Inloggen
Gezagvoerder

Jonker, Cornelis Jans

Naam: Jonker, Cornelis Jans
Schepen waarop deze gezagvoerder heeft gevaren

Aantal gevonden schepen: 1
Naam Bouwjaar Type Voortstuwing Ship id
JOHANNA 0 Fregat Sailing Vessel 12523 Bekijk schip

Overige informatie van deze gezagvoerder:

Familiegegevens en opleiding

C.J.Jonker werd geboren te Winsum op 15 december 1782 en overleed in 1826. Hij was gehuwd met Ettje de Roos, geboren te Emden in december 1772. Lid van het WZF per 12 oktober 1825003.

“Heb zijn doop niet kunnen vinden in het Groninger Winsum of zusterdorp Obergum. Ook niet in Appingedam, Delfzijl, Gasselte, Gasselternijveen, Groningen, Hoogezand, Nw. Pekela, Oude Pekela, Sappemeer, Uithuizen, Winschoten of ’t Zandt. Mogelijk waren zijn ouders schippers en is hij onderweg geboren. Overigens ligt er in de provincie Friesland ook een (kerk)dorp Winsum.”088

Wat betreft Ettje de Roos: In het doopboek van Emden gevonden “ged Emden 26.5.1772, geb. 22.5.1772, (dv Jurjen Berents de Roos en Foske van Laten”

De index van het trouwboek van Emden staat:

“Etje de Roos, getrouwd in 1795, zie trouwboek op blz (ws) 200.

  Etje de Roos, getrouwd in 1804, zie trouwboek op blz 231. Cornelius (?Janss) Jonker, tr. 1804. Zijn patroniem is slecht te lezen. De 1e letter is anders dan de andere J’s en is duidelijk geen H, mogelijk een I, en de uitgang dubbel s ben ik verder niet tegengekomen. Het zou kunnen dat wat ik voor een J en een a aanzie de 1e letter is, gevolgd door uss of urs. In het trouwboek van Emden staat mogelijk waar hij in 1804 vandaan kwam uit Nederland. In die plaats kan hij zijn gedoopt.

Het vinden van in Emden gedoopte kinderen van het echtpaar wordt bemoeilijkt omdat dopelingen per periode ongeveer alfabetisch gerangschikt zijn in de door mij bekenen afschriften en er per jaar nogal veel dopen plaatsvonden in Emden. Bij de namen Marcus, Floris, Greetje, Jurjen, Foske en Corneli(u)s niets gevonden.

Mogelijk heeft het echtpaar eerst een aantal jaren in ‘Duitsland’ gewoond toen de ‘smokkelvaart’ interessant was en is daarna in Nederland gaan wonen. Misschien staan ze in het Bevolkingsregister van Amsterdam. (BR begint in Amsterdam pas in 1851).

Er zijn geen overlijdensacten van het echtpaar in het Gemeentearchief van Amsterdam. uit de periode 1823-1832.

De wed. J.F.Frerichs zou een (schoon)dochter uit Etjes 1e huwelijk kunnen zijn.”088

 

“H.M.Pool, stuurman op het schip ‘de Vrouw Etje’ gevoerd door schipper C.J.Jonker, verklaart dat ze op 28 bloeimaand (Mei) j.l. met een lading koffie van Papenburg zijn vertrokken naar Emden. Op de 30e aan de Noord voor anker, op de 31e verderop gezeild tot aan Halsum (zal mogelijk moeten zijn Hatzum), op 1 juni ter hoogte van Emden aanhoudende storm, anker en touwen verloren, daarna op de Paap (=zandbank in Eems voor Delfzijl) gestoten, schip lek, gekomen tot Oostval alwaar ze het schip van Amel Ulrichs aantroffen, die zoveel mogelijk assistentie verleende. Daar gewacht op een zeer goede wind tot 3 juni wanneer zij door de luitenant ter zee de heer Zwarthof naar Delfzijl waren gezonden omdat zij volgens zijn zeggen niet op de rechte cours waren. Zij protesteren voor opzenden en oponthoud.”

