Het schip (opm: kof) DE VLASHANDEL, kapt. F. Gierke, van Amsterdam naar Genua en Livorno, is, volgens brief van Ramsgate van den 25 november, die dag aldaar in goede staat binnengelopen; de kapitein twee dagen te voren (opm: 23 november) overleden zijnde, zou het schip, na de begraving van deszelfs lijk, de reis bij de eerste gunstige wind, onder bevel van de stuurman H.E. Bijl, vervolgen.
RC 201225
Amsterdam, 18 december. Het schip de VLASHANDEL, kapt. H.E. Bijl, voor wijlen Fredrik Gierke, van Amsterdam naar Genua en Livorno, te Ramsgate binnen, heeft den 8 dezer met een stijve NO koelte, de reis voortgezet.
RC 291225
Amsterdam, 27 december. Kapitein H.E. Bijl, voerende voor wijlen kapt. F. Gierke het schip de VLASHANDEL, van Amsterdam naar Genua en Livorno, meldt van Plymouth van den 17 dezer, dat hij de vorige avond, wegens aanhoudende tegenwind en slecht weer, aldaar is binnengelopen; het schip en de equipage was in de beste staat, en hij zou met de eerste gunstige wind de reis voortzetten.

1826

RC 160326
Amsterdam, 14 maart. Te Genua is aangekomen, kapt. H.E. Bijl, voor wijlen F. Gierke, de VLASHANDEL, van Amsterdam, laatst van Plymouth.
RC 021126
Volgens brief van kapitein H.E. Bijl, voerende voor wijlen kapt. F. Gierke, het schip DE VLASHANDEL, van Livorno naar Amsterdam, in dato Malaga den 11 oktober, was hij aldaar den 8 dito binnengelopen om zich van water en levensmiddelen te voorzien en zou de volgende dag zijn reis voortzetten; hij had, gedurende 25 dagen wegens tegenwind, op de hoogte van Malaga en Mandril gekruist met het schip MARIA, kapt. J.F. Brouwer, mede van Livorno naar Amsterdam, van hetwelk hij den 7 oktober was afgeraakt, zijnde toen in goede staat; laatstgemeld schip is, blijkens de nummervlag door hetzelve getoond, den 8 of 11 dito op de hoogte van Arbaron gezien door kapitein C.P. Crook (opm: kof DIANA), van Malaga te Amsterdam gearriveerd.
RC 051226
Amsterdam, 3 december. Het schip DE VLASHANDEL, voor wijlen F. Gierke, gevoerd door kapt. H.E. Bijl, van Livorno naar Amsterdam, is den 23 november wegens tegenwind, doch in goede staat te Plymouth binnengelopen.
AC 111226
Texel, 9 december. Binnengekomen: VLASHANDEL, kapt. H.E. Bijl, van Livorno; VRIENDSCHAP, kapt. C. Hazewinkel, JUFVROUW ANNA LUPINA, kapt. T.H. Plukker, HOOP, kapt. J.J. Hult en NYMPHIA, kapt. T.J. v.d. Veer, alle vier van Hull; de laatste gisteren reeds. Niets uitgezeild.

1827

RC 240327
Advertentie. J. van Nulck, J.E. Lublink, G.J. Roland Holst, J. Verbrugh, F. der Kinderen, P. Bel, J. Boelen en N.J. Lublink, makelaars, zullen op maandag den 26 maart 1827, des avonds ten 6 ure, in de Nieuwe Stadsherberg, aan het IJ, verkopen: Een extraordinair welbezeild galjootschip (opm: kof) genaamd DE VLASHANDEL, gevoerd door kapitein H.E. Bijl; lang 26 ellen 47 duimen; wijd 6 ellen 30 duimen; hol 3 ellen 11 duimen, Nederlandse maat. Breder bij de inventaris en bericht bij de bovengenoemde makelaars en bij Coopman en De Witt en Lenaertz, Cargadoors. Blijvende dit schip inmiddels uit de hand te koop.
(opm: in de veiling werd voor NLG 5.550 kapitein Thomas Lange, Amsterdam de koper, die de kof als CATHARINA naar zee bracht)

Op 5 april 1827 werd de zeebrief van de VLASHANDEL, kapt. F. Gierke, door de Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar de Staatsraad te Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 6 april royement volgde.

