Inloggen
Gezagvoerder

Krol(L), J.

Naam: Krol(L), J.
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 3
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
SCHOUWEN 1848 Bark Sailing Vessel 8155 Bekijk schip
MACAO 1849 Bark Sailing Vessel 14141 Bekijk schip
DANKBAARHEID AAN DE NEDERLANDSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ 1832 Fregat Sailing Vessel 10140 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.Kroll was met vlagnummer R377 in de periode 1853 t/m 1862 effectief lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In het Jaarverslag 1863 van het College (Maritiem Museum, Rotterdam) wordt opgegeven dat hij is “vermist of verongelukt”. In de opgaven van “Uit de vaart geraakte schepen” in Sweijs021 staat dat de bark ”Macao” onder kapitein J.Kroll op 28 november 1862 als vermist is opgegeven058.

 

De schepen van de kapitein

In de Jaarverslagen van het College staat kapitein J.Kroll met vlagnummer R377 als gezagvoerder in de ledenlijsten van058:

*    1855                                   van de bark “Schouwen”       330 last varend voor de Jonge & Keller te Zierikzee

*    1858, 1859                        van de bark “Macou”             202 last varend voor W.C.Versluys te Rotterdam

 

Bouma025 vermeldt J.Kroll als gezagvoerder gedurende:

*    1853 van de bark “Dankbaarheid aan de Nederlandsche Handel Maatschappij”, gebouwd in 1832 te Alblasserdam, varend voor van Overzee & Co te Rotterdam. Het schip wordt in dat jaar lek te Mauritius afgekeurd;

*    1855 t/m 1861 van de bark “Schouwen”, gebouwd in 1848 te Zierikzee, 638 ton o.m., varend voor J. de Jonge & Keller te Zierikzee. Het schip voer in 1862 voor van Overzee & Co te Rotterdam en was herdoopt in “Catharina Maria”;

*    1859 t/m 1862 van de bark “Macao”, gebouwd in 1848 te Capelle aan de IJssel, 381 ton o.m., varend voor W.C. Versluys te Rotterdam. Het schip werd in november 1862 vermist.

      Beide voorgaande opgaven zijn overlappend. Is er sprake van 2 personen?

 

Overige bijzonderheden

Van Sluijs013 en Bouma025 vermelden kapitein J.Krol van 1855 t/m 1858 als gezagvoerder van de bark “Schouwen”, op stapel gezet op 05 juni 1847 en te water gelaten op 12 oktober 1848 door scheepsbouwmeester C.Mak op de werf van C.Smit te Zierikzee, varend voor rederij J.de Jonge & Keller te Zierikzee. Het schip werd op 11 mei te Rotterdam geveild, verkocht aan reder van Overzee & Co te Rotterdam en herdoopt in “Catharina Maria”.

Handelsblad 27 april 1858 in de rubriek Advertenties

“De Makelaars F.N.Montauban van Swijndregt, W.van Dam H.Hzn, W.H.Montauban van Swijndregt en B.C.D.Hanegraaff, te Rotterdam, zijn van meening op last van hunne Meesters, op Dingsdag den 11den Mei 1858, des Middags ten 12 Ure, in de Zaal op de Scheepmakershaven, Wijk 1, No 499, publiek te Verkoopen: het extra snelzeilend, Gekoperde en Kopervaste Nederlandsche Barkschip Schouwen laatst gevoerd door Kapitein J.Kroll, volgens Meetbrief lang 27 El 65 Duim, Wijd 6 El 83 Duim, Hol 5 El 58 Duim en alzoo groot 638 Tonnen, met al deszelfs Staande en Loopend Want, Zeilen, Kettingen, Touwen, Ankers en verdere Scheepsgereedschappen, zooals hetzelve is liggende in de Vlugthaven, binnen deze Stad. Voornoemd Schip is den 6den Mei 1856 het laatst voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij beladen hier te Lande binnengekomen”.

 

De bemanning van de “Schouwen” bestond uit c. 21 koppen. “Als bijzonderheid had dit schip veelal ook een arts aan boord. Eén van hen, de 40-jarige Zacharias Coenraad Pieterse, overleed aan boord in 1855.

 Tucht aan boord was noodzaak op de verre, lange en gevaarvolle reizen. Kapitein Krol zag zich dan ook wel eens genoodzaakt straffen uit te delen. In 1857 bestrafte hij één van de bemanningsleden wegens diefstal van brood van zijn makkers, dronkenschap en herhaaldelijk weigeren van werk, voorwendend dat hij ziek was. Kapitein legde hem de (lichte) straf op van inhouding van een maand gage (36 gulden).”074.

 

‘l’HIRONDELLE’ (topzeilschoener, 120 ton)

1816      door Veritas genoemd als bouwjaar met vraagteken. reder A.Perlau, er arriveert dat jaar in Antwerpen ook een ’Hirondelle’ uit Amsterdam, kapt. Jacques Krol.

1827                   gebouwd of herbouwd (veronderstelt Luc van Coolput)

1828                   16/4,  kapt. J.Willaert, in Antwerpen uit Cadix (die ‘J’ uit Veritas 1829)

                            1/12“-“--“-Malaga

1829                   5/01 in lading en ca 12/4 vertrokken naar Valparaiso en Lima (3 mnd! Niet veel

                            aanbod van lading)

                            25/7 aankomst Valparaiso, 26/9 aankomst Lima, 10/11 Rio

1830       7/03    A/Antwerpen uit Rio met koffie en huiden. LvC denkt: westkustlading in Rio gelost

1831                   januari:           Ligt in Antwerpen

De ‘Hirondelle’heeft na de (ver)bouw eerst op Spanje gevaren en daarna een enkele reis naar Chili en Peru. Via Rio terug, dus twee rondingen. Of er plannen bestonden voor nog een reis is onbekend maar ook niet waarschijnlijk. Bovendien kwam de oorlog en afsluiting van de Schelde er tussen.100