Uit de Groninger Archieven, toegang 733, inventarisnr 1097, blz 157 bovenaan, Fortresse Delfzijl dd 4 zomermaand (juni) 1806.088

Engelsman088 voegt hieraan toe:

“Bij dit verslag moet bedacht worden dat er toentertijd zeer veel geld kon worden verdiend met de smokkelvaart. Vaak voeren de ‘Nederlandse’ schepen onder neutrale vlag. O.a. een tijd lang de vlag van Papenburg en nog langer onder de vlag van de Heer van Inn und Kniphausen, een zeer kleine bestuurlijke eenheid waarvan de burg net ten westen ligt van Wilhelmshaven. Het ‘landje’is zo klein dat Napoleon het vergat ‘intelijven’.

In deze verslagen wordt bij Nederlanders meestal de thuishaven niet vermeld. Bij buitenlanders soms wel. Voor nieuwe en tweedehands schepen werd toen veel geld betaald. Varen onder een neutrale vlag had voordelen.”088

 

C.J.Jonker, vlagnummer 10, is overleden in 1826.084.

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

C.J.Jonker was een van de oprichters en in 1822-1823 penningmeester van het College Zeemanshoop019. Jonker wordt als lid genoemd in de eerste algemene ledenvergadering van het College op 24 mei 1822023.

 

In het Inschrijfregister van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop" wordt bij vlagnummer 10 C.J.Jonker genoemd. Verdere gegevens zijn niet ingevuld002

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 december 1825 staat vermeld dat, ondanks herhaalde aanmaningen, J.Boelen Johz en C.J.Jonker weigeren hun verschuldigde stortingen te voldoen.042

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 13 februari 1827 staat vermeld dat kapitein C.J.Jonker is overleden op 28 augustus 1826 en zijn weduwe geb. de Roos om een uitkering verzoekt, welke in de vergadering van 22 februari 1822 per 01 februari 1826 in de 1e klasse wordt toegekend.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 28 februari 1833 staat vermeld een: “Brief van M.Grimmins do 28 febr. 1833 verzoekende een gedeelte van hetgeen de Wed. Jonker uit het fonds trekt te willen inhouden ter voldoening zijner vorderingen hare laste welk verzoek wordt gewezen van de hand kennende het Bestuur zich hiermede niet inlaten.042.

In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 april 1844 staat een brief van J.F.Frerichs, die het overlijden meldt van C.F.Jonker “verzoekende om de aan haar komende uitkeering voor de loopende maand te mogen ontvangen”. Het Bestuur gaat accoord.042

 

In de notulen van de Algemene Ledenvergadering van Zeemanshoop dd 21 mei 1844 staat het bericht “dat de Wed. J.F.Frerichs aan het Bestuur heeft te kennen gegeven dat de Wed. C.J.Jonker trekster uit het fonds op den 9e April jl is overleden en verzocht dat aan haar als eenige erfgenaam mogt worden uitgekeerd de maandelijksche uitkeering: dat dit verzoek is toegestaan.”023

 

De wed. C.J.Jonker, geb. Etje de Roos, geboren 22 mei 1772, wonende te Amsterdam, kreeg bij besluit van 22 februari 1827 een uitkering van Zeemanshoop ingaande 01 februari 1827. Zij overleed in april 1844.118

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                  jaren             type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

         10                        1825-1826     pink                  Dido                                                       C.Brandligt

 

Bouma025 vermeldt C.J.Jonker als gezagvoerder gedurende:

*    1826 t/m 1827  van de pink “Dido”, bouwgegevens ontbreken, varend voor C.Brandligt te Amsterdam;

 

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat minsterrollen op naam van kapitein Cornelis Jans Jonker op de:

“Johanna”, dd 20 november 1817; 10 november 1819;

“Dido”, dd 15 december 1825.

 

Overige bijzonderheden

C.J.Jonker verzorgde per 02 januari 1818 vanuit Texel met de “Johanna”een troepentransport van 1 officier en 62 manschappen naar Nederlands Oost-Indië065.

 

Rotterdamsche Courant 24 januari 1818114

Amsterdam, 22 januari. Volgens een brief van Plymouth, van den 14 januari, was aldaar die dag, wegens contrariewind, binnengelopen het schip JOHANNA, kaptein C.J. Jonker, van Amsterdam naar Batavia; hetzelve had de fokkera en enige zeilen verloren, doch was voor het overige in goede staat.