Op 11 april 1827 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de galjoot CATHARINA, aangevraagd door T. Lange, Amsterdam, voor zichzelf als kapitein

1828

Op 23 september 1828 werd de zeebrief van de CATHARINA, kapt. T. Lange, door Ontvanger der Inkomende- en Uitgaande Regten en Accijnzen te Amsterdam naar de Staatsraad in Den Haag teruggezonden met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 24 september royement volgde.

Op 2 oktober 1828 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de SOPHIA, aangevraagd door J.M. Fredsberg, Antwerpen, voor H. Wit als kapitein.

1829

AH 090529
Riga, 23 april. Acht dagen geleden werd besloten, de in de Bolderaa liggende schepen naar een veiligheidsplaats achter de schans (de gebruikelijke plaats voor de overwinterende schepen) door het ijs te doen brengen, waarmede men op de 19e tot stand kwam. Op de volgende dag rukten zich grote ijsschotsen in de Bolderaa los, dreven regelrecht tegen de schepen aan en overweldigden er drie van, waarvan het ene, een Frans schip, zonk, het andere, DE VROUW GEERTRUIDA (opm: kof), kapt. L.A. Drayer met lijnzaad naar Amsterdam beladen, kenterde; het derde, SOPHIA (opm: ex-CATHARINA), kapt. Witt (opm: kof, thuishaven Antwerpen, kapt. H. Witt; zie ook RC 210529), met zaaizaad naar Antwerpen bestemd, verdrukt werd en mede zonk. Op de volgende dag gelukte het gedeeltelijk de lading van het Franse schip te bergen, het water wies echter vreselijk aan en belette verdere hulp, zodat deze drie schepen als geheel verloren mogen beschouwd worden.
RC 140529
Amsterdam, 12 mei. Volgens brief van Riga van den 15/27 april, had men van het loodskantoor in de Boldera, officieel rapport, in dato den 12 dito o.s., ontvangen, waarin wordt gemeld, dat den 10de het ijs op de stroom aldaar losgeraakt en daardoor reeds des morgens de brug naar de vesting Dunamunde geheel vernield was. Hierop had het den lood vervolgd langs de oever der Boldera naar de Milausche Beek, alwaar het, zich niet kunnende verdelen, meer en meer op elkander hoopte. Het water begon vervolgens spoedig te wassen en bereikte de volgende dag een hoogte, waarvan niemand zich een voorbeeld wist te herinneren, klimmende het tot 12 voeten boven de gewone hoogste waterstand. Hierdoor werden alle huizen, behalve enige hoog liggende, onder water gezet. Zo lang het ijs deze ongewone loop, en niet, zoals gewoonlijk, langs Magnusholm naar de zee vervolgde, waren de aan de vesting Dunamunde liggende schepen buiten bijzonder gevaar.
In de namiddag van den 11de brak echter het ijs door de tussen die vesting en het fort Komeet liggende dijk en stuwde toen in een verschrikkelijke massa met geweld over de vlakte naar de zeekant, waardoor de schepen zo zeer tegen het bolwerk gedrongen en zodanig in het ijs bekneld werden, dat (behalve de Nederlandse schepen (opm: koffen) DE VROUW GEERTRUIDA, kapt. L.H. Drayer, met lijnzaad naar Gent; SOPHIA, kapt. H. Witt, met lijnzaad naar Antwerpen, en de Franse brik VIRGINIE, kapt. L. Duparc, met diverse goederen naar Havre) de beide Russische brikken ST. JACOB, kapt. G.F. Dithmers, en ALEXANDER, kapt. J. Janssen, dadelijk zonken en de volgende schepen bij de vesting aan den grond werden gezet, als: de Russische brik WILHELMINA, kapt. J.F. Schomacker, en het schip BOLIVAR, kapt. P. Petrel; de Hanoversche kof de VROUW GEZINA MARGARETA, kapt. S. Wiards; de Engelse bark T. HODGTON, kapt. J. Stewart, en de brikken MARWOOD, kapt. E. Scollay, ECHO, kapt. G.B. Watson en HEBE, kapt. F. Law.
Voorts meldt men, dat het ijs voor de stad toen geheel weg en het water zodanig gevallen was, dat er geen vrees voor de stad zelve bestond. Men meende te kunnen berichten, dat de lading van het bovengenoemde schip de VROUW GEZINA MARGARETA, kapt. S. Wiards, naar Amsterdam bestemd, waarschijnlijk niet zou geleden hebben; doch omtrent de schade der aan de grond gedreven schepen zelve kon men nog niets met zekerheid bepalen, dan alleen, dat zij zouden moeten lossen om te repareren.
Kapt. L.H. Drayer, gevoerd hebbende het schip de VROUW GEERTRUIDA, naar Gent bestemd, doch in de Boldera gezonken, meldt van daar, dat het zes of zeven voeten onder water ligt en hij nog voorlopig aldaar blijven zou, om, zo mogelijk, nog iets van de tuigage te bergen. Van de tegelijker tijd mede aldaar gezonken Franse brik VIRGINIE, kapt. Duparc, naar Havre bestemd, was geen spoor meer te vinden. De stroom bleef, door de grote hoeveelheid van boven afkomend water, nog allerverschrikkelijkst aanhouden.
(opm: zie AH 090529)
RC 210529
Amsterdam, 19 mei. Volgens brief van Riga van de 3e mei, kwam de gezonken Nederlandse kof SOPHIA, kapt. H. Witt, bevorens reeds gemeld (opm: zie AH 090529), met het bovengedeelte weder te voorschijn, in het midden van het vaarwater, Bij de vesting had men een wrak gevonden, hetwelk 23 voeten diep onder het water lag, hierdoor konde men niet bepalen tot welk der twee ter zelfder tijd insgelijks aldaar gezonken schepen het behoorde.