 

Rotterdamsche Courant 26 januari 1819 114

Amsterdam, 24 januari. Volgens brieven van de Kaap de Goede Hoop, tot den 21 november, was het Hollands schip JOHANNA EN ELISABETH, kaptein P. Green, van daar naar Mauritius vertrokken; den 24 dito zou het galjasschip JOHANNIS GERRARDUS, kaptein S.K. Sipkes, met levendig vee van daar naar Demerarij zeilen; drie weken na het aan de Kaap gearriveerde schip ELISA, kaptein F. Hunt, zou van Batavia vertrekken het Hollands schip VROUW AGATHA, kaptein R. Witsen, zijnde destijds bezig te Samarang koffij en rijst in te nemen; het op den 17 november in de Tafelbaai aangekomen schip de DOLPHIJN, kaptein L. de Koning, van Batavia, had 54 dagen reis; was geladen met koffij, suiker en tamarinde (opm: dadels, dan wel het hout van de gelijknamige boom), en zou den 24 november de reis naar Rotterdam vervolgen; drie weken na hetzelve zou van Batavia zeilen het schip JOHANNA, kaptein C.J. Jonker, naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 25 februari 1819114

Amsterdam, 23 februari. Het schip JOHANNA, kaptein C.J. Jonker, van Batavia, is over de Zuiderhaaks gekomen, heeft twee masten gekapt, en is door zes loodsschuiten, op goede mannen zeggen (opm: bij mondelinge overeenkomst), in de haven van het Nieuwe Diep gebragt.

 

Rotterdamsche Courant 31 oktober 1820114

Amsterdam, 29 oktober. Te Batavia is den 12 juni gearriveerd C.J. Jonker (opm: fregat JOHANNA) van Amsterdam, laatst van de Kaap de Goede Hoop.

 

Rotterdamsche Courant 03 februari 1821114

Haarlem, 31 januari. De beminnaars van de natuurkennis zullen gewisselijk met genoegen vernemen, dat er weder een zeer aanzienlijke verzameling van naturalia, in 36 kisten, door professor Reinwardt, van Java, in september, voor ’s Rijks Museum van natuurlijke historie afgezonden, behouden aan Den Helder is aangebragt, door kapt. C.J. Jonker, voerende het schip (opm: fregat) JOHANNA, thans liggende aldaar in het Nieuwe Diep. Deze verzameling bestaat in de huiden van viervoetige dieren en van vogelen, ter opzetting bereid, als ook enige sceletten van dieren, te zamen in vijf kisten. Wijders zijn negen kisten met amphibiën en vissen, twee kisten met insecten, vijftien kisten met zeegewassen, waarbij ook enige kistjes met schulpen en vier kisten met mineralen gevuld.

Brieven van den 8 september laatstleden bevestigen nader het voornemen van de heer Reinwardt, om in het begin van het jaar de terugreis van Java aantenemen, ten einde in de herfst het Z. E. opgedragen hoogleraarambt, te Leiden, in de plaats van wijlen de hoogleraar Brugmans en de directie van de botanische tuin aldaar, te aanvaarden.

 

Rotterdamsche Courant 12 juni 1821114

Advertentie. R. Hoijman, J. van Ouwerkerk de Vries, G.J. Roland Holst, J. Boelen en H.J. Rietveld, makelaars, zullen, op maandag den 25 juni 1821, te Amsterdam, in het voormalig Nieuwezijds Heeren-Logement, op de Haarlemmerdijk, verkopen: een extraordinair welbezeild Fregatschip, met koperen huid, genaamd JOHANNA, gevoerd bij kapitein C.J. Jonker, lang 30 ellen 8 palmen 6 duim, wijd 7 ellen 9 palmen 3 duimen, hol 3 ellen 8 palmen 2 duimen, het Verdek 1 el 7 palmen (opm: 30,86 x 7,93 x 3,82 / 1,70 m.), alles Nederlandse maat (zijnde Amsterdamse maat, lang 109 voeten, wijd 28 voeten, hol 13½ voeten, het verdek 6 voeten). Breder bij de inventaris en berigt bij de makelaars.