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5181/7151-1816-13

DVD 6 – V – 35-37

ACTE AAN-/VERKOOP
Naam schip de JONGE CAROLINA

plaats en datum acte onderhandse verkoop, Amsterdam, 5 maart 1816

soort schip niet genoemd

Bouwwerf/verkoper Jacob Botes Bleeker, schipper te Makkum en Lucas IJsbrandsz, rentenier de Makkum (en mogelijk nog meer mede-reders)

Gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper Jacob Kramer, koopman, wonend te Ouder-Amstel, doch kantoor houdend te Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen lang over stevens 92 voet, wijd 23 voet, hol 12 voet, alles Friese maat

kiellegging

tewaterlating

plaats en datum van registratie Amsterdam, 5 maart 1816

nummer van registratie deel 10, folio 198, verso, case 2

notaris Johannes Abraham Molster, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 10.750,-

bijzonderheden de mede-reder Lucas IJsbrandsz was tevens directeur over het schip.



researcher/datum research ML/190707

Naam JONGE CAROLINA (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1816
Toegang 5181
Inventaris 7151
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1820-141

ACTE AAN-/VERKOOP
schip de JONGE CAROLINA, sindsdien genaamd de VLASHANDEL

plaats en datum acte onderhandse verkoop, Amsterdam, 5 maart 1816

soort schip kof

gevoerd door kapt.

Bouwwerf / verkoper Jacob Botes Bleeker, schipper te Makkum, als mede-eigenaar en directeur van het schip, gemachtigd door Lucas Ijsbrandsz Rentenis, mede woonachtig te Makkum

Eigenaar / aankoper Jacob Kramer, koopman te Ouder Amstel

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Johannes Abraham Molster, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop NLG. 10.750.-

bijzonderheden: dezelfde inschrijving meldt, dat op 23 augustus 1820 voor notaris Pieter Berkman de acte gepasseerd werd tussen Thoman Hakenson te Amsterdam, als gemachtigde van Jacob Kramer (op reis zijnde) en verder van Coenraad van Hoorn Zytsema en Jan ter Meulen Jr., beide te Amsterdam en mede-crediteuren van Jacob Kramer en belast met de vereffening en liquidatie der boedel van deze Jacob Kramer, waarbij deze Thomas Hakenson verklaart verkocht te hebben aan Lambertus Bouman, assuradeur te Amsterdam een vierde part van het schip, thans genaamd de VLASHANDEL, voor NLG. 2000,-
In notarisacte 168/1820 van J.A.Molster staat, dat Thomas Hakenson op 12 juni 1820 voor notaris Mr. Ciornelis Willem Dekker te Amsterdam het kofschip de VLASHANDEL voor en ten behoeve van Jacob Kramer heeft verkocht)


researcher/datum research ML-010306

Naam JONGE CAROLINA (de)
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1414.1820.141

foto IV– 2-18, 2-19
CEDULE

Naam schip VLASHANDEL

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 16 oktober 1820

type schip niet vermeld

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Lambertus Bouman (boekhouder en 1/4e part), firma H.J. Rijnders (1/4e part), Pieter Bel (1/4e part) en Jan ter Meulen (1/4e part), allen te Amsterdam

te voeren door kapt. Fredrik Gierke

grootte in tonnen 73 lasten of 207 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Woudsend

plaats / datum registratie Amsterdam, 16 oktober 1820

nummer registratie deel 5, folio 32, recto, vak 2

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopacte+ het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 18809
De eed wordt afgelegd door Johannes Engelhardus Lublink te Amsterdam met volmacht van de eigenaren





researcher/datum research: ML / 050215

Naam VLASHANDEL
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1820
Toegang 5074
Inventaris 1414
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1827.10

deel VI, foto 028, 029
CEDULE

Naam schip bevorens genaamd de VLASHANDEL, thans door koper genaamd CATHARINA

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 5 april 1827

type schip kof, eigenlijk galliot (opm: zo staat het er letterlijk)

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt. geweest door kapt. Hidde Elders Bijl

eigenaar/koper Thomas Lange, Amsterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt. Thomas Lange, in eigendom bevaren

grootte in tonnen 83 lasten of 157 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, een dek

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd binnen de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 5 april 1827

nummer registratie deel 13, folio 189, verso, vak 6

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief; het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.




researcher/datum research: ML / 310715

Naam CATHARINA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1827
Toegang 5074
Inventaris 1417
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1827-10

ACTE AAN-/VERKOOP
Schip: de VLASHANDEL, door koper genaamd CATHARINA

plaats en datum acte proces-verbaal publieke verkoop, Amsterdam, 26 maart 1827

soort schip galjoot

gevoerd door kapt. H.E. Bijl

Bouwwerf/verkoper Lambertus Bouman, boekhouder te Amsterdam

eigenaar/aankoper Thomas Lange, koopvaardij-kapitein te Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen 26,47 x 6,31 x 3,11 meter

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie Amsterdam, deel 19, folio 194, recto, vak 2.

datum van registratie 28 maart 1827

notaris Matthijs Hanenberg, notaris te Amsterdam

prijs (bij aan-/verkoop) NLG. 5550,-

bijzonderheden








researcher/datum research ML-030906

Naam CATHARINA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1827
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.221
DVD - XXXI – 132 III 108-109
ACTE KOOP/VERKOOP

Naam schip CATHARINA, door koper genaamd SOPHIA

plaats en datum acte onderhandse verkoop-koop, Antwerpen, 12 september 1828

type schip kof

bouwwerf/verkoper Thomas Lange, koopvaardijkapitein, Amsterdam, eigenaar van het schip

gevoerd door kapt.

eigenaar/aankoper J. M. Fredsberg, reder

te voeren door kapt.

grootte in tonnen 157 ton (meetbrief Amsterdam 18 januari 1827)

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / datum registratie Antwerpen, 17 september 1828

nummer van registratie blad 162 verso vak 1-2

notaris voor J.J. Demeyer, makelaar , Antwerpen

prijs NLG. 5.550,-

bijzonderheden






researcher/datum research: AD/010709

Naam SOPHIA
Archiefinstelling Rijksarchief, Beveren
Jaar 1828
Toegang 512.0044
Inventaris 132

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen
ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5181/7151-1816-13
ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1820-141
Stadsarchief Amsterdam archiefnummer AMS 95074.1414.1820.141
ARCHIEF Gemeente Amsterdam archiefnummer 5074/1419-1827-10
RA - Beveren Archiefnummer Ant.512.0044.00132.221
Noordelijk Scheepvaartmuseum, monsterrollen Groningen
De heer Sikko Parma, Hilversum
AC = Amsterdamsche Courant
AH = Algemeen Handelsblad
GRC = Groninger Courant
KCO = Koninklijke Courant
LCO = Leydsche Courant
RC = Rotterdamsche Courant